Er gebeurt iets...
In Lier staat de hele hedendaagse kunst ter discussie.
Kunstenaars leggen in expo slechts gratuite of vage relaties met Timmermans.
'Een risicovolle, nieuwe en creatieve benadering van de kunstenaar Timmermans en zijn werk'.
Lier is danig geschrokken van de manier waarop een aantal moderne kunstenaars het werk en de figuur van Felix Timmermans benaderd heeft. De opschudding gaat gepaard met misnoegen, afkeuring, woede en verontwaardiging. Een aantal stadsgidsen weigert botweg de tentoonstelling in de dagelijkse toeristenroutes door de stad op te nemen.
De poging tot actualisering van Timmermans met de hedendaagse kunst als medium is in Lier "the talk of the town."
In 1986, bij de viering van de honderdste verjaardag van de geboorte van Timmermans, organiseerde een herdenkingscomité onder leiding van stadsbibliothecaris Jo Cooymans een gesmaakte tentoonstelling "Met pen en penseel" over Timmermans als schilder en schrijver. Nauwelijks elf jaar later, nu herdacht wordt dat Timmermans vijftig jaar geleden overleed, leek het datzelfde comité niet aangewezen dat scenario nog eens over te doen. Het opteerde onder de ironisch minimalistische titel Er gebeurt iets... voor een radicaal modernistisch experiment, 'een meer risicovolle, nieuwe en vooral creatieve benadering van de kunstenaar Timmermans en zijn werk'.
Erno Vroonen realiseerde als projectleider een opgemerkte confrontatie van een aantal binnen- en buitenlandse kunstenaars met het gezapige provincialisme waarin de nagedachtenis aan Timmermans in Lier dobbert. Het was te voorzien dat de twaalf kunstenaars, volkomen vreemd aan de in Lier in stand gehouden mythe rond Timmermans, zijn bewonderaars tegen de haren in zouden strijken. De bedoeling was dat zij zich door Timmermans' werk zouden laten inspireren, maar de meesten hebben maar een verre blik op dat werk geworpen en zijn dan helemaal hun eigen weg gegaan. Dat geeft een indruk van hautaine afstandelijkheid, van nauwelijks verholen onwil om zich werkelijk met Timmermans in te laten.
Veelzeggende schaduwen In het Stedelijk Museum stelt Johan Creten drie keramische sculpturen tentoon, waaronder een Christuskop bezaaid met gele vlinders. In het Timmermans-Opsomerhuis maakte Sabine Cross een installatie Kunstenaarstypes met computer, video en een klassement in houten kistjes. Het geheel 'verwijst naar Timmermans, schrijver van verschillende types van mensen' Leuk is het spel met licht en schaduw van Fred Eerdekens in het stadhuis Drie grillige planten werpen onder een uitgemeten belichting veelzeggende schaduwen (een citaat uit Pallieter) op de muur Christine en Irene Hohenbuchler nemen in het Timmermans-Opsomerhuis een wand in beslag voor een paneel met magnetische, in felle kleuren beschilderde kinderlijke figuren en nodigen de toeschouwers uit de compositie te wijzigen. Het uitgangspunt is een citaat over kleuren uit Pallieter. Nog in het Stedelijk Museum werkte Jozef Legrand zich in een permanent tentoongesteld 17de eeuws interieur in met een televisietoestel en een doorkijk met een fotomontage. Het duo Kocheisen en Hullmann nam foto's van het interieur van de kinderen Timmermans en reproduceerde die schilderkunstig in miniaturistische paren.
Waar schuilt het statement, vraagt de onvoorbereide en beduusde toeschouwer zich af.
Dat zelfs de meest nauwkeurig gereproduceerde waarneming toch altijd nog verschillen vertoont, zegt de gids. Is dit dan geen open deuren intrappen? Dat de toeschouwer uitgenodigd wordt om zelf in dialoog te treden met het kunstwerk, om er zelf een 'verhaal' in te zien of aan toe te voegen Dat is de wereld op zijn kop. De toeschouwer verwacht net inzicht te verwerven in de betekenis van het kunstwerk en de relatie met Timmermans op grond van enige explicatie bij dit werk. maar die explicatie is minimalistisch of lijkt gezocht, of blijft helemaal uit. Niet zo bij Jean-Paul Deridder. Met het Schoon Lier van Timmermans als norm trok hij door de stad en de buitenwijken en maakte foto's van huizen, mensen, plekken. Zoals alleen een buitenslaander dat kan confronteert hij de Lierenaars met hun besmuikte omgeving, de smakeloosheid, de stijlloosheid en de esthetische onverschilligheid. Soms tonen de kunstenaars in hun werk ook meer ironie en relativering dan de Lierenaars lief is. "...Het veld is in mijn gedacht geen reus, maar een reuzin..." las Wim Delvoye in Boerenpsalm, en hij liet het Lierse Kant-atelier een reusachtige bh maken, die werd opgehangen in het statige stadhuis. Symbool van vrouwelijkheid, moederlijkheid, vruchtbaarheid, beschutting, vul maar in. Het is de blikvanger van de tentoonstelling. Hoewel, in het Stedelijk Museum toont Delvoye nog een betonmolen in Indonesisch hout, met overdadige versiering, voor de gelegenheid overschilderd in blauwe en witte lakverf. Hermann Maier Neustadt bouwde een flink gedeelte van het Museum om. Eerst verborg hij de buitengevel achter een wand van olijfgroene panelen De Lierenaar, die anders onverschillig aan zijn museum voorbijgaat, vraagt zich nu af waarom die mooie neogotische gevel aan het gezicht moet worden onttrokken. Binnen leidt een opstelling met dezelfde panelen de bezoeker naar een Breugel uil de vaste collectie — Timmermans was een grote bewonderaar van Breugel Een zijgang leidt naar een muur waar de panelen een Rubens halveren - van Rubens hield hij niet.
Ondervragingscel Spraakmakendst is wellicht de 'Installatie en operatie' van het collectief De Fundatie, opgesteld in het oude archief. In enkele afgeleefde kamers is de sfeer herschapen van een ondervragingscel in oorlogstijd, compleet met een onheilspellende klankband en formulieren met een Babelse ondoorgrondelijkheid. Zonder twijfel is dit het meest uitdagende werk van de hele tentoonstelling, omdat er ondanks de bewust gecreëerde spraakverwarring zoveel herkenbare connotaties aan vastzitten.
De eenzijdige mythe rond Timmermans moet hoognodig doorbroken worden, maar het is zeer de vraag of dit de aangewezen manier is. De Fundatie illustreert bij uitstek het smalle effect dat deze tentoonstelling maakt : hij is opgezet pour épater le (petit) bourgeois. De relaties die de kunstenaars met Timmermans en zijn werk hebben gelegd zijn gratuit of uiterst vaag. Timmermans is gebruikt als alibi om hedendaagse kunst uit de vertrouwde getto’s te lichten en in een onontvankelijke omgeving weerstanden te laten oproepen.
De geest die uit Timmermans' werk spreekt, of die ondertussen verouderd is of niet, is onnodig en zinloos gebruuskeerd.
Dat was min of meer de bedoeling, schrijft schepen van cultuur Guido Van den Bogaert in de catalogus: "reflecties en reacties op gang brengen rond het werk van Timmermans. (...) Het kan aanleiding geven tot controverses en hopelijk tot een boeiend debat." Daarin is hij geslaagd. Vooral in de late gesprekken is deze tentoonstelling het onderwerp van de dag.
In Lier staat deze zomer de hele hedendaagse kunst ter discussie.
Jos Borré
******
|