Vlaanderen herdenkt groots; Vader van Pallieter Felix Timmermans nog erg geliefd.
Uit : Amigoe di Curacao – Dagblad voor de Nederlandse Antillen – 20/10/1971
Begin 1972 is het 25 jaar geleden dat Felix Timmermans, na een lange hartziekte, op de leeftijd van 61 jaar overleed. Zijn geboortestad Lier, die hij in zovele geschriften heeft verheerlijkt en waar zijn levensgroot door Opsomer geschilderd portret op de ereplaats in het stadhuis hangt, zal hem met enige plechtigheid herdenken. Bij deze gelegenheid verschijnt weldra bij het Mercatorfonds in Antwerpen, befaamd om zijn luxueuze uitgaven over Vlaamse kunst, een boek waarin talrijke tekeningen van Timmermans worden afgewisseld met studies over zijn werk.
Wie de goede "Fee" buiten albums en verhalen nog eens wil ontmoeten, kan in Lier terecht in het vijf jaar oude museum dat de stad aan hem en zijn vriend Opsomer heeft gewijd en waar handschriften, oude drukken, portretten en andere souvenirs bij elkaar zijn gebracht. Herinneringen aan de schrijver wiens populariteit in Vlaanderen nooit meer werd geëvenaard, zijn ook nog te vinden in het grote witte huis in een stille zijstraat waar hij vele jaren heeft gewoond. Dit huis is voor toeristen evenwel zelden toegankelijk. Marieke Timmermans, zijn weduwe, leeft er te midden van boeken en kleurrijke prenten.
Onlangs is zij tachtig geworden.
Felix Timmermans blijft de meest vertaalde Vlaamse schrijver, zegt mij drs. José de Ceulaer, die zijn werk al jaren bestudeert en die tezamen met Hubert Lampo en Gerard Walschap aan de nieuwe uitgave van het Mercatorfonds medewerkte. Zijn werk, vertelt De Ceulaer, is in nagenoeg alle Europese talen vertaald en daarenboven ook nog in het Japans, Chinees en Indi. Er verschijnen nog geregeld nieuwe uitgaven in het buitenland. In het eigen taalgebied bewijzen recente herdrukken hoezeer hij de gunst van zijn lezers heeft bewaard. José De Ceulaer heeft zelf flink bijgedragen tot het behouden van die gunst. Hij verwierf naam met zijn intervieuwboeken, "Te gast bij...", maar niet minder met zijn studies over zijn beroemde stadsgenoot.
Drie jaar geleden verscheen bijvoorbeeld "En Toch", een spiegelbeeld" van de auteur, vooral gezien in het licht van gesprekken die De Ceulaer destijds met Timmermans heeft gevoerd. Onlangs verscheen een bloemlezing voor schoolgebruik : "Felix Timmermans in geuren en kleuren." Kleuren... een woord dat de schilderende schrijver en bedrijvende schilder lief was.
Hij lééfde van kleuren.
José de Ceulaer (50) is een geboren en getogen "schapekop", zoals een Lierenaar sinds eeuwen wordt genoemd. Hij woont aan de rand van de stad, die ligt in de zilveren knoop die de Nete, naar het woord van "de Fee," rond Lier heeft gelegd. De vissers lachen tegenwoordig een beetje schamper als zij over dat zilver horen spreken. Zij weten welke verwoestingen de watervervuiling ook in het idyllische Pallieterland heeft aangericht. Maar kom.... Ik zit bij De Ceulaer op zijn ruime schrijf- en feestzolder, bij de open haard die versierd is met tegeltjes van Gommaar de tekenende en keramiek-bakkende zoon van Felix. Tegen de wand staan glazen kasten met allerlei boeken, prenten en foto's, van de vereerde meester. Daarboven en daaromheen hangen kleurrijke affiches uit de gloriedagen van de steendruk. Twee blozende mannen komen met een enorme druiventros terug uit het Land van Belofte. Dat is een artistieke navolging van een uithangbord. Want in Lier is het Beloofde Land een café.
Toen De Ceulaer in september 1940 in Leuven Germaanse talen studeerde, koos hij Timmermans als onderwerp voor zijn licentiaatsverhandeling. Daaruit groeide later zijn eerste boek. "De mens in het werk van Felix Timmermans," dat in 1950 bij Van Kampen verscheen. Hij zocht in dat boek zowel naar de mens die Timmermans gestalte had gegeven in zijn werken, beurtelings geconfronteerd met de natuur, de kunst, de liefde en het geloof, als naar de mens Timmermans zélf, voorzover die werd weerspiegeld in zijn werk en de daarin voorkomende figuren. Een tweede boek van De Ceulaer was een bloemlezing. "Gedachten van Felix Timmermans," zijn derde een monografie voor de reeks "Ontmoetingen" van Desclée De Brouwer.De titel van het boek "En Toch" werd ingegeven door een leuze die Timmermans vaak gebruikte.
"Meer dan eens, vertelt De Ceulaer, heeft hij een doedelzakspeler getekend en daaronder geschreven : "En toch! ".En toch muziek maken! En toch zich over het leven verheugen! Zo zou je die leuze kunnen aanvullen. Dit motief komt ook in zijn literair werk herhaaldelijk terug. Soms uitbundig zoals in "Pallieter". Soms meer getemperd zoals in "Boerenpsalm". Je kan het als zijn "Leitmotiv" beschouwen. Zijn "Lebensbejahung," zijn ja-zeggen tot het leven, was niet zo oppervlakkig als veelal wordt gemeend. Zij berustte op een "trotzdem," zoals men dat in het Duits zo kernachtig kan zeggen." U hebt al meer dan eens uw stem verheven tegen de misverstanden die rond Timmermans en vooral dan rond zijn Pallieter zijn ontstaan. Misverstanden die we misschien wel kunnen vergelijken met het onbegrip rond de figuur van Pieter Bruegel...
"Dat is de keerzijde van de beroemdheid. Zelden is een boek zo populair geworden. De naam van de hoofdpersoon groeide tot een begrip. Hij drong door tot de woordenboeken met de betekenis van "levenslustige kerel". Hij heeft het nieuwe werkwoord "pallieteren" doen ontstaan. Héérlijk. Maar Timmermans moest er tol voor betalen." Om te beginnen heeft de mythe-Pallieter zijn echte betekenis vervalst. "Ja. Men bracht het werk uitsluitend in verband met de tijdsomstandigheden waarin het bekend werd. Men wees op het felle contrast tussen zijn leuze "melk de dag" en de atmosfeer van de angst en zorgen die er in de Eerste Wereldoorlog heerste. Nu is het wel juist, dat Pallieter in de oorlogsjaren van de pers kwam en zijn triomftocht begon. Maar het boek was klaar vóór 1914. Zijn ontstaan had niets te maken met de tijd. Het verhaal kun je zelfs niet in een bepaalde periode situeren. De oorsprong en de geest moeten alleen worden verklaard uit de psychologische toestand waarin de auteur verkeerde. Hij was terechtgekomen in een soort van puberteitscrisis, in een periode van geestelijke onzekerheid...
"En grote levensangst. Toen moest hij een medische behandeling ondergaan, er kwamen verwikkelingen en hij werd zo aangegrepen door de vrees te zullen sterven, dat hij tot het besef kwam van de waarde van het leven. Van de ene dag op de andere maakte zijn angst plaats voor een intens verlangen naar het leven. Een totaal ander leven dan hij tot nog toe had geleid : zonder twijfel, zonder angst, zonder problemen, in direct contact met de natuur. Dat leven werd Pallieter "De mens die hij op dat ogenblik had willen zijn. Pallieter mag dan ook niet worden beschouwd als een zelfportret, evenmin als de verpersoonlijking of het zinnebeeld van de Vlaamse Volksgeest. Hij is geen mens uit de bestaande wereld. Hij is een romantische figuur, ontstaan uit het verlangen om de werkelijkheid te ontvluchten."
Toch hebt u herhaaldelijk ook over een "innige" Pallieter gesproken? "Natuurlijk. Het levensgenot van de "dagenmelker"van die hippie "avant la lettre," die de onbezoedelde natuur bezong, is niet alleen van zintuigelijke aard. Naast momenten van uitbundigheid beleeft hij momenten van verinnerlijking. Die hebben veel te weinig aandacht gekregen."
Ook in Lier zijn er mensen die Timmermans nog altijd onze Pallieter noemen. "Wie hem goed kende, weet dat hij niet met zijn romanfiguur mag worden geïdentificeerd. Hij was geen uitbundige, maar een stil, rustig, zachtaardig mens, gezellig en gemoedelijk in de omgang, met een mild oordeel over zijn medemensen. Meestal was hij opgeruimd, al had hij neiging tot weemoed. Zelfverzekerd was hij niet, eerder schuchter en voorzichtig, zelfs 'n beetje vreesachtig. Tussen zijn figuur als mens en als schrijver bestond er in wezen geen verschil. Daarom brengt de lectuur van zijn werk een geluksgevoel bij. Er zit een levenswarmte in die de huidige literatuur zo dikwijls mist." Ik heb altijd gehouden van de tekeningen waarmee hij zelf zijn verhalen illustreerde. Er lag een bekoorlijke naiviteit in, een fris kinderlijk genoegen om de kunst van de tekenpen of het penseel.
Net als zijn schilderijen. De Ceulaer : "Timmermans was een zondagschilder in de gunstige zin van dat woord. Hij schilderde louter voor zijn genoegen. Dan kreeg hij het gevoel dat je vroeger had als het zondag was en je alleen maar deed wat je graag wou doen. Datzelfde gevoel vind je vaak in zijn landschapsbeschrijvingen, bijvoorbeeld in "Minneke-Poes", waarin stukjes voorkomen die wij u geestige "cursiefjes" zouden noemen." Is het waar dat hij liever tekende en schilderde dan schreef? "Schrijven kostte hem moeite. Tekenen en schilderen ontspanden hem. Zelf zei hij wel eens dat hij helemaal niet kon schilderen. Zelf geloof ik dat men te weinig belang heeft gehecht aan zijn plastisch werk, vooral aan zijn tekeningen." Dat wordt dan nu hersteld in de nieuwe editie. Zijn populariteit heeft Felix Timmermans ook tranen gekost. José De Ceulaer verstrakt als hij denkt aan het verdriet dat men de dichter zonder reden heeft aangedaan. Verdriet dat zijn weg naar het graf heeft ingekort. De Ceulaer : "De keerzijde van de roem is wel eens de miskenning door vertegenwoordigers van de "elite". Het grote succes wekte naijver op. Altijd hetzelfde liedje! Sommigen hebben vooral van de naoorlogse omstandigheden gebruik gemaakt om te proberen hem in diskrediet te brengen. Een ogenblikje scheen dat te zullen lukken. Nadien kwam er ook een evolutie in de literaire opvattingen en mode. Zodat de jongere generatie zijn betekenis niet op haar juiste waarde kon schatten, of gewoon niet wou zien. Geleidelijk drong dan het besef door dat hij in de eerste plaats een dichter was, ook als hij proza schreef. Zijn werk heeft eerder een lyrisch dan een episch karakter."
Hoe ziet u Timmermans in deze tijd? "Het is moeilijk hem in een bepaalde stroming onder te brengen, al vertoonden zijn geschriften vooral romantische kenmerken. Hij hoort niet bij een groep, hij had geen voorgangers of epigonen. Hij staat apart. Ik geloof niet dat zijn werk zo tijdsgebonden is. Natuurlijk draagt het de sporen van de tijd waarin het ontstond. Maar de kern blijft. De poëzie in het leven blijft altijd dezelfde. Het komt er slechts op aan, haar te ontdekken, haar aan te voelen, haar te kunnen en te willen ondergaan. In onze jachtige tijd, in een beschaving die wordt gedomineerd door de techniek, heeft men er minder oog, minder tijd en minder gevoel voor. Maar zij is er. Zij zal er altijd zijn. Zolang het gras groen is en de bloemen bloeien. Zolang er kinderen zijn, en jonge meisjes. Zolang het weer lente zal worden na de winter, zullen er mensen zijn voor de poëzie en het weemoedig geluksgevoel in het werk van Timmermans. Ik zie dat werk als een oase waarvan je meer zal genieten naarmate de poëzie in het leven meer wordt verstikt en overwoekerd of verdord. Het zal op de duur gaan vervelen altijd weer te moeten lezen dat het leven geen zin heeft, absurd is. Timmermans schreef dat je het waarom van het leven toch niet te weten kan komen.
Hij was ervan overtuigd dat het niettemin een zin heeft.
"En Toch", tekende hij. Altijd opnieuw "En Toch"!
**********
|