Foto
Inhoud blog
  • GOMMAAR TIMMERMANS OVERLEDEN
  • Toespraak bij de opening van uitgeverij
  • Speciale tekening van Felix Timmermans
  • Wat andere kunstenaars over de kunst van Timmermans schreven - Flor van Reeth
  • Intervieuw met Tonet Timmermans - Jooris van Hulle
  • Beste bezoeker
  • Op bezoek bij Tonet Timmermans - Denijs Peeters
  • Timmermans in Baarn - Huub van der Aa
  • Felix Timmermans en Camille Melloy - Etienne De Smedt
  • Ge zijt uw eigen baas en uw eigen koning - Bart Van Loo
  • Boerenpsalm tentoonstelling in Mol
  • Felix Timmermans was voor alles Dichter - Erik Verstraete
  • Laat het nu stil worden - Herman-Emiel Mertens
  • De Stille Timmermans - Marcel Janssens
  • Pallieter - Fons Sarneel
  • Begrafenis van Felix Timmermans op 28/01/1947 - Gaston Durnez
  • Job Deckers en de lokroep van Schoon Lier - Roger Vlemings
  • En waar de ster bleef stille staan - Felix Timmermans
  • De Fé herleeft in Lier - Paul Depondt en Pierre De Moor
  • " E Vloms keuningske " - Gaston Durnez
  • Sint Gommarus - Felix Timmermans
  • Timmermans ter ere, een selectie uit zijn picturaal werk - G. Carpentier-Lebeer
  • Bij de heilige Anna klinkt hardrock-muziek - Frans van Schoonderwalt
  • En als de Ster bleef stille staan... - J.J. Vürtheim Gzn
  • Felix Timmermans, de Liersche Breughel - Caty Verbeek
  • Het afscheid van Felix Timmermans - Redactie
  • De Poëzie van Felix Timmermans - De Nieuwe Gazet 09/08/1947
  • Uniek dat auteur alles van zijn werk heeft bewaard - Frans Keijsper
  • De fijne nostalgie van Felix Timmermans - Rigoberto Cordero y Léon
  • Lier gegroet, nog duizend pluimen op uw hoed - Willem Hartering
  • De Timmermans-tegeltjes - Ward Poppe en Philip Vermoortel
  • Pallieter wint het van Wortel - Gaston Durnez
  • Het spekbuikige Brabant en het magere Kempen land - Marcel Pira
  • De Zeemeermin - Bert Peleman herdenking op 11/07/1986
  • Profiel van Felix Timmermans - Etienne De Ryck
  • Lia Timmermans - zo was mijn vader - Manu Adriaens
  • Felix Timmermans in Waalwijk - Arthur Lens
  • Overeenkomst - Van Kampen
  • Ronald
  • Mooie Faience steentjes van de Fé
  • Mooie opdrachten - uniek materiaal
  • Bij de recente Duitse vertaling van Adagio - Stijn Vanclooster
  • Dit schreef Gommaar
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 1) - Viktor Claes
  • Waarom ik van Timmermans hou. (deel 2) - Viktor Claes
  • Felix Timmermans - Uit mijn rommelkas
  • Felix Timmermans, zijn succes en zijn schrijversplannen - Redactie
  • Een Tafelspeech en een Interview - Karel Horemans
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 1
  • De Muziek in het werk van Timmermans - Louis Vercammen deel 2
  • Streuvels en Timmermans - Jan Schepens
  • Reimond Kimpe - Joos Florquin
  • Pallieter in Holland - Cees Visser
  • Intimations of Death - Schemeringen van de Dood
  • De Blijdschap van Guido Gezelle en Felix Timmermans. - Gaston Durnez
  • Toespraak gehouden in Hof van Aragon - Philip Vermoortel
  • De schrijver Antoon Coolen in Hilversum - P.J.J.M Timmer
  • Felix Coolen
  • Pallieter verboden - redactie Het Vaderland
  • Over Pallieter. - Voordracht in het Foyer-Concertgebouw op 24 januari 1919.
  • Beste vrienden - redactie
  • 'Ik heb mijn kinderdroom waargemaakt' - Lieve Wouters
  • De man achter GOT - Andy Arnts
  • Gestopt met tellen, Hoeveel boeken ik geschreven heb - P. Anthonissen
  • Liefde is nooit verboden - Frans Verleyen
  • Felix Timmermans overleed vandaag - Bertje Warson
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Timmermans op de planken - Daniël De Vos
  • Gaston Durnez Exclusief - Etienne Van Neygen
  • Vlaamser dan Vlaams. - Hans Avontuur
  • Felix Timmermans en Averbode - G.J. Gorissen
  • Een tweede leven voor Timmermans en Claes - Patrick Lateur
  • Een Brief aan Felix Timmermans - Johan De Maegt
  • Dichter und Zeichner seines Volk - Adolf von Hatzfeld
  • In de Koninklijke Vlaai - Felix Timmermans
  • Fred Bogaerts - Adriaan De Bruyn
  • De Natuur blijft verbazen
  • Kluizekerk sloot definitief - redactie
  • Timmermans heeft geen Fascistisch Bloed - Lode Zielens
  • Om er even bij stil te staan - Etienne De Smet
  • Tekeningen
  • Aan boord met Felix Timmermans - Anton van Duinkerke
  • Gommaar Timmermans - GoT 90 jaar
  • Het Menu - Bonni Konings
  • Onuitgegeven handschrift van Felix Timmermans
  • Zet uw ziel in de zon - Gaston Durnez
  • Stijn Streuvels 70 jaar - Felix Timmermans
  • Anton Pieck: een vriend van Vlaanderen - K. Van Camp
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 1
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 2
  • De Pallieter kalenders. - Marc Somers - Deel 3
  • Zelfportret - Felix Timmermans
  • Ik had zo graag Felix geheten! - Daniël De Vos
  • Tony Fittelaer: « Kozijn Felix was een buitengewoon mens » - Vandecruys Geert
  • In en over Juffrouw Symforosa - Arthur Lens
  • Bij Pallieter thuis - Redactie
  • Kalender 1932 - Felix Timmermans
  • Mijn eerste boek - Felix Timmermans
  • De Fé vulde een kamer - Martine Cuyt
  • Met Timmermans op literaire bedevaart naar Lier - Jaak Dreesen
  • De Toverfé - Wannes Alverdinck
  • " Er gebeurt iets… Timmermans herdacht " - Jan Vaes
  • Bij Marieke is de Fee nog thuis - Marc Andries
  • Oosters Geschenk van Clara Timmermans (Haiku's)
  • Een soep met vier troostende mergpijpen - Gaston Durnez
  • Met Felix Timmermans op stap door Lier - Jos Vermeiren
  • Professor Keersmaekers over Felix Timmermans - Jaak Dreesen
  • Honderd jaar geleden werd Felix Timmermans geboren
  • Tonet Timmermans overleden 26/03/1926 - 16/04/2020
  • Briljante vertegenwoordiger van de volkskunst ! - Al. Slendsens
  • De goede Fee op zoek naar de Kern - Gaston Durnez
  • Saluut bij een honderdste verjaardag - Marc Andries
  • Een ministadje uit de voltooid verleden tijd - Frans Verstreken
  • Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder - Denijs Peeters
  • In defence of Timmermans - Godfried Bomans
  • Hoe Pallieter werd onthaald door Nederlands publiek - Karel van den Oever
  • Adriaan Brouwer - Sirius
  • De Pallieter rel - Lode Zielens
  • Boerenpsalm - Willem Rueder
  • De zachte Keel - Frans Verstreken
  • Feestelijke Groeten
  • Merkwaardige gesprekken - Gommaar Timmermans
  • En als de Ster bleef stille staan - Top Naeff
  • Gaston Durnez - Overleden
  • Felix Timmermans - Rond het ontstaan van Pallieter
  • Een barre winter in Schoon Lier - Henk Boeke en Claus Brockhaus
  • Interview met Gommaar Timmermans - Bertje Warson
  • Felix Timmermans werd onrecht aangedaan - W. Roggeman
  • Gesloten wegens nieuwe schoenen - Toon Horsten
  • Boerenpsalm - Peter Claeys
  • Gommaar Timmermans - Paul Jacobs
  • Ernest Claes - Felix Timmermans en voordrachten in Duitsland
  • De Molen van Fransoo - Felix Timmermans
  • De Vroolijkheid in de Kunst - Carel Scharten
  • Adagio - Felix Timmermans
  • Hoe ik verteller werd - Felix Timmermans
  • Pallieter wordt honderd jaar - Bertje Warson
  • Openingstoespraken - Timmermans-Opsomerhuis 1968
  • Toespraak Artur Lens Archivaris - 1968
  • Toespraak Hubert Lampo - 1968
  • Timmermans als Schilder en Etser - Floris Van Reeth
  • Felix Timmermans, Dichter und Zeichner seines Volk.
  • Felix Timmermans - Theo Rutten
  • Gesprek onder vier ogen - Fred Bogaerts 70 jaar
  • Timmermans over De Pastoor in den bloeienden Wijngaerdt
  • Tooneel te Brussel
  • De vroolijkheid in de Kunst
  • Stamboom van Felix Timmermans
  • Timmermans over "De Pastoor uit den Bloeienden Wijngaert
  • Felix Timmermans over den Vlaamschen humor
  • Adagio - Lia Timmermans
  • De nachtelijke Dauw - Felix Timmermans
  • Felix Timmermans geschilderd door Tony Claesen - 2018
  • De Nood van Sinterklaas - Felix Timmermans
  • De Vlietjesdemping te Lier - Felix Timmermans
  • Pallieter naast Boerenpsalm
  • Pallieter in het klooster - Cees Visser
  • Info FT Genootschap
  • F T Fring bestaat 25 jaar
  • Timmermans en de Muziek - Daniël De Vos
  • Fons De Roeck
  • Is Timmermans Groot ? - Felix Morlion O.P.
  • Renaat Veremans vertelt - José De Ceulaer
  • Vacantie bij de oude boeken - Gaston Durnez
  • Foto's van Oude Lier 1
  • De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt
  • Brief Gommer Lemmens - 11/06/2013
  • 70 jaar geleden ....
  • Overlijden van de Fé
  • Luisterspel Pallieter 2016
  • Bibliotheek van de stad Lier
  • Anton Thiry - Gaston Durnez
  • postkaarten
  • Een Mandeke Brabants fruit
  • Clara Timmermans overleden
  • Covers van Pallieter
  • Pallieter en Felix Timmermans
  • Toespraken 25/6/2016 - Kevin Absillis, Kris Van Steenberge en Gerda Dendooven
  • De Lierse Lente - Ronald De Preter
  • Felix Timmermans - Emiel Jan Janssen
  • Pallieter honderd jaar - Gaston Durnez
  • Adagio - Frans Verstreken (Hermes)
  • Pallieter, een aanval en verdediging
  • Foto's 1
  • Driekoningen-Tryptiek - Jacques De Haas
  • Over Pallieter (25/01/1919)
  • Timmermans' werk in het buitenland
  • De Eerste Dag - Felix Timmermans
  • Het Kindeke Jezus in Vlaanderen
  • Fred Bogaerts - Felix Timmermans
  • De Harp van Sint Franciscus - Gabriël Smit
  • Timmermans en Tijl Uilenspiegel
  • Felix Timmermans ter Gedachtenis
  • De Vlaamse Timmermans - Paul Hardy
  • Timmermans was Einmalig - José De Ceulaer
  • Levenslied in schemering van de dood - Gaston Durnez
  • Expositie in De Brakke Grond te Amsterdam
  • Bij de Hilversumsche Gymnasiastenbond
  • Timmermans als schilder en tekenaar - W.A.M. van Heugten
  • De onsterfelijke Pallieter - Tom Vos
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Felix Timmermans
    Vlaamse schrijver, dichter en schilder * 1886 - 1947 *
    05-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pallieter - Gerard Brom

    Pallieter.


    Door FELIX TIMMERMANS

    Boe
    kbespreking door Gerard Brom uit De Beiaard 1917.

      
    Prinsen besloot zijn «Handboek tot de Ned. Letterkundige geschiedenis» met een welkom aan dit werk, vóór het in boekvorm was verschenen. En Nurks, die stiekem in elke Hollander zit, zoals Pallieter openhartig in elke Vlaming, zou daaruit afleiden, wat weinig zaaks onze letterkunde dan moet zijn, als zo'n schildering zonder beschouwing, overlopend van kleurige, klinkende woorden buiten verband, nu voor een meesterstuk geldt. De vergelijking met 't beste van de tijdgenoten kan Pallieter des te veiliger aan, omdat stof en vorm er nauweliks mee te vergelijken vallen; zó vlot en vrij heeft Timmermans de toon van Van Looy en Streuvels verlicht tot een nieuwe wijs, een eigen lied. Hij praat maar gezellig door, tafreel volgt op tafreel, altijd raak en toch meestal buiten ons om; want verhaal of handeling, het leven van 't leven, schiet er weinig over, zodat de grootste verrassing misschien is, hoe een boek geen eigenlike roman hoeft te zijn om te pakken.

                  3af.gif Gerard Brom

       
    Hollandse literatuur lijkt met Hollandse muziek wel eens verdacht van inspiratie; de schrijvers hebben in ons schilderland scherp waarnemen geleerd, maar het weergeven van die werkelikheid is soms zó onnatuurlik, dat hun ontleedkunde geen realisme meer verdient te heten, omdat de stroeve vorm slecht beantwoordt aan de inhoud. Nu heeft Pallieter van maakwerk wel niemendal; met hetzelfde gemak, waarmee de hoofdpersoon door het leven heenbreekt, houdt de schrijver hem gezelschap. De uitdrukkingen rollen elkaar driftig, dus levendig genoeg na; het werk is onweerstaanbaar gegroeid als een beeld of eerder een deel van de natuur, waar 't midden in beweegt.

       
    De kracht zal er uit bij de wilde Pallieter, die zwelgt in 't menselike, kinderlike, dierlike van 't leven. Hij rent zó van zijn bed het water in, hij moet rijden en rossen, springen en zingen, vliegt op een paard in de wei, stapt in 't eerste 't beste vliegtuig, gooit alle kranen open, alle kleren los, heeft het nooit uitbundig genoeg, laat klokken klinken en 't ene blaas- of snaarinstrument na 't ander, zolang hij «lawijd» voor begeleiding van zijn harde harteklop nodig heeft. Hij geniet gulzig met alle vijf zinnen, ademt tegelijk in en uit, tot hij zich haast verslikt. Hij zet zijn wil tegen elke wet en vervult dadelik zijn dolste wensen. Kracht, kracht, kracht als bij de twisten en de kunst van ’t vruchtbaar Toskane in de middeleeuwen; niet toevallig wordt vier, vijf keer wel Mozes genoemd, Mozes, het geweldigst onderwerp van de geweldigste Florentijn.

        
    Een geniaal kindervolk is 't ras van Pallieter, dat zich maar hartstochtelik laat gaan. De Hollander, strak en stuurs man van beraad en beleid, van gewichtige ernst en koppige volharding, van kritiek en methode, benijdt onwillekeurig de Vlaming, los en lollig wezen van opwellingen en uitbarstingen, van scheppingsdrang en aanstellerij, zoveel dichter bij 't zonnig Zuiden dan wij. Wat ons in de onstuimige taalbroeders aantrekt, is niet allereerst het gemeenschappelike, want de Friezen maken ons zelden warm, maar vooral het andere, juist het Franse in die Flaminganten. Onze stamgenoten hebben meer dan één droppel vreemd bloed in hun woelig lijf; en dat spoor vloeibaar vuur maakt ze voor ons zo pikant. Aan Walen zal het Nederlandse van een Vlaming opvallen, aan Hollanders juist het Belgiese.             Hullebroeck heeft naar onze smaak een opera-achtig pathos in zijn voordracht, dat zijn succes binnen 't stijve Noorden bevordert, en bepaald in zijn uitspraak een Romaanse eigenaardigheid, n.l. het emfaties scheiden van de woorden met theatrale e's, zo heel anders dan ons assimileren van alle medeklinkers, verwant aan onze gelijkmatige gang tegenover de danspas van een Belg.
         Verriest geeft in zijn optreden een elégance, een finesse, een charme, die hij van zijn Westvlaamsche boeren nooit leren kan, en weet met de plooien van zijn kleren, zijn zijen foulard, zijn handschoenen zich zó sierlik te draperen als wij, bang voor gebaren en vertoon, alleen bij Italjaansche predikanten zagen. De «pastor van te lande», niets minder dan naïef, staat ten voeten uit zichtbaar als een antiek redenaar, die tegelijk op het oog en op het oor inwerkt, en beurt de tipjes van zijn toog al trippelend bij 't zangerig zeggen van «Brunelleken», alsof de Franse gratie hem boven Vlaams gevoel bezielde en de spiegel zijn model geleverd had. En maakt één Vlaming op ons een Franse indruk, al is 't niet van de edelste stijl, dan René de Clercq, door zijn teerste liedjes opgewonden van retoriese declamatie uit te brullen en zijn ijdelheid met breed effect uit te stallen.

        
    Van dit geheimzinnig bekoorlike in de Vlaming, ons evenbeeld en ons tegendeel in één persoon, heeft Pallieter vooral het grof-gezonde, dolvrolike, volbloedige van de natuurmens, die we 't klaarst voorstellen naast de «natuurmens», zoals de Hollandse cultuurmens graag zou zijn en met vegetarisme, sandalen, zonnebaden hoopt te worden. Wat staat verder van de natuur af dan zulke forensen, opgepompt met sentimentele theorieën? Zij vinden Pallieter een barbaar, wat hij in de grond ook brutaal is; zij gaan zich intussen vast op Pallieter vormen en vertalen zijn ondoordachte woorden in 't abstracte en 't ideale; ja wie weet, of zijn komedie niet tragies inwerkt op zulke dekadenten, jaloers op al wat spontaan is en vitaal en daarom wanhopig in hun machteloze navolging van een ongelikte oermens. Hollanders willen op papier ook eens de Vlaamse leut beleven, maar bij al de luchtjes van een dorpskermis zuchten ze stil, wat Schopenhauer over de wereld zei: «herrlich zu sehn, schrecklich zu sein!» Pallieter verschalkt trouwens elke berekening als hereboer, die van 't landelike net zoveel of zo weinig aflikt als hij wil.

        
    In zijn wereld staan de mensen elkaar zo na als vertrouwelike scholieren, onbewust van standen of belangen. Volop «erdgerüchig» drijft hij op een weelde van spel en lied, waar anders alleen de volkskunde wat van oppikte. Wat Vlaams, wat door en door Vlaams allemaal! Zou u denken, freule, dat de straatjongensmanier, waarop Pallieter zijn naam in de sneeuw durft schrijven, herinnert aan 't getijdeboek van een kardinaal?

    Een miniatuur in t kostbaar Breviarium Grimani illustreert de wintermaand met een ventje — een koorknaapje, om liturgies te blijven —, dat gemoedelik de sneeuw een beetje geel aan 't verven is. De Nederlandse school werd immers beroemd om zijn koloriet?

        
    Dat Vlaamse landleven staat dichter bij de tijd, toen de mensen nog echte en oprechte beestjes waren als de kerels en wijven van Jan Steen. Zijn Haarlems schilderij van een boerefeest heeft tussen de zuipende, brakende, razende «mensen» als middelpunt een vet varken, waarbij we haast denken aan symboliek, ofschoon de meester natuurlik zo'n term aan zijn laars lapte. «La béte humaine», maar dan optimisties gekleurd, lijkt de ongeschreven ondertitel van Pallieter. En zou de stoel van een preutse lezer niet telkens kraken onder 't schateren om avonturen, die hem, nu ja, alles behalve sympathiek, maar tenslotte verwant blijven? De goeie ouwe tijd, toen een dorp als één familie aan mekaar kleefde, leeft in ’t patriarchaal Vlaanderen nog tamelik onbevangen voort, zoals het studeren van een Leuvens hoogleraar in de keuken toelicht. Wij met onze angstige zindelikheid en veeleisendheid staan voor dat zorgeloze van de Vlaming vreemd, terwijl hij weer onze onverschilligheid voor ons voorkomen, onze ongevoeligheid voor franje, onze vervreemding van kunst en feest als levenselement onverstaanbaar vindt.

        
    Wij missen pijnlik beginselen bij Pallieter en noemen zijn kring bedenkelik klein en laag; maar schemert er soms in die gedurige Onnozele Kinderdag van 't volksleven geen paradijs, waarvoor wij de Hollandse overbeschaving gedeeltelik mochten ruilen? Laten die grote kinderen zich desnoods ééns per jaar een ongeluk aan rijstepap eten of aan worst van honderd meter lang, 't is altijd onschadeliker dan onverteerde filozofie, vergallend socialisme of vergiftig Malthusianisme. Pallieter is 't tegendeel van een heilige, maar zijn gebreken zijn tenminste doorzichtig naast allerlei vals spiritualisme. Ik geef voor Pallieter bijna de Kleine Johannes met al zijn kwijnende, kwijlende Zondagscholerij present. Het hoogtepunt van 't sprookje, dat voor modernen een openbaring betekent, is aan zee de les in pantheïsme : «Zoo moet gij bidden» (1); maar vergelijk bij die toneelvertoning eens Pallieters ongedwongen bewondering voor een veld klaprozen: «Och, Sint Jan, worroem staat da' ni in oewen apokalips?»

    (1) Van Eeden, de pseudoprofeet die graag met Azië koketteert, lijkt een matte luxe-uitgaaf van Multatuli, die vijf en twintig jaar vroeger schreef : «Saïdjah had niet geleerd te bidden, en 't ware ook jammer geweest hem dat te leeren, want heiliger gebed en vuriger dank dan er lag in de sprakelooze opgetogenheid zijner ziel, was niet te vatten in de menschelijke taal.»

        
    Een sprookje is ook de geschiedenis van de alles behalve etheriese Pallieter, waarvan de prikkelende paradox zit in de toverwereld van tastbare mensen, de fantazie van ’t dageliks leven, de verbeelding van 't ouwerwets luilekkerland zonder werken of zorgen. Heel dit drasties verhaal is in de grond onwerkelik als Van Eeden's zwevende allegorie. Als een langslaper zijn klok, zo heeft Pallieter zijn verstand stil gezet; en zou iemand al het redeneren kunnen laten, zijn geweten smoort hij nooit. Maar Pallieter is «jenseits vom Guten und Bösen» en zo is zijn bar natuurlik doen een masker voor zijn onwezenlik zijn; in plaats van met beide voeten in Vlaanderen te staan, huppelt hij luchtig over Arkadië. Felix Timmermans blijkt bij onderzoek van zijn papieren een boers achterneefje van de Athener Karel van de Woestijne.

        
    Nooit zal een modern Europeaan de wereld bezien als een Helleen, die vergat dat hij naakt was. Vandaar spookt er een duiveltje van leedvermaak en heiligschennis door het schijnbaar onnozel hoofd van Pallieter. Opvallend staat het gewijde telkens naast het onheilige, ja zondige; want het zinnelike van Vondels bruiloftsverzen is kinderspel bij de lust, die hier zo vleselik en vreselik uitbreekt; en al is de geest van 't geheel toch te woest voor de jeugd en 't volk, waaraan 't anders het meest zou besteed zijn, en eigenlik voor alle mensen zonder vereelt geweten, — het viel met een snoeimesje nog altijd voor een ruimer kring te redden.    De indruk van fatalisme is de weerschijn van 't optimisme, dat meermalen cynisme nadert; Pallieter lijkt nu eenmaal vrij geboren zoals zijn zuster vroom en de schrijver gunt hem al zijn streken even vanzelfsprekend als een vader de uitgelatenheid aan zijn zalige zuigeling, bij wie slapen en eten, eten en slapen met andere periodieke functies de levenstaak uitmaken. Willekeurig draait Pallieter de hele ratteplan met stomme welsprekendheid de rug toe.

        
    Er ineens de brui aan geven, op z'n kop gaan staan, om de vervelende wereld een keertje anders te zien, het fatsoen binnenste buiten keren en dan de boel kort en klein slaat, dat voelt een dichter, bij wie 't op zijn tijd van binnen raast, opkomen, al is 't maar voor de hartstocht van zijn verbeelding. Zonder zo'n genot in dissonanten, waardoor zelfs de zoete Eichendorff tot zijn sprookje «Aus dem Leben eines Taugenichts» gedreven werd, is de geestelike dronkenschap en de Umwertung aller Werte en de Antichrist van een Nietszche, eerst dichter en dan denker, eenvoudig niet voor te stellen. Een kunstenaar wil oorspronkelik en vrij en nieuw, alleen zich zelf tegen allen in zijn.

        
    Maar het leven, dat hij met zo'n vaart aanvliegt, botst hem terug tot een gezond evenwicht. Dansend verliest hij immers vat op de omgeving, die hij zocht te treffen; door zich volslagen vrijheid te geven tegenover de samenleving, maakt hij zich van de mensheid los en raakt de werkelikheid kwijt. Niemand is dan weer met zo'n geweldige schok op aarde neergeploft als Wilde, die getuigde: «What the paradox was to me in the sphere of thought, perversity became to me in the sphere of passion». Het wagen van Timmermans wreekt zich onverbiddelik krachtens wetten van de natuur en boeit de lezer daarom meermalen enkel oppervlakkig als een kleurstudie zonder ziel.
         Zinnelik wil hij zijn en de zintuigen alleen spreekt hij aan. Het leven van Pallieter is een schijnleven, de droom van een paljas, die zijn benen hoger durft gooien dan iedereen, omdat het slappe benen zijn, waarop geen mens kan staan. Ver van 't wezen van zijn persoonlikheid te ontdekken bij 't ontvluchten van de orde, vervalt hij in toevallige uiterlikheden, waardoor hij geen blik op het ware leven krijgt. Boven in de lucht orakelt de verblinde genieter: «Och, Thomas à Kempis, als g'in e vliegmachien had gezete, oe boekske had duzend kieren iens zoo schoen gewest!»

        
    Laten Timmermans' ruwe woorden u niet van de wijs brengen! Zijn volksliefde is maar een beau geste als het pilo buis van Hullebroeck, dat het Quartier latin is afgekeken; hij heeft een verfijnde smaak, dubbel verfijnd, omdat het voorwerp zo'n kontrast van grofheid is; hij lijkt een volleerd gastronoom, die op zijn tijd in de Neurenbergse herberg van Dürer zuurkool gaat proeven. De pastoor houdt zijn buik van 't lachen vast, wat een pastoor in ouwerwetse stijl eenmaal moet doen, maar de pastorie wordt heel kieskeurig uitgerust met een cel — Pallieter zegt zelfs met de virtuozen cello — ,waar in een bootje 's avonds «Beethoven, Wagner, Palestrina, Grieg» op gespeeld wordt. Niet kwaad sinjeur Pallieter, pardon meneer Timmermans, om tussen een paar rumoerige partijen weer even te bekomen. Een artiest houdt die rol van boer niet te lang achtereen vol. De pastoor heeft nog een biezonder herbarium en verstaat de kunst om voor Pallieter 's kornuiten vrome verzen zó zacht te laten uitklinken, «dat ze niemand had gehoord met de ooren, maar wel met 't hart».
         De fijnproever Pallieter bestelt in een heerlike omgeving een concert van «driftige spaansche dansen, weemoedige russische iederen, sterke zangen uit de bergen en slepende liederen uit de bretonsche vlakten». En zo doortrapt eclecties is zijn levensprogram, dat het in 't verkort Van Deyssel's ontwikkeling «van Zola naar Maeterlinck» vertoont. Het decor van 't boek is vernuftig ontworpen; de molen, waar een legende de jonge Rembrandt bezig droomde, wijst Timmermans aan de kleurverzadigde schilder Fransoo toe. Dat hij Pallieter laat bladeren in de bijbel van Mourentorf, is heel aardig, maar waarom vertaalt hij De Profundis in oud-Vlaams dan alleen voor een aristocraties archaïsme? Ook geeft de middeleeuwse spelling van de liedjes (2) een boekesmaak, die Pallieter dadelik zou wegspoelen, als hij die ooit waarachtig krijgen kon. Neen, dan vallen de prentjes naar de trant van houtsneden tussen de tekst beter in zijn kader.

    (2) De tweede druk zit vol drukfouten, waarvan er één al heel jammer de welluidendste regel van ’t renaissance 'Kerstlied verstoort met weten inplaats van wesen.

        
    Gedurig blinkt onder Pallieter's boerekiel het vest van een modern estheet, die een «walkurenrit» (titel van een hoofdstuk) met het Wagnermotief op de lippen uitvoert. In al zijn bedriegelike gedachteloosheid is hij overbewust, bekijkt het landschap als een schilder en 't leven als een dichter. Zelfs zijn Vlaamsigheid lijkt wat opgelegd : zijn paard heet Beiaard en zijn huis Reinaart, hij haalt Ruysbroeck en Gezelle aan en houdt volledig, zo niet stelselmatig, de landsgebruiken bij. Op de keper beschouwd valt Pallieter te signaleren als een Brusselaar op vacantie, die even ver van zijn volk als van de Kerk afstaat en daarom eindelik zijn zelfzucht uitviert in een wereldreis, omdat hij «overal en nieverans» wil wonen.

        
    Zo schijnt Timmermans beter kunstenaar dan Vlaming. «Bandeloos en liefdeloos», naar Paulus in één adem de heidenen noemt, is zijn held, waarvan 't natuurgevoel louter zelfzucht betekent. Hoe houdt Pallieter van Marieke? Die vraag is een oordeel. De schrijver legt zijn vrijbuiter allerlei citaten in de mond, maar blaast elke herinnering aan de katechismus uit zijn hoofd; en die beslissende keus maakt hem verantwoordelik. Hij weet wel beter en doet naar zijn zin — «'k Heb God gevoeld, mor 'k blijf toch mensch» —; hij kan een hoger wereld, die hem uit zoveel kerktorens overweldigt, onmogelik voorbijzien. En wat begint hij nu? Vloeken of vechten, met Saulus de hielen tegen de prikkels slaan? Wel neen, lachen alleen.
          Hij kan 't geloof evenmin missen als een koster; bidden doet hij wel zo goed als orgeldraaien; zingt de Heilsoldaat heilige woorden op vrolike wijzen, Pallieter keert het om, volstrekt niet kwaadaardig; want je kwaad maken is al te zwaar op de hand, och zó maar; hij wil leven en laten leven, knipoogt tegen O. L. Heer, zoals hij tegen iedereen durft, en noemt zijn Schepper «de Baas van hierboven». Zijn gezicht staat te bol voor uitgestreken plooien, alles zet zich in zijn verbeelding stoffelik en smakelik om, zodat hij aangedaan wordt «tot in het klokhuis van zijn ziel.»

        
    Is 't niet hopeloos om met iemand in zo'n roes te redeneren? Pas op! Pallieter zelf speelt op zijn manier voor filozoof en en theoloog, al is 't maar door te denken, dat de dingen onmogelik uit te denken zijn. Onder zijn grappen smokkelt hij meer dan één geloofsbelijdenis. «Zoo gaat het altijd voort en altijd rond, het eene maakt plaats voor het ander, en staat ge nu met uw tien geboden in het haar, of op uwen vinger te zuigen, de «waarom» komt ge toch niet te weten. — Mor da's niks, zei Pallieter, 't is schoen, en lot er ons de sijs van aflakke». Later vertelt Timmermans : «De wereld draait rond, hij draait mee en er is maar één verschil en dat is : dat hij van het draaien geniet.» Het leven om te genieten, daar komt het refrein op neer. Pallieter leest een hoofdstuk uit de H. Schrift, als 't hem lust bij wijze van poëzie, en zegt of doet meteen iets erg gemeens, waar hij evenveel trek in heeft.         
          Vlak na 'n walgelike godslastering op de Eucharistie, die bij zijn geregelde schending van Gods heilige naam misschien minder schokt, volgt een bladzij uit Gods Woord, dan komt een smulpartij en die episode sluit met de aanroeping: «O God! ’t Plezier is werral gedaan, geft er ons nog!...» Een processie of een gedicht, elke muziek en ieder landschap is een gelijke wellust voor Pallieter. «Wa veur nen uil kan er nog nor nen hemel verlangen, als hem zoo iet zie!» En om dan de verschoten Satansvlag ineens uit te halen, roept hij Parijs na: «De groete Pan is nog ni doed.»

        
    Is Pallieter dus per slot geen gevaarliker en verraderliker apostel van 't pantheïsme dan de Kleine Johannes? Gevaarliker, omdat het lustig leven van vlees en bloed boven een leer meesleept, en verraderliker, omdat de Vlaming zijn goedlachse lezers met grimassen ontwapent. Van 't begin af doet het heidens aan, heidens als een humanist. Bleef het Christendom maar van 't toneel! Maar hij doet zijn schandaaltjes bij voorkeur tegen de muur van de kerk. De godsdienst lost zich in vormen, niet eens van liturgie, maar van folklore op. Timmermans beschouwt het Katholicisme niets inniger dan een Amsterdams schilder, die van geen toeten of blazen weet, (3) de Larense Sint Jansprocessie. De diepte van al dat moois, dat hem een ogenblik verrukt, raakt hem geen zier. Pallieter zou in 't zonnig Algiers mogelik nog harder Allah meejuichen dan Alleluja in Vlaanderen. Intussen houdt de bandiet, die volgens de schrijver om de haverklap vloekt en nooit bidt dan hebberig, arme pelgrims de hoogste mystiek na! Is 't de vos, die de passie preken moet, dan is dat staaltje best; maar het maakt een indruk van wat anders.

    (3) Hoe Palestrina op een cel te strijken valt, mag Joost weten. Maar wat een reuzeflater begaat de schrijver, door de pastoor aan de pasgeboren drieling «het doopsel van begeerte» te laten geven!

        
    Iedereen herkent in Pallieter de familietrek van Uilenspiegel, de dolle duivel van de beeldstorm, die «Vive le Geus!» door zijn kunsten liet razen en met zijn sprongen niets bedoelde dan priesterhaat. Pallieter mest geen pater met hels overleg in een kooi vet, hij wandelt arm in arm met zijn pastoor. Het moet een kromme pastoor zijn, die zich geregeld om Pallieter «krom» lacht, zonder hem te bekeren of te beleren! De verhouding van Uilenspiegel tot de fanatieke ketterij, zo iets als het bondgenootschap van Ulrich met Luther, is geen minder raar monsterverbond dan 't verkeer van Pallieter met de pastorie. Maar bestaan van 't laatste geval ook geen historiese voorbeelden en lokten die 't andere niet uit?

    Er is om gespot, dat een boek als Pallieter overal ernstige beschouwingen opwekte. Feesten eindigen wel meer in gedachtewisseling; en dan brengt niets zoveel aan 't denken als het bonte leven, waarvan Timmermans ons in tintelende tinten een rauw stuk vertoont.

    ******



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Foto

    Archief per maand
  • 05-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 03-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 06-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 05-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 04-2009
  • 09-2008
  • 06-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 01-2006
  • 05-1982


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Over mijzelf
    Ik ben Mon Van den heuvel
    Ik ben een man en woon in Lier (België) en mijn beroep is op pensioen.
    Ik ben geboren op 19/06/1944 en ben nu dus 79 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Felix Timmermans - Geschiedenis van Lier in de ruimste zin genomen.

    Een interessant adres?

    Mijn favorieten websites
  • Thuispagina Louis Jacobs
  • Guido Gezelle
  • Ernest Claes Genootschap
  • Oscar Van Rompay
  • Felix Timmermans Genootschap
  • Schrijversgewijs
  • Kempens erfgoed

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!