Boek brengt onbekende facetten van Timmermans aan het licht.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit De Standaard van 7/7/1986 door Marcel Van Nieuwenborgh.
Ingrid van de Wijer retoucheert populair image van de Fé
Van het feit dat Felix Timmermans véél meer was dan de pijprokende, beeldrijke auteur, daarvan hoeft niet iedereen meer overtuigd te worden. Zelden is echter, om dit te staven, zoveel materiaal op deskundige wijze samengebracht als in het monumentale boek dat dr. Ingrid van de Wijer onder de titel "Al Mijn Dagen" heeft gepubliceerd.
Het helder en doordacht geschreven, schitterend verzorgd en biezonder gul door Den Gulden Engel uitgegeven werk, zag het licht op de vooravond van de honderdste verjaardag van de geboorte van Felix Timmermans. De voorstelling van "Al Mijn Dagen" gebeurde in de aanwezigheid van o.m. de graficus Anton Pieck, die met de Fé 67 jaar geleden reeds een aantal dagen heeft gesleten, de familie Timmermans en zeer vele vrienden.
Onder de sprekers : Anton van Wilderode, Marcel Janssens en Lia Timmermans.
Ingrid van de Wijer citeert in haar voorwoord tot het boek een regel van Mallarmé : "Au fond le monde est fait pour aboutir à un beau livre" De mooie wereld van Felix Timmermans is in Al Mijn Dagen dit mooie boek geworden. In december 1983 stelden de Erven Timmermans voor het eerst het werkkamer-archief van de auteur ter beschikking voor studie De germaniste dr. Ingrid van de Wijer, verbonden aan de afdeling Nederlandse Literatuur van de KU Leuven nam deze taak op zich, aangemoedigd door het Onderzoeksfonds van de universiteit. Bewust archief bleek een schatkamer te zijn : duizenden vellen papier illustreren de genese van een groot stuk van het oeuvre van de auteur, terwijl een aantal dagboekbladzijden ongekende facetten van Timmermans' persoonlijkheid onthullen of alleszins wat hieromtrent was vermoed bevestigen.
Het betreft heel wat onuitgegeven stukken die veelal uit de eerste jaren van deze eeuw dateren, werkmanuskripten van ongeveer alle grote boeken, van snippers "invallen" tot de definitieve versie, verbeterde drukproeven en herschrijvingen die (in tegenstelling tot wat veelal wordt gedacht) illustreren hoe de auteur op zijn teksten zwoegde, verspreide bijdragen, enz.
Van het onuitgegeven werk trokken vooral de dagboeken de aandacht van de onderzoekster. In het archief bleken dagboekaantekeningen bewaard te zijn gebleven die twee betekenisvolle periodes uit het leven de auteur bestrijken. Ze staan opgetekend in een cahiertje. Het betreft notities uit 1919 en 1924-25. uit een Haagse en een Lierse periode.
Ingrid van de Wijer bracht nu dit alles samen in een boek dat ze Al Mijn Dagen noemde naar de woorden van Timmermans zelf, die met betrekking tot wat hij aan aantekeningen had nagelaten schreef : "Daar liggen al mijn dagen, al mijn zoete en droeve herinneringen, mijn verdriet en mijn geluk."
Het boek is een archiefstudie geworden, met komplete inventaris van alle stukken, voorafgegaan door de wetenschappelijk geannoteerde editie van de dagboeken en dagboekfragmenten van de auteur. Dit alles rijkelijk geïllustreerd door ongekende foto's uit de familie-album. De studie van het archief vormt het tweede luik van het boekwerk, waarbij de uitgever er niet heeft tegen opgezien om een uitgebreide reeks reprodukties af te drukken van de interessantste archivalia. Zodat ook visueel het beeld wordt bewaard van een brok literatuurgeschiedenis die niet meer in originele vorm kan worden geraadpleegd.
Verrassend
Anton van Wilderode zei dat de lektuur van het ("met poëtisch inzicht en wetenschappelijke akribie geschreven en met ambachtelijk meesterschap gedrukt en uitgegeven") boek en de terugblik op Timmermans bij hem alleszins tot een aantal verrassende vaststellingen heeft geleid.
Timmermans was een groter schilder dan meestal wordt gedacht.
"Wat bij Chagall en Klee onvoorwaardelijk grote kunst heet", zei Van Wilderode, "wordt bij Felix Timmermans folkloristich geheten" Van Wilderode verwees o.m. naar een inderdaad verrukkelijke en vrij onbekend "zeezicht" van Timmermans (uit het bezit van de familie) dat door uitgever Smits van Den Gulden Engel, als aandenken aan de voorstelling van de monumentale Timmermans-uitgave, op een prent werd gereproduceerd
Ook in het boek staan een royaal aantal kleurenreprodukties van Timmermans' doeken.
Een tweede vaststelling van de jongste jaren heeft betrekking op de lezers van het werk van Timmermans. Deze blijken zijn gebleven (er zijn méér lezers trouw aan auteurs), maar hebben met zijn werk ook een persoonlijke, vriendschappelijke verhouding opgebouwd.
"Hij is méér dan een reputatie."
Uit de lektuur van de dagboeken komen volgens Van Wilderode een aantal minder gekende facetten van de persoonlijkheid van de auteur naar voor. Het beeld van de rustige, pijprokende Timmermans dient wel voor goed naar het rijk der legenden te worden gezonden. Hij was integendeel een uiterst werkzaam man en bij leven reeds een figuur met een Europese dimensie : Timmermans heeft voordrachten gehouden in 5 tot 6 Europese landen en voerde een ongewoon drukke korrespondentie.
De in Al Mijn Dagen opgenomen dagboeknotities leren ons wat een groot aantal brieven deze man heeft geschreven en met welk een nauwgezetheid hij zijn korrespondentie bleek te hebben afgehandeld. Even verrassend is het daarbij te vernemen dat de auteur zich bij al dat bezig zijn nooit aan zijn familiale verplichten ontrok.
Van Wilderode zei ook bij de lektuur van het boek nogmaals de gelijkenis te hebben kunnen vaststellen tussen de schrijver en zijn personages, en ten slotte onder de indruk te zijn gekomen van de manier waarop Timmermans op alles wat hij schreef' zwoegde ("Het gaat altijd zo gemakkelijk niet als boterperen eten.."), hoe hij tot op de laatste proef nog een en ander "hertoetste". "Ik schrijf per minuut." noteerde Timmermans ergens.
"Ik kan gelukkig zijn als een spin."
Prof Marcel Janssens behandelde in Antwerpen in zijn toespraak eveneens een weinig gekende laag van Timmermans' persoonlijkheid, namelijk "de innerlijke Timmermans" op wie Albert Westerlinck vele jaren geleden reeds de aandacht heeft gevestigd.
Zeer welsprekend handelde Marcel Janssens over de betekenisvolle stilte in Timmermans' werken om er ten slotte op te wijzen dat men in de auteur op een verrassende manier een voorloper van het ecologische denken kan aantreffen. Vooral de dichtbundel Adagio bekroont de kracht van de stilte, verzen die volgens Marcel Janssens "zijn geschreven met een pen in stilte gedoopt" De bundel werd zopas heruitgegeven door Den Gulden Engel, met in de rand meditaties van de Leuvense teoloog Herman Mertens, terwijl dezelfde uitgever in dit Timmermansjaar een herdruk verzorgde van het, al een tijdje niet meer vindbare, mooie Mijn Vader van Lia Timmermans. Het ziet er naar uit dat, benevens de magistrale en tegelijk hoogst leesbare studie Al Mijn Dagen van dr. van de Wijer, waar niemand die Timmermans van naderbij wil kennen nog rond kan lopen, ook deze boeken gretige afnemers zullen vinden. Zoals ook in amper anderhalve maand tijd, de zeer persoonlijke Timmermans-biografie De Goede Fè van Gaston Durnez (uitgeverij Grammens) kompleet is uitverkocht en reeds aan een herdruk toe is.
************
|