Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    14-08-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felix Timmermans - Theo Rutten

    Felix Timmermans  -  Theo Rutten.

    Door A. Kuiper – uit Stemmen des tijds, maandblad voor christendom en cultuur jrg 17-1928.  -  01/10/1928

    Dr. TH. RUTTEN, Felix Timmermans, Groningen — Den Haag. 1928.

    In dit voorjaar promoveerde de heer Th. Rutten uit Nijmegen tot doctor in de Nederlandsche letteren op een proefschrift over Felix Timmermans. In Leuven, waar voor eeuwen Marnix in jonge geestdrift droomde van een vrij Groot-Nederland, werden proefschrift en stellingen verdedigd. En 't gelukskind Felix sprak plezante woorden aan den disch, die volgde.

    Jaren geleden was Pallieter met zijn witten wagen het Nethe-land uitgereisd, de wijde schoone wereld in, lijk de vogels en de wind. Wie had durven voorspellen, dat de weg over Leuven zou gaan?

    ***********

    Dr. Rutten heeft een bijzonder sympathiek boek over Timmermans gegeven. Eigenlijk meer dan dat. Het is geworden een levend stuk Vlaanderen en Brabant, die oude landen, weer ge komen in den crisis van de groote kentering der tijden. Deze studie over den modernen tijd staat zoo midden in dien tijd, dat de vraag kan rijzen, of de schrijver zóó'n groot geestelijk bezit heeft, zóó'n loutere objectiviteit, dat hij diepte en hoogte kan onderscheiden, actie en reactie, groei en versterving. Alle denkers — ook de philosophen in zakformaat — werpen zoeklichten en zoeklichtjes tegen de hemeldonkerte en over de aarde-duisternis, bundels licht, die elkaar nijdig kruisen en overlichten. 't Is niet onmogelijk, dat de beschouwer van dit rusteloos lichtgedaver ten slotte geen licht en donker meer onderscheiden kan: 't wordt één groote wazigheid met wonderlijke lichtkringels. De historie zal moeten oordeelen, of Dr. Rutten goed gezien heeft, toen hij de Vlaamsche beweging in studie nam; toen hij Timmermans gaf met die wondere, juist gemengde kleuren, alléén gevonden door den schilder, die zijn voorwerp kent en liefheeft tot in de ontzaglijkste en teerste levensemoties.

    De geschiedenis heeft meer dan eens aangetoond, hoe de tijdgenoot — zelfs met zijn beste critische apparaat — een oordeel gaf, dat er totaal naast was. We denken aan R. C. Bakhuizen van den Brink. Iemand, die met hartstocht de schoonheid van alle tijden zocht. Die Potgieter zóó tot geestdrift opzweepte, dat deze schreef: "er ontrolde zich voor mijn blikken een Hellas, als het mij nooit vergund was geweest, zelfs maar te vermoên.

    Het bezielende zijner bewondering voerde mij mede van genot tot genot".

    Bakkes stond in 1860 bij het monument, waar Nederland zijn grooten zoon Tollens mee zou eeren; hij sprak de groote rede uit, die bij zulke gelegenheden nooit achter mag blijven. Toen heeft hij den krans der onsterfelijkheid bij het gedenkteeken neergelegd en geciteerd:

    Muze des lieds, die de onsterfelijken huldigt,

    Sier met uw lauwren het graf van uw zoon...

    Het latere geslacht heeft nieuwe gedachten over de onsterfelijkheid van Tollens' muze! Maar ook 't omgekeerde kwam voor. Literatuur, die men aanvankelijk te onbenullig vond om te recenseeren, bleek later een grootsche bijdrage tot den bouw van de gedachte der tijden. Hudson geeft merkwaardige recensies over "The Pilgrim's Progress" van Bunyan, een boekje, dat zijn weg wel zou vinden bij de ongeletterden en bij 't gewone publiek!! Young en Burke namen er zelfs een loopje mee! Dr. Rutten zal dit alles ongetwijfeld voorvoeld hebben, toen hij zijn Timmermans-studie begon. Steunend op een artikel van A. Reichling gaf hij daarom ook als eerste stelling: "Contemporaine literatuurgeschiedenis is wetenschappelijk volkomen verantwoord", waarmee hij zich al dadelijk gereed maakte om zich te verdedigen, zelfs wanneer de historie waarschuwend een vinger opstak.
    Nu heeft Dr. Rutten eigenschappen, die hem -— vóór menigeen — voor zijn zware taak schijnen te bekwamen. Voortdurend wordt de lezer verrast door de heerlijke gave van Self-Control, bezonnenheid, die de geestdrift bewaart voor zinneloosheid en de critiek voor bitterheid. Zijn psychologische studiën voeren hem onophoudelijk naar den kern der dingen. En — hij heeft ’t leven lief , zijn menschen lief, in den goeden zin van het woord. Daarom kon zijn oordeel ook zoo dóórdringend en doordringend wezen. Want voor den killen, en den bitteren levensbeschouwer sluit het leven zich zoo vast als een oester.
    Het boek begint met een overzicht van de Vlaamsche letterkunde van ± 1890 tot heden. Aan het begin van die periode werd het nationale leven omgeroerd tot op den bodem; er begon een sociale en politieke strijd, 't Was de tijd, toen "Van Nu en Straks" uitkwam, al dadelijk een gezaghebbend tijdschrift. Nu wij ruim dertig jaar achter de oprichting staan, kan een rustig oordeel groote waarde krijgen. In een enkele bladzijde zet Dr. Rutten buitengewoon duidelijk uiteen, wat uitgangspunt en doel was. En dan voelt hij zich teleurgesteld. Dit tijdschrift leefde van een kunst, die met de religie gebroken had "en daardoor tevens met de volheid van het leven", 't Werd een kultureele ontsporing, die zelfs de Roomsche Van Langendonck niet kon voorkomen (bl. 7). Zeker zou het tijdschrift veel vroeger verdwenen zijn, wanneer niet vele Noordnederlandsche abonné's en...... medewerkers de uitgave hadden bestendigd.

    De groote Eenzame, Gezelle, werd nu eindelijk als de leider van de nieuwe letterkunde-beweging erkend. Drie jaar vóór zijn dood roemde het tijdschrift hem, als den fijnsten en oorspronkelijksten kunstenaar van zijn tijd. Maar — de schoonste rozen werden toch weer aan het graf van dezen profeet gehecht. Door "Van Nu en Straks" was de groote stuwing begonnen. Er kwam een geweldige spanning in het Vlaamsche leven, 't perste en drong van alle kanten om zich te openbaren. De belangstelling — vooral in Noord-Nederland — was zóó groot, dat 't nu en dan kon schijnen, alsof alléén de Vlaamsche tale wonderzoet mocht zijn. De bekoring van de typische Vlaamsche atmosfeer zal daar zeker niet vreemd aan zijn geweest, 'k Vermoed ook, dat menige Hollander eens flink opademde, als hij, buiten den kring van zijn gesloten omgeving, enkele dagen vertoefde onder de Vlaamsche broeders, die hun hart op hun tong hebben en zoo oolijk een loopje nemen met wat wij "conventie" noemen. De schrijver wijdt een belangrijk hoofdstuk aan 't volk en de schrijvers van Vlaanderen. Hier begint 't Vlaamsche volk voor ons te léven met zijn vrome zinnelijkheid en zijn zinnelijke vroomheid, met zijn zachte romantiek, met zijn laat-middeleeuwsche denken. Wie dit Vlaanderen niet kent, zal 't werk van Timmermans maar nauwelijks kunnen waardeeren. Men zal 't buitengemeen banaal vinden of... men vindt er de grondslagen in voor een nieuwe levenswaardeering . Maar hier is de exegese toch wel heel vrij! 't Is niet wel mogelijk in deze bespreking den gang van Dr. Ruttens betoog geheel te volgen. Hij heeft in enkele bladzijden samengeperst een buitengewone hoeveelheid namen, die verbonden zijn aan de talrijke literaire stroomingen, die toch duidelijk te onderscheiden zijn. Waar hij de jongeren behandelt, hadden we graag eenigszins uitvoeriger overzicht gehad. We begrijpen zeer wel, dat het onmogelijk is, in de dichterlijke lage landen bij de zee tot een objectief overzicht te komen: de bergen dichtbundels en romans zijn bijna niet meer te overklimmen.

    Maar nu de schrijver zich eenmaal aan een Timmermans-studie gaf, was 't wel haast noodzakelijk, dat hij de contemporaine Vlaamsche letterkunde zoo duidelijk mogelijk naast en tegenover Timmermans schetste. De beteekenis van Felix wordt er té duidelijker door. Met Paul van Ostayen, Marnix Gijzen e.a. is er een kentering gekomen in de nieuwere Vlaamsche poëzie, waarvan de beteekenis nog niet is te overzien. Was bij den eerste de aesthetica het einde van alle dingen, bij den tweede reikte het Apostolaat boven alles uit. Feitelijk hebben wij hier de belijdenissen van twee levensbeschouwingen. Doordat de moderne gedachten zich vooral in de steden gecentraliseerd hebben, is daar de strijd tusschen die twee beschouwingen dan ook wel 't scherpst toegespitst. Daar is de jonge, revolutionaire aesthetische cultuur 't krachtigst, daar wordt de strijd om het Leven, ook om de Schoonheid van het Leven het felst gestreden. Daar is dan ook het levenswerk gegroeid van Karel van den Oever, dien "Roomschen Calvinist". In den grooten stapel tijdschriften, op Antwerpsche persen gedraaid, blijkt dit gistende leven duidelijk. Hoe ze ook georiënteerd zijn — en het aantal ismen is groot! — bij alle is het geloof aan een nieuwe renaissance. Niet één, die tevreden is met het boetseeren van nieuwe beelden, of met een nieuwe klankenmuziek-van-woorden.
    De besten van de jongeren zien verder en dieper. Ze durven te zeggen, dat de literatuur allerminst het begin en 't einde van 't leven is. Onder de Roomsche jongeren vooral schijnt weer sterk de gedachte te groeien, dat literatuur een functie is; een schoone, zeer zeker, maar een functie. Ze mag niet bestaan om zich zelve. De ware dichter is hij, die deze wetenschap als een zinderende gloed door zich heen voelt gaan.
    Die wordt dienstknecht. En wat is schooner dan te dienen?

    Zoo zag ook Wies Moens het. "Eerst moet de literatuur van ons afvallen. Ik bedoel met literatuur niet alleen: de holle rhetoriek en de pathetische fraze, het ornament en het opsmuksel, maar ook: de heele literaire levensbeschouwing, het literatorschap, dat commercieel wordt uitgebuit, blootgesteld is aan de concurrentie en opgeleid wordt voor de markt; het esthetendom en zijn rammelende uitrusting: hoogmoed, waanwijsheid, theorie en afgodendienst. Dat alles moet van ons afvallen. Dan blijft zuiver en alleen: de dichter.
    Dezen dichter hebben de tijden, waarin wij leven, noodig". Dit is méér dan een simpele uitspraak van een jongere. Dit is een klacht en een bede. Klinkt van dit alles in Timmermans werk iets na?
    In Lier, waar 't rumoer van 't Antwerpsche leven nooit doordrong, groeide Timmermans met zijn werk. De schrijver deed een allergelukkigste keus, toen hij 't nieuwe hoofdstuk, "Zijn medewerkers", met Lier begon. Lier heeft Felix grootgemaakt, en vol uitbundige, juichende dankbaarheid schreef de Fé weer de lof van Lier.
    Hij heeft Lier bekeken als 'n psycholoog, toen hij constateerde, dat in het stadje op de grens van 't spekbuikige Brabant en 't mijmerend magere Kempenland een bevolking is gegroeid, die een wonderlijke menging is van Kempische vroomheid en Brabantsche uitgelatenheid.

    Hij heeft over Lier gemediteerd een enkelen keer. Maar meer nog heeft hij zijn grenzenlooze bewondering uitgejuicht, wanneer de liefde tot het stadje als een dronkenschap door hem heenvoer: "En nu, gegroet, o Lier! Gegroet Lier van den zoeten Sint Gomarus en de andere heiligen, die er leefden; Lier der goede Liersche vlaaikens, der ronde bruggen, der hartelijke mannekensbladen en der klaar weerspiegelende waterkens! Gegroet het geloovige Lier der gebeden, Lievevrouwen, bee-wegen en processies, Lier der klappeien, Lier der siroopstokken, der speculatieventen en der tikkenhanen op een stoksken, Lier van Breughel, van..."

    Maar we moeten afbreken. Dit Ave tiert en tiereliert door een heel boek heen. Huygens heeft in zijn Stedestemmen voor Amsteldam een énkel gedicht vol zelfbewuste nationale trots: "Die schricklist van mij swijgt heeft aller best geseit". Mörike heeft voor zijn droomenrijk Orplid het stille lied van Weyla gedicht:

    Du bist Orplid, mein Land!

    Das Ferne leuchtet;

    Vom Meere dampfet dein besonnter Strand

    Den Nebel, so der Götter Wange feuchtet.

    Maar deze Lierenaar weet van geen eindigen, 't wordt een adoratie, een Symphonie, 't vult en 't vervult zijn heele wezen. Hij is zoo verliefd op Lier, dat hij de musea afzoekt om prentjes te vinden, Lierke Plezierke in droeve en blijde dagen, " 't Is altijd zoo hartelijk, in oude prenten van zijn omgeving te snuffelen. Hij deed 't en verheugde zich, als die afgebeelde dingen nog bestonden; er ging een gouden weemoed over hem, als ze verdwenen waren. Dat had hij ook gevoeld, toen de vlietjes waren gedempt, toen de oorlog over de Nethe was gegaan en de windmolens werden geslecht, telkens als 't oude stadje iets verloor van zijn stemmig verleden".
    Lier met zijn begijntjes, z'n pastoorkens, z'n vlaaikensbakker, z'n éénigen boekhandelaar, die met den oorlog nog failliet sloeg, Lier met z'n menschen en z'n huizen, "een mandeken met schoon fruit, waarvan de kerk de meloen is", dat Lier inspireerde hem tot bijna al z'n werk. Het gaf hem zijn typen — meer dan individuen —, het schonk hem kleuren — meer dan lijnen. Het was zijn eerste en laatste medewerker.
    Geen stad en geen mensch heeft Lier voor goed kunnen verdringen.

    * * *

    In zijn jonge-artistenjaren is de Liersche vreugde meer dan eens geweken. Wie Timmermans gezien heeft op 't Panorama-portret: een lachende, zonnige kop, met 't guitig-blije gezicht van Ceciliatje aan z'n wang — Timmermans in jeugduitgaaf! — die zal moeilijk kunnen denken, dat déze Vlaming-van-jolijt een levenscrisis heeft gekend. En toch heeft hij den donkeren weg van mysticisme over occultisme naar levenswanhoop in heel zijn gruwelijke lengte afgelegd. In die angst-jaren was hij Ruusbroec en Thomas à Kempis gaan beschouwen als sombere dood-aanbidders en leven-ontkenners; met wrange wellust hing hij de zwarte crêpe breed uit in zijn nachtelijk hart. Maeterlinck had den eersten stoot gegeven, Raymond de la Haye den tweeden, Timmermans gaf zich zelf den derden. Hij gaat aan 't mediteeren: dat is Timmermans op zijn slechtst. Dostojewsky wordt zijn gids, of schijnt het te worden.Hij dweept met den sphinx Ibsen.

    "Holdijn" wordt geschreven, een spel van griezelige geheimzinnigheid. De "Schemeringen van den Dood" komen uit, zwaar van grafkelderlucht. Maar — daarnaast liggen toch de "Begijnhofsproken", als fijne teekeningen uit oude gebedenboeken, veel oud-goud en veel devotie, de Middeleeuwen in avondlicht.

    De "Schemeringen" sluiten een periode van Timmermans leven af. Want na dikke morgennevels is toch eindelijk de zon dóórgebroken. Toen stond de jonge Vlaming met knippende oogen in het helle licht: Pallieter was ontwaakt. Hij schudde de loomheid der misère van zich af, en duikelde in de Nethe, waar de opgespatte droppels vol dansend zonnelicht een kroon van vreugde zetten boven het hoofd van een tot blijdschap herboren mensch. Dr. Rutten wijdt aan dit boek een belangrijk deel van zijn studie. Geen wonder! Er mag een vermoeden bestaan, dat er meer religieuze verdieping zal komen in Timmermans' werk; de hoop kan rijzen, dat zuivere mystiek zijn gedachten richten en louteren zal, het spontane van een joelenden zonnedag in ’t rijpe Vlaamsche koren klinkt toch uit Pallieter over al het andere werk heen. Het zonnelicht spat er door en over alles heen. ’t Is de vruchtbare aarde met de openbarstende pracht van haar overvloed. De menschen zijn er enkel om die vreugde te illustreeren, meer niet. 't Is wei en stroom, alles in bruidstooi.

    Waar Timmermans zich geeft in zijn vreugden, daar komt de Pallieterige overdaad voortdurend terug. Zelfs, als hij zijn geestdrift neerschrijft over den gestigmatiseerde van Assisi. "Franciscus zong al die steeds hernieuwende weelde uit, lijk een trein zijn stoom uitfluit... Zijn moeder was zoo één van die moeders, die hun kinderen aan hunne borst kapot zouden kunnen kraken. " 'k Zou u kunnen opeten," zeggen die moeders.
    Hier ligt de kracht en tegelijk de zwakheid van Pallieter: zijn beelden zijn weergaloos raak, maar — hij geeft zoo vaak bombast, 't leven is zoo dikwijls lol." En dat is misschien wel te begrijpen. Wie met een drieling de wereld intrekt als deze dagenmelker, bekijkt de zaken licht anders, als één die weet, dat hij er alleen en eenzaam uit moet trekken. Deze poculator weet zelfs Ruusbroec en Thomas à Kempis als schenkers aan zijn tafel te krijgen!

    Schiller schijnt gelijk te krijgen:

    Einstweilen, bis den Bau der Welt

    Philosophie zusammenhält,

    Erhält sie das Getriebe

    Durch Hunger und durch Liebe.

    Met rustige bezonnenheid heeft Dr. Rutten Pallieter, Pallieter gelaten. In de wirwar van critieken is hij zijn eigen weg gegaan. Zijn geestdrift voor dit grootsche Vlaamsche werk is wel heel groot. Zijn eigen stijl wordt van puur resonneeren pallieterig: "Lyries is dit proza, springlevend en felgekleurd, mollig als een kinderarmpje, mals als boter, sappig als jonge klaver, steeds met een van sensualiteit verzadigde plastiek". Is 't geen bewijs met hoeveel liefde Rutten in zijn stof leefde? Liefde, die toch zuiver bleef in haar critiek,.erger is, dat de zekere wellust, die Timmermans heeft aan woord of zin, evenals aan de bekoorlijke kleur, die fraperend werken, 't gevaar meebracht van overlading, van zelfrepetities en overdreven streven naar verbluffende oorspronkelijkheid in beeld en woordkeus. Uit het kostelijke woord heeft hij te veel munt geslagen..." Deze sympathieke critiek blijft de leidster bij de bespreking van 't overige literaire werk van Timmermans. Daar ze aan 't einde van elk onderdeel met een flink fragment haar opvatting verdedigt, is deze dissertatie tegelijk een uitstekende Timmermans-bloemlezing geworden. Het bestek van dit artikel laat niet toe het geheele Timmermans-bibliotheekje te doorvorschen. De lezer zal wellicht zelf tot Ruttens boek gaan en daar de korven vol honing vinden. Elk boek wordt met groote toewijding behandeld en als men een opmerking zou maken, dan zou ’t deze zijn, of de schrijver niet al te veel recensies opeengestapeld heeft.

    * * *

    "Niemand is populair, dan die hooger type is van zijn volk". Zoo heeft Dr. Rutten dan ook Timmermans gezien. En hij heeft de populariteit versterkt, door Timmermans te noemen in één adem met een grooten Vlaming uit vroeger eeuw: Breughel. Er is ook wel eenige overeenstemming. Beiden leven met hun eigen Vlaamsche volk mee, ze zien er den humor van, de vroomheid en de zottigheid, ze hebben maling aan modieuze cultuurbegrippen van mensch-en-wereld-ontgroeide intellectueelen; ze staan midden tusschen hun menschen als een pol klaver midden in de groene wei. Daarom kon Felix in 1924 ook over Pieter spreken; maar 't ging in zware zinnen, zóó volgeladen, als Timmermans nergens in zijn boeken geeft. De rede heeft iets van een meditatie, een Breughelherdenking in den zwaren zin van het woord. En daar is Felix de man niet voor. Waar hij opzettelijk analyseert, dreigt steeds gevaar. Maar 't zit hier niet alleen in de meditatie en in de zwarte deftigheid van de herdenking, 't Wil ons voorkomen, dat er bij eenige uiterlijke gelijkenis toch tusschen Timmermans en Breughel een buitengewoon groot verschil bestaat. Beiden staan aan den uitgang van een ouden tijd, die ondergegaan is in het bloed en den kruitdamp van den bittersten strijd, en ze staan vóór den nieuwen tijd, die — in weerwil van alle nieuwe, beloftenvolle geluiden — vol is van geruchten van oorlogen. Dat kan bij beiden een gelijke mentaliteit scheppen. Het hoofdstuk in onze dissertatie gaat van deze gelijkheid uit en komt zoo tot conclusies, waarin de geestdrift sterker gewerkt heeft dan de Self-Control, die we hierboven prezen.

    De mogelijkheid is er immers ook, dat men in de kentering de zaken kalm, of niet-kalm laat rollen. Wie zal voor de historie een bedding graven? Wie zal de sociale ellende verzachten of wegbannen? Wie zal in een wereld van leed troost brengen met een énkele fluistering van liefde? Is 't geen onbegonnen werk, is 't geen bespottelijke aanstellerij? Want alle dagen hebben toch genoeg gehad aan hun eigen kwaad? Gisteren wat minder, morgen wat meer. Dan maar wat bloemen geplukt uit den schralen tuin; wie ze stijf op elkaar bindt, heeft toch nog een vollen ruiker. Zoo kan een scepticus worden tot een epicurist. Maar velen zien het anders. Onze onmacht kan groot zijn, zóó groot, dat we met heete pijnen beseffen: wij veranderen ꞌt nooit. Dan wordt de Smart over alle leed echter met den dag heviger, dan wordt elke ellendige, elke zieke, elke maatschappelijk-doodgedrukte voor ons een symbool van het Leed.
    Ook "dieses Vergängliche ist ein Gleichnis"!

    Deze twee visies beheerschen — naar het ons voorkomt — de scheppingen van Timmermans en Breughel. De groote bewondering van den jongere voor den oude, een enkele Breughelsche lijn in 't werk van den Lierenaar moge aanleiding gegeven hebben tot een zekere identificeering, in werkelijkheid is daarvoor méér noodig. Huizinga schrijft ergens: "Al ware Jan van Eyck tevens de grootste dichter van zijn eeuw geweest, de geheimenis, die hij in het beeld openbaarde, zou hij in ’t woord niet hebben kunnen benaderen". Analoog zouden wij over Timmermans willen oordeelen: al was hij tevens de grootste schilder van den modernen tijd, de plastiek van zijn woord zou hij in zijn schilderwerk zelfs niet benaderen. Om van Brenghel dan niet eens te spreken! Dat blijkt reeds uit de illustraties in Ruttens boek. 't Is wel spijtig, dat de kleur ontbreekt. Want die is bij beiden van overheerschend belang. Maar de zwarte plaat spreekt voor ons ook al duidelijk. We leggen dan naast elkaar Timmermans' "Beeweg naar Scherpenheuvel" en Breughels "De Verminkten". Wat een ontzaglijke critiek — al is ze ook niet zoo bedoeld — ligt er in het laatste. Die potsierlijk toegetakelde brokken-romp-niet-hoofd maken van de ellende een caricatuur, dat is: een hel. Daarin heeft Breughel al z'n ontroering uitgeschilderd over 't leven, dat hij haatte: schijn, schijn en nog eens schijn. Wie met z'n ellende blijft zitten, verkommert; maar met een papieren steek op en een mal jasje aan, is er nog wel een slaatje uit te slaan. De gezonde burger gooit een duit in 't bakje; de verminkten grijpen naar nieuwen buit en zoo tolt de chaos maar rond...
    Nu die "Beeweg" van Timmermans. Daar zitten de stakkers aan den kant, schrale, magere, malle menschen, maar ze ontroeren niet. Ze doen niets en ze zeggen niets, geen dankje en geen vloek. Daar zit midden in de groep zoo'n paria van een bedelares, maar 't mensch is leedloos, er brandt geen vonkje vuur meer in, 't is een neutraal wezen. Dan denken we liever aan de "Oude vrouw" van Breughel, een kop, waarin elke groef door de ellende heel diep is ingesneden. In de Bijbelschilderingen is het verschil al even groot. Breughel en Timmermans hebben beiden de heilige historiën gelocaliseerd in 't lage Vlaamsche land. Maar bij Breughel bleef de ontroering om het mysterie; toen hij dat schilderde, was er wijding in zijn geest, en een groote liefde.

    Maar als Timmermans "De Driekoningen op weg naar Bethlehem" schildert, dan laat hij drie zotte menschjes door de sneeuw trekken, waarvan de uitersten veel hebben van een grijzen struik-roover en een chocoladepopje van een paar stuiver, veel zwart in 't gezicht en veel wit in de oogen. Van de aanbiddelijke aantrekkingskracht van 't Kindeke is niets en niets gebleven: ’t zijn drie klanten voor een bal-masqué. Timmermans gaat een boek over Breughel schrijven en omdat hij de schilderijen niet kan bezien heeft hij meer dan vierduizend frank aan reproducties betaald. Maar we vreezen, dat de schilder Breughel langs Timmermans heen zal gaan, zooals Maeterlinck langs hem ging, en Dostojewsky en Thomas à Kempis met Ruusbroec. Indien niet, dan is de som van zooveel duizend franken een luttel bedrag voor zoo'n groote winst. Want dan zouden in zijn werk aanrollen de rhytmische golven van het voorbije en van het komende. Dan zouden Greshoff en De Vries hun opmerking terugnemen: "Het is... jammer, dat hij zoo weinig te vertellen heeft".

    Breughel naast Timmermans noopte ons tot een oordeel óver Timmermans.

    Wanneer we van hem eischen, dat hij ons geven zal met zijn weergaloos beeldend vermogen den mènsch met zijn jubel en snik, met zijn zonde en uitredding; of ook den groei van den nieuwen tijd met zijn angsten en vreugden, wanneer wij sociaal werk van hem vragen — dat behoeft nog niet tendentieus van opzet te zijn — dan stelt Timmermans bitter te leur. Dan blijft er nog bewondering voor Pallieter, Symforosa en enkele deelen uit "De Pastoor", maar daarmee is 't dan ook uit. Wie de echo van den grooten oorlog in z'n werk zoekt, en dan moet duiken naar een paar krantenartikels en een satyre "Boudewijn" — en hoe tam is deze nog! —, die zal nóg grooter teleurstelling constateeren. Want dan is Timmermans toch maar de man, die in zorgelooze oolijkheid zijn boeken schrijft en zijn lezingen herleest; nog altijd de dagenmelker. En zulken zijn vooral bij de jongeren-van-de-daad, dat "gilde van vroegtijdige doodgravers", weinig in tel. Dr. Rutten heeft daar zelf ook iets van gevoeld: "Voor 't hogere èn 't menselijk streven, voor 't diepere en 't menselijk vorsen staat hij primitief onbeholpen. Geen denker zou hij worden, geen betooger; hij kon en zou zijn 'n opmerker, 'n verteller, 'n naïeve volksjongen met ’n gevoelig hart, waarin 't algemeen menselijk gemoed ongekultiveerd altijd innig blijft spreken".

    In de critiek bestaat altijd het gevaar, dat we een schrijver eerst gaan zien, zóó als wij ꞌm eischen te zijn. Wanneer dan de schrijver zélf aan die eischen niet voldoet, uiten we onze teleurstelling, of erger nog. Rutten bewijst in zijn werk, hoe we ons voor deze onbillijkheid bewaren. "Wer den Dichter wil verstehen, musz in Dichters Lande gehen". Ja. Maar ook in zijn tijd! En dan is de Lierenaar allerminst een kind van dézen tijd. Er liggen eeuwen tusschen hem en Rilke, Henriette Roland-Holst, Shaw en wie al niet meer. Rutten herinnert aan Guido Gezelle, die vóór zijn Vlaamsche Dichtoefeningen schreef, dat ze werden aangeboden "met het gevoelen als van iemand, die een speeltuig uit de Middeleeuwen zou trachten weer in te voeren." Timmermans deed meer. Niet alleen het speeltuig was middeleeuwsch, maar de vooys en — vaak 't verhaal al evenzoo. En zoo zou er een interessant hoofdstuk te schrijven zijn over Timmermans als Middeleeuwer, waarmee tevens een samenvattend oordeel over de gedegen studie van Rutten gegeven zou zijn, en de mogelijkheid van een duidelijke waardeering.

    In 't middeleeuwsche volkslied — en daar alleen? — treft 't vaak, dat aan dartel klankenspel de gedachte zelfs is opgeofferd. 't Zit vol herhaling, zóó, dat een groote groep menschen ’t na één keer hooren, voor goed bezit. De jonge Timmermans weet daarmee te "werken". Daar is 't begin van "De keersen":

    Holierondijn, Holicrondijn

    doorwandelt al de zalen,

    Holierondijn, Holierondijn

    komt al de keersen halen.

    Of ook 't Driekoningenlied van Schrobberbeek. En de zang uit zijn "druivensappige tijden", toen hij Marieke vond:

    Marieke, Pirrewieke,

    pirrewitje, kandieke,

    pirrewitje kanditje,

    verrumpeld Marieke!

    O zallef, o heunink, o boter der ziel!

    Timmermans religieuze gedachten, hoe middeleeuwsch zijn ze geaccentueerd! Zijn geloof is vol symboliek, in "Pallieter", in "De Pastoor". De wijnen in den kelder worden symbolen van hemelsche goedheid en genade. Wanneer men dat niet dadelijk vat, noemt men 't gauw pantheïsme. Dat is een goedkoope afrekening. De middeleeuwsche kerk liet louter hartstochtelijke verbeeldingen rustig toe, al waren ze nog zoo exuberant. Hoe zou Timmermans genoten hebben van een preek van Brugman! Het godsdienstig leven had voor den middeleeuwer twee polen: de ascetische en de zinnelijke. De felheid van de tegenstelling komt óns onbegrijpelijk voor, maar ze moet toch worden aanvaard. In " 't Hovenierken Gods" is ze wel het sterkst, maar waar vinden we ze niet terug? Meestal is ze getemperd door het zachte sympathie-leven van den Schrijver, maar ze blijft bestaan en is zoo een vertegenwoordigster van lang voorbije tijden, die nog naleven hier en daar in bekoorlijke folklore.

                        

    Ook de religie van Timmermans en zijn volk doet folkloristisch aan. "Loopen" daarom zijn boeken zoo, ook in 't protestantsche Noord-Nederland? Elk boek verrast ons door het weerop voeren van een levenshouding, die lang en lang voorbij is. Met meer of minder interesse leven we het zieleleven van zijn late middeleeuwers mee. Maar dan is 't ook uit. Die tijden schijnen onherroepelijk voorbij, en niemand, die ze kent, verlangt een repetitie. Voor vrouw en kind was in die eeuwen weinig plaats. Die stonden zoo'n beetje aan den kant der samenleving. In weerwil van de Maria-vereering is er nog weinig bewondering voor een teer-zorgende moeder. De vrouw is maar al te vaak het onmisbaar materiaal voor één of andere goede boerde. Of ze inspireerde een langademigen minnaar tot een lied van hoofsche, onwezenlijke minne. En 't kind... nu ja! Dat moest nog wat wórden. De vrouwen en de kinderen zullen zich aangepast hebben aan die waardeering. Een boom, die altijd geknot wordt, geeft ten slotte het groeien op. De kracht voor zooveel stil gedragen lijden werd vaak gevonden in een innige toekeering naar God. Zoo is voor een goed deel ook de positie van vrouw en kind in Timmermans' werk te vatten. In de "Schemeringen" is meer dan eens de ontroering óm het kind en van het kind, maar men vergete niet, dat hij alles, wat naar elegie zweemt, het kind een belangrijke rol speelt.
    De wijzers van het uurwerk der historie draaien bij den Lierenaar langzaam. Daarom komen ook de sociale kwesties niet in het klokhuis van zijn ziel. De middeleeuwer liet daar zijn koninklijke en keizerlijke raadsheeren mee tobben. De clergie mocht nu en dan eens een adviesje geven, maar dat was dan ook al 't uiterste. De radicale opvattingen moet men in de steden zoeken, maar — de stad spreekt weinig in de middeleeuwsche en... in de Timmermansche literatuur. De dingen werden meestal genomen, zooals ze nu eenmaal waren. Toch — of misschien juist daardoor — leefde in de oude perkamenten vaak zonnige humor, naïveteit, die om zichzelf lacht. Tijden en menschen, ontvankelijk voor gevoelsaandoeningen, zijn altijd rijk aan humor. Van Fielding is gezegd, dat hij meer op aarde genoot dan eenige prins. Veel middeleeuwers kenden ook die prinselijke vreugde, Timmermans al evenzoo: de humor gaf de beste kruiden op zijn vollen levensdisch.

    Soms, in de gisting van zijn ontzaglijke liefde tot het leven, krijgt de humor een doorslag naar 't komische. Het heilige slaat dan over naar 't profane: van 't goddelijke naar 't banale is maar één stap! Maar ook de middeleeuwen zijn daar vol van. De pauselijke critiek op Pallieter is een late repetitie van menige waarschuwing uit vroeger tijd. Er blijft altijd plaats voor de zuiver middeleeuwsch gezegde bede: "O, Heere van Hemelrijke, leid mij langs de rechte paden en toon mij Uwe wegen". We denken aan nog een bijzonder kenmerk van den middeleeuwschen schrijver: de lust, om een heiligenleven te schrijven. Dat was een testimonium van de heiligheid der kerke. Timmermans dweept met zijn Gomarus.
    Hij doet een verre reis om Assisi te zién, en in 't poovere stedeke de inspiratie te ontvangen voor zijn Franciscus-werk. Felix zal zich niet wijden aan een heilige van adellijke afstamming, als Bernard van Clairvaux; de volksche man van de zon, van de vogels en van de boomen heeft zijn hart. Of alles historisch is, wat doet 't er toe? En — wat deed 't er in de Middeleeuwen toe? Als 't maar "spiegel" is en adoratie.

    De reis naar Italië heeft Timmermans niet omgevormd. Is 't niet als Potter, die uit Italië als een degelijke Hollander terugkeerde? En die had nog wel met vrouwe Venus een eindje "gespanseert" langs de Tiber! Felix heeft met teere bewondering zijn vinger gestreeld over de "Kruisafneming" van Fra Angelico. " 'k Heb mijn vinger in den hemel gesopt", riep hij uit; maar hij heeft hem er toch ook weer gauw uitgetrokken. Dat moet een mensch ook wel doen.
    Maar toen de Fé terugkwam in Lier, bléék er weinig van "die Wiederbelebung des klassischen Altertums" in zijn werk. Het blijft middeleeuwsch, in den goeden zin van het woord. Zoo zal misschien ook weer 't nieuwe boek "Breughel" groeien? Daarin zal de middeleeuwsche natuur herleven èn de mensch. De baldakijn van den hemel zal zijn vol blauw en goud, en vol van purpergebuikte wolken. En beneden, op de aarde, zullen zelfs Pallieter en Symforosa elkaar ontmoeten, en de Pastoor zal over de heg van zijn bloeienden wijngaard lachen naar Pirroen, die, met Césarinne aan z'n arm, door het drukke menschenbeweeg beent.

    * * *

    't Was niet onze bedoeling Timmermans als puur middeleeuwer te verklaren, 't Zou al te simpel zijn. Misschien, dat hier de mogelijkheid is gegeven van een meer indringende waardeering; ook Dr. Rutten wijst meer dan eens in deze richting. Hij besloot zijn studie met enkele opmerkingen over visie, stijl, taal en spelling. Daarin kon de schrijver niet veel meer doen dan aanstippen. Er volgt nog een hoofdstuk over "Timmermans' Literaire Roem". Die is wel heel geweldig! Met Marieke en zijn dochtertjes kwam hij op een speciale film, met zijn boeken ging hij tot over de Poolsche grens. Zijn "Ster" schitterde zelfs in een Parijsche schouwburg. Timmermans heeft een zendstation van buitengewone sterkte.

    In Nota's en bibliographie geeft Dr. Rutten ten slotte een ontzaglijke lijst van geraadpleegde werken en artikelen. Een Timmermans-bibliograaf zal hier verwonderd staan over de buitengewone uitgebreidheid van het materiaal. Een stuk degelijk Hollandsch werk, dat hartelijke bewondering afdwingt. We hopen, dat deze studie velen brengen zal tot het genieten van het beste in de kunst van Vlaanderen en van Timmermans.

    Utrecht. Mei 1928.

    *****



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!