Herinneringen aan de schilder-tekenaar : Felix Timmermansxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Door : Mevr. Mia Couteele-Cappuyns. uit het tijdschrift van de VAB.
Telkens wanneer een Vlaams kunstenaar wordt gehuldigd, voelen wij ons, als stamgenoten, in zijn roem betrokken. Nu vooral, vermits het hier gaat over het werk van iemand, wiens wereldfaam voor Vlaanderen zulke grote betekenis heeft.
Daarom ook is er in ons een zachte ontroering, een piëteitsvol herdenken, een diepe bewondering voor al wat Meester Felix Timinermans ons geschonken heeft. ledereen kent zijn boeken met de plezierige en schone vignetten, maar het schilder- en tekenwerk, dat zo omvangrijk en zo belangwekkend is, moet veel meer onder de, ogen gebracht worden.
De Vlaamse Toeristenbond, het machtigste kultureel organisme van Vlaanderen, mag het zich tot een grote eer en een uitzonderlijke verdienste aanrekenen het eerst te hebben gedacht aan een tentoonstelling van Timmermans' schilder- en tekenwerk. Te Antwerpen was het een ware triomf : druk bezoek vanwege het publiek, keurige en verzorgde voorstelling van het werk. We hoorden toen de juiste beschouwingen van een Liers kunstschilder, Oskar van Rompay, vriend van Timmermans. Waar de kunstkritiek zo vaak wordt beoefend door buitenstaanders, die er enkel wat literatuur van maken, kregen wij aldaar de uitleg en de belichting van een oordeelkundig vakman. Deze interessante bijdrage tot de kennis van Timmermans' grafisch werk is gepubliceerd in het keurig boek van onze vriend Renaat Veremans, samen met een vijf en twintigtal reprodukties van de beste tekeningen en schilderijen, die nu hier tentoongesteld zijn.
Na Antwerpen en Lier komt dus Gent aan de beurt. Gent, de prachtige Vlaamse, stad, die in de geschiedenis van onze stam een hoofdrol speelt. Timmermans placht te vertellen dat hij in Vlaanderen zijn eerste voordracht- gaf niet te Lier, noch te Antwerpen, doch te Gent, in 1921 ! Het; is te voorzien dat de Gentenaars deze tentoonstelling ten volle zullen waarderen. Hier is werk te zien, dat tot nog toe onbekend bleef. Want Timmermans is volstrekt niet bij het anekdotische en folkloristische gebleven. Een gans ander facet van zijn kunst komt aan het licht : de tekeningen en schilderijen, welke hij voor eigen genoegen maakte. Duidelijk voelt men aan dat het met blijdschap en genot gedaan werd : de Zondagschilder heeft er zich, aan verkneukeld, omzeggens in hemdsmouwen, uit louter vreugd.
Enkele dezer schilderijen zagen wij een twintigtal jaren geleden geëxposeerd door de katholieke kunstenaarsgroep « De Pelgrim », waarvan Timmermans een der meest markante figuren was. De fonkelende kleuren, de eigenaardige composities, de godsdienstige wijding ervan, ontsnapten niet aan de Vlaamse elite.
De eigenschappen van Felix Timmermans, die hem zo; kwistig door Moeder Natuur waren meegegeven, lieten hem toe uit zijn rijke verbeelding, met vaardige hand, bijna alles met de lijntekening weer te geven, met een raakheid, een spontane schetsmatigheid, die verbazen. Ja, Timmermans was een geboren tekenaar en illustrator. De originaliteit, de verscheidenheid van de tekeningen, de charme en kleurenweelde der schilderijen zullen steeds de kunstminnaar blijven boeien.
In zijn zo gewaardeerde voordrachten, heeft hij aan zijn bewonderaars verteld hoe zijn jeugd en roeping geweest zijn. Wij weten allen hoe hij, vanaf zijn dertiende jaar reeds, bezeten was door het verlangen schilderijen te zien ; hoe hij vier negerkoppen van Rubens had nagetekend. Bovenal boeiden hem de befaamde Epinal-prenten, die hij op zijn manier natekende en interpreteerde, met hevige kleuren.
Op een herfstdag was hij met een kameraad aan 't hazelnootjes plukken in het Papegaaienbos. Intussen praatten de Jongens over schilderijen en over Antwerpen. Konden zij maar eens tot in het Museum geraken... De vriend had een tante in Antwerpen... een bierwagen schokte op de steenweg voorbij... Dat was genoeg !
De knapen gingen in de kettingen hangen en zo geraakten zij tot hun doel.
Wanneer de Jeugdige Felix kwam te staan vóór de schilderijen van Rubens ontgoochelden zij hem min of meer, Doch, wat verder hingen er Brueghels en zie... dat was het ! Zo, Juist zo, had hij het gedroomd ! Felix vond het buitengewoon zonderling dat er over zulke wereldschokkende dingen in de, school niet werd gesproken. HiJ stond voor de Brueghels met het warme gevoel dat hij vader en moeder terugvond.
Thuis was hij altijd aan het tekenen op randjes paier, op trouwbrieven, op het behang... Zijn brave ouders reklameerden niet, integendeel: tekenen was zeer goed. Voor de Lierse kant zijn er veel patronen nodig ; hun zoon zou die later kunnen tekenen! Zeker, Felix mocht naar de Tekenakademie gaan.
Zoveel jaren later, wanneer hij in Parijs en Italië komt, zoals hij het vertelt in «Naar waar de appelsienen groeien», denkt hij met weemoed terug aan de Apollo, de Hermes, de Venus, de Nike uit de Akademietijd, al die beelden die hij met zoveel geestdrift heeft nagetekend en waar de bestuurder zo schoon kon over spreken. Felix was een nauwgezet leerling, hij zou geen les overslaan...
Het is maar in de tijd van « De Schemeringen van den Dood » dat hij noch geschilderd, noch getekend heeft. Daaraan alleen herkent men dat Felix toen ziek was, want tekenen was zijn lust, zijn leven. Zelfs zijn handtekening was een beeldeke : kleine Gommaar vroeg hem altijd een schone trein te tekenen.
Felix schreef eenvoudig zijn naam, met bovenaan een sierlijke rookkrul.
En het was waarlijk een, trein !
Meermaals zegde Timmermans nog liever te schllderen dan te schrijven. Het is vooral na een verblijf in Nederland, dat hij rond 1920 aan grote olieverfdoeken begon. Wat bij onze Vlaamse primitieven en bij de moderne Fransen zo juist « les tons purs » genoemd wordt en wat door de Fauvisten met zoveel passie werd nagestreefd, die felle kleuren lagen ook in de gamma van Felix' palet, evenwel zonder dat hij zich iets aantrok van deze beweging. De intense gloed, die straalt uit het grote schilderij « De Drie Koningen », is waarlijk representatief voor die periode. « De Schone Processie », waar hij zo fier op was, werd aan de sympathieke Antwerpse vriend advokaat Emiel Schiltz verkocht voor 500 fr. Wat een vreugde ! Welk een eer ! Nu wist Timmermans dat het publiek zijn werk aanvaardde en waardeerde.
Wanneer hij met de wording van een boek bezig was, maakte hij altijd tekeningen in verband met het verhaal. Het was alsof het vertelsel voortvloeide uit de figuren en composities, uit de breedvoerige tekeningen, die, als vanzelf, zonder enige moeite, uit zijn levendige verbeelding te voorschijn traden.
's Zaterdags, als de marktdag Lier in geur en kleur zet, zag men aan een tafeltje van het cafe « Den Eiken Boom » een man zitten, met de pijp in de mond, de breedgerande deukhoed op het voorhoofd, de nieuwsgierige genietende ogen gericht op het marktplein. Timmermans gij hebt hem reeds herkend tekende maar, nu fleurige boerinnen, dan weer roze varkens met hun typische hoeders, of grappige eierboeren met korven, of kramers in volle doening. Die drukke wemeling inspireerde hem geweldig.
Voor de geboorte van elk kind maakte vader een groot schilderij. Voor de oudste, Lia, « De Drie Koningen ». « Het Land van Belofte », met de schone druiventros, was voor Clara. Voor Tonet, « Sint Franciskus met de Vogels » en Gommaar kreeg een statige « Processie ».
Voor zijn geliefde vrouw heeft Felix vanzelfsprekend heel wat doeken geborsteld, vooral Maria-afbeeldingen, als de Aankondiging des Engels, de Vlucht naar Egypte, O.L.Vrouw van Zeven Weeën enz.
Een der meest ingewikkelde akwarellen is wel de voorstelling van al de visioenen van Ruusbroec. Als opvatting heeft het iets weg van het « Lam Gods ».
Timmermans hield van dokumentatie als basis voor schilderwerk. « De Gulden Legende » lag steeds in zijn bereik. Hij vond erin de schone, oude verhalen over de levens der heiligen, die hij zo veelvuldig heeft afgebeeld :
St. Sebastiaan, St. Antonius, St. Franciscus,... .hoevelen zijn er niet !
Voor de nonnekens van St Camillus te Antwerpen schilderde hij de H. Rita.
Toch droegen de Driekoningen zijn voorkeur weg. Hun Oosterse pracht en praal, het grappig wezen van de zwarte koning Gaspar heeft hij dikwijis vastgelegd...
Tijdens de jongste oorlog zagen wij hem zelfs buiten staan schilderen en schetsen, in dikke duffelse |as gehuld, koude en sneeuw trotserend.
Wat al kleine portretjes, wat al schetsen van kennissen en karakteristieke Lierse figuren heeft hij niet gemaakt ! Overal had hij zijn schetsboek bij. Hier is het de typische kop van Jan Inniger, die hij ons opdist, daar Professor Carnoy met zijn eeuwige harmonikabroek enz...
En als folklore, de kleurige kalenders, die zo gewild waren, de grappige Liebig-plaatjes, de affiches, de geboorte- en huwelijksaankondigingen, de illustraties van «Wonderland».
Veel had hij er allemaal niet voor nodig. Geen atelier, geen grootscheeps gereedschap : enkele penselen in een Empire-melkpot, een schildersezeltje in de veranda, wat stukjes karton, enkele meter doek, een palet en wat verf...
Maar hij heeft met zijn sterke persoonlijkheid een tover over alle dingen gehangen... dadelijk zult U het zien.
Elke V.T.B.-er is wel eens in het schone stadje Lier geweest en ontmoette er Timmermans op wandel met zijn hond Dakko. Welnu, Dakko staat hier afgebeeld, zo realistisch dat gij hem als in levende lijve terugziet. De reisschetsen zullen U zeker bekoren : hier is het volks karakter totaal uitgebleven en staan wij voor artistiek werk van schoon allooi.
De uitgesproken religieuze richting in bijna al het schilderwerk zult U eveneens vaststellen. Felix was diepgelovig, de Godsgedachte beheerste zijn leven ; trouwens zijn mild en zacht karakter lokte hem in die richting. Er is vroeger veel geschreven rond het geval Servaes. Welnu, hier zijn een paar ontwerpen voor staties van de H. Knuisweg, die zeker zó aangrijpend, zó getormenteerd en vol desolatie zijn, als bij Servaes.
Maar, genoeg woorden... Kijken wij liever, drinken wij aan de jeugdige en frisse bron, genieten wij, verzadigen wij ons aan het heerlijk werk van onze dierbare vriend en roemvolle stamgenoot Felix Timmermans... doch niet, vooraleer wij hier uit ganser harte een warme hulde hebben gebracht aan mevrouw Felix Timmermans, in het hele gebied van de Nederlandse kultuur gekend en geliefd als « Marieke ».
**************
|