Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
30-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 mei 2014 Mont-Sainte-Geneviève

Mont-Sainte-Geneviève, laat hem of haar die het dorp blindelings kan situeren nu rechtstaan. Ook voor ons was het vooral een onbekende en juist daarom aantrekkelijke plek. Het is een dorp in de ook al bescheiden stad Lobbes en het heeft zijn plaatsje gevonden op de wandelkaart van het NGI (Lobbes - Découvertes en Vallée de Haute Sambre).Wij volgen er vandaag de beide uitgetekende wandelingen (Autour de l'Église en Dans le Bois) die samen 15 km lang zouden moeten zijn, maar die volgens eigen berekening nauwelijks iets meer dan 8 km halen. Er is trouwens wel meer mis met deze kaart (die we in 1998 kochten): sommige van de te volgen wegen zijn verdwenen of op weg naar de verdwijning. Dat gebeurt wel vaker met kaarten die ontstaan uit een samenwerking tussen een gemeentebestuur en het NGI: te vaak neemt de gemeente haar wensen voor werkelijkheid, maar enige moeite om de uitgestippelde wandelwegen begaanbaar te houden is wat te veel gevraagd. Dat verdwijnen van veld- en voetwegen is trouwens niet de enige overeenkomst met bijvoorbeeld het Pajottenland uit onze kinderjaren. Hier en daar vult een wat modernere villa het gat op tussen gebouwen in verval, waarvan de vervallen en gesloten kerk van Bienne-lez-Happert - op onze aanlooproute - een trieste illustratie vormt. Echte Henegouwse armoe vind je dus niet alleen in de vroegere industriegebieden… Maar genoeg negatiefs: een belangrijk deel van de gevolgde weg liep door een tamelijk wild bos, dat blijkbaar alleen dienst doet als groot jachtgebied. Het is niet duidelijk of elektrische afsluitingen moeten dienen om het wild binnen of de nieuwsgierige stapper buiten te houden. Toch is het hier volop genieten, net trouwens als in de omgeving van het kerkje van Mont-Sainte-Geneviève. De TWQ bedraagt dan ook 71 %, al was een van de trage wegen compleet onbruikbaar: we stapten achtereenvolgens door maïs, aardappelen, bieten, allemaal gewassen die de echte uitbundigheid nog enige maanden proberen uit te stellen.

Zo zagen we het kerkje van Mont-Sainte-Geneviève wel meer door het groen heen priemen.

Nog enkele andere foto's vind je hier.

Hoe geraakten we er?
Mont-Sainte-Geneviève wordt bediend door buslijn 21, maar dat is een van die typische schooldiensten die 's morgens de kinderen van het platteland naar de stad brengen, en 's avonds de omgekeerde richting inslaan. En wij die dachten dat dit alleen bij de TEC-Luxembourg bestond. We moesten dus op zoek naar een vertrek- en eindpunt dat wel bruikbaar was, en dat had nogal wat wandelvoeten in de aarde. Vandaar dat we een aanlooproute uitstippelden van meer dan 2 km (en dat dus ook terug), vertrekkend van een variant van buslijn 108 die heel sporadisch de halte Bienne-lez-Happart Fontaine-Valmont bedient. Niet echt iets om over naar huis te schrijven, ook al omdat de aanlooproute over een bochtige en smalle N562 liep, waarop minstens 2 bestuurders demonstreerden dat het gek doen met wagens stilaan zijn zwaartepunt gevonden heeft in het zuiden des lands, overdag dan toch… Maar we geraakten er heelhuids.

Een stukje geschiedenis.
Wie wat ervaring heeft met de nummering van buslijnen in de vorige eeuw zou uit dit nummer 108 nogal snel de conclusie kunnen trekken dat het hier om een van de vele vervangingslijnen gaat die werden ingelegd om de sluiting van een hele resem regionale spoorlijnen op te vangen. In dit geval zou dat dan de in 1962 voor reizigers gesloten lijn 108 zijn, althans het deel tussen Binche en Erquelinnes, maar het eigenaardige is dat je nergens in de NMBS-spoorboekjes een NMBS-lijn met dit nummer vindt. Vermoedelijk is het dan ook de NMVB die hier in eigen beheer snel de bediening van de dorpen tussen de Carnavalstad en Erquelinnes heeft overgenomen. In het busboekje van 1962 tref je inderdaad een NMVB-lijn 108 aan. Solre-sur-Sambre, ons overstappunt van trein naar bus, heeft trouwens ook nog een trambediening gehad: enkele gebouwen in de buurt van spoorlijn 130A herken je als restanten van een vroegere NMVB-stelplaats. Deze tramlijn verbond Binche met Montignies-Saint-Christophe, en kruiste ter hoogte van het NMBS-station Solre-sur-Sambre lijn 130A.

Mijn conclusie na enig opzoekingswerk is dat ik over onvoldoende gegevens beschik om echt veel zinnigs over de geschiedenis van het openbaar vervoer in deze regio te schrijven: blijkbaar hebben de reorganisaties zich hier met de regelmaat van een klok opgevolgd, zodat alleen iemand die de oude busboekjes ter beschikking heeft, daar enig zicht kan op krijgen. Precies de exploitatie van lijn 108 door de NMVB maakt dat moeilijk, omdat de NMVB-lijnen op een bepaald moment niet meer in de treinboekjes werden opgenomen.

De verbinding.

Halle - La Louvière-Sud 3929 08:52 09:32 stipt 08529 desiro
La Louvière-Sud - Charleroi-Sud 908 09:43 09:58 stipt 469 mr96
Charleroi-Sud - Solre-sur-Sambre 4760 10:21 10:53 stipt 973 tweeledig stel
Solre-sur-Sambre - Bienne-lez-Happart [108] 11:16 11:37 stipt ab3802 Van Hool A330 Mons
-
Bienne-lez-Happart - Binche [108] 15:47 16:10 +4 ab4011-18 Jonckheere Transit 2000 Voyages Nicolay
Binche - Halle 3916 16:16 17:08 stipt 08041 desiro

En wat beleefden we?
We kiezen voor een alternatieve reisweg naar Charleroi-Sud en Solre-sur-Sambre, die voor een keer niet over Brussel-Zuid loopt. Daar moeten we wel veertig minuten desiro's voor over hebben, maar zelfs met de IC's Brussel-Charleroi kan dit je overkomen, dus lijkt de niet zo gebruikelijke, maar kortere en dus perfect verdedigbare reisweg via La Louvière een bruikbare optie.
In de desiro zijn de zitjes van vier ingenomen, een kwartet o.a. door een oudere dame met hondje, die weliswaar op een oude handdoek zijn zitje opeist. De negen jaar oude Jack Russell lijkt trouwens last te hebben van winderigheid, met bijhorende odeurtjes. Tegelijk zien we hoe pessimistisch de NMBS tegen haar eigen treinen aankijkt: hoewel de trein zo goed als op tijd rijdt, blijven ze op het scherm volhouden dat we met 3 minuten vertraging rijden. Dat die hond negen jaar oud is, weet ik omdat een bedelaar met een vraag over de viervoeter de sympathie van de tweevoeter probeert te winnen, met succes. In de trein bedelen: de tarieven liggen dus duidelijk te laag, want anders zou dit geen winstgevende business kunnen zijn, tenzij… natuurlijk… Overigens is er nog altijd wat fout met de aankondiging van de aansluitingen: men blijft koppig treinen van de terugreis aangeven, zelfs als die zo goed als meteen in de tegengestelde richting vertrekken, maar op een bepaald moment worden alleen nog de aansluitingen van meer dan een uur geafficheerd. Mijn spoorboekje ligt veilig in de rugzak, ik zal wel oud worden, maar het geeft me nog altijd een gevoel van zekerheid. Controle komt er niet tussen Halle en La Louvière-Sud, door 3 desiro's lopen met nauwelijks reizigers zal bij een kosten-batenanalyse negatief uit de test gekomen zijn. Les excuses…

Dat kan nauwelijks een excuus zijn in de volgende trein, wel met meer reizigers, maar bestaande uit 1 Deense neus. Ook hier blijft controle uit. Ik zal tot de volgende trein moeten wachten tot ik mijn toch wel speciale weekendbiljet (Halle - Solre-sur-Sambre en terug van Binche) zal kunnen tonen, maar dat kan dan ook meteen na vertrek in Charleroi-Sud. Toen de mogelijkheid om uit een ander station dan het bestemmingsstation van de heenreis terug te reizen destijds werd ingevoerd, moet dat bij veel loketbedienden in grijze haren hebben geresulteerd. Die moesten namelijk de beide afstanden van heen- en terugreis opzoeken (elk station beschikte gelukkig over een lijst met de afstanden tussen het eigen station en de bijna 600 halten en stations van het NMBS-net), de gemiddelde afstand berekenen en dan opzoeken wat een biljet voor het berekende barema kostte. Gewoon de prijzen van heen- en terugreis bij elkaar tellen zal wel te gemakkelijk geweest zijn. Ondertussen doet men dat - blijkens mijn berekening - wel, vermoedelijk omdat men de servers niet wil belasten met al te veel rekenwerk. Overigens heb ik de klantendienst lang geleden de vraag gesteld waarom deze optie niet gekocht kan worden aan de automaten of via het internet, en het antwoord was inderdaad dat de materie te complex was om het in te voeren en overal beschikbaar te maken. Loketbedienden uit de manuele tijd verdienden dus een standbeeld. Waarom het nu nog altijd niet kan, is me niet duidelijk. Of zou het echt zo zijn dat de loketten helemaal los van de automaten en van het internet werken? De loketbediende weet trouwens zonder haperen het gevraagde biljet te voorschijn te toveren…
Op lijn 130A zijn al sinds jaar en dag werken aan de gang, o.a. aan de vele bruggen over de Samber. Tussen Landelies en Hourpes ligt één van die bruggen er trouwens enkelsporig bij, zodat we enkele tientallen meters op tegenspoor gaan.
In Thuin is het even wachten op een laatste, niet helemaal valide reizigster: ze is het slachtoffer van een staking bij de TEC-Charleroi, nog maar de tweede dit jaar. Het lijkt erop dat de vakbonden deze keer de vinger in het eigen oog gestoken hebben, want niet eens de helft van het personeel zou de stakingsoproep gevolgd hebben. De promotie van een arbeidster tot bediende, zonder examen, maar waarschijnlijk vooral zonder raadpleging van de vakbonden. Vermoedelijk hadden ze dus zelf een eigen kandidaat voor het postje…

In Solre-sur-Sambre is het wachten op de bus die ons naar de halte Bienne-lez-Happart Fontaine-Valmont zal brengen. Dat is een uiterst intrigerende naam, vooral als je weet dat je net door de treinhalte Fontaine-Valmont gekomen bent. Maar lang geleden heette de halte nog Route de Fontaine-Valmont… Verwarrend is het wel. Overigens hadden we ook in Labuissière kunnen overstappen, of in Erquelinnes. Maar in Labuissière was de overstaptijd nog langer, en in Erquelinnes te klein, en dus kozen we de gulden middenweg. Wie eens een bus wil nemen die zich door de kleine straatjes van al even kleine dorpen wringt, komt hier zeker aan zijn trekken. Onze afstaphalte ligt ergens in the middle of nowhere. Toch staat er een reiziger te wachten, op weg naar Binche. Gelukkig heeft hij zijn bus niet gemist, want de volgende is die van dik 4 uur later, die waarmee wij naar Binche zullen rijden.

De bus van de terugrit komt tamelijk stipt aan - we zijn de enige reizigers. Infotec heeft me wijs proberen te maken dat ik tot Binche tarief Horizon (3 en meer zones) moet betalen, maar de niet erg overzichtelijke haltelijst laat vermoeden dat het er maar 2 zijn. Ik vraag bevestiging bij de erg vriendelijke chauffeuse, en krijg gelijk. Uit vorige ervaringen weet ik dat de aansluiting van zes minuten waarschijnlijk niet zal volstaan. De NMBS heeft het vertrekuur van de IR geleidelijk vervroegd en de zes minuten volstaan zelden, omdat de bus het Séminaire van Vellereille-les-Brayeux bedient. Dat zou het gedroomde decor voor een Waalse Harry Potter kunnen zijn. Het is de enige bus die deze immense school bedient: echt veel instappers zijn er niet, de meesten worden namelijk gebracht en afgehaald met de auto en dat leidt elke avond weer tot een onoverzichtelijke chaos van slecht geparkeerde wagens. De bus moet er zich een weg door boren en dat moet vrij gedecideerd gebeuren. Het resultaat is 5 minuten vertraging, en we rekenen dus eigenlijk al niet meer op de aansluiting in Binche - de trein vertrekt er bovendien van spoor 3.

Blijkbaar maakt de brugdag toch het verschil: bij vorige gelegenheden groeide de vertraging eerder dan dat ze afnam, maar vandaag gaat er een minuutje af. Ik denk dat de treinchef ons zien komen heeft, want hij is misschien wel speciaal voor ons naar een deur gekomen bij de trap, en laat ons nog instappen; meteen daarop wordt de AVG gedraaid. Twee overstappende scholieren hebben minder geluk: de deur gaat onverbiddelijk dicht. We worden meteen gecontroleerd, en dat is de gelegenheid om de tbg te bedanken én om hem erop te wijzen dat niet wij maar de bus in vertraging de reden waren voor onze late aankomst. Ik wijs er nog even op dat ook de scholieren in onze bus zaten, maar veel begrip kan de tbg hier niet voor tonen: als wij die trein konden halen, hadden die jongeren dat zeker moeten kunnen - ze zijn tenslotte nog een stuk jonger dan wij, ook. Waaraan ziet hij dat?
Met de controles gaat het deze keer beter: vanmorgen hadden we 1 controle voor 3 treinen, nu krijgen we er 2 voor 1 trein. In La Louvière-Sud wordt de tbg uit Binche namelijk afgelost, en de nieuwe tbg bewijst dat 3 desiro's geen beletsel mogen zijn om even door de trein te lopen, ook al moet dat dan in stukken gebeuren. We komen stipt in Halle aan, en de NMBS scoort dus 4 op 4 vandaag. Niks zo goed als een brugdag om de cijfers wat op te krikken…

Treinlectuur.

Ondertussen gelezen (niet op de trein): Het diner, Herman Koch. Zoals gewoonlijk heb ik enkele jaren gewacht voor ik het boek begon te lezen - ik heb er nogal wat in reserve - om dan, wanneer de rust is teruggekeerd, in alle objectiviteit over het boek te kunnen oordelen. Het is een vlotte, bijna thriller, met psychologische en sociologische onderlagen; ik vermoed dat heel wat lezers het boek inderdaad konden appreciëren. Het is een boek waarvan je achteraf vaststelt dat het meer om het lijf lijkt te hebben dan in werkelijkheid het geval is, maar waar je toch snel doorheen leest, omdat het diner met zijn vieren, twee broers en hun echtgenotes, toch niet zomaar op een gezellig avondje uit lijkt af te stevenen.

En nu aan het lezen: Memoirs of a geisha, Arthur Golden. Dit is niet bepaald iets wat ik zelf zou kopen, maar mijn zoon heeft het boek ooit eens gevonden op de Eurostar, en om het met Gaston Durnez te zeggen: ik lees alles, zelfs het etiket op de melkfles als ik niets beters bij de hand heb.

Het klassieke tweeledige stel in Cityrail-outfit keert al terug uit Erquelinnes: E4781 Erquelinnes - Charleroi-Sud, net voor hij Solre-sur-Sambre binnenrijdt. Van de CityRail-logo's op de flanken is niets meer te bespeuren. Zijn ze bewust weggenomen, of zijn ze het slachtoffer van een grondige graffitipoetsbeurt?

30-05-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (1)
19-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19 mei 2014 Felenne

Als je van Beauraing naar Felenne rijdt, lijkt het erop dat dit een wandeling tussen de weiden en hier en daar een akker zal worden, maar wij duiken al snel de bossen in die hier langs de vallei van de Houille aan beide zijden van de Frans-Belgische grens voor afkoeling zorgen. We laten ons inspireren door de NGI-kaart met wandelingen in Beauraing, en volgen wandeling 3 in Felenne. Het wordt een onvervalste boswandeling met een erg eenvoudig profiel: een lange, vrij steile afdaling richting Moulin de Felenne(s) en een wat minder steile, maar toch nog altijd stevige klim richting Felenne. De wandeling is iets meer dan 10 km lang, en voert voor 77 % over trage maar goed begaanbare boswegen. Heel af en toe krijg je een schitterend uitzicht op het uitgestrekte bossencomplex, waarvan het Bois le Taureau deel uitmaakt. Felenne zelf lijkt op deze zonnige namiddag in diepe rust verzonken.

Foto's van Felenne en de bossen rondom vind je hier. En bijzonder interessant is de vergelijking tussen vroeger en nu aan de hand van oude postkaarten.

Kijk ondertussen al eens naar de volgende plaatjes:

Hoe geraakten we er?
Veel keuze is er niet: buslijn 49 Beauraing - Felenne is verleden jaar nog deskundig (?) aangepakt door de heren en dames van de TEC-Namur die ondertussen grote delen van de Condroz en de Famenne onbereikbaar hebben gemaakt. Op schooldagen is er nog net een terugrit even na vieren, op schoolvakantiedagen acht men zelfs dat niet meer nodig.

Een stukje geschiedenis.
Het is spijtig dat ik het moet toegeven, maar ligging en grootte van Felenne zijn zo dat het eerder verrassend is dat dit dorp nog met regulier openbaar vervoer bereikbaar is. Waarschijnlijk zijn er historische redenen waarom het busverkeer hier nog niet helemaal weggesaneerd is. Ik vind de eerste sporen van een busbediening in het spoorboekje van 1914 (maar ze kan dus ouder zijn): de malle-poste, een postbus waar ik me niet zo heel veel kan bij voorstellen, bediende Felenne 2 keer per dag. Vermoedelijk was het een nevenactiviteit voor de wagens van de post, die wel in de eerste plaats brieven en pakjes vervoerd zullen hebben. In 1925 wordt een van beide bussen zelfs naar Givet (en spijtig genoeg voor de inwoners van Felenne dus niet naar hun lieve dorp) geleid, maar dat is alweer niet meer terug te vinden in het dienstregeling van 1932. Na WO II komen de postbussen niet meer voor in het spoorboekje, maar een sterk verbeterde busbediening vinden we in 1952 terug onder de lijst particuliere autobussen. Uit Beauraing rijdt dan vijf maal per dag een bus naar Felenne en terug. Dat is ongeveer de toestand die wij ook leerden kennen in de jaren 1970, al was de dienstregeling toen vrij ingewikkeld geworden, met bussen die duidelijk in functie van de scholen en de markten reden, zonder hiaten overdag echter, zoals dat vandaag wel het geval is. De buslijn is ondertussen blijkbaar ook een gewone NMVB-lijn geworden. Sindsdien is het met deze lijn alleen maar achteruitgegaan: eerst verdwenen de zondagdiensten, dan de zaterdagdiensten, en verleden jaar werd de dienst zo ver uitgebeend dat we deze uitstap op een schooldag móeten plannen. Bijkomende negatieve factor is de ligging van de busgarage in Winenne, het dorp dat 6 km voor Felenne ligt: daardoor beginnen en eindigen diensten naar Beauraing nogal eens in Winenne, en valt Felenne dus uit de… bus. (Belangrijke opmerking: de vermelde jaartallen verwijzen naar het spoor- of busboekje dat ik toevallig heb geraadpleegd; de wijzigingen in de bediening van Felenne vielen dus mogelijk en zelfs waarschijnlijk op andere momenten.)

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 7515 08:27 08:37 +5 2158 - 53510 M5
Brussel-Zuid - Dinant 2409/2509 09:03 10:46 +1 304 mr80 break
Dinant - Beauraing 6060 10:52 11:15 +2 08505 mr08 desiro
Beauraing - Felenne [49] 12:10 12:35 stipt ab5641-02 Van Hool New A360H Autobus Toussaint
-
Felenne - Beauraing [49] 16:10 16:35 stipt ab5641-02 Van Hool New A360H Autobus Toussaint
Beauraing - Dinant 8681 16:45 17:09 +6 08560 mr08 desiro
Dinant - Brussel-Noord 2538/2438 17:13 18:48 +7 335 mr80 break
Brussel-Noord - Halle 3689 19:02 19:29 stipt 08034 mr08 desiro

En wat beleefden we?
We doen vandaag de verbinding die ons enkele weken geleden naar Dinant bracht nog eens over, met een extraatje tot Beauraing. In Halle wordt dat dus de aangename P-trein naar Leuven; blijkbaar is er wat mis met het stuurstandrijtuig, want de loc hangt vooraan. Handig als je het nummer van de loc wil noteren. We rijden wat minder stipt dan de eerste keer, en daarom gaat het tot Lot over lijn 96E, zodat we de L-trein naar Leuven zonder veel hinder kunnen inhalen. Toch is de vertraging bij aankomst in Brussel-Zuid al opgelopen tot net geen 6 minuten.
De IC naar Namur en verder bestaat uit 2 breaks, waarvan eentje doorrijdt naar Liers, de andere naar Dinant. We kunnen deze stellen al bewonderen in wat rest van de Halse vorming. Meteen weten we dat een gemoderniseerd stel vooraan hangt, maar wij zullen nog met een echte break mee mogen. Een wel vaker voorkomend nadeel van de combinatie van een gemoderniseerd en een oud stel is het geluidsniveau in het niet-gemoderniseerde stel. Ook vandaag zullen we dat geweten hebben: de info knalt werkelijk door de ruimte. En vermits de trein in Namur gesplitst wordt, worden we meer dan goed is getrakteerd op wel erg luide boodschappen. Tussen Rhisnes en Namur wordt gewerkt, en dat noodzaakt een lange vertragingszone (tot 40 km/u) wat gelukkig niet voor vertraging zorgt, ook al omdat we in Gembloux een minuut te vroeg zijn vertrokken.
Vanaf Namur krijgen we het gezelschap van een negentiger en vermoedelijk een zestiger. Ze leveren ronduit commentaar op het hele spoorwegwezen, de eerste telkens opnieuw met nieuwtjes uit de jaren 1960 en 1970, de tijd toen ik de trein leerde kennen. Hij weet er echt nog alles van: rijtuigen, werken aan het spoor, locomotieven, functies bij de spoorwegen… Het jongere exemplaar heeft het grootste deel van zijn carrière in Dinant gezeten, na een aanloopje in Namur: hij probeert het over de spoorwegen van vandaag te hebben, maar echt lukken doet dat niet. De negentiger geeft toe dat hij eigenlijk niets meer met de spoorwegen te maken heeft sinds zijn pensioen (behalve de vrijkaart die ze blijkbaar net in Namur afgehaald hebben). Vroeger hoorde hij de treinen over de Pont d'Houx rijden en dan wist hij meteen of alles normaal verliep.
Tot de Pont d'Houx rijden we stipt, maar in Dinant komen we gewoontegetrouw aan op bezet spoor, wat wel handig is voor de overstap naar de L-trein naar Libramont, maar wat steevast voor wat vertraging zorgt.
Erg druk lijkt het niet op lijn 166. In Houyet is de overweg afgesloten; wij komen aan op spoor 1 en zullen tot Beauraing op tegenspoor rijden. Maar veel averij lopen we daar niet door op.

We hebben een wel erg ruime overstap, maar krijgen aldus de kans om een dertigtal huiszwaluwen te observeren, die met de modder uit de enige plas aan het station volop aan het bouwen zijn geslagen. Langzaam maar zeker raakt ook Wallonië volgebouwd. Aan het station van Beauraing prijkt nu toch al enkele jaren een haltepaal. We hebben het hier nog meegemaakt dat je gewoon op je goed gesternte moest afgaan. Op het haltebord staat alleen lijn 49: blijkbaar weten ze in Namur niet dat ook de Luxemburgse lijn 9 hier twee keer per dag vertrekt. TEC-Namur-Luxembourg? Overigens staat op het oude stationsemplacement ook een bus van lijn 241 te wachten. Die komt officieel niet aan het station, maar als die daar tussen 2 ritten in toch komt staan, zou die dat toch ook kunnen doen? Maar om eerlijk te zijn: de halte Route de la Gare ligt inderdaad niet ver. De chauffeur is van het redelijk vriendelijke type. Samen met ons zullen twee vrouwen, van wie een met een immense kinderwagen, reizen, zij tot Winenne, wij tot Felenne.

Het zijn dezelfde bus en dezelfde chauffeur die ons terug naar Beauraing brengen. In Beauraing lijken de middelbare scholieren over de hele stad verspreid: een leger TEC-bussen en in mindere mate een P-trein van de NMBS zullen hen terugbrengen naar het warme nest.

Deze keer is de aansluiting beter. Op wat scholieren en andere reizigers na is het kalm op het perron. Een rolstoellift laat vermoeden dat hier af en toe toch nog wat personeel aanwezig is. De bezetting van deze P-trein is pover. Net als enkele weken geleden loopt alles vlot, maar ook nu komt het gesloten sein B60 roet in het eten gooien. Het zijn de enkelsporige brug over de Maas in Anseremme en de vertraagde L6066 die aan de basis liggen van de 6 minuten vertraging bij aankomst in Dinant. Anders dan de vorige keer wordt deze keer niet gezorgd voor een aansluiting met tegenover elkaar staande treinen: we komen binnen - opnieuw op bezet spoor - op het spoor waar de IC naar Brussel staat te wenken. Drie minuten vertraging (van de zes) worden keurig op de IC overgedragen. Die zal in Yvoir zelfs al met 5 minuten vertraging aankomen, blijkbaar omdat een lege break daar eerst naar spoor 2 gemanoeuvreerd wordt. Wat dat stel daar doet, is me een raadsel. Maar wat maken we ons zorgen over die 5 minuten vertraging (4 in Namur): IC2438 uit Liers heeft meer dan 10 minuten vertraging, en dus zal de koppeling op zich laten wachten. We vertrekken met 13 minuten vertraging, en de vertragingszone tot Rhisnes kan dat alleen maar verergeren: in Gembloux noteren we een vol kwartier bij aankomst, er zal veel moeten gebeuren om de aansluiting van 10 minuten met de stoptrein naar Halle in Brussel-Luxemburg te halen. Er gaat nog wel wat vertraging af (Ottignies +12, Brussel-Luxemburg +8) maar liever dan onze trein net voor onze neus weg te zien rijden, kiezen we voor een rit door de NZV. Uiteindelijk komen we in Brussel-Noord aan met 7 minuten vertraging: de IR naar Quévy is net vertrokken, het wordt dus weer een L-trein naar Braine-le-Comte.
Het ritje naar Halle wordt er eentje zonder geschiedenis (en zonder controle). De verbroken aansluiting in Brussel-Luxemburg zal ons uiteindelijk 17 minuten extra reistijd opleveren; er zijn ergere dingen, zeker 's avonds. Echt vlot leken de treinen vandaag niet te rijden; hopelijk speelt de eerste zomerdag, met een maximumtemperatuur van 26° in Buizingen daar geen rol in. 's Anderendaags zal Infrabel opnieuw uitpakken met goede stiptheidscijfers voor april. Duimen maar, voor de volgende maanden!

Treinlectuur.

Het spookslot aan de Loire, Havank. Helemaal geslaagd kun je deze poging om de geesten van een middeleeuws spookslot te verzoenen met modern spiritisme in de jaren 1930 niet noemen, maar zoals wel vaker wil je toch wel weten hoe het afloopt, en hoe de auteur erin slaagt om zich niet al te belachelijk te maken met spookverhalen die kant noch wal raken. In deze detectiveroman is het uiteindelijk een erg gevoelig medium dat zich door een spiritist laat aanzetten tot de moord op een ex-spionne. Interessant voor treinliefhebbers is dat de Amsterdamse inspecteur Uyttenbogaert Kerst en Nieuwjaar wil vieren bij zijn Parijse confrater Silvère, en dat het hele gezin uiteraard per trein naar Parijs reist. Even wat korte excerpten:

De sneltrein Amsterdam - Parijs, die om ongeveer tien uur de Nederlandse hoofdstad verlaat, was Dordrecht reeds gepasseerd en reed nu door de eindeloze bocht bij Willemsdorp. De remmen gierden en knarsten met hevig geweld, de trein minderde vaart en reed de Moerdijkbrug op die eruit zag als een reusachtig meesterstuk van hogere suikerbakkerskunst: wit besneeuwd, beijzeld en berijpt.
(…)
Uyttenbogaertje junior stoorde de genoeglijke overpeinzingen van zijn vader met een dringend verzoek om nadere inlichtingen aangaande het gebruik van de noodrem, waarnaar hij keek met iets in zijn blik dat Uyttenbogaert senior bliksemsnel met zijn ogen de afstand deed meten, die zijn zoons grijpvingers van het begeerde speelgoed scheidden. Hij trachtte hem geduldig uit te leggen waartoe de noodrem diende, al behoorde hij zeker niet tot de categorie van ouders die het nodig achten alles met hun kinderen te bespreken en breedvoerig te behandelen, en die zich er dan over verbazen als de kinderen niet willen slapen, bang zijn in het donker en gillen dat er een Freud of een complex onder het bed zit.
Met fel geknars van remmen kwam de trein langs het eindeloze en onherbergzame station van Roozendaal (stations hebben iets onzegbaar lugubers) tot stilstand. Het helse lawaai deed de zesjarige dochter van Uyttenbogaert ontwaken, en daarmee was het met de rust der ouders gedaan. Het werd een strijd tegen de uit-de-ramen-hangerij, en een temmen van de demonstratief te kennen gegeven begeerte de hele stationsrestauratie te kopen tegen de bekende fancy-prijzen. Een zucht van verlichting steeg uit de gemoederen op toen de trein zich weer in beweging zette, onder aanvoering van een verse (Belgische) machine - met de gebruikelijke wilden bemand.
(…)
Antwerpen-Oost leverde geen verrassingen en de Sinjorenstad lag weldra achter hen. De trein stevende op Brussel aan, de stad die nòch vis, nòch vlees is,…
(…)
De trein zette zich weer in beweging, en het feit dat deze nu in tegengestelde richting reed deed een ogenblik de aandacht der beide Uyttenbogaertjes - die tot nu toe met de aan kinderen eigen critische blik de nieuw-aangekomenen hadden gadegeslagen - van hun slachtoffers afwenden.
'Oh, we gaan weer terug!' klonk het verwonderd.
'Gaan we nu alweer naar Amsterdam?' luidde vraag nummer twee.
Uyttenbogaert legde het geval van de veranderde richting uit en meende er daarmee af te zijn. Doch op de uitleg volgde natuurlijk de vraag: 'Waarom?' en 'waarom maken ze zo'n gek station?'
En Uyttenbogaert die dat vraagstuk eigenlijk nooit had overdacht, vond een uitweg in een ogenblik van helderheid: 'Tja, in de tijd toen men, zoals dikwijls in Holland, de spoorlijnen nog dwars door de stad bouwde, hadden de mensen meer tijd om bij de overwegen te wachten en ze waren minder gehaast, begrijp je?'
(…)
Langzaam gleed de trein het Gare du Nord binnen, somber en zwart als immer. Uyttenbogaert had inmiddels het raam opengeschoven en tuurde over het lange perron.
(…)
De remmen knarsten, de trein zuchtte, schokte nog even en stond dan eindelijk stil. Onder leiding van Uyttenbogaert en met behulp van een porteur , had het uitladen van de stoet plus bijhorende bagage zonder ongelukken plaats, en men zette koers naar de uitgang.

Enkele hoofdstukken verder lezen we trouwens nog een andere treinpassage: hoe Silvère en Uyttenbogaert rond elven 's avonds een stoptrein nemen op weg naar het dorp dat 5 km van het spookslot ligt, waar ondertussen een moord heeft plaatsgevonden. Als gevolg van de sneeuw heeft de late boemel wel anderhalf uur vertraging. Slechte weersomstandigheden.

Je zou er een spelletje van kunnen maken: wat is er ondertussen allemaal anders geworden? En voor alle duidelijkheid: de frontwisseling moet zich wel degelijk in Brussel-Noord hebben afgespeeld!

Onze IC uit Brussel is zo goed als op tijd, genoeg speling dus om onze L-trein naar Libramont te fotograferen. Op de achtergrond de break die op hetzelfde spoor is aangekomen en die de aansluiting met deze L-trein op hetzelfde perron verzekert.

De bus heeft ons zo net naar Felenne gebracht en zal over enkele ogenblikken terugrijden naar Beauraing.

 

19-05-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
16-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 mei 2014 Groenendaal - Tervuren (GR Groene Gordel)

We vatten vandaag nog eens een nieuwe GR aan, die van de Groene Gordel. Nu, aanvatten is veel gezegd: we onderhouden zelf de bewegwijzering van dit tamelijk recente pad van net voor Halle tot Groenendaal, en dus begint onze eerste etappe in Groenendaal. Een tocht van bijna 15 km zal ons in Tervuren brengen. Het is een boswandeling in de zuidelijke rand van het Zoniënwoud, met doorstoot naar Tervuren; eigenlijk vallen alleen de 3 km voor Jezus-Eik wat tegen, maar voor de rest is het volop genieten van dit bos waar nu eens meer dan eens minder de sturende mensenhanden zichtbaar worden. De TWQ bedraagt 74 %, wat in dit overbevolkte en vooral overbestrate Vlaanderen toch wel een hele prestatie is. Voor wie eens wat anders wil dan een wat stuurloze tocht door dit deel van het Zoniënwoud, is deze GR ideaal, en Jezus-Eik ligt als welgekomen doortochthaven ongeveer halfweg.

Foto's van deze boswandeling vind je op deze plek.
Deze toont alvast perfect het karakter van deze tocht, voor zover dat nodig mocht zijn:

Hoe geraakten we er?
Op weekdagen kunnen we met twee van de IR's uit Binche rechtstreeks naar Groenendaal, en dat is meteen de reden waarom we toch vrij vroeg vertrekken, vroeg gezien de middelmatige afstand van de wandeling en de nabijheid van onze bestemming.
Voor de terugrit zijn de mogelijkheden legio, zelfs een MIVB-tram die zich hier buiten het Brussels Gewest waagt, behoort tot de mogelijkheden. De bussen van De Lijn richting Brussel maken een metrorit noodzakelijk, en via Leuven reizen zorgt voor een duurbetaalde omweg. Dus kiezen we voor lijn 830 die het station van Zaventem wel niet echt bedient, maar waarvan de halte Watertorenlaan op stapafstand van het station ligt. Met halfuurdiensten op lijn 830 en op de aansluitende (alweer rechtstreekse) stoptrein naar Brussel en Halle genieten we van een luxe die ons bij andere uitstappen vaak ontbreekt.

Een stukje geschiedenis.
Bijzonder interessant is deze link met een verhelderend commentaar over de tramlijn met het wat bevreemdende startpunt Groenendaal naar Overijse. Vandaag herken je nog net de vroegere trambedding in het betonnen pad dat tussen de spoorlijn 161 en het vervallen hotel-restaurant vertrekt. Aan de andere zijde van lijn 161 liep dan weer een van de kortste spoorlijnen van het net: lijn 161B, 1 km lang, die Groenendaal verbond met Groenendaal (Renbaan). Tot de jaren 1970 vertrokken extra treinen uit Brussel-Zuid om paardenliefhebbers en gokkers naar de renbaan te brengen, die onlangs trouwens nog hoofdonderwerp was in het Canvasprogramma Publiek Geheim. Meteen heb ik het raadsel van de vandaag ontbrekende lijn 161B opgelost.
Tervuren zal bij de meeste spoorwegenthousiasten vooral herinneringen oproepen - al moet je dan al van een respectabele leeftijd zijn - aan de eerste geëlektrificeerde Belgische treinlijn Brussel-Leopoldswijk - Tervuren. De spoorlijn bereikte in 1882 Tervuren, werd in 1931 geëlektrificeerd en werd gesloten in 1958. Vermoedelijk is dat de reden waarom de NMVB wel brood zag in een tramverbinding met Leuven, maar niet met Brussel.

De verbinding.

Halle - Groenendaal 3907 08:09 08:53 +17 1818 61029 M6
-
Tervuren - Zaventem [830] 13:39 14:02 +3 ab3344 Jonckheere Communo Overijse
Zaventem - Halle 3785 14:18 15:02 stipt 08519 mr08 Desiro

En wat we beleefden.
Als blogschrijver zie je zo een eenvoudige verbinding als die van vandaag met lede ogen aan; wat kun je immers beleven op zo een korte reis, maar je zult het snel merken: het zal allemaal nogal meevallen.
IR3907 is samengesteld uit het enige stel M6 dat nog op de verbinding Binche - Louvain-la-Neuve wordt ingezet; voor de rest is het al Desiro dat de klok slaat. De keuze voor deze M6 is zeker te verantwoorden, gezien de bezetting van deze trein, maar valt ongelukkig, omdat die treinen met M6 nu net wat trager zijn dan de Desiro's, en dat valt tegen in het tweede deel van de ochtendspits. Ter voorbereiding van onze tocht had ik de voorbije dagen al bekeken hoe deze IR het deed: tot Halle wilde het nog best meevallen, maar Groenendaal werd dag na dag bereikt met minimum 10 minuten vertraging. Vandaag doet men er nog een schepje bovenop: de trein rijdt al vanaf Ecaussinnes met 10 minuten vertraging (defecte trein volgens Infrabel, euh… de NMBS) en meteen vervalt onze vrees dat de L-trein met 6 minuten vertraging onze IR voor de voeten zou rijden. Het verhaal in een notendop: Halle +9 - Brussel-Zuid +8 - Brussel-Centraal +13 - Brussel-Noord +13 - Brussel-Schuman +14 - Brussel-Luxemburg +14 - Etterbeek +14 - Bosvoorde +16 - Groenendaal +15, dat laatste bij aankomst - zie verder.
Het rijtuig waarin we zitten is langs een zijde helemaal weggeschilderd, je waant je op sommige plaatsen in een desiro. Reizigers hebben echt moeite om in te schatten of ze in een station stilstaan of ergens te velde. En dan merk je de ervaring van deze forensen: als we tussen Zuid en Centraal voortsukkelen en aanschuiven in de NZV, zie je niemand vals gealarmeerd door het stilstaan rechtstaan: ze weten dat het nog even duurt voor we het Centraal Station bereiken.
Onze opvallendste medereiziger zit schuin tegenover ons. Hij zal wel ongeveer een zestiger zijn zoals wij, maar hij luistert even ongegeneerd als het jonge spul naar veel te luide muziek. Misschien doet hij dat wel al zo lang dat hij zachte muziek helemaal niet meer hoort. Ik kan hem in de plaats van oortjes alleszins een goed hoorapparaat aanraden. Voor een keer is het niet het gejengel van elektronisch geproduceerd lawaai dat tot onze oortjes doordringt, maar wel het geschetter van koperblazers, want hij luistert naar een jazzy versie van Killing me softly with his song… Hoe goedgekozen kan muziek zijn? Verder vertoont hij alle vormen van puberaal gedrag: in de neus pulken, geeuwen zonder handje, een deuntje mee fluiten, de maat slaan met de handen op de hier nog aanwezige tafel… Het zou me niets verbazen mocht dit een leraar zijn die de gewoonte van zijn leerlingen heeft overgenomen. Zelf heb ik jarenlang geproclameerd dat taalleerkrachten een premie zouden moeten krijgen voor de nefaste invloed van het slechte taalgebruik van hun leerlingen op de eigen - uiteraard perfecte - taal. Misschien moet die premie wel uitgebreid worden.
In Brussel-Luxemburg zijn ook twee Nederlanders ingestapt. Een leest dat de economie krimpt door de zachte winter. Overduidelijker bewijs voor het absurde van groeicijfers kun je niet bedenken: nu we eens wat minder vervuilen, is dat weer niet goed voor de economie. Ik heb altijd het omgekeerde verkondigd: een stevige crisis is goed voor het milieu. Wat ben ik blij dat ik in het station van Halle die folder van GROEN heb aangenomen.
De tbg is van het vrouwelijke type, dat hebben we heel even gemerkt in Halle en horen we ook voorbij Brussel-Luxemburg. In haar rijtje stations die we nog zullen aandoen, vergeet ze wel Groenendaal. Als bij nadere beschouwing (van mijn vrouw) die halte ook weigert voorbij te schuiven op het display in het rijtuig, wordt het al wat handenwringen, en het wordt pas echt onheilspellend als na Bosvoorde le prochain arrêt verschijnt: La Hulpe. De treinbestuurder weet gelukkig wel dat deze trein in Groenendaal stopt. Met ons staat een achttal reizigers op het platform het openen van de deuren af te wachten, maar als je als tbg niet weet waar je stopt, weet je natuurlijk ook niet dat je de deuren moet lossen. Misschien zit ze trouwens aan de graffitikant van het eersteklasrijtuig. Als na een volle minuut de deuren nog altijd niet open gaan, horen we plots het snerpende, fluitende, gierende geschreeuw van de noodrem. Iemand heeft het op zijn heupen gekregen van het lange wachten, en heeft de koe bij de rode hendel genomen. Zelfs dan duurt het nog een hele tijd voor het groene lichtje dat op het vrijmaken van de deuren wijst, aanfloept. Met ons stapt een twintigtal reizigers van de trein; de tbg houdt zich om strategische redenen op in een van de rijtuigen. Ondertussen blijft het gefluit aanhouden dat horen en zien vergaat. Over de plaats waar de noodrem getrokken is, kan nauwelijks twijfel bestaan. Toch duurt het nog enkele minuten voor aan het euvel verholpen wordt. Het is een schoolvoorbeeld van nonchalant personeel. En voor ik met een kniptang neergeslagen word, dit is een uitzondering. Maar madame heeft op deze manier wel voor kostbare minuten extra vertraging gezorgd, ook aan de achterop zittende IC2108, waardoor de schaarse busaansluitingen in Ciney, Marloie, Jemelle, Libramont, Marbehan en Arlon de mist in gaan.

Voor de terugrit hebben we dus voor bus 830 gekozen. Door de besparingen van Crevits rijdt die het grootste deel van de dag alleen nog tussen Overijse en Melsbroek, en dus zit er weinig anders op dan richting Zaventem te bussen. Een overstap in de Luchthaven zou voor de hand liggen, maar dat is buiten diabolo, duivels gedoe, gerekend: we weigeren om extra te betalen voor een verbinding die voor ons alleen maar toevallig langs de luchthaven voert.
In Tervuren rijden de bussen al sinds 2010 rond en dat zou nog minstens tot 2015 duren. Het voordeel daarvan is dat De Lijn wel de moeite heeft gedaan om een vervangingshalte uit te rusten met een bushokje en met een duidelijke dienstregeling. Voor de lijnen naar Brussel wordt zelfs gestipuleerd dat de bussen mogelijk 5 minuten vroeger dan voorzien doorkomen - dat zou men eigenlijk aan elke halte kunnen afficheren. We nemen de bus dus op een omleggingstraject en wat verder zullen we er een tweede aangesmeerd krijgen: Sterrebeek wordt zowat overgeslagen, en daardoor valt de vertraging in het geval van deze omlegging mee. Mijn vrouw maakt wel eens het onderscheid tussen iemand die met de bus rijdt en een buschauffeur. Onze chauffeur is er duidelijk een van het laatste type: vriendelijk, behulpzaam, attent. Een koppel allochtonen dat naar Ikea Zaventem wil, wordt keurig op de hoogte gehouden, en meer: de buschauffeur maakt hen er ook attent op dat ze voor de terugrit helemaal aan de andere zijde van de autoweg de bus moeten nemen. We komen lichtjes later dan voorzien aan de halte Watertorenlaan, en het station van Zaventem (de achterkant) ligt inderdaad vlakbij: we doen er beduidend minder lang over dan de planner van De Lijn voorspeld had, maar we gebruiken dan ook een binnenwegje.

In de tunnel onder de sporen staat een goed geplaatste biljettenautomaat. Ik moet zeggen dat ik veel kritiek op deze automaten niet goed begrijp. Ik heb er bijna nooit problemen mee, en ook nu komen de tickets zonder veel problemen te voorschijn. De NMBS schijnt nog altijd te aarzelen of deze halte op lijn 36 nu eigenlijk Zaventem (op de perrons) of Zaventem Dorp heet - bijna schreef ik noemt, onder de jarenlange slechte invloed van mijn leerlingen - en dat blijkt ook nu op onze biljetten.
Even is het schrikken als we merken dat we bijna in de zogenaamde IR naar Gent-Sint-Pieters zijn ingestapt, maar de duidelijke aanduiding op de kop en de flanken van de desiro's behoedt ons voor deze misstap. De L naar Braine-le-Comte volgt snel. Twee Schotten (of toch minstens Engelsen uit het Noorden) proberen een reisje te bietsen, maar de tbg loopt er niet in: you pay or you get off, zegt ze kordaat. Dan komt meteen de kredietkaart te voorschijn. En een reisje in eerste klasse zit er voor de Britten ook niet in. (Eigenaardig hoe goed ik die noordelijke accenten heb weten te doorgronden, dankzij de vele Britse politiereeksen die zich in dat deel des lands afspelen. Misschien vind je hier en daar ook wel een Brit die Eigen kweek kan volgen…) Verder valt er op deze reis niet veel te beleven: we rijden stipt Halle binnen, en we hebben gemerkt dat deze tbg wel controleert, biljetten uitschrijft en alert is. Dat laatste kan ook alleen maar als je enkele keren door je trein stapt, al zal dat met die ene desiro wel een stuk gemakkelijker zijn dan met een achttal M6-rijtuigen…

Treinlectuur (of toch niet echt, daar was de reis net iets te kort voor)

Het spookslot aan de Loire, Havank. Ik lees tussendoor weer dingen uit mijn adolescentenjaren en dit is er een van, als 15-jarige gekocht in 1968 in de boekhandel van Walravens in Halle. Het boekje stond op het hoogste rek, en ik mocht met speciale toestemming het houten laddertje gebruiken om op eenzame hoogte mijn boekje (een Zwart Beertje) te kiezen. Dat ik als 15-jarige nog las heb ik zonder meer te danken aan een priesterleraar die me in contact bracht met Simenon, Edgar Wallace, Ellery Queen, Dorothy L. Sayers en deze Nederlandse Havank: zo kon ik de in die tijd nog bestaande leemte tussen de kinderboeken en de echte literatuur overbruggen met vaak goed geschreven en alleszins spannende detectiveverhalen, bij gebrek aan echte jeugdliteratuur. Zelfs May en Verne waren toen al de revue gepasseerd. Hoofdpersonage in deze romans van Havank is De Schaduw, een geheimzinnig maar vernuftig inspecteur in Parijs - Nederlanders hebben altijd al iets gehad met Frankrijk. Dit verhaal speelt zich af in wat ik voorlopig een spookslot blijf noemen, maar in werkelijkheid zit er natuurlijk meer achter dit verhaal rond vermoorde vrouwen.

Het was al een tijdje geleden dat we nog gestapt hadden. De volgende boeken las ik dus als thuislectuur:

De droomster van Oostende, Eric-Emmanuel Schmitt, per vergissing in een Nederlandse vertaling aangekocht. Ik hou niet zo van korte verhalen, maar de 5 verhalen in dit boek mogen er zijn: vlot, intrigerend, verrassend, alles wat dergelijke korte verhalen moeten zijn.
Une belle époque, Christian Authier, het verhaal van jonge afgestuurde pol-en-sokkers die stilaan de leeftijd bereiken om echt werk te zoeken, en die zich uiteindelijk voor de kar van rechtse politici laten spannen die de stap van de gemeentepolitiek naar het Franse presidentschap willen zetten. Het hele project stort als een kaartenhuisje in elkaar als blijkt dat de machtige geldstromen die de campagne ondersteunen van frauduleuze oorsprong zijn. Niet bepaald een roman die iemand als ik die niet hoog oploopt met de politici (hier in de jaren 1990) op andere gedachten brengt. Ik ben er trouwens van overtuigd dat ik de Franse politieke wereld te weinig ken om de roman echt volledig te vatten.

 

Het station van Groenendaal is helemaal afgeleefd, maar dit heeft de tand des tijds goed doorstaan:

16-05-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (4)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • Lijnen 712/714 (Etienne Tas)
        op 17 augustus 2023 Herne - Bever (Voettocht in Pajottenland)
  • OTW 4670 (Sebastiaan Van Hoof)
        op 18 juli 2023 - Lesve
  • IC's in Sinaai en Belsele (overweg13)
        op 27 december 2022 - Sinaai - Belsele (GR Waas- en Reynaertland)
  • Inhoud blog
  • 1 mei 2024 - Nieuwkerken-Waas - Melsele
  • 10 april 2024 - Vervifontaine
  • 8 april 2024 Pont-à-Celles
  • 29 maart 2024 - Hillegem
  • 21 maart 2024 Belsele - Nieuwkerken-Waas

    Archief per maand
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!