Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    16-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een overzicht door José De Ceulaer - juni 1947 (deel 2)

    Deze mensch is Pallieter geworden : het met alle intensiteit levend geworden verlangen om louter bewonderend te leven. Zijn bewondering gaat in de allereerste plaats naar het leven zelf en naar die dingen, die het natuurlijke leven in zijn zuiversten, eenvoudigsten en meest intensen vorm in zich dragen, de zon, de lucht, het water, de wolken, den regen, de sneeuw, den dooi, de velden, de weiden, de boomen en vruchten en vooral de kleuren. Hij bewondert ook de natuurlijke en eenvoudige menschen zooals Marieke, den pastoor, den molenaar, de blinden, de bohemers, enz.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

    Timmermans handelde hier niet over het leven van den mensch in het kader der natuur, maar over het leven in de natuur zelf. Aanvankelijk bestond het boek immers uit een aaneenschakeling van wisselende natuurbeelden doorheen de verschillende seizoenen, tot de schrijver er een tekort in voelde en er ook een mensch in plaatste, zoals de Schepper op den zevenden dag den eersten mensch plaatste in de reeds geschapen natuur. Pallieter is trouwens ook adamisch, een mensch van voor den zondeval.


    « Pallieter » is geen roman en daarom mag het werk niet beoordeeld worden met de maatstaven, welke door de critiek op een roman worden toegepast. Er is geen intrigue en geen karakterontwikkeling. Aanmerkingen op den bouw hebben ook geen zin. Pallieter is een schilderij, dat met literaire middelen wordt gesuggereerd. Het is veeleer een lyrisch dan een episch boek. Eenig is deze uitbundige lofzang op de heerlijkheden der schepping, waarvan Pallieter met al zijn zintuigen geniet. Er gaat een jubeltoon op, die doet denken aan het kraaien van een kind, dat nog geen woorden kent om zijn vreugde uit te drukken. Maar al had Timmermans de visie van een kind, hij had ook de uitdrukkingsmiddelen van een begenadigd woordkunstenaar. Zijn taal is rijk, vol origineele beelden en vergelijkingen, en wemelend van kleurrijke en smakelijke beschrijvingen, frisch en direct.


    Pallieter veroverde niet alleen Vlaanderen en Nederland, maar de roem van het boek drong ook door tot buiten de grenzen der lage landen. Het ging zoover dat men in Pallieter het symbool van den Vlaming ging zien. Begrijpelijkerwijze kwam hiertegen reactie; maar in plaats van de buitenlandsche interpretators stelde men — verkeerdelijk — Timmermans zelf voor deze vergissing aansprakelijk.

    De bezwaren tegen Pallieter kan men tot de volgende punten herleiden :

    1° Pallieter is als mensch psychologisch onaanvaardbaar.

    2° de Pallieterfiguur is onaanvaardbaar als symbool van het Vlaamsche volk.

    3° de Pallieterfiguur is om zijn sensueele en epicuristische neigingen van ethisch standpunt uit te verwerpen.

    Dat Pallieter geen volledig en geen normaal mensch is, daarmede kan men het volledig eens zijn. Een burger der 20ste eeuw loopt niet naar buiten om zich nat te laten regenen of om de klok te gaan luiden bij het zien van de sneeuw, evenmin omhelst hij de boomen of kan hij het licht hooren « kraken ». Nog veel minder kan hij tegelijkertijd op een kornemuze spelen en zingen. Men zou zich ook kunnen afvragen waar Pallieter het geld haalt om feestend door het leven te gaan zonder te werken, waarom hij nooit moe of ziek wordt en niet schijnt te weten dat er ook zooiets als angst, pijn of smart bestaat. Men moet het er ook over eens zijn dat de Vlamingen nog wel andere karaktertrekken heeft dan lollige zinnelijke genotzucht. Maar heeft iemand wel het recht hierom critiek uit te oefenen op Timmermans zelf?

    Hij heeft immers geen beeld willen scheppen van zichzelf, noch van den Vlaming, noch van den mensch. Hij heeft in zijn scheppende verbeelding, die, bevrijd uit de omknelling van den dood, geestdriftig opging in zijn verlangen naar levensvreugde, in haar meest primaire en natuurlijke vormen, die, in haar jubelende extase en spontanen roes alle leed, elken angst en ieder gevoel van vermoeienis vergat, gestalte gegeven aan een menschenbeeld dat onvermijdelijk deze voorbijgaand-geprononceerde aspecten van zijn gemoeds- en verbeeldingsleven tot uiting bracht, maar dat slechts in zooverre het wezen van den Vlaming kon openbaren, als dit werd weerspiegeld in de bijzondere conditie, waarin de Vlaamsche kunstenaar Felix Timmermans zich op het oogenblik van zijn inspiratie bevond. In deze voorwaarden kon — en kon steeds — dit wezen slechts fragmentair en eenzijdig belicht zijn. Pallieter kan beschouwd worden als een uitdrukking van de geestdriftige « Lebensbejahung», die den Vlaming, ondanks oorlogsrampen en verdrukking, steeds als een eigen karaktertrek heeft bewaard. Maar ver daarboven uit, is het de uitdrukking van de vitale kracht, die de mensch slechts putten kan in de eeuwige bronnen, die liggen aan den oorsprong van zijn bestaan, in Gods vrije en heerlijke natuur. Zeer terecht schreef dan ook Willem van Loon in zijn inleiding tot de Engelsche vertaling : « This book is bound to neither time nor place ».

    Pallieter is geen mensch van vleesch en bloed, maar de schepping van een romantische fantasie. Wanneer men zijn menschelijkheidswaarde wil onderzoeken en over zijn zedelijkheidswaarde uitspraak doen moet daarmede rekening gehouden worden.

    Welke zijn de menschelijke eigenschappen van Pallieter? Op het eerste zicht lijkt hij een genieter, die niet uit de aardsche sfeer der zinnen vermag op te stijgen. Gewoonlijk stelt hij zich inderdaad zeer luidruchtig en uitbundig aan. Op die momenten is hij de belichaming van het hartstochtelijk verlangen naar het leven, dat Timmermans zoo vaak met Brabantsche uitbundigheid uitdrukte. Maar dit is slechts een deel van Timmermans' wezen, zoals dit ook slechts een deel, zij het dan ook een essentieel deel, van Pallieter's wezen is. Pallieter is de mensch die Timmermans zich in dien tijd voorstelde te willen zijn, maar hij verraadt ook het diepere wezen van zijn schepper, want Timmermans was in den grond een stil, een passief en een contemplatief mensch, met een diep innerlijk leven. De toon die uit de sfeer der innerlijkheid opklinkt en die de aandoening der ziel in haar intuïtief contact met de « kern der dingen » moet verklanken, is zoo stil dat hij dikwijls overstemd wordt door den jubeltoon, waarmee Pallieter de kleurige heerlijkheid van de zintuigelijke uiterlijkheden bezingt.


    Tegenover zinnen, waarin zijn sterk-dynamische beleving van de natuur tot uiting komt, zoals b.v. wanneer hij het heeft over de zon : « ... .ze zou de boomen en de planten van geweld doen spreken en klappen, de bloemen doen breken van reuken, de bosschen doen .denderen van 't danig vogelengefluit en hemzelf, Pallieter, een voet grooter doen worden » komen er zinnen voor als de volgende : « De stilte was heilig ». Onmiddellijk op de Bruegelsche beschrijving van het feest bij de boerenkermis, volgt : « En hij was vol van het verlangen dat Marieke bij hem zou zijn, zoo heel stil, hand in hand, lijk twee brave kinderen. Er was iets in hem dat hij niet bepalen kon, maar hij liet het rusten, want het was zoet voor de ziel, als voor een warmen mond een koele kers. En aan een plasje waarin de maan stond, haalde hij de mondharmonica uit den zak, en zuchtte en zoog er zulke zachte zilverklanken uit, dat het leek of 't .de maneschijn was die zong ». Telkens weer komt Pallieter onder den indruk van de stilte : « Pallieter was stil... », « Pallieter ging op zijn teenen, bleef luisteren naar de stilte en ging de kerk binnen », « Zij wandelden arm in arm, en zwegen geroerd door den stillen avondstond», «De oneindige stilte suisde en 't was alsof men de manestralen schijnen hoorde ». Zelfs den avond voor zijn huwelijk wordt zijn gemoedsrust niet gestoord door zinnelijke beelden : « En toch dacht Pallieter er niet aan, deze avond was zoo zoet en stil, zoo overweldigend van innerlijken vrede, dat hij zich kalm voelde en zuiver lijk een heilige ».

    Deze voorbeelden toonen aan dat Pallieter naast oogenblikken van luidruchtige uitbundigheid ook momenten doormaakt van stille, droomerige innigheid. Dit wijst op de dualiteit tusschen de twee polen die Timmermans « zinnelijkheid en mystiek » heeft genoemd. Er is echter geen scherpe tegenstelling tusschen die twee elementen bij hem. Wel ontbreekt in Pallieter nog de rustige harmonie tusschen beide maar deze onevenwichtigheid is hier ook volkomen natuurlijk, gezien het stadium in den ontwikkelingsgang van Timmermans, waaruit de Pallieter-figuur is gegroeid.

    Er is een sterke dynamische kracht in « Pallieter » en toch ook iets rustigs. Het dynamisme komt tot uiting in de natuurbeleving, die zoo intens is, dat ze losbreekt in wilde synaesthesieën. « Hij moest de geweldige klanken rood betasten en bestreelen... ».


    Maar anderzijds ligt een opvallende rust vooral in het bewegingsrhythme. Timmermans was een pycnisch gebouwd menschentype met cyclothym temperament en zijn meest spontane en natuurlijke beweging was een rustige, een bedaarde, een «wandelende» beweging. Steeds sprak hij op denzelfden rustigen toon; hij was nooit zenuwachtig en kende geen gejaagdheid; hij hield van wandelen en van de rust in den huiskring bij den damp van een gezellige pijp. En zie, in Pallieter spreekt hij van de reuken die « wandelen », van de « zoetwandelende oosterwind », van de « wandelende » zonneschijn, liet hij Pallieter een koe « een wandelende herberg » noemen spreekt hij van de vlinders als van de « wandelende bloemen van de lucht» van regengordijnen die gietend over het land « wandelden », van een « adem », die over de aren kwam « gewandeld », « hij zag zijn blauwe pijpesmoor door den regen wandelen », en «herfstdraden wandelden door de lucht», ook de « worstwolken » « wandelden » over de aarde en tenslotte « wandelde » « over het nachtelijke land » « de galm van de heerlijkste muziek der aarde ».

    Hieruit blijkt dus dat Pallieter na elke uitbarsting van uitbundigheid weer overgaat in een rustige beweging. Zoo vindt men ook voor elke oppervlakkige genieting een tegenwicht in de diepste innerlijkheid van Pallieter' s wezen. Op dezelfde manier zou kunnen worden bewezen dat zijn visie op de natuur ook niet-zintuigelijke elementen bevat, dat zijn levensphilosofie niet zuiver materialistisch-epicuristisch is, zooals wel eens werd beweerd, en dat zijn opvatting over God niet heidensch-pantheïtisch is. Bij het zien van de natuur was Pallieter immers « aangedaan tot in het klokhuis van zijn ziel». En Pallieter zegt ook zoals Sint-Franciscus : « Gelooft zij God om de peren en om de appels ». Het zoogenaamd pantheïsme van Pallieter is geen filosofisch, maar eerder een aesthetisch pantheïsme. Pallieter is geen heiden, maar een christen, die in het geschapene den Schepper looft. En zoals Pallieter van de natuur hield, zoo hield hij ook van zijn Marieke, met een natuurlijke liefde. Deze liefde is ook zuiver, zij kan innig zijn : « En hij was vol verlangen dat Marieke bij hem zou zijn, zoo heel stil, hand in hand, lijk twee brave kinderen.»

    «Pallieter» was een nieuw geluid in onze letterkunde. Dit boek zal om zijn oorspronkelijkheid, zijn frissche natuurlijkheid, zijn levensdynamisme en rijke taalpracht in onze letterkunde en ook in de wereldletterkunde een benijdenswaardige plaats blijven bekleeden.


    Enkele dagen nadat Felix Timmermans zijn « Pallieter » voltooid had, brak de oorlog uit. Het grootste gedeelte van het land werd door den vijand bezet; in den uithoek van West-Vlaanderen ging de strijd verder. Over het bezette gebied kwam ellende en hongersnood. Tijdens den oorlog, den 12den Juni 1915, verloor Felix Timmermans zijn goede moeder. Elk verlies brengt ook een winst. De smart om het verlies verinnigt en verpuurt het gemoed, ze loutert de ziel. Felix Timmermans woonde toen « op het Karthuizers » met zijn jonge vrouw, Marieke Janssens, die den 23sten Juli 1892 te Lier werd geboren en die hij den 12den October 1912 had gehuwd. Hij hield daar een klein snoepwinkeltje. De verordeningen van de bezettende overheid verplichtten de Lierenaars de avonden in den huiskring door te brengen. Aan uitbundig plezier viel niet meer te denken. Min of meer onbewust begonnen de menschen echter te genieten van de stille gezellige rust van den huiskring. Er werd gelezen en verteld. Er werd ook veel gebeden. In die stille avonduren, als ieder in eigen zwijgzaamheid was verzonken, bad Timmermans' schoonmoeder, naar oud Vlaamsch gebruik, het rozenhoedje voor. Vóór elken weesgegroet bad ze een korten zin als deze : « Maria huppelde over de bergen naar hare nicht Elisabeth», « De drie koningen zagen de ster .en knielden neder ter aarde », enz. Deze simpele woorden wekten voorstellingen op. En de •herinneringen van vroeger werden weer levendig in Timmermans' verbeelding. De vertellingen van zijn vader, de schilderijen van Bruegel en oude liederen kwamen in hem weer boven. « En 't gebeurde in ons land » schreef hij later in « Uit mijn Rommelkas », «Ik kon niet anders, al was ik er mij duidelijk van bewust dat het zoo niet gebeurd was.... Ik verlangde het in ons land gebeurd te zien, alleen uit liefde voor mijn land ». Zoo ontstond « Het Kindeken Jezus in Vlaanderen ».


    Evenals « Pallieter » is « Het Kindeken Jezus in Vlaanderen » een vrucht die zeer natuurlijk gegroeid en gerijpt is. Wanneer men het temperament van Felix Timmermans kent, zijn gemoedsgesteltenis onder den invloed van de tijdsomstandigheden, de natuurlijke gerichtheid van zijn verbeelding en daarenboven zijn romantische levenshouding in overweging neemt, waarvan een der kenmerken is, dat zij zich met een zachtgekoesterd heimwee bij voorkeur vermeit in de vergeten schoonheid van dingen uit een verleden en daardoor aanknoopt bij den eenvoud der middeleeuwers en ,de naïeveteit der primitieven, dan moet men wel geloof hechten aan die woorden van den echten kunstenaar, die eigenlijk nooit ophoudt kind te zijn : «Ik kon niet anders». Het boek verscheen in 1917 met de volgende opdracht : «In de kader en de landschappen van ons schoon en goed Vlaanderen, heb ik mij het Goddelijke verhaal van het Kindeken Jezus, zijne zoete moeder en zijn goeden voedstervader verbeeld, en met wat letterkunde in groot genoegen omcierd. En vol van grooten eerbied draag ik deze tafereelkens aan Maria Viola van Holland op ».

    In al haar eenvoud is deze opdracht pretentieloos en duidelijk. Zij omlijnt nauwkeurig het terrein, waarvan de critiek de grenzen niet zal mogen overschrijden. Zij ontneemt den criticus het recht opmerkingen te maken over den bouw, vermits Timmermans geen roman heeft willen schrijven, maar slechts «tafereelkens » « met wat letterkunde » heeft willen «omcieren», dat wil zeggen : een picturale visie in woorden omzetten. Zijn opzet is dus beperkt : miniatuurwerk. De uitwerking zal er des te fijner moeten om zijn, tot in de kleinste details. Grootschheid van visie zullen wij missen, maar atmosfeer zal door precies detailwerk moeten gesuggereerd worden. Binnen deze grenzen alleen zal critiek steekhoudend zijn.


    Er dient te worden opgemerkt, dat de verschillende personages, die in het werk optreden allen kleurig geteekend zijn wat hun uiterlijk betreft, maar psychologisch niet uitgediept; de psychologische verantwoording van hun gevoelens, houdingen en daden blijft in gebreke. De herders, de bedelaars en de eenvoudigen zijn fijn getypeerd, maar de figuren van Herodes' hofhouding komen wel eenigszins caricaturaal voor. Hier deed Timmermans aan een te groffe wit-zwart-techniek. Pater Molkenboer heeft inzonderheid op tekortkomingen in de psychologie van Maria gewezen, maar op te merken valt dat hij zich op historisch standpunt plaatst. Dit is ook zijn recht, maar wij moeten de karakters aanvaarden zoals Timmermans ze ons voorstelt, of deze nu met de Bijbelsche karakters overeenstemmen of niet, en van zuiver psychologisch standpunt uit critiek uitoefenen. Ook zoo beschouwd dient men toe te geven dat de auteur verzuimd heeft diep door te dringen tot het psyche van Maria. Karakterontleding was immers nooit de sterkste zijde van Timmermans' talent. De waarde van dit boek ligt echter in de innige atmosfeer, de prachtige natuurbeschrijvingen, de rijke plastiek en de beeldenpracht van de taal. Door den ongeëvenaarden rijkdom van zijn beeldend vermogen is Timmermans in zijn opzet geslaagd het leven van de Heilige Familie, dat hij met een vrome Vlaamsche ziel en een Vlaamsche zinnelijke verbeelding heeft aangevoeld, met dichterlijkheid te « omcieren ».


    In Augustus 1917 begon Felix Timmermans aan een nieuw verhaal, «De Zeer Schoone Uren van Juffrouw Symforosa, Begijntjen,», dat in September van hetzelfde jaar voltooid was en in 1918 van de pers kwam. Om de fijne psychologie, de innige atmosfeer en den suggestieven stijl, is het een der zuiverste verhalen die Timmermans heeft geschreven.

    De teerheid van Symforosa's gevoelens wordt door den schrijver zeer fijn aangevoeld en ook weergegeven, zonder dat die gevoelens meer dan noodig worden uitgerafeld. Wat in de meeste karakters voorkomt die Timmermans heeft uitgebeeld, vindt men ook in Symforosa, nl. een innerlijke tegenstrijdigheid tusschen de ziel, die naar geestelijke volmaaktheid streeft, en het hart, dat zich niet van het stoffelijke vermag los te rukken. Zoo ontstaat er telkens strijd tusschen wil en wensch. Steeds stelt Timmermans ,de zwakheid van den mensch in het licht. Wanneer hij deze weet te overwinnen, is dit gewoonlijk te danken aan de tusschenkomst van het bovennatuurlijke in den natuurlijken levensloop. De goddelijke Voorzienigheid leidt ons, zij kent en kiest onze wegen. Dit is ook het hoofdmotief van « De Familie Hernat». In Symforosa wordt de zinnelijke liefde door de innerlijke verzaking tenslotte gelouterd tot zuiver geestelijke caritas.


    In 1922 werd Felix Timmermans met den Staatsprijs voor Vlaamsche Letterkunde voor de periode 1918-1921 vereerd om zijn « Het Kindeken Jezus in Vlaanderen » en « De Zeer Schoone Uren van Juffrouw Symforosa, Begijntjen ». Ondertusschen was « Boudewijn » van de pers gekomen (7) onder het motto : «'t Geen da' ge peist is 't nie.» En wat heeft men dan zooal « gepeist» van dit aan den «Reynaert» verwante dierenepos!

     

    (7)«Boudewijn», waaraan Timmermans in 1917 begon te schrijven, verscheen tusschen November 1917 en October 1918 in « De Nieuwe Gids» .en pas in 1919 in boekvorm.

     

    Karel van den Oever zag er « het allegorische zinnebeeld van den Vlaamschen IJzer-soldaat» in, « die, nadat hij voor Koning, Koningin en volk den bandiet « Reineke Fuchs » naar « 't pierenland » gezonden heeft, op zijn bede voor vrijheid, bedreigd wordt, gevangen gezet en gepaaid met schoone woorden « ende muzycke ». Anderen zagen er een navolging in van den Reinaert, zonder diepzinnige of symbolische beteekenis.

    Men meende ook dat de schrijver .den strijd van de democratie tegen de aristocratie uitbeeldde, of, meer bepaald, den strijd van het Vlaamsche proletariaat tegen de verfranschte hoogere klassen.

    Het best kan « Boudewijn » evenals het middeleeuwsch epos « Reinaert de Vos » worden beschouwd als een satire met algemeen-menschelijke draagwijdte, waarin de auteur bepaalde wantoestanden aan de kaak wilde stellen, die karakteristiek waren voor zijn tijd maar die tevens gelden voor alle tijden, waardoor hij dan den lezer de gelegenheid laat naar eigen opvattingen het werk te interpreteren. Wat « Boudewijn » betreft, wijzen sommige teksten er duidelijk op dat het er hier wel degelijk ging om het Vlaamsche volk in zijn strijd tegen vreemde overheerschers, die het trachtten aan banden te leggen. Maar boven het beperkte geval stijgt het boekje uit tot een algemeen-menschelijke satire. Daaraan dankt het dan ook, evenals zijn middeleeuwschen voorganger, zijn waarde.


    Felix Timmermans heeft altijd veel gehouden van onze middeleeuwsche literatuur. Hij heeft dan ook « Karel en Elegast» en « De Vier Heemskinderen » op zeer persoonlijke manier in het modern Nederlandsch bewerkt. Deze bewerkingen verschenen respectievelijk in 1921 en 1922.

    In November 1918 was hij naar Holland uitgeweken. Daar begon hij aan een nieuw werk. Hij word er toe geïnspireerd door een oud portret dat hij in zijn rommelkast gevonden had. Jaren later hoorde hij op een nacht «een schoone mannestem » een lied vol heimwee zingen. De vrouw van het portret zou nu op dezen man verliefd worden. Nadat zij echter zou ontdekken dat hij gehuwd was, zou in haar een innerlijke strijd tusschen haar liefde en haar geweten beginnen. Aan dezen strijd zou ze tenondergaan. Zoo groeide « Anna-Marie » in Timmermans' verbeelding tot een roman. In Holland begon hij er aan te schrijven. Maar het werk wou niet vlotten. Pas toen hij in Maart 1920 naar zijn geboortestad kon weerkeeren vond hij daar de noodige atmosfeer om zijn werk te voltooien. Maar de tengere gestalte van de hoofdfiguur Anna-Marie werd als 't ware verdrongen door den lijvigen Mijnheer Pirroen, zodat het boek in 1921 als een zeer onevenwichtig werk van de pers kwam.

    Lodewijk van Deyssel schreef over dit boek : « Zoals Anna-Marie is, zoo moet een kunstwerk zijn. In een kunstwerk moet men voortdurend van alles genieten. Dat gebeurt hier ». Men zal het niet met hem eens zijn wanneer men de spontane scheppingskracht, waarmede Pallieter uit «levensvolheid » werd geboren, als meer echt aanvoelt dan de te kunstmatige dooreenmengeling van allerlei liefdesgeschiedenissen in « Anna-Marie ». Men mag de literaire kwaliteiten, welke onbetwistbaar in den vorm van het werk aanwezig zijn, niet over het hoofd zien, maar wat den inhoud aangaat moet men het beslist als . onevenwichtig en zelfs zeer zwak aanzien, omdat de karakterteekening te oppervlakkig is en omdat de romantische uitbeelding van het tragische liefdeleven van Anna-Marie overwoekerd wordt door het kleinburgerlijke onkruid van Pirroen's aardigheden die niet boven de anecdotiek uitstijgen, zodat het geheel als een volkomen onharmonisch kunstwerk dient beschouwd, al is het dan nog een charmant document op folkloristisch gebied.


    Een jaar na het verschijnen bewerkte hij het boek, in samenwerking met Eduard Veterman, tot een tooneelspel onder den titel «Mijnheer Pirroen » (1922). Hier bleek dat de Pirroen-figuur de hoofdfiguur uit den roman heelemaal naar den achtergrond had gedrongen. In Duitsche vertaling droeg zijn roman dan ook den titel « Die Delphine », in het Tsjeeksch « Delfini» en in het Deensch « Delphinerne » naar de vrienden van Pirroen, die den kring «De Dolfijnen » hadden gesticht. Anna-Marie werd evenwel de hoofdfiguur in het libretto dat Felix Timmermans schreef voor de opera. « Anna-Marie », die door zijn Lierschen vriend Renaat Veremans werd gecomponeerd en in 1938 voor het eerst werd opgevoerd.


    In 1922 verscheen ook « Uit mijn rommelkas. Rond het ontstaan van « Pallieter » en «Het Kindeken Jezus in Vlaanderen », een merkwaardig boekje, waarin de auteur over zijn jeugd en het ontstaan van zijn werken enkele belangrijke bijzonderheden bekend maakte, waarover hij reeds herhaalde malen in lezingen over zijn werk, in Vlaanderen en Holland, had gesproken.

    In 1923 zond de auteur de fijne novelle « Driekoningentryptiek » in het licht. Men moet weer teruggaan naar de vertelsels van vader Timmermans om den oorsprong van dit werkje te vinden, een pareltje van vertelkunst, een juweel van innige stemmingskunst, waarin werkelijkheid, fantasie en mysterie tot een zuiver dichterlijk verhaal zijn geweven. Hij verhaalt hoe Pitjevogel, Suskewiet en Schrobberbeek het wonder van Christus' geboorte ondergaan. Zoals hij het wonder hier voorstelt kan het bovennatuurlijk zijn, maar de mogelijkheid blijft bestaan dat het een zinsbedrog is, want het wonderbaar gebeuren hangt nauw samen met den psychologischen toestand waarin de zwervers op het oogenblik van het wonder zijn. Het is geen toeval dat het zich juist onder die vormen aan hen voordoet, waarop ze door de onder elkaar vertelde legende, psychologisch waren voorbereid. Nochtans kan men ook, van een « mystiek » standpunt uit, een tegenovergestelde verklaring aanvaarden : dan zou het wonder reeds op die mannen hebben ingewerkt vooraleer de feiten zelf zich als wonderbare gebeurtenissen aan hen voordeden. Vandaar dat ze het wonder reeds voorvoelden, dat de feiten zich reeds ontwikkelden in hun onderbewustzijn en dat zij eerst het wonder in hun verbeelding beleefden en het elkaar mededeelden onder den vorm van legenden en vertellingen vooraleer het in werkelijkheid gebeurde. Deze laatste hypothese is de meest waarschijnlijke, vermits Timmermans zelf zei dat die mannen « een mystieke kiem » in zich hadden.

    In 1924 verscheen « De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt ». Het was een poging tot synthese, waarin drie problemen werden opgelost :

    1° het probleem van het geloof,

    2° dit van zinnelijkheid en mystiek

    3° dit van liefde en geweten.

    De geloofstwijfel, die Timmermans zelf tijdens zijn theosophische periode gekweld had, wordt hier uitgebeeld in Isidoor.

    Zinnelijkheid en mystiek, de twee polen waarrond heel het werk van Timmermans draait, zijn hier tot harmonie gekomen in de figuur van den pastoor uit den « bloeyenden Wijngaerdt ».

    Het laatste probleem, de verhouding tusschen liefde en geweten, dat onopgelost bleef in Anna-Marie, die capituleerde, krijgt hier een oplossing door het offer van Leontientje.


    Terwijl Timmermans in zijn vorige werken aan de weliswaar mooie oppervlakte der dingen bleef hangen, zonder te trachten tot de diepere kern van menschen en dingen door te dringen, poogt hij in dit boek het zieleleven van den mensch te ontleden. Hoewel de hoofdpersonen niet onderling in conflict komen, oefenen zij op elkaar een sterken en meestal verborgen invloed uit, die uitsluitend hun zieleleven geldt. Hoewel de Pastoor minder rechtstreeks het verloop van het drama beïnvloedt dan Isidoor en Leontientje, is de keuze van den titel toch volkomen gerechtvaardigd, want de pastoor is de centrale figuur van het boek. Immers, steeds volgens de opvattingen van Maeterlinck, moet de hoofdpersoon van een drama niet acteeren, maar mag hij tegenover de gebeurtenissen passief staan, hij mag deze op hem laten inwerken of ze onmerkbaar beïnvloeden, zonder handelend op te treden. Dit is ook hier het geval; het drama, dat zich afspeelt tusschen Isidoor en Leontientje, heeft in zekeren zin slechts voor zoover belang als het een ommekeer teweegbrengt in de ziel van den Pastoor. Zijn zielegang wordt beschreven. Hij alleen komt tot een nieuw levensinzicht, want Isidoor en Leontientje blijven in den grond steeds aan zich zelf gelijk.

    In den Pastoor is echter de ommekeer volledig : hij is de hoofdfiguur.

    De pastoor is een vergeestelijkte Pallieter. Het zinnelijk genot, dat de natuur schenkt, wordt door vergeestelijkende beschouwing gelouterd tot een franciskaansche vreugde. Langs de zinnen klimt de pastoor tot het bovenzinnelijke leven op; zintuigelijk genieten en mystieke vreugde groeien samen tot eene schoone harmonie.


    Uit de verstarde zelfgenoegzaamheid van zijn kommerloos bestaan ontwaakt de pastoor, door het begrip van Leontientje's offer, tot het besef van zijn tekort : zijn « offerloosheid ». Het religieuze gevoel, dat in « Het Kindeken Jezus in Vlaanderen » eerder een aesthetisch motief was, omdat de klemtoon daar te veel lag op de letterkundige « omciering », is hier zuiverder, dieper en echter geworden.

    Minder spontaan en minder origineel dan Pallieter, maar meer levensecht en ook dieper, is «De pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt » een zeer belangrijk boek in den ontwikkelingsgang van Felix Timmermans.

    Hetzelfde kan niet worden gezegd van « Het Keersken in den Lanteern», den novellenbundel welke in hetzelfde jaar verscheen. Hierop komen wij bij de bespreking van zijn anderen verhalenbundel, « Pijp en Toebak », later terug.

    In 1925 schreef Timmermans een fijn boekje over « Schoon Lier », waarin hij de schoonheid van zijn geboortestad bezong, en in hetzelfde jaar trok hij naar Italië om er het milieu te leeren kennen, waarin Sint-Franciscus leefde. De reisbeschrijving « Naar waar de appelsienen groeien », die hij in 1926 in het licht zond, was de vrucht van zijn bezoek aan het verrukkelijke land, waarvan hij de schilder- en beeldhouwwerken zoo zeer bewonderde. Alleen om zijn indrukken over deze laatste is dit werkje reeds zeer lezenswaardig.


    Vooraleer Timmermans dan « De Harp van Sint-Franciscus » zou laten verschijnen, gaf hij zijn geromanceerde biografie over Pieter Bruegel uit, onder den titel : « Pieter Brueghel, zoo heb ik u uit uwe werken geroken ». Dit boek verscheen in 1928. Bruegel's stempel lag reeds op het werk dat Timmermans vroeger publiceerde. Wat Van Mander in zijn « Schilderboeck » over Bruegel zei, zou ook van hem kunnen gezegd geweest zijn : « Hij was een zeer stil en geschikt man, niet veel van woorden, maar toch vermakelijk in gezelschap.» Een zekere wezensverwantschap tusschen beide Vlamingen valt niet te ontkennen, al heeft men den indruk dat hun geesteshouding ook sterk verschilt o. m. waar Timmermans steeds een «bejahende» houding tegenover het leven aannam, terwijl Bruegel den indnik gaf er «verneinend» tegenover te staan,

    Hoe zag Felix Timmermans Bruegel? Wij hebben er reeds op gewezen dat hij zich in zijn jeugd tot de fantasiewereld, die de meester in zijn doeken openbaarde, aangetrokken voelde, omdat hij er de vertellingen van zijn vader in weerspiegeld zag.

    Zijn natuurvisie, zoals die bvb. in de sneeuwlandschappen van « Pallieter » en « Het Kindeken Jezus in Vlaanderen » tot uitdrukking kwam, wees reeds op verwantschap met en invloed van Bruegel's visie op menschen en dingen. En zoals Bruegel na zijn reis naar Italië in het schilderij « De Val van Icarus » het uitzicht op Messina naar den achtergrond drong en een Vlaamschen boer op den voorgrond plaatste, zoo beeldde Timmermans Sint-Franciscus uit in een Assisi, waarrond Vlaamsche windmolens « kruisen sloegen ». Beider werk is gegroeid uit den Vlaamschen geboortegrond, waarin ze met hart en ziel vastgeworteld waren en waaruit ze het sap van hun scheppingskracht putten.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!