Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    15-02-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez

    De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans.

    Lezing gegeven door Gaston Durnez voor de Guido Gezellekring te Antwerpen op 13 September 2003.

    Waarde Gezellianen,

         Ik kom uw hulp inroepen! Ik ben op zoek naar een onbekende bloemlezing uit de gedichten van Guido Gezelle, een kleine maar een bijzondere keuze, want zij werd gemaakt door Felix Timmermans. Tot mijn spijt komt die bloemlezing niet voor in de bibliografie van de Goede Fee en ook niet in die van Gezelle. Niemand schijnt ze te kennen, niemand schijnt ze gezien te hebben. Twijfel is dan ook opgerezen. Bestaat die bloemlezing wel?
    Graag maak ik vandaag dan ook van de gelegenheid gebruik om een oproep te doen tot u allen, Gezellianen en, naar ik mag hopen, ook liefhebbers van de Goede Fee. Als u weer eens in oude papieren gaat snuffelen, als u gaat bidden in de tempels die Antiquariaten zijn, als u door Brugge dwaalt of door Lier, de twee hoofdsteden van onze liefde, geef dan uw ogen de kost. Waarop baseer ik mij voor dit verzoek? Wel, ziehier. In de eerste versie van het onvolprezen pareltje van literaire kleinkunst, dat "Minneke poes" heet, somt Felix Timmermans de auteurs op van wie hij, in de zomer van 1939, enig werk meeneemt naar het vakantiehuisje in de Kempen, waar hij op doktersbevel rust gaat zoeken voor zijn hart.
    Dit huisje, dat "Minneke poes" heet, ligt aan een zandweg bij de dennebossen.
    "Hier vloeien de gedichten klaarder in de ziel", zegt Timmermans. "Ik heb enige boeken meegebracht, die het beste in dit landschap passen. Niet om ze nog eens door te lezen, slechts om er nu en dan een kruimel van in de mond te nemen; die smelt als honing naar het hart.

    Het zijn onder andere: Het Hooglied van Salomo; de drie gevoelerige parabelen van Karel van de Woestijne; Le Vigneron dans sa Vigne van Jules Renard; het Stundenbuch van Rilke; de Hof der Liefde van Gevaert; wat van Anton Coolen; Zomerzondag van Streuvels en (nu komt het) EN EEN EIGEN GEMAAKT BLOEMLEZINGSKE VAN GUIDO GEZELLE"... Timmermans voegt er nog aan toe: "den Thomas à Kempis; Reynaert; de Manier om lang te leven; en nog andere schoone dingen". –"Alleen werk, zegt hij, dat een mens nader tot de bomen brengt; dichter tot de geest van de eenvoudige mensen die in deze stilte wonen, en meer in de innigheid der uren, die de smaak van rijpe vruchten hebben, zowel in de witte morgenden als in het luiden van de avondklok. Al die boeken te samen vormen een groot getijdenboek in verschillende kapittelen..."

    Timmermans noemt in deze passage enkele auteurs die hem heel zijn leven lang, van in zijn jonge mannenjaren, hebben vergezeld. In de definitieve versie van "Minneke poes" heeft Felix de opsomming weggelaten. En over dat "eigen gemaakt bloemlezingske" heeft hij, bij mijn weten, nooit meer iets gezegd. In een aantal nagelaten handschriften die ik mocht inkijken voor mijn biografie heb ik het niet gezien. En zijn kinderen Clara en Gommaar kennen het niet. Nu hoop ik dat het ergens opgeborgen ligt en dat een speurder het ooit kan vinden. Maar het is goed mogelijk dat Timmermans dat bloemlezingske alleen maar in zijn hoofd had.


    In afwachting van een sensationele vondst kunnen wij nagaan wat Gezelle voor Timmermans heeft betekend en daaruit afleiden hoe zijn privé-anthologie er kan uitzien. Toen Guido Gezelle stierf, in 1899, was Felix dertien jaar. Het nieuws is niet tot hem doorgedrongen. Het duurde nog een vijftal jaren eer hij de naam Gezelle voor het eerst hoorde.
    Felix, de zoon van een Lierse kanthandelaar, was op school geen sterke leerling, niet alleen omdat hij een zwakke gezondheid had ook omdat hij speelziek was. Na de lagere school volgde hij een tijdje de lessen aan de Lierse academie, genoeg om er de teken- en schildertechniek te leren kennen. Zijn vader dacht dat zijn jongste kind hem in de kanthandel zou opvolgen en als tekenaar zou helpen bij het ontwerpen van kantmotieven. Spoedig zou blijken dat de knaap een andere richting uitwilde. Hij zocht aansluiting bij jonge artiesten uit zijn stad en hij begon zijn pen uit te proberen in verzen en proza. Hij was achttien toen zijn eerste geschrift in druk verscheen : een bijdrage in een weekblad uit de Kempense gemeente Westerlo, waar hij wel eens met vakantie ging. Straks is dat honderdjaar geleden. Het was in 1904. Men kent van dit artikel alleen de titel, "De taal is gansch het volk", de oude flamingantenleuze. Het weekblad en het handschrift zijn nooit teruggevonden..(Tussen haakjes: ook die mag u, als u wil, helpen zoeken). Maar publicatie heeft grote gevolgen gehad voor de literaire toekomst van Felix.

              

    Op een mooie dag ontmoette hij in Westerlo een ver familielid, priester Ward Claesen, pastoor in een naburig dorp. Claesen, een geletterd man en flamingant, had hem amper gezien of hij riep uit: "Fee, beste kerel, ik heb dat ding van u gelezen. Maar voor ge nog iets schrijft, moet ge Guido Gezelle lezen en zijn neef Stijn Streuvels! " Timmermans moest bekennen, dat hij ze niet, of bijna niet kende. Toen pastoor Claesen weer was vertrokken, begon Felix een speurtocht, maar nergens in de buurt vond hij iemand die hem aan Gezelle kon helpen, en de naam van Streuvels had hij niet goed begrepen. Een paar zondagen later zag hij in het hotel in Westerlo een nieuwe vakantiegast in een boek lezen. Toen de man zich even verwijderde en het boek liet liggen, ging Felix vlug naar de titel kijken. Het was "Dagen" van Stijn Streuvels. Felix had net de tijd om een van de verhalen te lezen: "De Kalfkoe".
    Later heeft hij verteld wat hij toen voelde: "Hoe stond het daar! Hoe reëel die beschrijving van die knotwilgen in de mist, hoe vinnig aangevoeld en duidelijk meegedeeld de stemming van de winterzondag over het land! Ik kreeg als een klets op mijn gezicht." Als Felix nadien zijn eigen geschriften bekeek, leek het hem alsof ze koude as waren geworden: "Ik had zo vroeger nog eens een klop gehad door het werk van Bruegel te zien, nu kwam de klop van Stijn Streuvels. Niet dat ik wilde navolgen, dit juist niet. Maar Streuvels had mij de dingen laten zien zoals ze waren. Van toen af was het uit met: de wereld ontving de groet der dagvorstin. Ik wou van nu af aan de dingen met hun ware naam noemen."
    Na Westerlo ging Timmermans op ontdekking uit en het schijnt niet lang te hebben geduurd of Gezelle behoorde net als Streuvels tot zijn geregelde lectuur. In hetzelfde jaar hernieuwde hij de kennismaking met een oudere Lierse schoolkameraad van weleer, de luministische schilder Raymond De la Haye. Dat bleek een echte kunstenaar en filosoof te zijn geworden, die dweepte met Gezelle en lezingen en studiekringen organiseerde. Daar was ook zijn jongere vriend Antoon Thiry, die aan de Lierse normaalschool studeerde en al goed vertrouwd was met de "Van Nu en Straksers". In het spoor van Gezelle ontdekten zij Omer Karel de Laey en zijn pittoreske humor.

    In die dagen begon wat prof. Keersmaekers "de Westvlaamse periode" van Timmermans noemt. Terwijl zijn eerste gedichten anecdotische schilderijtjes in de trant van De Laey waren, doken in zijn proza niet alleen Streuveliaanse woorden en uitdrukkingen op, maar trilden zijn eerste verhalen in een Streuveliaanse sfeer vol droefenis en noodlot. Die sfeer groeide nog toen de artistieke jongelui van Lier onder invloed van auteurs als Maurice Maeterlinck en Joris Karl Huysmans op hun eigen manier "aan mystiek gingen doen", verzeild geraakten in theosofie en spiritisme en zich verstrikten in allerlei theorieen.

    Felix dwaalde met zijn geloofstwijfels en zijn levensangst in de "schemeringen van de dood". Maar bij de auteurs die hij toen leerde kennen bleef toch altijd Guido Gezelle een der geliefdste. Dat dankte hij ook aan een nieuwe kameraad, de schilder en architect Flor van Reeth, een man met veel verbeelding en mystieke bevliegingen, die zich door de Vlaamse begijnhovenstijl liet inspireren. Samen maakten zij in 1907 een begijnhovenreis door Vlaanderen. Zij reden van de ene stad naar de andere per trein en onderweg droegen zij Gezelle voor, tot verbazing van de medereizigers. Ook op retraite in de abdij van Achel was Gezelle hun gezel. Een der resultaten was een gedicht dat Timmermans in het decembernummer 1908 van het tijdschrift "Dietsche Warande en Belfort" kon laten publiceren.
    "Voor Guido Gezelle", zo heet dat gedicht, en het luidt als volgt:

    Zooals een koning zijt gij langs het land gegaan,
    gekroond met 't blauw der lucht, gemanteld met het groen
    der boomen en beladen met het lied der vooglen,

    - omwierookt van de geur der nooitgetelde bloemen.
    Beglansd van zon en maneschijn en sterrenlicht,
    die aureolen kringden rond uw peinzend hoofd.

    -Bemind van al wat roert in kruid en lucht en water...
    En in die weelde droegt ge uw koningsstaf, uw ziele,
    het beeld van God, den Schepper van uw rijk, zoo vroom
    en heerlik dat ge een bloem in 's Heeren handen wierd.

    U hoort het, geen uitblinker. De beeldspraak maakt het mogelijk dat Gezelle eerst een koning is en in het slot een bloem in de handen van God, terwijl zijn ziel ook een koningsstaf is geworden. Timmermans was nog bezig, "de stiel" te leren.
    Wie in die tijd van Gezelle hield, kwam natuurlijk ook bij Hugo Verriest terecht, de leerling die overal de lof van zijn Heer en Meester ging zingen en die bij de Vlaamsgezinden een groot gezag had verworven. In 1909 zond Timmermans een toneelstuk ter lezing naar Verriest, die hem pas na veel vragen en schrijven ontving, maar het dan wel deed op prinselijke wijze, met fazant en wijn. De Paster bedolf zijn 23-jarige bewonderaar onder zijn welsprekendheid en gaf hem les. Het warme zomerweer deed Verriest denken aan een schrijver die zei: " 't Was zo heet, dat de mussen van het dak vielen". Onzin! zei Verriest. "Als het heet is, gaan de mussen niet op het dak zitten".
    Vanzelfsprekend verhaalde Verriest uitvoerig over zijn leermeester Gezelle, die zijn gedichten als het ware plukte "als blommen bij de watergracht". Een andere vingerwijzing zat verborgen in een anekdote over vreemde woorden. Verriest zocht een betere, Vlaamse naam voor "parapluie". Hij vond er geen, tot hij een volksjongen bij een fikse bui hoorde zeggen: "Hier zie, meneer de paster, neem die regenschuiler!" "Hoor je Felix? De levende taal vind je bij het volk.". Timmermans hoorde en luisterde goed (de regenschuiler dook later op in een van zijn verhalen). Eindelijk, na lang wachten, kwam het toneelstuk ter sprake en de paster zei: "Het leeft niet. Al uw personen hebt ge een ander gelaat gegeven, maar ze drukken zich allemaal op dezelfde wijze uit. Hun taal leeft niet. Ze spreken allemaal uw taal, en dan nog een dode taal, boekentaal."

    Zo heeft Timmermans in zijn tiener- en jonge mannenjaren bij de grote West-Vlamingen geleerd waar de bron van de taal te vinden is en wat je met de taal kunt doen. Dank zij hen heeft hij zijn aanleg voor het plastische woord ontdekt, bijgevijld en gescherpt. Net als zij heeft hij zich, op zijn vlucht uit de geleerde boeken, op weg naar het spontane leven, door de taal van het volk laten inspireren. Op zijn eigen intuïtieve manier, zeker niet zo systematisch en zo geleerd als Gezelle en Streuvels, heeft hij, met de stem van het volk in zijn gehoor, zijn eigen kunsttaal gemaakt, zijn eigen beeldrijke taal vol originele vergelijkingen.
    Een hoogtepunt bereikte hij in zijn eerste grote boek, dat zijn meesterwerk is geworden – en dat voor mij ook zijn beste werk is gebleven. Toen hij halfweg de twintig was, vond Timmermans redding bij "Pallieter". De feestelijke "dagenmelker" heeft hem uit de geestelijke crisis geholpen waarin hij ten tijde van de "schemeringen van de dood" verdwaald was. Dat is niet zomaar ineens gebeurd. Verscheidene invloeden hebben een rol gespeeld. Pallieter was de vrijheidsdroom van een jonge kunstenaar, die wilde ontsnappen uit het kleinburgerlijke bestaan, weg van de mentaliteit van de zgn. "betere stand" die hem diep had gekwetst. Het was ook een poging om zich te bevrijden van de broeierige artificiële sfeer waarin hij had geleefd. Hij wilde de muffe boekenwereld ontvluchten en buiten naar de werkelijkheid kijken, de natuur instormen.
    De feestelijke Pallieterdroom werd hem ingeblazen toen hij, na een ernstige ziekte, het leven opnieuw ging ontdekken en plotseling de schoonheid van de eenvoudigste dingen zag. De droom werd verhevigd toen hij de liefde leerde kennen bij het jonge Marieke, dat zijn tranen droogde.

              

    In al zijn zinnelijke kermisvreugde bracht Pallieter hem ook het wonder van het "bovenzinnelijke". En ik denk dat ook Guido Gezelle daar een rol in gespeeld heeft. Misschien heb ik dat in mijn biografie te weinig beklemtoond. Gezelle is prominent aanwezig in het boek. Een eerste keer in het derde hoofdstuk, "Een Meiavond". Pallieter drijft in zijn bootje mee op de Nete, in wat Timmermans noemt "de heilige stilte van de avond". Zijn hart loopt er van over. "Het was te schoon om te zwijgen, hij moest den diepen vrede, het zute avondgevoel met woorden tot zijn eigen kunnen zeggen." En hij zegt het met de woorden uit een Kleengedicht: " 't Pardoent, en op de klokke slaat / Gods Engel in een wolkgewaad. / Ave Maria! / 't Pardoent, en 't vleeschgeworden Woord / bij arme liên te huis behoort..."
    Is het niet opmerkelijk hoe Timmermans, die in dit boek zijn woordkunst voor het eerst zo geweldig kan uitleven, op de innigste en diepste momenten geen eigen uitdrukking vindt die sterk genoeg is, en dan naar Gezelle grijpt?
    Het negentiende hoofdstuk van "Pallieter" noemt hij "Een grijze natte dag" – en het wordt een symbolisch verhaal. Timmermans beschrijft de dag aanvankelijk als een van de triestigste van het jaar. "Het leven had zijn laatsten snik gegeven, en alles stond verlaten en kapot".
    Maar Pallieter laat zich niet terneer drukken. Er gebeuren twee typische incidenten vol betekenis. In de Begijnenbossen, waar het winterhout wordt verkocht aan de meest biedende, redt hij een enorme beuk, "de koning van het woud". En hij spreekt hem toe. "Mijnen boom, zegt hij tegen die beuk. Als d'ander gevallen zen, stade gij hier nog, da beloof ik U! Groeit, mokt blare en neutjes, groeit gelijk ge wilt..." (De passage doet mij denken aan het gedicht van Gezelle: Hebt compassie, hebt compassie met de schone bomen Gods"...).

    Wat verder, bij 't verlaten van de bossen, ontmoet Pallieter twee "vuile venten" die een groep afgeleefde paarden naar het slachthuis drijven. Een van de venten slaat voortdurend met een zweep op een der manke paarden. Dat maakt Pallieter zo woedend, dat hij de man met een klets tegen de grond slaat. Er ontstaat een gevecht en Pallieter wint. Als hij met een blauw oog thuiskomt en verontschuldigend zegt dat hij tegen een boom is gelopen, wordt hem het mooiste nieuws van zijn leven verteld: Marieke, zijn jonge vrouw, is in verwachting. Dat moet gevierd worden! Er komen "korentenbrood" en andere goeie dingen op tafel, en de pastoor wordt erbij gehaald, want dat is een goede huisvriend. Na het eten drinken ze een oude wijn, "nog uit jezekes tijd", steken een sigaar op en kruipen rond de gezellige kachel.
    En nu wordt de grijze, natte dag de innigste dag van het jaar.
    Timmermans schrijft: "Een smoorwolk omhulde hen, en de schemer kwam fluweelig binnen gevallen. Nipkes hoorbaar titste de regen tegen de ruiten. (...) De koppen verdoezelden in den donkeren, alleen de kachelpot en de drie sigaren bloosden in de mollegrauwe schemering. (...) En in zulke stilte, als uit een fluweelen keel, droeg de pastoor een dichtstuk van Gezelle voor (...), als iets dat bij dezen avond behoorde. Het groeide als een bloem natuurlijk. Langzaam, zuiver, stil, maar met al de vroomheid van een groot mensenhert..."
    Het bleef niet bij een "dichtstuk". Achtereenvolgens, met enige tussenpauze, droeg de pastoor voor: drie van de tien strofen van het gedicht "Alleene" uit "Tijdkrans", (de eerste, de tweede en de zevende stroof); daarna het volledige gedicht "O Lied, O Lied." uit "Gedichten, Gezangen en Gebeden"; vervolgens wat Timmermans noemt "het hoog-mystieke dicht "Blijdschap", eveneens uit "Gedichten ,Gezangen en Gebeden"; en tenslotte "deze innigste belijding", zegt hij: " 'k Hoore tuitend' hoornen..." "Het eindigde met een gedempten snik" en een lange stilte. Allen hadden tranen in de ogen, behalve Charlot die op de stoofleuning was ingeslapen.


    In "Pallieter" vinden wij dus in totaal vijf Gezelle-gedichten waarvan wij mogen aannemen dat zij in de prive-bloemlezing van Timmermans voorkomen. Vier ervan citeert hij geheel of gedeeltelijk, maar "Blijdschap" moet het stellen met de bekende eerste regel: "Ja! Daar zijn blijde dagen nog in 't leven". Ik vraag mij af waarom. Zou "Blijdschap" voor de goede loop van het hoofdstuk, te lang zijn geweest? Een andere reden kan ik mij niet indenken. Want het gaat, naar mijn gevoel en idee om het mooiste, diepzinnigste gedicht van de reeks. Het behoort tot de toppunten uit het oeuvre van Gezelle. Ook Timmermans geloofde dat, "Blijdschap" was zijn lievelingsgedicht en is dat heel zijn leven gebleven.
    Als hij later voor zijn kinderen vaak gedichten van Gezelle voorleest, dan komt "Blijdschap" vooraan. 's Zondags, als hij met zijn gezin naar de mis gaat, citeert hij het gedicht en dat heeft op zijn dochter Clara zulke indruk gemaakt, dat zij het zelf nu nog altijd doet als zij op zondag naar de kerk gaat. Zo denk ik graag, dat "Blijdschap" tot de kern van het Pallieter-boek en van de hele Timmermans behoort.

    Het is al meer dan eens betoogd: zij die Pallieter alleen zien als een min of meer heidense levensgenieter die niet veel anders doet dan rijstpap eten en in Adamskostuum gaan zwemmen in de Nete, hebben hem alleen maar gelezen van horen zeggen. Zijn daverende uitbundigheid, zijn gulzigheid naar het leven, gaan gepaard met een grote innigheid, een dichterlijk gevoel voor het geheim van de natuur, een religieus aanvoelen van ons bestaan. Hij draagt een "blijdschap uit die dieper gaat, zoals in het gedicht van Gezelle die bidt: "o blijf bij mij, Gij Zon van alle klaarheid". Het is een blijdschap die zoekt naar eenheid met het wonder. Niet toevallig weerklinkt dit gedicht op een heel bijzonder moment in het bestaan van Pallieter: de aankondiging, na een kleurloze dag, dat de zon van het vruchtbare leven doorbreekt, de zon die er een "blijde dag" van maakt waar je tranen in de ogen van krijgt. Toen men, in 't begin van de jaren twintig, van bepaalde, vooral Hollandse katholieke zijde kritiek uitbracht op Pallieter en hem zelfs wilde verbieden, verdedigde Timmermans zich tegen de beschuldiging van pantheïsme. "Met dat stokske heeft men Sint-Franciscus, Ruysbroeck en Guido Gezelle ook willen buiten kegelen, zei hij. Ik kan u verzekeren dat ik innerlijk niet pantheïstisch voel, en wat men niet voelt kan men niet het zijne maken".
    De dichterlijke pastoor, die zich elders in het boek ook als een muziekliefhebber laat kennen, is volgens Louis Vercammen geïnspireerd door een rustende pastoor uit het Begijnhof. Hij wordt beschreven als "een kleine oude vent, met een goedig gezicht met een eierenkop met witte haren rond" – en voor dat uiterlijk zou Timmermans wel eens aan Gezelle hebben gedacht.


    Door in zijn meesterwerk zulke plaats te geven aan de poëet is Felix Timmermans een van de grootste promotors van Gezelle geworden. Niet alleen bij de duizenden uit het eigen taalgebied die "Pallieter" juichend ontvingen, ook bij de generaties in het buitenland die hem op handgeklap onthaalden. Weinig literaire werken uit Vlaanderen hebben in de tussenoorlogse jaren zulke weerklank gekend. Maar ook bij elke andere gelegenheid, als hij over Vlaanderen en onze cultuur kon spreken, zette Timmermans de priester-dichter in de schijnwerper. In 1932 schreef hij voor een Duitse publicatie in "Das Gesicht der Flamen" over de dichtersschare die mede het aangezicht van ons volk heeft getekend: "Vooraan de priester-dichter Guido Gezelle, die door zijn diepte, zijn verhevenheid en zijn klinkend woord een der grootste lichten van de wereldliteratuur werd".
    De vertalingen brengen mij een naam te binnen van een grote Duitse protestantse dichter die zowel met Timmermans als met Gezelle verbonden is : Rudolf Schröder.

    Voor Gezellianen is hij geen onbekende. Hij was het die in de Eerste Wereldoorlog bij de roemrijke Insel Bücherei een bundel vertalingen van Gezelle uitgaf en daarmee de bewonderde meester bij een breed internationaal publiek introduceerde. Schröder was ook de eerste vertaler van Timmermans. In februari 1917 publiceerde hij in de "Illustrierte Zeitung Flandem" zijn versie van het hoofdstuk "Regen" uit "Pallieter". Later zou een andere auteur de volledige vertaling van het boek bezorgen, maar de Schröder-versie van Gezelle werd overgenomen.
    Schröder verwierf grote vermaardheid als vertaler van klassieke auteurs en bracht ook werk van Vlamingen als Karel van de Woestijne en Herman Teirlinck op de Duitse markt. Tot het einde van zijn leven bleef hij, ook na de Tweede Wereldoorlog, een bewonderaar van Timmermans en Gezelle, over wie hij meer dan eens publiceerde. Zijn verdiensten werden bij ons erkend toen hij in de jaren dertig tot lid van de Koninklijke Academie werd gekozen. Weinig is echter geweten, dat Gezelle op Schröder persoonlijk diepe invloed heeft uitgeoefend. De protestantse dichter was in zijn jonge mannenjaren weggedreven van het geloof, tot hij in het werk van de priester het spoor terugvond naar de geestelijke poëzie. In die tijd behoorde hij in zijn eigen land tot de leidende figuren uit de "bekennende Kirche" die zich tegen de nazi's verzetten.


    Louis Vercammen, die de hele Timmermans op zijn duimpje kent, heeft geteld hoe dikwijls Guido Gezelle in zijn geschriften wordt vermeld. Behalve de West-Vlaamse woordenschat en enige verdoken ontleningen in zijn eerste pennenvruchten, brengt Timmermans hem tussen 1906 en 1942 ter sprake in 35 gedrukte bijdragen. Wij zullen ondertussen wel een nieuwe telling moeten maken want er duiken soms nog wel andere teksten op. Vercammen noemde als raakpunten tussen beider werk: "Uiteraard de liefde voor de natuur, het geloof, de Mariaverering, de beeldrijke taal en niet te vergeten de trouw aan Vlaanderen en de eigen aard".
    De kring van intimi rond Timmermans (die sterk aan vrienden was gehecht) deelde in die verwantschap. Een der mooiste anekdoten die de sfeer in die kring illustreren, vertelt over het ontstaan van de roman "De pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt".

               

    Op Goede Vrijdag 1921 gingen Felix en zijn twee boezem vrienden, de componist Renaat Veremans en de architect-kunstschilder Flor van Reeth, naar Emblem, bij Lier, waar zij de Allierse kapel bezochten, op de Frankische plek waar Lier ooit zijn ontstaan vond. In die kapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Vijf Bloedige Fonteinen of de Vijf Wondekens van Ons Heer, waren de vrienden al langer thuis. Veremans speelde er op het harmonium en de sfeer trof hen alle drie zo diep, dat Timmermans zei: "Mannen, da's echte mystiek, daar moet iets van overblijven, daar moet iets uit groeien. Zie, ik steek mijn wandelstok in de grond, gelijk Sint-Gummarus toen hij de bron deed ontspringen! Laten wij alle drie iets maken om deze dag te gedenken! "
    Dat hebben zij gedaan. Zij gingen naar huis en Renaat Veremans componeerde een mis ter ere van de Heilige Geest, Flor van Reeth ontwierp een Pinksterkerk en Timmermans begon aan een bekeringsroman waarin de kapel centraal stond: "De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt". Sindsdien kwamen de drie vrienden elk jaar op Goede Vrijdag bijeen in Lier. Zij begonnen in het Begijnhof, waar zij luisterden naar Felix. "Wat hij altijd deed, zo vertelde Veremans later, dat was gedichten voorlezen van Guido Gezelle. Ik heb nooit Gezelle schoner horen voorlezen dan door hem. Zeer zacht, met iets schors in zijn stem". Daarna wandelden zij door het Begijnhof en rond drie uur liet Timmermans de grammofoon spelen:

    "Karfreitagszauber" uit Parsifal van Wagner. (Want zij waren ook Wagnerianen). Nadien maakten zij een tocht door het veld. Zij wilden zien hoe de natuur ontwaakte, hoe de lente haar intrede deed. Goede Vrijdag was voor hen de dag waarop Christus dwars door de dood heen ging naar het nieuwe leven. Dat wilden zij vieren in Pallieterland.
    In die jaren is bij Timmermans de idee gegroeid voor "De Pelgrim", een vereniging van kunstenaars die, aansluitend bij een internationale beweging, wilden ijveren voor een katholiek renouveau in de kunst. Toen "De Pelgrim in het begin van de jaren dertig verdween, werd Timmermans betrokken bij de oprichting van de "Scriptores Catholici", waarvan hij in 1935 de eerste voorzitter werd. In die hoedanigheid bevorderde hij in 1936 een herdenking van zijn geliefkoosde dichter.
    Zo heeft Guido Gezelle hem heel zijn leven vergezeld, in zijn literaire zowel als in zijn persoonlijke leven. Toen hij naar zijn zestigste verjaardag toe, als een zieke man teruggetrokken leefde, heeft hij zich meer dan ooit in Gezelle's werk verdiept. In die periode ontstond zijn dichtbundel "Adagio". Ontroerend en vol diepe betekenis is wat professor Keersmaekers daarover vertelt. "Adagio" telt 33 gedichten, gekozen uit een zestigtal.

    De professor denkt daarbij aan de symboliek van het getal 33. En hij verwijst naar Gezelle die een bundel met 33 "Kleengedichtjes uitgaf, "33 als herinnering aan de 33 levensjaren van Jezus en met de bede: "geef mij eens één dag / die eeuwig duren zal". Die verwijzing naar het leven van Christus, zegt Keersmaekers, moet de lezer Timmermans getroffen hebben, evenals die hunkering naar de eeuwigheid. Want daarvan is ook zijn "Adagio" vol".


    Ja, wij zullen het "hoog-mystieke" gedicht "Blijdschap" vooraan moeten zetten als wij erin slagen het "eigen gemaakt bloemlezingske" te reconstrueren. En wij kunnen de selectie aanvullen met enkele titels die zijn kinderen uit zijn voorlezingen thuis hebben onthouden: Dien avond en die rooze, natuurlijk; en Het Schrijverke. Wij zullen het riet moeten laten "ruischen" en wellicht nog enkele andere natuurgedichten uitkiezen.
    Bij die wedersamenstelling zullen wij ook een element moeten eren dat Louis Vercammen niet noemde toen hij de raakpunten tussen Gezelle en Timmermans opsomde. Dat element is de humor. Wij zullen in ons eigen bloemlezingske ook enkele sprankelende humoristische verzen van Meester Guido moeten opnemen. De vraag is alleen maar: welke verzen? "Hete pootjes" moet er volgens dochter Clara zeker bij. In afwachting dat wij ooit, hier of daar, een notitie van Timmermans zelf vinden, die zijn geliefkoosde humoristische gedichten aanduidt, mag ik misschien de leden van de Gezellekring uitnodigen om daar eens over na te denken. Misschien kunnen zij zich in de geest van de grote Lierenaar verplaatsen en, in zijn naam, onder zijn hoog hemels toezicht, enkele geestige gedichten uitkiezen. Taalhumor zowel als situatiehumor of volkse spirit komen in aanmerking.

    En ook op dit onderwerp had Felix Timmermans een eigen visie. Ooit heeft hij een originele lezing gehouden over humor, meer bepaald over wat hij noemde "katholieke humor". Dat gebeurde in September 1927, op een congres van De Pelgrim in Antwerpen. 
    De tekst is, vreemd genoeg totnogtoe aan de aandacht van zijn biografen ontsnapt. In een stijl, die wij kunnen vergelijken met de paradoksen van Chesterton, met wie De Pelgrim zich verwant voelde, betoogde Felix: "De diepste Katholiek is de beste humorist en elke heilige kan als patroon der humoristen aanroepen worden".
    Het verdriet, de pijn, de onvolkomenheden van de wereld...: zij worden overwonnen door het gebed en de sacramenten. "Die houden tusschen de wolken een holleken open, waardoor een straalke van de hemel ons met levenslust overgiet. De Calvinisten hebben dat niet. Hun leus is erop of eronder."
    "Verlossing zien, is humor scheppen", zegt Timmermans.De Vlaamse primitieven wisten dat. Zij maakten "schilderijen doorbakken van humor. Met de Renaissance ging die humor verloren, maar een ding is ontsnapt aan die dorheid: Pieter Breugel. Spijts zijn diepe tragiek tintelt hij van Vlaamse humor."
    "Maar, zo luidt de conclusie van Timmermans, de zuiverste expressie van den katholieken Vlaamschen humor is Guido Gezelle geweest. Hij, die geradbraakt door het lijden naar zijn ouden brevier greep, wist door zijn gebed en zijn diep christelijk leven zijn tranen te veranderen in honing op zijn kaken. Hij is de pure, heilige humorist, onze Vlaamse Sint Franciscus. En hij is het geworden op den Berg van het lijden. Ongeloovigen hebben beweerd dat hij nog een grooter zanger zou geweest zijn indien hij niet katholiek geweest ware; maar och! als hij onder aan den berg ware gebleven, dan hadde hij daar wellicht niet veel meer gezongen als: "Il pleut dans mon cœur, comme il pleut sur la ville".
    En Timmermans besluit: "Hoe katholieker een mensch is, hoe meer humorist hij zal zijn".
    Goede vrienden, als ik aan Timmermans en Gezelle denk vraag ik mij af : Hoeveel zulke humoristen hebben wij nog in een wereld die met alles lacht?

    *****************



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!