Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
30-04-2025
30 april 2025 Ossendrecht - Kapellenbos (Martinusroute)
De wandeling. Als inwoner van Halle meen ik terecht trots te mogen zijn op onze basiliek waar jaarlijks (tien?)duizenden bedevaarders de voorspraak van Maria komen afsmeken, en toch… De basiliek is een Sint-Martinusbasiliek en laat dat nu misschien de reden zijn om de Martinusroute aan te pakken, ook al komt die zelfs niet in de buurt en al volgt ze veelal bestaande GR-paden. Die route is eigenlijk een combinatie van 4 routes doorheen grote delen van Europa (én erkend door de Raad van Europa) die allemaal in Tours eindigen: twee uit Hongarije, één uit Zaragoza en één uit Utrecht. Het is die laatste die ons vandaag bezig zal houden. De beschrijving in de topogids begint in Bergen op Zoom, maar wij stappen van Ossendrecht naar Kapellen(bos) langs een route die toch wel grondig verschilt van de tocht die we in 2022 ondernamen tussen Ossendrecht en Kapellen, langs de Via Brabantica. De wandeling bleek 20 à 21 km lang te zijn en dat is ruim 2 km meer dan wat ik thuis berekend had, vooral door de omweg rond Fort Ertbrand: ziekaartje. Rond het Fort van Ertbrand maakt de GR nu een erg lange lus en dat was me ontgaan bij de voorbereiding van de tocht. Om tegenwoordig zeker te zijn dat je de juiste route kent, moet je nu al over 2 topogidsen beschikken en op de sites voor de 2 routes naar wijzigingen speuren…Gelukkig viel de route met een TWQ van 77% erg goed mee: het gaat van paadjes door de velden - al dan niet met een schattige naam (ziefoto's), tot boswegen en bosweggetjes, vaak ook langs de Antitankgracht. Alleen het einde viel wat tegen: villawijken zijn nooit interessant, maar dat kon de pret van de Brabantse Wal, de Mastenbossen en het Fort Erbrandt niet bederven.
Het weer. Wat cirrus en erg warm (26°).
De stafkaarten. 07/3-4 Kalmthout (2017) - met het Nederlandse deel, en 07/7-8 Brasschaat (2017)
Hoe we er geraakten. Ooit hebben we Ossendrecht bereikt met 2 bussen maar sinds de Nederlanders ook vinden dat het openbaar vervoer er in de eerste plaats is om erop te besparen, zouden we al 3 bussen nodig hebben, met een precaire overstap in volle baan. Ossendrecht wordt namelijk niet meer bediend vanuit Stabroek en dat verplicht de brave reiziger om op een overstap te rekenen van bus 106 naar 105. We hebben die ooit wel gehaald, maar er lag nogal wat afstand tussen de overstaphaltes. En dus reizen we nu met de trein naar Bergen-op-Zoom, waar we bus 105 kunnen nemen, zonder overstap. Vier treinen en één bus: het is niet alledaags. De terugrit tekent zich gelukkig eenvoudiger af: een korte rit met de 67 van Kapellen(bos) naar Kapellen en dan naar Brussel en Halle.
Een beetje geschiedenis. Ik heb deze keer alleen maar wat gegrasduind in de gegevens waarover ik kon beschikken. Ik zal niet ingaan op de geschiedenis van de NMBS-halte Kapellenbos, die in 1994 definitief verdween, nadat ze in 1984 wel het IC-IR-plan overleefd had. In de jaren 1950 reed er een aanvullende bus van de NMBS tussen Brasschaat en Nieuwmoer, maar de echte voorloper van de lijn die we vandaag uit Kapellen(bos) namen, vond ik terug in tabel 624 (1964), (later 628) met een dienstregeling Antwerpen - Nieuwmoer - Essen. Het lijnnummer 67 is vandaag nog altijd van toepassing. In eerste instantie ging het om een lijn Antwerpen - Essen, maar het traject werd later ingekort tot Essen - Kapellen. De 67 bleef wel in gebruik, zij het tijdelijk als 67.0 en later als 670. Tegenwoordig is het opnieuw gewoon 67, met één rit tot Merksem.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3657 (S FLV)
08:06 08:24
+6
08201 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Essen
2007 (IC FES)
08:50 10:13
+3
1813 (FSD) - 61004 (FCL)
M6
controle: J
Essen - Roosendaal
2559 (S RSD)
10:31 10:38
stipt
816 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Roosendaal - Bergen op Zoom
2324 (IC Vs)
11:03 11:12
stipt
9430
VIRMm1
controle: N
Bergen op Zoom - Ossendrecht
[105] (Ossendrecht)
11:26 11:53
stipt
ab8971
VDL Citea LLE-120
-
Kapellenbos - Kapellen
[67] (Kapellen)
17:22 17:29
+17
ab1122-46
Scania Citywide LE
De Polder
Kapellen - Brussel-Noord
2040 (IC FCR)
18:05 19:00
+8
1903 (NK) - 61053 (FCL)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3690 (S FBC)
19:23 19:52
+20
08182 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Het begon al meteen met 20 minuten vertraging van IC 3407 door een storing tussen Binche en La Louvière. "Gelukkig" reed de stoptrein S3657 met vertraging, zodat we die nog konden nemen. (De 3407 zal later trouwens afgeschaft worden tussen Herentals en Turnhout.) IC 2007 lijkt het eerst wel goed te zullen doen, maar vlak voor Mechelen staan we lang stil: de score is +10 bij vertrek uit Mechelen. En toch zal de vertraging nog teruglopen tot +3 bij aankomst in Essen. Het aansluitende vierledige stel brengt ons vlot naar Roosendaal. Op het Nederlandse net zijn er op dat moment twee gevallen van aanrijdingen, maar onze IC naar Vlissingen ondervindt geen hinder.
Het busstation van Bergen op Zoom beschikt over 4 perrons. Betalen met een creditkaart kan, voor één reiziger. De andere moet een biljet enkele rit nemen. Gelukkig heeft mijn vrouw ook een mastercard. Zo een regeling: de invloed van België lijkt zich ver uit te strekken. Maar de rit verloopt vlot.
Dat kan niet gezegd worden van de terugrit. De bus van lijn 67 rijdt eerst zo goed als op tijd, maar plots begint die vertraging te maken. Ik probeer met Haltelink uit te vissen wat er aan de hand kan zijn; de bus maakt eigenaardige manoeuvres in Kalmthout, het lijkt wel alsof de chauffeur zich vergist heeft. Uiteindelijk stappen we uit in Kapellen Dorp met 17 minuten vertraging! En ja, aan de halte Golflei hangen geen halteborden. (Lucas 14: 28 Als iemand van u een toren wil bouwen, zal hij er dan niet eerst voor gaan zitten om een begroting te maken of hij wel genoeg bezit om hem te voltooien? )
Geen tijd dus om nog even de innerlijke mens te versterken in De Nieuwe Bareel. IC 2040 rijdt vlot naar Brussel, in Schaarbeek komt hij zelfs nog even te vroeg door. Maar met onze aansluitende treinen blijkt het toch allemaal flink in het honderd te lopen. Met 8 minuten vertraging bij aankomst in Brussel-Noord kunnen we de aansluiting met S 2290 naar Geraardsbergen wel vergeten. Voor de NMBS (en Infrabel) is het natuurlijk wel handig om de problemen op de afgerukte bovenleiding op lijn 50 te steken, maar IC 1740 heeft al sinds Diest veel vertraging (gestoorde overweg) en IC 3440 is in Turnhout al met een pak vertraging vertrokken; in dat laatste geval zijn personen op het spoor de vermoedelijke oorzaak. Overigens lijken er op een bepaald moment op 6 plaatsen tegelijk personen op het spoor te lopen. De enige trein zonder vertraging naar Halle is S 3690, maar dat zal anders uitdraaien dan verwacht. Door de NZV rijden kost al 12 minuten vertraging (we schuiven 3 keer aan voor we in Brussel-Centraal belanden), maar we moeten later ook nog voorrang geven aan IC 1740 en IC 3440. Uiteindelijk arriveren we in Halle met 20 minuten vertraging, 37 minuten later dan voorzien. Het was me de avondspits wel in en om Brussel (en ver daarbuiten). Als zoiets je 's morgens overkomt, kun je maar beter een alternatief bedenken.
De treinlectuur. David GROSSMAN, De glimlach van het lam. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
Inspectieteams mogen voortaan weer onverwacht binnenvallen in klassen en scholen. Die dames en heren zien zichzelf niet meer voor de klas staan (waarom toch?) en zijn zelf verantwoordelijk voor de teleurgang van ons onderwijs door hun hoogst geïnspireerde pedagogische inzichten, maar ze zullen het wel eens komen vertellen, om de zoveel jaar iets anders, maar altijd met veel nadruk op hun goede bedoelingen…
Uitgedrukt… Daar is geen rechte kant aan te krijgen… Met hem of haar valt niets aan te vangen, is geen land te bezeilen… (verklaring uit Guuëks 2, van Frans Peetermans
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Gouvy heeft in samenwerking met het NGI een wandelkaart uitgegeven met niet minder dan 36 lussen in alle deelgemeenten van het uitgestrekte grondgebied. We trekken naar Baclain, waar we wandeling 28 zullen volgen: Les Masotais. Die Masotais (vaker met dubbele s) zijn kleine, kabouterachtige en vrij kwaadaardige wezentjes en we zijn er inderdaad onderweg ook wel wat tegengekomen, zij het dan alleen op schildjes die blijkbaar voor een aanvullende bewegwijzering zorgen voor een wandeling die voor de rest goed te volgen is dankzij rode rechthoeken, die oordeelkundig zijn aangebracht. De wandeling is net geen 8 km lang, de TWQ bedraagt 71%, hoofdzakelijk mooie boswegen, die er na de recente regen al vrij modderig bij lagen. Gelukkig bezorgen de olifanten in die gevallen voor alternatieve paadjes. En wie wil genieten van weidse vergezichten over prachtig golvende weiden, moet zeker zijn kans wagen in Baclain.Kaart.
We kruisten de Ruisseau du Wé de Halleux drie keer! Elke ontmoeting was een verademing.
Buiten het bos werden we getrakteerd op adembenemende panorama's.
In juli 2022 stapten we vanuit Cherain en passeerden zo ook in Baclain. Drie jaar later stond dezelfde bus weer op krek dezelfde plaats!
De stafkaarten. 55/7-8 Odeigne (2017) - 56/5-6 Gouvy (2017)
Hoe we er geraakten. Dit was nog eens een echte expeditie met het OV en als we die dag niet hopeloos in de knoei wilden geraken, moesten we de bus van lijn 89 om 10:36 in Gouvy kunnen nemen. Gouvy is nu wel al enkele jaren om het uur bereikbaar, maar verder gaat het absoluut niet frequent met de bus. En dus bouwen we - ondanks het vroege uur - toch reserve in: ik vind de aansluiting van de IC uit Oostende naar de IC naar Luxemburg absoluut onbetrouwbaar en om het nog erger te maken wordt die alleen maar verzekerd als de vertraging minder is dan 5 minuten. En dus verkiezen we de IC naar Welkenraedt boven die naar Eupen. Voor de terugrit ligt het eenvoudiger, al houden we ook nu rekening met een eventuele vertraging van de IC uit Luxemburg bij aankomst in Liège-Guillemins. Maar de gevolgen daarvan zijn futiel…
Een beetje geschiedenis. We stapten in 2022 al in Cherain en toen kwamen ookde gebruikte buslijnenter sprake. Wel even doorscrollen naar onder tot Cherain.
Toch nog even de focus op lijn 89. Dit is een relatief jonge lijn, want ze kwam er pas op 09.01.1995. Ze werd toen nog als bus express geafficheerd, maar ondertussen is ze gewoon een directe lijn die alleen stopt aan de haltes in de dienstregeling. In wezen is er maar één belangrijke wijziging sinds 1995: toen reden alle bussen langs het station van Gouvy, dt is nu niet meer voor alle ritten het geval: in de richting Vielsalm blijft er zelfs maar één rit meer over die het station van Gouvy bedient.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3205 (IC FDR)
07:02 07:14
+1
76033 (FML) - 73040 (FML)
M7
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0406 (IC GWK)
07:28 08:31
+1
1881 (NK) - 61073 (LK)
M6
controle: J
Liège-Guillemins - Gouvy
5309 (IC lux)
09:07 10:21
+4
08537 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Gouvy - Baclain
[89] (Bastogne)
10:36 10:47
+2
ab4516
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
-
Baclain - Vielsalm
[89] (Vielsalm)
13:12 13:30
-1
ab4516
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
Vielsalm - Liège-Guillemins
5334 (IC FL)
13:52 14:55
stipt
08537 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0537 (IC FSD)
15:02 15:51
+3
1857 (FSD) - 73030 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1937 (IC FTY)
16:01 16:24
+8
1833 (FSD) - 61061 (FBMZ)
M6
controle: N
En wat we beleefden. Het ziet er eigenlijk al meteen onheilspellend uit: de werken op lijn 43 tussen Rivage en Angleur duren langer dan voorzien en dus wordt het gokken dat dit probleem toch snel opgelost raakt. Er is trouwens nog een tweede probleem in het Luikse: tussen Guillemins en Saint-Lambert ligt het verkeer stil, door een tussenkomst van de ordediensten. Volgens L'avenir is er brand uitgebroken in een trein en dus rijden er geen treinen tussen Guillemins en Saint-Lambert. We vertrekken met een bang hartje, maar uiteindelijk zal het allemaal nog meevallen. IC 3205 en 406 rijden zo goed als stipt en dan wordt het afwachten hoe het zit met IC 5309. De normale toestand op lijn 43 is ondertussen hersteld, maar in Liège kunnen we nog veel vertragingen optekenen richting Herstal en verder. IC 5328 die onze IC 5309 wordt, heeft wel wat vertraging, maar erg omineus ziet het er niet uit. Alleszins minder dan wat je uit de aankondigingen kunt afleiden: "onze" trein staat aangekondigd als die van 8:07, pertinent fout, en ook de werken lijken nog niet beëindigd, al zijn ze allang verdwenen uit de app. Doordat de sporen wat langer bezet blijven, moet onze IC binnenkomen op bezet spoor en ja, dat veroorzaakt bijkomende vertraging. We zullen uiteindelijk met "maar" 4 minuten vertrekken en er is dus zeker nog geen man overboord. In Aywaille is het wel wachten op een tegemoetkomende IC met meer dan 20 minuten vertraging. Onze vertraging was ondertussen geslonken tot 1 minuut, maar nu tekenen we weer 5 minuten op. Als we in Gouvy op de bus staan te wachten, merken we dat een bus van lijn 163c ongeveer gelijk met de onze naar Bastogne zal vertrekken, maar voor ons is de enige bruikbare de 89. Overigens, in Gouvy lijkt nooit wat te veranderen, zelfs Aribus functioneert hier nog! Die bus van lijn 89 is een van de ritten die ook het station van Gouvy bedienen. Voor ons is dat al enkele keren erg handig geweest. Het is een directe bus, die al bestond lang voor de TEC met expressbussen uitpakte. Dat is een subtiel verschil: deze direct, noch de bekendere expressbussen bedienen ver van alle halten, maar er is wel een tariefverschil: voor de express betaal je meer. De bus rijdt met enkele minuten vertraging, en er is niet zoveel tijd tussen aankomst en vertrek terug in Baclain, maar het zal toch wel lukken.
De terugrit gebeurt ook met een 89, maar deze rijdt niet langs Gouvy. Dat zorgt meteen voor een complexe halte-inplanting, maar met de middelen van tegenwoordig is dat geen probleem. Overigens hangt aan het haltebord een duidelijke dienstregeling. Hoe anders zou dit zo vele jaren geleden geweest zijn met de rood-witte haltebordjes? Deze bus bedient het vluchtelingenasiel van Courtil. Lang geleden was dit een legerdomein maar nu zijn de instappers uitsluitend vluchtelingen die de desolaatheid van het kamp van Courtil willen ontvluchten en daarvoor maar enkele keren per dag gebruik kunnen maken van deze buslijn.
Veel valt er over de terugreis niet te vertellen: in Vielsalm zijn er veel reizigers: de meeste mensen die in Courtil in de bus gestapt zijn en een groep leerlingen met leraars die deze laatste dag voor hun vakantie gevuld gekregen hebben. We komen stipt in Liège aan en bereiken tegelijk met de IC naar Oostende perron 2. Eenmaal in de trein roept een tbg om dat er achteraan de trein nog veel vrije zitplaatsen zijn. En een bedelaar die ons papieren zakdoekjes wil aansmeren, zorgt voor wat afwisseling tussen Leuven en Brussel-Noord. Zijn modus operandi doet me terugdenken aan een novelle van Cyriel Buysse die ik jaren na elkaar voorgelezen en besproken heb in het 4de jaar humaniora. Peetje Raes staat aan het hoofd van een bedelbende maar in plaats van te bedelen, bidden ze voor de inwoners van de huizen waar ze aankloppen. Niet ingaan op het gebed zou wel eens een vloek over hen kunnen afroepen en dus werd er mild geschonken. Ook deze bedelaar heeft een afbeelding van het Heilig Hart van Jezus op zijn begeleidende briefje, maar in deze geseculariseerde wereld komt er nog nauwelijks respons op. (Ik schreef net dat ik deze novelle jaar na jaar voorgelezen heb en ik hoor sommigen al denken: weer zo eentje die jaren na elkaar hetzelfde riedeltje declameerde. Ik kan je verzekeren dat de jarenlange herhaling tot een ongelooflijk groeiend inzicht in de aangeboden leerstof met zich meebrengt. Een van de mooiste momenten was dan ook die leerling die na de les even bleef hangen en zei: je kunt zien en horen hoe je achter deze tekst staat. Dat kon alleen doordat ik elk jaar opnieuw dieper in de tekst ondergedompeld werd… Elk jaar hetzelfde vertellen heeft dus meer voor- dan nadelen…) IC1937 gaat redelijk vlot door de NZV, maar snel gaat het pas als hij in Lot op lij 96E terechtkomt: tot daar is hij gehinderd door S 3786, die we in Buizingen inhalen. Met 8 minuten noteert deze IC 1937 de enige noemenswaardige vertraging van de dag.
De treinlectuur. Bret EASTON ELLIS, Lunar Park. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
Magistraten die leren van de vakbonden… wie had dat ooit kunnen denken?
Uitgedrukt… Zo stom als 't paard van Christus, en dat was een ezel… Spreekt voor zichzelf, zeker?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het is altijd bang afwachten wat het wordt met een compostelaroute, maar het deel Gits - Beitem van de Via Brugensis ziet er veelbelovend uit. Langs de Onledebeek lijkt nl. volgens de topografische kaart een niet-verharde weg (onderbroken streepjes) te lopen, wat meteen zou kunnen betekenen dat een flink deel van de route toch zeer wandelvriendelijk is. Spijtig genoeg heeft een of andere Roeselaarse mandataris in het kader van de ontharding van Vlaanderen dat hele traject laten betonneren, niet zomaar een streepje beton maar een heuse fietssnelweg, waar fietsers van allerlei slag het rijk voor zich alleen hebben. De wandelaars springen wel op tijd weg… Dat is trouwens niet het enige minpunt: toen ik thuis het gpx-bestand op dekaart zette, viel op hoe we bijna voortdurend in de buurt van gebouwen liepen, al dan niet onderdeel van de Roeselaarse industrie. We kwamen aan een TWQ van 31%, maar de trage wegen waren op het lijf van de vele fietsers geschreven en waren weinig interessant voor de wandelaar. We quoteerden met een povere 7/20. En dat voor de hele 19km. De echt mooie stukjes waren op een hand te tellen en bij wijze van spreken nooit meer dan een handpalm groot: het Bos ter Kerst, de buurt van de kleiputten, de bedding van lijn 65…
We volgden de Onledebeek langere tijd, maar dit was ongeveer de enige fotogenieke plek.
De oude bedding van lijn 65 blijkt gelukkig een aangenaam wandelpad te zijn.
Het weer. Licht bewolkt en zeker in het begin nog een frisse wind.
De stafkaarten. Het centrum van Gits ligt nog net op kaart 20/3-4 (Torhout). Het leeuwendeel van de tocht vind je terug op kaart 20/7-8 (Roeselare) en Beitem ligt nog net op kaart 28/3-4 (Zonnebeke). De eerste twee kaarten uit 2016, de laatste uit 2017. Als wandelaar heb je niet zoveel aan de kaart van Roeselare door de vele wijzigingen, toch wat de gevolgde route betreft.
Hoe we er geraakten. Veruit de beste verbinding loopt via Roeselare, maar door de werken tussen Burst en Denderleeuw is de rechtstreekse IC Brussel - Roeselare - Brugge - Oostende opgesplitst en dus wordt het zoeken naar andere mogelijkheden. Omdat het een relatief lange tocht is willen we wat vroeger vertrekken en dus vallen we terug op de Railpass. In eerste instantie dachten we aan een verbinding via Brugge, met de IC 2830 naar Knokke, maar - je weet het nooit - als IC 3407 op tijd zou rijden, zouden we met IC 429 naar Kortrijk reizen en daar overstappen op de geamputeerde IC naar Oostende. De terugrit zou dan via Kortrijk verlopen - al was het maar om de kusttreinen in deze paasvakantie te vermijden - en daar maken we dan dankbaar gebruik van de rechtstreekse IC 3218.
Een beetje geschiedenis. Beitem kan terugkijken op een reizigersdienst van 1889 tot 1950. In 1889 werd nl. een spoorlijn geopend die Roeselare verbond met Menen en Frankrijk. De tabel van lijn 63 toont aan dat je dat laatste wel erg ruim moet nemen, al waren er geen doorgaande ritten. Maar blijkbaar was de Europese gedachte toen meer aanwezig dan tegenwoordig… Later zou er een tabel 66A in het spoorboekje worden opgenomen, met als eindpunt Roubaix en Lille. Net voor WO II kreeg de lijn haar definitieve nummer 65. De treinen werden toen al uitgevoerd met autorails, wat inhield dat er alleen derde klas aangeboden werd. Dat was ook nog het geval toen in 1950 de reizigersdienst opgeheven werd. Op dat moment reden er nog 8 ritten van maandag tot zaterdag en 6 op zondag. Maar blijkbaar moest de lijn eraan geloven, zoals zoveel andere regionale lijnen in de jaren 1950. Uiteraard kwam er wel een vervangingsbus: lijn 65, met 2 varianten, één rechtstreeks van Roeselare naar Beitem en zo naar Menen, een andere via Dadizele, Slijpe en Moorslede. Vanaf 1972 wordt de bus 65a genoemd, zoals dat voor alle vervangingslijnen op dat moment geldt: lijnnummer, aangevuld met een kleine letter, ook als er geen spoorlijn 65 of een buslijn 5b meer bestaat. Met de invoering van de basismobiliteit komen er twee varianten van de verbinding Roeselare - Menen: 54 en 55. Met de basisbereikbaarheid komt daar een einde aan. Lijn 54 rijdt voortaan tussen Roeselare en Menen, tussen Roeselare en Beitem zelfs elk half uur. Het verlies van de variant wordt opgevangen door een flexbus en door twee schooldiensten al komen die niet door Beitem (541 en 542).
Wij stapten een kort eind langs de bedding van lijn 65 en konden zelfs iets drinken in een café met de veelzeggende naam Beythem Statie. Dat ligt inderdaad al sinds de 19de eeuw voor het nog herkenbare stationsgebouw van Beitem en sinds corona is de ruimte tussen station en café ingenomen door een ruim terras. (Dat lees ik af van een artikel dat blijkbaar met enige terechte trots in de herberg is opgehangen.) De bedding zelf is gelukkig niet verhard maar wel perfect voor wandelaars én fietsers. En nog dit: Beythem was de spelling in de veelal Frans geïnspireerde spoorboekjes en dat verklaart meteen ook de Y in de telegrafische afkorting van Beitem: LYT.
Het station van Beitem is niet verdwenen. En hier vind je mooi vergelijkingsmateriaal.
Dit is een uittreksel uit het spoorboekje van 1 oktober 1900. Grensverkeer verliep toen net iets vlotter dan vandaag.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3407 (IC FTR)
08:21 08:32
+1
1905 (NK) - 61001 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Kortrijk
0429 (IC LK)
08:37 09:41
+3
1831 (FSD) - 11801 (FSD)
I11
controle: J
Kortrijk - Roeselare
13054 (IC FSD)
09:55 10:16
stipt
08071 (FML)
mr08 Desiro
controle: J
Roeselare - Gits
[75] (Torhout)
10:35 10:54
stipt
ab5509-53
VDL Bus&Cars Citea LE
Van Coillie
-
Beitem - Roeselare
[54] (Roeselare)
17:00 17:13
+19
ab635-063
MAN Lion's City 10E
Deceuninck
Roeselare - Kortrijk
13043 (IC FZT)
17:44 18:05
stipt
08112 FML)
mr08 Desiro
controle: N
Kortrijk - Halle
3218 (IC FDR)
18:38 20:01
+1
76004 (FML) - 73200 (FML)
M7
controle: JJ
En wat we beleefden. Of IC 3407 op tijd zal rijden weet je nooit vooraf, maar dat er in deze treinen bijna nooit controle komt en dat er altijd grijs- of zwartrijders in eerste klas zitten, is wel een zekerheid. Dat is vandaag niet anders. Wat de trein (en de bus) betreft is dit de enige ergernis van de dag. En ja hoor, we bereiken Brussel-Zuid met een minuutje vertraging en halen probleemloos IC 429, met zijn eigenaardige combinatie van I11- en M6-rijtuigen. Hier krijgen we wel controle en het duurt even voor ik onze biljetten terugvind in de app, maar de tbg weet hoe het moet. Blijkbaar moet de QR-code nu altijd aangetikt worden. Het is allemaal even wennen. In Kortrijk komt IC 13054 (Zottegem - Oostende) al snel. Het is een IC met 2 desiro's - de rit naar Roeselare is gelukkig kort en verloopt stipt.
Voor ons wacht in Roeselare de eerste kennismaking met het vernieuwde busstation. Als je ziet hoe vuil de witte bankjes al zijn, dateert de verhuis duidelijk al van een tijdje geleden. Aribus staat verankerd op 16:01. Kwestie dat niemand nog denkt dat dit een uurwerk is… Het staat één keer per dag gedurende 60 seconden wel juist. De bus dropt ons stipt aan de halte Gits Centrum.
Voor de terugrit rekenen we op de bus van 17:27, maar die van 17:00 heeft behoorlijk veel vertraging. De blijkbaar recent ingestroomde bus zou wel eens problemen gehad kunnen hebben: geen film, geen info binnenin. Uiteindelijk komen we met 19 minuten vertraging aan in Roeselare.
Zo kunnen we nog mee met IC 13043, met dezelfde desiro's als vanmorgen. Ook nu verloopt de rit stipt. Eigenlijk zouden we nu met IC 418 via Gent naar Brussel kunnen sporen, maar we hebben onze portie desiro's voor vandaag gehad. En de overstapvrije rit naar Halle wenkt. De trein vertrekt met 2 minuten vertraging, nog een gevolg van de opgelopen vertraging tijdens de vorige rit. Weer rijden er vijf AB-rijtuigen mee: wij gaan voor 73200, meteen het hoogste nummer dat we ooit gehad hebben. Voor de tractie zorgt een glanzende 76004; dat die er opperbest uitziet ondanks het lage nummer, heeft ermee te maken dat de eerste 4 rijtuigen van deze reeks na een proefperiode terug naar de fabrikant zijn gestuurd om ze aan de rest van de reeks aan te passen. Ik ben nieuwsgierig naar wat ik tussen Edingen en Halle zal zien, want daar is een brug ingezakt en wordt verkeer over enkelspoor voorzien. Wij vertrekken op normaalspoor en tot Halle zullen we tegen de gewone snelheid rijden. Ik zit dus aan de zijde van het incident en vermits we wat gewacht hebben op de aankomst van S 3391, vermoed ik dat er wel degelijk een dienst op enkelspoor is tussen Saintes en Edingen. Het zou om een brugje gaan over een beek en die beek heb ik waarschijnlijk wel gezien, maar van enige schade is er vanuit de trein geen zichtbaar spoor. Evenmin als van voorbereidende werken, trouwens…
De treinlectuur. Bret Easton ELLIS, Lunar Park. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
Voor Weyts hoeft de kilometerheffing niet, die 4 miljard heeft hij niet nodig. Hij veegt daarmee de verpletterende resultaten van een tot nog toe goed geheim gehouden studie van tafel en het enige argument dat ik al gehoord heb, is dat hij de hardwerkende Vlaming niet wil straffen. Zoals gewoonlijk bij Weyts moet je dat anders interpreteren: die luie Walen zullen veel minder betalen dan de Vlamingen en dus kan die heffing niet. Zielig ventje…
Uitgedrukt… nen ellestouker - iemand die ruzie stookt en zelf buiten schot blijft
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Uit 2012 dateert de combinerende topogids van de GR565 (het Sniederspad) en de Streek-GR Kempen. Op de website valt dan ook te lezen dat er in afwachting van een nieuwe uitgave al belangrijke wijzigingen zijn aangebracht aan de route, maar het deel dat wij vandaag stappen, van Zoersel naar Wechelderzande, lijkt daar voorlopig aan te ontsnappen. Dat traject is iets minder dan 11km lang, de TWQ bedraagt 56%. Eigenlijk is het een typisch Vlaamse GR die op sommige plaatsen door veel te drukke en bebouwde zones moet. Zowel in Zoersel als in Wechelderzande probeert men dat op te lossen door zoveel mogelijk gebruik te maken van de resterende voetwegen, die vaak achter of tussen de huizen lopen. Maar niet getreurd: we lopen toch bijna 6 km over zanderige land- en boswegen en dat is volop genieten. Dat levert trouwens problemen op voor onze quotering: 14/20.Het middenstuk scoort ongetwijfeld veel hoger, maar het niveau is eerder laag bij begin en einde van deze tocht.Kaartje.
De Molenbeek bij Bruul - we naderen Wechelderzande.
Den Hert (1603!) het oudste huis van Wechelderzande.
Het weer. Zonnig, met een afkoelende wind, die soms de indruk wekt dat de temperatuur niet tegen de 20° aan zit.
De stafkaarten. 16/1-2 Zandhoven (2016) - 16/3-4 Kasterlee (2016)
Hoe we er geraakten. Voor Zoersel is de X41 de aangewezen bus om ons naar het beginpunt te brengen. Die kunnen we in Antwerpen of in Turnhout nemen. We kiezen Turnhout omdat de IC Binche - Turnhout ons uit Halle overstapvrij ter bestemming brengt. En bovendien lijkt het deel Turnhout - Zoersel niet al te veel op een snelbus. Voor de terugrit kiezen we Herentals als overstapstation bus/trein. Ook nu zouden we overstapvrij naar Halle moeten kunnen.
Een beetje geschiedenis. Lange tijd is Wechelderzande erg pover bediend door het openbaar vervoer: van 1907 tot 1949 vinden we een tramlijn Brasschaat - Brecht - Westerlo, met een vijftal ritten in elke richting. Met het verdwijnen van de tram kwam de bus (tabel 805, later 654) maar de dienstregeling bleef erg beperkt. Het lijnnummer 44 verschijnt in de busboekjes halfweg de jaren 1970, maar het is wachten tot de 21ste eeuw voor Wechelderzande echt vooruitgang boekt op het vlak van het OV. Dan verschijnt nl. lijn 41.6, de snelbus Turnhout - Antwerpen die deels over de E34 rijdt; enkele jaren later wordt dat gewoon 416. Met de basismobiliteit komen daar nog enkele schoollijnen bij. De basisbereikbaarheid veranderde eigenlijk weinig: er kwam een lijn 59 Herentals - Malle, die gebaseerd lijkt op de vroegere lijn 44 en ook de sneldienst blijft overeind, nog altijd als 416. Voeg daar nog een aantal schooldiensten aan toe en je hebt meteen een beeld van de huidige bediening. En ja, de belbus is nu een flexbus geworden en na wat eindeloos zoeken heb ik gevonden dat Wechelderzande Kerk ook een flexhalte is… Er is nog werk aan de infowinkel van de flexbus.
De verbinding.
Halle - Turnhout
3408 (IC FTR)
09:20 10:53
stipt
820 (GCR)
mr75 vierledig
controle: J
Turnhout - Zoersel
[X41] (Antwerpen)
11:06 11:42
+4
ab5553
Van Hool New Ag300
Turnhout
-
Wechelderzande - Herentals
[59] (Herentals)
15:48 16:08
+3
ab039-032
MAN Lion's City
De Duinen
Herentals - Brussel-Noord
3438 (IC LVRS)
16:23 17:17
stipt
818 (GCR)
mr75 vierledig
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3688 (S FBC)
17:22 17:53
stipt
08032 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Van de rit van IC 3408 onthouden we alleen de controle na Brussel-Noord. En ik heb weer een nieuwe truc van de foor bij geleerd. Dame met kind zit in eerste klas, maar ze geeft meteen toe dat ze een supplement wil kopen. Alleen, ze kan alleen cash betalen en dat kan al eeuwen niet meer in de trein. Dus wordt haar klasverhoging administratief geregeld en kan ze naar het loket in Vilvoorde om zichzelf alsnog in regel te stellen. Zou je dit spelletje eindeloos kunnen herhalen? Overigens zitten nog 2 andere reizigers met een tweedeklasbiljet in eerste. Een dame van dezelfde origine als de eerste vraagt hoe ze dat dan wel kan weten. Ze zit letterlijk onder de 1 bij de deur die eerste klasse aanduidt. Het is wel een erg kleine één…
De bussen van X41 rijden om het kwartier. Er komt een gelede bus aan rijden en ja hoor, dat is geen overbodige luxe, want op een bepaald moment moet de bezetting van de zitjes rond de 90% liggen. In Beerse krijgen we zowaar controle: het zwart- of grijsrijden lijkt best mee te vallen. Controles gebeuren nu met ploegen (hier 2 leden) die de bus enkele minuten staande houden; dat kost algauw 4 à 5 minuten tijd. Waar is de tijd dat er één controleur meereed en de andere volgde in de wagen? Nu, ik kan het best begrijpen, hoor. Twee geeft een zekere veiligheid (en zeker betekent hier niet zeker) en de controleurs liggen niet voor het rapen. Maar je moet maar hopen dat je aansluiting er niet van afhangt. Overigens: ik ben enorm blij met deze controle, die ik altijd beschouw als een vinger aan de pols. Maar men moet nu ook weer niet overdrijven: bij het busstation van Oostmalle stappen er nog eens 2 controleurs in, maar die trekken zich snel terug als de chauffeur hen attendeert op de eerdere controle…
De terugrit gebeurt met een bus van lijn 59. Het is een rit zonder veel geschiedenis, met een beperkte vertraging. Zowel 's morgens als 's namiddags valt op dat de chauffeurs hier blijkbaar niet gewend zijn dat reizigers ook groeten, bij het in- en uitstappen.
De treinaansluiting lijkt vlot te zullen lopen. De trein is dan wel beperkt tot La Louvière-Sud, maar dat maakt deze keer voor ons niets uit. Wat wel iets uitmaakt, is dat de trein ook nog eens in een beperkte samenstelling rijdt: één vierledig stel moet de taak opnemen van een 8 rijtuigen lang M6-stel. Dat is geen halvering, eerder blijft maar een kwart van de voorziene trein over. Tot Brussel-Noord is dat ruim voldoende, maar we besluiten toch om over te stappen op S 3688. Achteraf vind ik terug dat er wel degelijk een aansluiting voorzien is in La Louvière-Sud. Mogelijk is de voorziene treinsamenstelling weer ingeschakeld. Zowat de hele dag heeft het vierledig stel gereden i.p.v. de M6-rijtuigen. Tot Lot moeten we de eersteklasafdeling in de Desiro delen met een Italiaanse annex luidruchtige zoon die (de dame) nog altijd niet doorheeft dat je ook gewoon kunt bellen door je gsm aan je oor te houden. Hoewel, klinken Italianen dan minder luid?
De treinlectuur. Leon de Winter, Het lied van Europa. Een dystopische roman die zich rond 2040 afspeelt, waaruit ik vooral leer dat veel dingen van vandaag ook dan nog in gebruik zijn, maar dat we hier in Europa zo goed als onze volledige vrijheid kwijt zijn. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
We stapten vandaag ook een hele tijd langs zogenaamde wildbeheereenheid Oostmalle. Zit daar eigenlijk geen oplossing in voor onze bijdrage aan de Europese defensie? Stuur die mannen in het groen naar het front, verdorie. Zo raken we eindelijk van de jacht af en bovendien kun je veronderstellen dat jagers zich verkneukelen in het schieten op levende wezens. Russen, pas maar op, voor je het weet lig je te sudderen op een vuurtje ergens midden in een bos.
Uitgedrukt… Het vroos zu èt dat de koeien oen de stalvloer vastvrozen. Het vroor zo hard dat de koeien aan de stalvloer vastvroren. Dat was voor de klimaatopwarming…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. "Voortschrijdend inzicht" is een relatief recente term die gebruikt wordt door politici en andere beslissers en die eigenlijk eenvoudigweg betekent: we waren verkeerd, maar vanaf nu zitten we juist. Zonder enige garantie op dat laatste. Zo bracht Natuurpunt in 2011 een boekje uit met als titel Natuur.gids met 66 verrassende natuurtochten in België. Natuurgids liet zich bij het publiceren van dit boekje zonder enige schroom sponsoren door de aardgasverdelers. Op de achterflap lezen we Het Aardgas-logo staat borg voor een comfortabele en avontuurlijke natuurervaring. Meer: toen in 2014 aardgas aangelegd werd in ons straatje, kwam een heerschap van Fluvius langs om ons een aansluiting op het net aan te smeren: milieuvriendelijk, goedkoop enz. In 2025 zijn we net geen misdadigers omdat we ons nederig stulpje met gas verwarmen. Het grote voordeel aan voortschrijdend inzicht is dat het soms ook circulair werkt; misschien worden we ooit nog de redders des vaderlands omdat we met gas stoken. Maar kom: in het geciteerde boekje wordt ook een wandeling aangeprezen in Hoegaarden. Ze kreeg als titel Rosdel en dat is inderdaad een reservaatje dat we bereiken langs een of meer van de nog altijd redelijk secuur aangeduide wandelpaden, al is het hout waarop de wegwijzers zijn aangebracht niet altijd bestand gebleken tegen de tand des tijds. Er is een groene, rode en aardgaswandeling (!) die allemaal het reservaat tot zijn recht laten komen. Het kaartje in het boekje is niet altijd even duidelijk en dus combineren we de aangewezen trajecten, maar wat jeop dit kaartjevindt, is een wandeltocht van hoge kwaliteit: ook al bedraagt de TWQ maar 40%, we quoteerden toch 18/20, want de onverharde paadjes en veldwegen waren klasse! Spijtig genoeg is ook Hoegaarden geteisterd door een ruilverkaveling en het lijkt voor Hoegaarden nog niet helemaal afgelopen. Onze wandeling was 7.6 km lang: kort maar krachtig!
De Sint-Gorgoniuskerk is alomtegenwoordig.
Alleen in de Rosdel zit ze verborgen achterde glooiing.
Het weer. Helder maar door de matige wind niet echt warm, ondanks de 15°.
De stafkaarten. 32/7-8 Tienen (2019)
Hoe we er geraakten. In vergelijking met onze vorige expeditie was onze verplaatsing deze keer eenvoudig, zij het dat we sinds december nu wel moeten overstappen naar Tienen. Daar wacht de bus van lijn 62 naar Jodoigne, nu ja, wacht Aribus is op de meeste plaatsen een stille, wrange dood gestorven. Zal ook wel een geval zijn van voortschrijdend inzicht…
Een beetje geschiedenis. We zijn niet voor het eerst in Hoegaarden en dus kan ik verwijzen naar een vorigebijdrage. Even naar beneden scrollen en je vindt de geschiedenis van lijn 142a, die sinds de basisbereikbaarheid 62 is geworden.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1910 (IC FBNL)
11:37 11:48
stipt
1914 (NK) - 61017 (FBMZ)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Tienen
3611 (IC FKG)
12:11 12:54
+2
76027 (FML) - 73081 (FML)
M7
controle: N
Tienen - Hoegaarden
[62] Jodoigne
13:02 13:15
-2
ab1122-18
Mercedes Citaro LE
Bus De Polder
-
Hoegaarden - Tienen
[62] Tienen
15:45 15:58
+6
ab2788
VDL Bus&Coach Citea SLFA Hybrid
Tielt
Tienen - Brussel-Noord
1538 (IC FBK)
16:41 17:15
+3
76078 (FHS) - 73098 (FHS)
M7
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3239 (IC LK)
17:35 17:58
+5
76055 (FML) - 73082 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden. Het echte verhaal begint pas in Brussel-Zuid: IC 3611 is met 6 minuten vertraging in Gent-Sint-Pieters vertrokken en die vertraging is niet geslonken op het traject naar Brussel-Zuid. We vertrekken dan ook met 5 minuten vertraging en met een aansluiting trein/bus van 8 minuten zou het wel eens verkeerd kunnen lopen. Maar in Tienen zal de vertraging niet meer dan 2 minuten bedragen en dus is de aansluiting een feit. IC 3611 rijdt vandaag met 12 i.p.v. 10 rijtuigen. Uit het hoofd: er zijn AB-rijtuigen (gemengd eerste/tweede klas) in rijtuigen 2, 3, 4, 8, 9…
De aansluitende bus is een vreemde eend in de bijt.Zijn nummer verraadt dat hij eigenlijk in Antwerpen thuishoort. Het wordt een probleemloze rit. Als iemand van De Lijn de chauffeur nu ook eens duidelijk kan maken dat zijn mond niet zal scheuren als hij gedag zegt, laat staan dat zijn ogen op de klant gericht zouden blijven als hij die aankijkt…
De terugreis kondigt zich anders aan: we hebben 7 minuten aansluiting en de bus rijdt door Jodoigne met 6 minuten vertraging. In Tienen is daar nog geen minuut afgegaan en we komen tegelijk met IC 3637 aan.Het heeft geen zin te lopen, de trein zet al aan als we ter hoogte van de wachtzaal komen. Het zal dus IC 1538 naar Blankenberge moeten worden, die met wat vertraging rijdt: +5 in Tienen, maar in Brussel-Noord nog amper +3. We hadden al uitgedokterd dat de IC 3438 naar Binche een goede aansluiting zou zijn, maar een incident in Duffel zal daar anders over beslissen: de IC wordt beperkt tot Lier. Zelfmoord is persoonsongeval is incident geworden. Mogelijk eindigt het ooit met akkefietje. IC 3239 rijdt gelukkig wel, gaat vlot door de NZV maar de kleine vertraging van 1 minuut in Brussel-Zuid zal uiteindelijk nog groeien tot 5 bij aankomst in Halle. Volgens de app hadden we hier om 17:02 moeten aankomen, maar het is uiteindelijk 18:03 geworden. En nee, we hebben geen recht op compensatie want het zijn de bussen van De Lijn die ons 2 keer met een gemiste aansluiting opzadelen.
Je hoort wel eens dat geïntegreerde tarieven van trein, tram en bus een echte prioriteit zou moeten zijn. Het zal me wat. Veel belangrijker zou een betrouwbare aansluitingspolitiek zijn tussen de verschillende modi en dan mag daar voor mij ook nog een compensatieregeling aan toegevoegd worden: in dit geval zou De Lijn de compensatie mogen ophoesten, maar dreams are ten a penny… Staat dat nummer trouwens in de top 1000 van Radio 1?
De treinlectuur. Leon de Winter, Het lied van Europa. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Bij aankomst in Tienen lijken de bussen van De Lijn no tracking info te hebben. Engels als eufemisme voor: we weten ook niet waar hij zit. En dat is echt zo: als een bus geen gps-gegevens heeft, is het zinloos om de klantendienst te bellen, want daar weten ze het ook niet… Gelukkig is er het reclamespotje op de radio: daarmee wordt duidelijk wat het doelpubliek van De Lijn is: kleuters en demente bejaarden… Want dat is het taaltje, inclusief een soort rijm, dat van toepassing is.
Uitgedrukt… Para woe da g' a velo kuntj teigen zettn: prei waar je je fiets tegen kunt zetten: het zijn niet alleen de hengelaars die flink kunnen pochen over hun prestaties.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Limburg heeft zich altijd al goed als toeristische provincie weggezet en ook de wandelaar komt ruimschoots aan zijn trekken. Subliem is de box Wandelen in Limburg, met 8 streekkaarten die in totaal goed zouden zijn voor 2000 km wandelplezier. Wij gebruikten vandaag de kaart van de Maasvallei (2016-2017), waarop een bever als covergirl (of -boy) mag poseren. Onze keuze viel op de oranje wandeling in Leut, deelgemeente van Maasmechelen. We stapten iets meer dan 12 km (inbegrepen twee keer 800m naar de bushalte op de N78, want zoals altijd hebben we de wandeling naar de hand gezet van de OV-gebruikers die we zelf nog altijd zijn. Het lag voor de hand op de wandeling aan te sluiten ter hoogte van de mooi geconserveerde windmolen Nieuw Leven. Vandaar gaat het al meteen langs een onverharde veldweg richting Leut en verder naar de Maasbeemder Greend, nu reservaat, ooit Maasmeander. Dat en veel andere dingen zie jeop dit kaartje. Lange tijd zal het accent trouwens liggen op de Maas, ook al omdat we over de thans droge winterbedding stappen. Verderop valt het Kasteel Vilain XIIII nog te vermelden. De TWQ bedroeg 56% en de promotoren lieten zich voor een keer in Nederland van hun slechte kant zien - aan de overzijde van de Maas. Maar we kunnen terugblikken op een aangename, uitstekend bewegwijzerde wandeling en we quoteerden dan ook 15.5/20. Alle foto's vind jehier, maar bekijk alvast deze:
We zouden hier niet rustig onze boterhammetjes opgegeten hebben als de Maas dit peil bereikt had.
Het kasteel van Leut, van Vilain XIIII.
Het weer. Het leek wel zomer: helder en warm (23°)!
De stafkaarten. 26/3-4 Dilsen-Stokkem (2019) - 26/7-8 Maasmechelen (2019)
Hoe we er geraakten. Eerlijk? Ik vond niet meteen een voor de hand liggende oplossing. Eerst en vooral moesten we in Limburg geraken en dan zijn Hasselt en Genk uiteraard goede vertrekpunten voor het aanvullende busvervoer, maar zelfs de apps maakten er een onoverzichtelijk zootje van. Ik deed zelfs een poging met de flexbus, maar de app wilde ons niet van Genk naar Leut brengen en eerlijk gezegd: een overstap van een reguliere lijn naar de flexbus en omgekeerd kan alleen in hoogste nood. Uiteindelijk kwamen we terecht bij een verbinding met 3 bussen uit Hasselt. Dat we sinds december rechtstreeks naar de Limburgse provinciehoofdplaats kunnen en dat de bussen van lijn 12 en X27 dezelfde blijken te zijn is meegenomen. Maar het bleef al bij al een omslachtige bedoening. De terugrit kan met 2 bussen, maar we rijden dan ook maar tot Genk, waar we overstappen op de IC naar Blankenberge. Een bus minder en een trein meer… moet kunnen.
Een beetje geschiedenis. De bereikbaarheid van Leut is er met de invoering van de basisbereikbaarheid nog meer op achteruitgegaan en het was voordien ook al niet veel soeps. Ter illustratie een uittreksel uit het busboekje van 1981: bus 9 reed een lange lus en deed ook het centrum van Leut aan en dat tamelijk frequent voor die tijd. Gaandeweg werd op de bediening van Leut beknot en waren eventuele reizigers aangewezen op de bussen die over de N78 reden, meer bepaald aan de halte Lanklaar Rijksweg, wat wij dus ook deden. Vermoedelijk zouden we de voorbije 20 jaar trouwens geen andere keuze gehad hebben dan vandaag. Nu rijdt er nog één schoolrit per dag door het centrum van Leut en wie het wil wagen kan de flexbus reserveren.
Uittreksel van de dienstregeling tabel 1180 lijn 9 uit 1981.
De verbinding.
Halle - Hasselt
1707 (IC FTG)
08:26 09:49
+10
76109 (FHS) - 61055 (FHS)
M6
controle: N
Hasselt - Genk
[12] (Genk)
10:22 10:54
stipt
ab5500
Van Hool NewA360
Kinrooi
Genk - Dilsen
[X27] (Maaseik)
11:00 11:24
+2
ab5500
Van Hool NewA360
Kinrooi
Dilsen - Lanklaar
[63] (Maastricht)
11:36 11:42
stipt
ab5720
Iveco Crossway LE
Lanaken
-
Lanklaar - Dilsen
[63] (Maaseik
15:11 15:18
+13
ab608-068
MAN Lion's City 12E
Heidebloem
Dilsen - Genk
[X27] Genk
15:59 16:25
-6
ab5665
Iveco Crossway LE
Winterslag
Genk - Brussel-Noord
1539 (IC Blankenberge)
16:39 18:16
stipt
76013 (FHS) - 73172 (FHS)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3689 (S Braine-le-Comte)
18:23 18:52
+8
08005 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. 's Morgens kozen we dus voor de rechtstreekse rit naar Hasselt en dat werd er een met hindernissen. We vertrokken met 2 minuutjes vertraging in Halle, maar dan leken de belemmeringen zich op te stapelen: bijna stil in Ruisbroek, helemaal stil voor Brussel-Zuid, twee keer aanschuiven tot Brussel-Centraal, volledig stil voor Aarschot, stil na Aarschot en verder bijna nooit voluit tot Testelt, waar een goederentrein stond te wachten op het zijspoor. Het mag een wonder heten dat we maar 10 minuten te laat in Hasselt aankwamen. En dan kwam ons trio van bussen. In de pdf van de dienstregeling had ik al gelezen dat de bus van lijn 12 vanaf Genk verder rijdt als X27, de snelbus naar Maaseik. Ik vraag het toch nog maar eens aan de chauffeur en die zegt dat mijn info klopt, maar hij benadrukt dat het de X27 wordt. In Genk zal ik begrijpen waarom hij die X zo in de verf zette, want er is ook nog een X-loze 27 die eveneens naar Maaseik rijdt maar er veel langer over doet, langs een veel tragere reisweg. Wie bedenkt die nummers eigenlijk? Wij zijn rustig op de bus kunnen blijven zitten in Genk, maar het is duidelijk dat andere reizigers in de war raken. Zo mist iemand de trage 27… Die X27 nemen we tot Dilsen Kruispunt. Daar moeten we overstappen op lijn 63, maar die overstap is alles behalve evident: de halten liggen aan beide zijden van het kruispunt en daar gaat tijd verloren. Gelukkig was de X27 op tijd. (Dilsen Kruispunt is één van de 5 halten op lijn 63 die Kruispunt heten. Nog eens: wie bedenkt dit eigenlijk?) Maar we mogen niet klagen, we komen ongeveer op tijd bij de halte Lanklaar Rijksweg, drie uur en zestien minuten na ons vertrek uit Halle. Je mag niet gehaast zijn, al draagt de basisbereikbaarheid snelheid hoog in het vaandel, maar tegelijk is het aantal overstappen gestegen en dat verlengt de reistijd aanzienlijk.
We stappen wat sneller dan gepland en zo halen we een bus vroeger dan voorzien - gelukkig, want de bussen uit Maastricht rijden blijkbaar met vertraging. We zien dankzij haltelink de vertraging van onze bus groeien tot 13 minuten bij aankomst aan ons overstappunt en de X27 is uiteraard al weg. Zo vallen we noodzakelijkerwijs toch terug op onze voorziene verbinding, met een X27 die ons naar Genk zal brengen.
IC 1539 bestaat uit 4 (5?) gemengde rijtuigen eerste/tweede klas en nog 4 stuurstandrijtuigen, al dan niet gemotoriseerd. We zullen tot Brussel-Noord alleen zitten in onze afdeling. Rijtuigen eerste/tweede klas, dat zijn ook stilterijtuigen: het zal wel bijzonder stil zijn in deze trein. We krijgen controle van een sympathieke tbg die onze bestemming meteen verbindt met de wilde hyacinten in het Hallerbos. In Brussel-Noord staan veel treinen aangekondigd met soms aanzienlijke vertragingen. Ik heb nochtans geen weet van een incident, maar onze S 3689 heeft bijvoorbeeld 5 minuten vertraging gemaakt in Haren-Zuid, of all places. We zouden zelfs de IC naar Binche nog kunnen nemen in vertraging, maar we gokken toch maar op de S. De IC zal ons in Buizingen voorbijvlammen, maar dat verklaart maar gedeeltelijk onze vertraging bij aankomst in Halle. Dat deze trein in een gehalveerde samenstelling rijdt (1 desiro) is nu ook niet meteen bevorderlijk voor snelle reizigersbewegingen. Daar is de bezetting tot Buizingen net iets te hoog voor.
De treinlectuur. Leon de WINTER, Het lied van Europa. Philip HUFF, Wat je van bloed weet.
Is trump nu nog altijd het Engelse woord voor troef?
Uitgedrukt… Hij laat zijn oren hangen… Hij ziet er niet gelukkig uit, hij lijkt er niet gerust in te zijn…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.