Prettige nevengenoegens vormden natuurlijk de contacten die na een optreden werden gelegd met de plaatselijke bevolking : je werd immers te slapen gelegd bij vrijwilligers onder de toeschouwers, met lange, vermoeiende nachtelijke babbels en bed and breakfast zouden we nu zeggen. s Anderendaags zaten we dan op te scheppen over onze gastheren en hun dochters, tenzij we zonder dochters pech hadden. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
En waren er bij die Gastgeber aan huis ook dochters geweest, dan schreef ik daar na terugkeer in het thuisland altijd wel in het Duits een eenmalig dankschrijven naar, met weer een tegenbericht vanuit Duitsland (Duitse dames, zo kort na de oorlog, waren romantische zielen). Ik was op ieder van hen altijd één dag verliefd. En ik leerde Duits bij!
Op een bepaald ogenblik, vanaf 63-64, waren we met twee groepen tegelijk op gang, en vanaf 1966 zelfs met drie groepen. Heel Duitsland werd dan wekenlang ondergetoneeld! Het werden steeds langere tournees.
En dus werd Nieuwjaar ergens in Duitsland gevierd tussen twee opvoeringen in. In 63-64 kwamen zelfs bereidwillige kokkinnen vanuit Vlaanderen naar Duitsland (in Wieden) om ons met Nieuwjaar te verwennen.
Maar meestal trokken we zelf ons plan: Und dann haben wir viele Leute gemacht en mekaar met nieuwjaarscadeautjes bedacht. Stel je dus die bende jonge mensen voor, die allemaal Nieuwjaar in Duitsland vierden i.p.v. thuis in de familiekring,.
Met als resultaat dat ik zelf dus zo een een dikke tien jaar (van de 19) op zn Timmermans Kerstmis en Nieuwjaar in Duitsland heb doorgebracht. - Mijn ouders hebben dat nooit beknibbeld.
Maar dan een dramatische bijzonderheid. Op 8 maart 1962 wordt Jos Vloeberghs in Leipzig (Ostzone - DDR), samen met andere medewerkers (niet-Kerstgezellen) door de SSD opgepakt, omdat zij (ht is de tijd van de Muur) poogden Oost-Duitse Flüchtlinge naar het Westen te smokkelen.
Jos wordt op 11 oktober 1962 in Hohenschönhausen in Brandenburg tot vier jaar tuchthuis veroordeeld. Enkele Kerstgezellen hebben op het ogenblik dat er tunnels werden gegraven onder de muur, actief meegeholpen aan die mensensmokkelarij (met passen die van bij ons werden doorgespeeld en in Berlijn werden vervalst).
Ook mijn internationale pas kwam ginder in Oost-Berlijn terecht, maar die ontsnappingspoging met op mijn pas de foto van een Oost-Duitse dame is uiteindelijk niet doorgegaan, maar haar foto bezit ik nog altijd.
Toen de muur dichtging, waren wij als buitenlanders nog ongehinderd langs Checkpoint Charlie naar Oost-Berlijn kunnen gaan om er bij een familie aan huis ongehinderd de papieren te halen van een Oost-Duits meisje (Heide Gemmel) dat zich op dat ogenblijk toevallig in Wachtebeke bevond (enkele weken geleden overleden). Die Oost-Duitse Vopos waren ambetanterikken; ze wantrouwden hun eigen bevolking en terecht : ze vielen bv. binnen in een huis, zetten plots de radio op en hoorden hoe Oost-Duitsers naar de Westerse zenders hadden zitten luisteren. Of ze plaatsten een potloodstreepje op onze pas en als we dan van Ost-Berlin terug naar West-Berlin trokken, controleerden ze of het streepje wel op onze pas stond en die pas dus niet voor een ontsnapping was gebruikt.
De Jos zou na 1 ½ jaar vrijkomen, na uitwisseling tegen aardappelen, zegt men. Dat zijn natuurlijk nonsens. Ene Dr. Vogel moet daar een belangrijke rol in hebben gespeeld.
Wij hebben dat jaar intussen zelf de volgende tournee geleid, mede geïnspireerd door Jos (die vanuit gevangenschap in Leipzig in het Duits zeer uitvoerige onderrichtingen aan ons mocht doorsturen).
Denk maar niet dat de Kerstgezellen in de rest van het jaar en van de jaren hun tijd verlummelden :
1. In november 1963 hebben we in Huize Schemelbert in Liezele én de terugkeer van Jos Vloeberghs uit gevangenschap én het tienjarig bestaan van de Kerstgezellen gevierd.
2. In november 1964 werd in Knokke-aan-Zee onze Frodorf-Stiftung boven de doopvont gehouden. Met een zestigtal jonge mensen van de Bouworde (allemaal jonge Vlaamse collegestudentjes) hebben we enkele jaren met onze Frodorp-Stichting geijverd voor een Kinderdorp, en hebben daartoe tijdens de zomervakantie gewerkt aan de ombouw van een molen in Labbeck (niet ver van Xanten aan de Rijn).
Het project is spijtig genoeg uiteindelijk wel mislukt (het ging te traag voor de Duitsers die betaalden ons de afkoopsom voor de molen terug en ze hebben later een andere bestemming voor de molen voorzien, terwijl een andere bevoegde instantie ons Kinderdorp-project heeft overgenomen).
3. Gedurende heel wat jaren hebben we ons dan op een andere manier om kinderen bekommerd. Tijdens de derde tournee hadden we in Berlijn al eens een bende vluchtelingenkinderen meegenomen om die dan in België een verblijfperiode te bezorgen; sommigen belandden in Montignies-le-Tilleul, waar Jos Vloeberghs een tijdje kapelaan is geweest: die hebben daar dan zelfs hun Eerste Communie gedaan.
Bovendien hebben we met een Kinderactie in de zomervakanties aan honderden Duitse vluchtelingenkinderen een verblijf bij Vlaamse families bezorgd (eerst in 1956, en daarna van 1959 tot en met 1964). Berlijnse begeleiders brachten hen per trein naar Vlaanderen Kerstgezellen zorgden twee maand later voor de terugbegeleiding per trein naar Berlijn !
4. Of we organiseerden een zomertournee voor de dansgroep der Blomberger Wippsterze (in 1962 in Mechelen en in het Ursulinenklooster in O.-L.-V.-Waver).
5. Of we organiseerden zomertournees in Duitsland, in samenwerking met groepen die we onder onze hoede namen, tot in Berlijn:
a. de vlaggenzwaaiers van volksdansgroep De Kegelaer;
b. de bekende Fro-groep van Dendermonde (Symphonie in Grün);
c. de groep Tijl van Neerpelt (allemaal groots, spetterend, muzikaal, expressief en inspannend);
d. op het einde werd ook nog het koor Laetare Musica (Herk-d-Stad) o.l.v. de toen nog niet overleden Juliaan Wilmots gepatroneerd (die zongen voor de kerk van Ingelfingen en voor ons Kinderdorp, wat een 25.000 oude Belgische franken opbracht).
6. Of Jos bracht Duitse jongerengroepen naar België om er hier her en der mee op te treden (tot zelfs bij mij op de normaalschool in Mechelen). (Elke keer dat hij me opbelde, schrok ik weer, want dan vroeg hij me weer een andere opvoering mee te helpen organiseren).
We hadden zelfs een tijdschrift STER , waarvan er weliswaar maar enkele nummers zijn verschenen, met bv. ook praktische tips i.v.m. ons toneelmateriaal, of met een overzicht van Duitse krantenknipsels, of met nuttige herinneringen.
Recentelijk hebben Kerstgezellen opnieuw voor prettige en overzichtelijke publicaties gezorgd, die de band onder de oud-Kerstgezellen verstevigen.
En weet maar, dat de kerstgezellen voor hun prestaties werden beloond met een DFWG-ster + bijhorende oorkonde: in brons na 20 opvoeringen, in zilver na 35 opvoeringen (en je werd lid van het Kapittel), en in goud na 50 opvoeringen of prestaties (en dan werd je lid van de Seniorenraad).
Met de daarbij horende triomfalistische melodie: Weihnachtsgesell ! Hörst du klingen den Ruf // einer zwingenden göttlichen Liebe ? // Stolz tragen wir dieses neuen Gebots // das Gepräge ins Herz uns getrieben. // Weihnachtsgesell, schau da winkt wieder hell // unser Stern aus dem Ost uns entgegen
We speelden Timmermans tot in 1971:
- maar er waren de hoge onkosten;
- er was nu de concurrentie van de beroepstheaters;
- en na een tv-opname in Mainz van ons toneelstuk, die op gewestelijke zenders daarna meermaals vertoond werd, waren de Kerstgezellen zó bekend, dat de goegemeente in Duitsland her en der niet meer warm te maken was voor nog verdere optredens van de Kerstgezellen.
- M.a.w. : er was een verzadigingspunt en Schlusz dus!
Maar Jos zelf bleef na onze tournees nog jaaaarenlang actief :
- Jos kon in zijn bekeringsijver vroeger al nooit stilzitten: er was bv. zijn interesse voor het Marialegioen van Kardinaal Suenens zaliger (dat we overigens in Duitsland, bij de bisschop van Fulda, ooit nog zijn gaan stichten).
Maar ook na de toneeltournees haalde hij jongerengroepen uit de Oostelijke landen naar Vlaanderen.
En er was zijn actieve medewerking in de Leuvense Benedictijnerabdij Keizersberg aan Sloskania, als fan van de Letse monseigneur Boleslas Sloskans (1893-1981), een man van gebed, lofprijzing en smeekbede, symbool van de vervolgde kerk (zie verder op Google).
Vandaar ook zijn jaarlijkse hulpkonvooien naar Baltische Staten!
Gaandeweg is zijn lichamelijke conditie afgenomen tot hij anderhalf jaar geleden fysisch volledig opgebrand is overleden in een rusthuis. De Jos heeft nu de tijd gevonden om in het hiernamaals van een oververdiende rust te genieten.
Ik heb van Jos Timmermans, zoals ik hem nu wel mag noemen, véél correspondentie bewaard, heelder velletjes, soms handgeschreven, maar vooral getypt, en die ik wel eens herlees.
Meestal begon hij met een uitvoerig ernstig godsdienstig woordje, altijd het overwegen waard, om dan over te schakelen naar praktische organisatietips en vragen. (Hij was dan zelf aan het werk, in het buitenland of toch ver van hier.) Dat was voor mij soms wel wat belastend, want ofwel was ik intussen nog aan het studeren, ofwel zat ik in het leger, ofwel was ik al les aan het geven in de Mechelse Normaalschool, ofwel was ik al gehuwd.
Uit een lijvige getypte brief (5 bladzijden !!) in de advent van het kerstfeest 1954 citeer ik :
De mens bezit het voorrecht van de diepe drang in hem om er voor-de-anderen te zijn, het voorrecht van hogere liefde en vriendschap, van een streven naar iets dat buiten ons ligt.
En verder: Onze naam Flämische Weihnachtsgesellen houdt een levensprogram in: we moeten het getrouw uitvoeren, de Blijde Boodschap van een vernieuwd leven brengen. Duizenden mensen ginds verwachten ons, verwachten dat van ons
.
En er zijn ter herinnering de hon-der-den fotos in de talrijke fotoalbums (nu bij collegas in bewaring).
Twee jaar geleden, begin 2010, hebben we dan met de restanten van de Kerstgezellen nog een geleid bezoek aan Lier gebracht: de stichter en inspirator van de Kerstgezellen was toen qua gezondheid al lang in de problemen geraakt, en ook ik moest toen verstek geven, want ik lag in t Ziekenhuis.
De Kerstgezellen maakten toen kennis met Het Moment op de Markt en vertrokken aan het C.C. De Mol voor de wandeling Schoon Lier o.l.v. Walter / Wim Boschmans, langs de Neteboorden, de Begijnenbeemd, het Begijnhof (waar de Fé schilderde /tekende), werden er herinnerd aan Juffrouw Symforosa, Begijntje, met haar zeer schone uren, passeerden langs het Piepenolleke, de Grachtkant, de Begijnhofkerk, de Kalvarieberg, de Marollen, de Zimmertoren, het Belfort en t Cleyn Paradijs. Het heeft ons deugd gedaan.
De Fé is immers voor ons allen levenslang een onmisbare en inspirerende gezel geweest en we zijn fier, dat we hem in Duitse regionen nog beter hebben bekend gemaakt!
Voor al die jonge mensen die het in Duitsland hebben meegemaakt, was het een onvergetelijke fase in hun vorig leven, of ze nu toneelspelers dan wel de zo noodzakelijke technici, de onmisbare hulpjes onder en achter de schermen, en vaak allebei samen, zijn geweest !!
Het bekende Gebed van de Toneelspeler (van ene Maurice Venquier, pr. , overleden in 1951) heeft voor ons daarbij altijd een rol gespeeld. Ik citeer: Heer Jezus, Gij die zozeer hebt gehouden van fabels en ons steeds weer in parabels hebt onderwezen, U dragen wij met kinderlijk eerbetoon ons spel van vandaag en van elke dag op en ook zijn lange voorbereiding.
En verder : Laat het goed zijn ter Uwer eer; en tevens zo, dat zij die ernaar luisteren of ernaar kijken, er iets in mogen vinden voor hun zieleheil - Geef ons de genade er geen zelfvoldoening in te zoeken, noch streling voor onze ijdelheid.
Intussen zijn er nu al heel wat oud-Kerstgezellen-toneelspelers overleden! We willen met hen verbonden blijven, want ze vertolken nu hun ware rol midden de pracht van de hemelse decors.
En das dan de beknopte geschiedenis van de Kerstgezellen. = Een gewoon toneelgezelschap speelt jarenlang met dezelfde bezetting verschillende toneelstukken. Maar wij speelden een kleine twintig jaar met van jaar tot jaar telkens een verschillende bezetting telkens hetzelfde toneelstuk. Duitsland én Felix Timmermans én wijzelf zijn er toch zéér goed bij gevaren.
En ikke heb in de voorbije weken van Timmermans nog wat herlezen. Eigenlijk moet je die verhalen in de klas blijven herlezen en vooral voorlezen. Bv. het begin van Minneke Poes, of van Het hovenierken Gods, maar zeker van De Driekoningentriptiek. En zo zijn we weer vertrokken met een nieuwe generatie leerlingen.
Van de Kerstgezellen mag worden gezegd, dat ze zeker en vast hun best hebben gedaan. Wat wij jullie en de Kring toewensen? Dat er uit die nagelaten schatkamer van de Fé in de komende jaren nog méér manuscripten en bruikbare herinneringen zouden opduiken! Er zíjn daarover al honderden artikelen geschreven. Maar deze FT-kring zou er vérder goed bij varen, dat er nog weer nieuwe gegevens worden gepubliceerd!
***********
|