WERKLUST TOT DEN LAATSTEN DAG
Uit De Maasbode 27/1/1947.
Met het overlijden van Felix Timmermans heeft Vlaanderen zijn grootsten verteller verloren. Velen wisten, dat hij sedert lang lijdende was maar slechts weinigen vermoedden, dat zijn hartkwaal haar fatale ontknooping nabij was. Zijn goede vriend, de schilder Opsomer, zeide ons drie weken geleden: "De Fee is een vogel voor de kat, het kan evengoed over vier dagen als over vier maanden met hem gedaan zijn". Timmermans zelf scheen zich van den ernst van zijn toestand niet volledig bewust te zijn; dit bleek uit een brief van 11 dezer, waarin hij ons liet melden: "Ik lig nu weer te bed, maar ben toch zóó aan de beterende hand dat ik mijn woorden kan dicteeren". Alleen de handteekening was van hem zelf.
In denzelfden brief deelde hij ons mede, dat hij ondanks zijn hartziekte een bundel verzen heeft kunnen schrijven, "Naar ik van alle kanten verneem", zeide hij, "vindt men die gedichten schoon; zij verschijnen binnen enkele maanden in Nederland onder den titel "Adagio". Ik zal u dan zeker zoo een bundeltje zenden". Van iemand, die deze gedichten in handschrift had gelezen hoorden wij, dat zij van zeer droefgeestigen aard zijn met den dood als hoofdthema. Kenmerkend voor de werklust van Timmermans is wel, dat hij op den laatsten dag van zijn leven nog naar zijn uitgever in Antwerpen is gegaan om de uitgave van dezen bundel te bespreken.
Het toeval wil, dat op den avond van zijn dood te Bern de première werd gegeven van de opera "Kerstmis-sater", waar van het libretto was genomen uit Timmermans' werk: "Het keerseken in den lanteern". Op Donderdagavond te 10 uur kreeg hij een hartaanval; nadat de geneesheer een injectie had gegeven trad een schijnbare verbetering in, maar te middernacht kwam de dood over hem.
De hartkwaal van den schrijver zal zeker voor een deel ook moeten toegeschreven worden aan zekere moeilijkheden, welke hij na den oorlog heeft gehad in verband met de zuiveringsactie; er was een "geval Timmermans". In zijn zelfden brief van 11 dezer zeide hij hierover: "Er is nogal wat over mijn geval gesproken geworden doch, in vertrouwen gezegd, het is niets". Reeds tijdens den oorlog had hij eens mondeling gezegd, dat de Duitschers geen poging onverlet lieten om hem te compromitteeren, maar dat hij ze zooveel mogelijk op afstand hield. In de vooroorlogsche jaren had hij in Duitschland en omliggende landen ontelbare voordrachten gehouden. Al zijn boeken waren in het Duitsch vertaald en vandaar in andere talen want Timmermans was de meest vertaalde van alle schrijvers van België.
Tijdens den oorlog gingen herhaaldelijk hooge Duitsche officieren bij hem aanbellen om een opdracht van zijn hand in een of ander boek. "Kon ik die generaals en andere hooge mannen de deur voor den neus dichtslaan?" vroeg hij ons. "Het zou geen dag geduurd hebben, of ik zat in de gevangenis en wat zou er dan met mijn gezin geschieden?"
De Duitschers hebben hem daarom den Rembrandtprijs opgedrongen; en ook bij andere gelegenheden onderging hij hun opdringerigheid, vandaar de moeilijkheden die hij na den oorlog ondervond. Het is zeker niet noodig hier de titels op te sommen van zijn boeken waarvan de meeste zoozeer van levensvreugde tintelen alsof zij met zonnestralen waren geschreven; er was een categorie menschen die hem critiseerde omdat hij van het Vlaamsche volk meestal alleen maar, het boertige zag, doch juist met het vooral langs die zijde te belichten, liet hij de andere facetten van dat volk beter naar voren komen, aan anderen de gelegenheid gevende daar den gloed en den glans van te verheerlijken.
Slechts 60 jaar oud verlaat Timmermans het wereldtooneel. Er was nog veel van het genie van dezen man te verwachten, want zijn inspiratie was onuitputtelijk.
************
|