Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
23-03-2010
bellen
Als het
openbaar vervoer een spiegel is van onze samenleving, dan gaat het slecht met
onze samen-leving. Maar dat wisten we al.
De moeder
en de peuter, annex ingewikkelde en onhandige buggy, zijn al eerder ingestapt
en zijn maar meteen vooraan op de laterale bank gaan zitten, om ongevallen te
vermijden. Je ziet zo dat ze het nog niet gewend zijn, en er wordt ook gezwind
een biljet aangekocht tegen busprijs. En nee, de moeder schrikt niet eens van
het toch wel hoge bedrag dat ze moet neertellen voor de korte rit. Toch had ze
minder verwacht, dat is duidelijk, want ze moet haar portemonnee een tweede
keer aanspreken.
Wat verder
is zij ingestapt: vaal kleurende bril, dito haar en verticale scheerschade
tussen onderlip en puntje van de kin - nog net geen senior, want ze heeft nog
een gewone Omnipas. Ze blijft nog even vooraan hinderlijk zijn, en ploft zich
dan neer rechtover mij, even vergetend dat ze ook nog een rugzak draagt. Ik
wacht rustig tot ze voorovervalt, maar dat blijft me bespaard.
Mijn verste
herinneringen aan openbaar vervoer gaan nog steeds terug op dat zalige moment
dat je mocht bellen. Thuis kon je nergens drukken op een knop die twee dingen
tegelijk tot leven bracht. Op de tram kon dat wel: een schelle bel en een
schitterend rood licht, dat vooral 's avonds in de schaars verlichte voertuigen
voor een prille esthetische vervoering zorgde.
In die
vijftig jaar is er veel veranderd, en toch: we mogen nog altijd op de bel
drukken, en de peuters zitten nog altijd klaar, wachtend op het moment dat
moeder zegt dat het mag. Ook hij zit klaar, de vinger op het knopje.
Ik heb
altijd van mezelf gedacht dat ik een pestkop was en ben. En eerlijk, mild
pestgedrag is me nooit vreemd geweest. Maar dit gaat mijn petje te boven: want
nauwelijks zijn de deuren dicht, je ziet de afwachtende spanning stijgen, of
zij drukt met een snelheid die je niet meer van haar zou verwachten. Je herkent
de ontgoocheling, maar het kind is vatbaar voor reden, en legt zich neer bij de
troostende woorden dat ze nog wel eens de bus nemen.
Bij de
terugrit zijn mama en kind er weer. Nu lukt het wel. Van een ding ben ik zeker:
als de dame met de scheerschade ooit nog op mijn bus zit, zal ik het zijn, die
bel, desnoods aan elke halte. Ik druk dit tekstje alvast af, mocht de chauffeur
het op zijn heupen krijgen. Ik denk dat hij het ook wel zal begrijpen
Voor
de derde keer al stappen we GR 573. Vandaag loopt het nog even door en langs de
vallei van de Vesder: in feite lopen we in een grote zuidelijke boog van west
naar oost onder Verviers door, van Pepinster naar Hèvremont. De nabijheid van
een redelijk grote stad als Verviers, en van een mindere godin als Pepinster,
doet misschien wenkbrauwen fronsen, maar wees gerust: we volgen een bijwijlen schitterend
parcours (TWQ 63 %), langs veel smalle tot minder brede onverharde paden en
wegen, en zelfs het ontbreken van groen op deze eerste lentedag, doet niets af
aan de kwaliteit van het traject, dat iets langer is dan 16 km. Alleen in de
buurt van Heusy strekt de stad Verviers haar tengels wat al te geestdriftig
uit, maar voor de rest is dit een erg landelijk parcours, met de bebouwing vaak
op een veilige afstand. Enkele porties bos, met enthousiaste vogelzang op de
achtergrond, maken het plaatje volledig.
We zijn naar Halle gekomen met de bedoeling om de
1556 te nemen, in de wetenschap dat het hoogstwaarschijnlijk wel de 3105 zal
worden. Maar die laatste wordt met 15 minuten vertraging aangekondigd, als
gevolg van problemen met de locomotief. Dat komt ervan als je een locomotief
voor een drietal breaks probeert te spannen. Het wordt dus tóch de 1556, die
wel op tijd rijdt. Dat kan niet gezegd van de 3906, een 26 vooraan en één
achteraan met een 8-tal M6-rijtuigen, die dicht tegen het kwartier vertraging
aan zit. Van de 8 rijtuigen zijn er drie eerste klasse. Vermoedelijk zijn twee
ervan gedeclasseerd. Niet dat je dat aan de buitenzijde kunt merken, of ik moet
wel erg slecht kijken. Wat springt men toch slordig om met die dingen
tegenwoordig. Beide treinen, de 1556 en de 3906, vertrekken gelijktijdig in
Halle. We gaan over lijn 96 E en ik verwacht dat we in Lot voorrang zullen
geven aan de 3906, maar dat gebeurt niet. We gaan gezwind over de wissel van
lijn 96E naar lijn 96, en via 96 A gaat het naar Brussel-Zuid, dat
we zo goed als op tijd binnenrijden. Vanaf Vorst rijden we trouwens parallel
met de 3906: samen uit, samen thuis dus, want beide treinen rijden ook
gelijktijdig Brussel-Zuid binnen.
We struinen wat rond in Brussel-Zuid, ook langs het
enigszins vernieuwde Sam's Café. IC 506 staat al een tijdje klaar om
Brussel-Zuid binnen te rijden, maar de 3928 in vertraging houdt hem nog even
op. Toch zal zijn vertraging amper 2 minuten bedragen, en daar komen er
nauwelijks 2 bij in de NZV. Na een rustige, probleemloze rit bereiken we
Liège-Guillemins met 1 minuut vertraging. In een van de splinternieuwe perrons
wordt al opnieuw een gat geboord. Dat is nu net wat ik als gepatenteerde
onhandige kluns ook altijd meemaak als ik knutsel: als ik denk dat alles in
orde is, blijkt dat net niet het geval te zijn
De L-trein naar Verviers-Centraal bestaat uit één
break. Voor ons wordt dit de maidentrip over lijn 37 in dit type materieel. Tot
Angleur hebben we het gezelschap van 7 NMBS'ers; later wordt het erg rustig.
Normaal staat de trein 3 minuten stil in Pepinster. Ik maak me al op voor een
foto van ons stel, want de zon staat goed, maar de zonzijde van stel 367 staat
vol graffiti. Geen foto dus, ik verspreid geen kunst.
Voor de terugrit moeten we over korte afstand een
bus nemen van lijn 724. Hèvremont is een onooglijk groepje huizen met een kerk
op maat, maar vergetelheid zal wel de reden zijn waarom je nul op het rekest
krijgt als je Hèvremont als plaatsnaam invult in de planner van de TEC. Met een
aansluiting van 5 minuten in Verviers mag er niet veel fout lopen, en het
begint al met 2 minuten vertraging, maar de vertraging schommelt de hele rit
lang tussen 1 en 3 minuten. De chauffeur "laadt" bovendien reizigers
aan een aantal halten van het stadsnet, en dat verbetert onze slaagkansen allerminst.
De bus komt bovendien niet op het pleintje voor het station, maar net iets
verder, zodat we ook nog de trappen af moeten. Zoals dat altijd gaat, is de IC
stipt op tijd.
We stappen dan ook meteen in, zonder geldig
vervoerbewijs, want ik moet onze Railpass nog invullen. Ik hoop dat ik een TBG
tegenkom, maar de wet van Murphy is alomgeldend, en dus gebeurt dat niet. En
Murphy blijft ons goedgezind, want ik ben nog maar net ons eerste lijntje bezig,
als de TBG zich al parmantig aandient. Ik prevel dat er maar 3 minuten zat
tussen bus en trein, en blijkbaar volstaat dat als excuus: ik mag onder het
waakzaam oog van de TBG het tweede lijntje invullen, waarna beide deskundig
geknipt worden. Voor de rest wordt ook dit een vlotte en rustige rit. In
Zaventem staat de IR naar Quévy als vanouds zijn beurt af te wachten: zelfs bij
een lichte vertraging krijgt de IC voorrang. Zo zal het nooit meer goed komen
met de vroeger zo betrouwbare IR.
We zullen nu wel proberen om hem nog te nemen in
Brussel-Noord, waar hij met 5 minuten vertraging aangekondigd staat. De 2704
sleept inderdaad met 4 minuten vertraging zijn M6'en aan, maar een
eersteklasserijtuig ontbreekt, dat wordt nog eens bevestigd door de TBG. Het
zal wel iets te maken hebben met die ontsporing vorige week in Mons, maar het
is toch godgeklaagd dat er in sommige treinen 2 A-rijtuigen te veel zitten, en
dat het A-rijtuig in andere treinen ontbreekt. Dat het om twee verschillende
onderhoudsposten gaat mag geen excuus zijn . We beslissen dan maar om de CR te
nemen, tenslotte was dat de normale aansluiting geweest.
CR 3687 bestaat uit 2 klassieke stellen. Het eerste
is een CR-stel: uit de display vooraan leid ik af dat dit CR 6 is. We stappen
achteraan in. Behalve een licht gestoord reiziger, die zoals men hier zegt "geen
zittend gat heeft", maar wel een kanjer van een rugzak en een gescheurde
mouw, een allochtoontje dat schippert tussen staan, zitten in tweede en zitten
in eerste, en 2 jongedames die vinden dat ze in eerste mogen zitten als ze niet
bij elkaar kunnen zitten , valt er weinig te beleven in eerste klasse. Ik denk aan de
brief van Thomas Siffer die ik vanmorgen tijdens de heenreis gelezen heb: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=JN2NGT6V&word=siffer.
In Buizingen rijden we in een boogje rond het
spooksein: het gaat even over tegenspoor. Daardoor blijven we de 6 minuten
vertraging in Brussel-Zuid meeslepen tot Halle, maar al bij al leek het vandaag
nog mee te vallen. Net als de wandeling en het weer trouwens. Waar snakt het hart
nog meer naar?
Meer foto's? Hier: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/pepinster%20-%20hevremont%20GR%20573/
Zo'n tien jaar geleden werd onder impuls van het
Felixfonds en in samenwerking met het NGI een aantal wandelingen in het
Pajottenland uitgestippeld, onder de naam Wandelweg. Voor elke wandeling werd
een kaartje gemaakt, met bijkomende summiere gegevens, en alles werd te koop
aangeboden in handige mapjes. Wij volgen vandaag de tiende wandeling uit de
eerste reeks, met start en aankomst in Eizeringen.
Als geboren en getogen Pajot zou ik vandaag blij
moeten zijn, maar eigenlijk hou ik niet zo van het Pajottenland als
wandelstreek. Ook vandaag moet ik weer vaststellen dat dit het land van de
"koterijen" bij uitstek is, en tot overmaat van ramp volgen we ook
veel meer asfaltwegen dan goed is. De TWQ bedraagt amper 22 %, en dat is toch
wel weinig als je je streek als wandelparadijs wil promoten. Het wordt dus geen
onverdeeld succes, deze tocht langs Borchtlombeek en Wambeek, waar Pol de Mont
zijn eigen Pajottenland bezingt. Wie graag op een onbezorgde manier dit licht
heuvelende gebied met bijhorende beken verkent, komt vast wel aan zijn trekken
De verplaatsing:
Halle - Meerbeke bus 153 9:35 10:24 stipt (ab 3940
Jonckheere Transit 2000, Ukkel)
Meerbeke - Eizeringen bus 128 10:23 10:33 +3 (ab 4140 Van
Hool AG500, Meerbeke)
Eizeringen - Meerbeke bus 128 13:43 13:53 -4 (ab 4141
- als 4140)
Meerbeke - Halle bus 153 14:41 15:25 +4 (ab 5168 - Van
Hool New AG300, Leerbeek)
Het wordt vandaag een treinloze uitstap. Even heb ik
wel aan een alternatieve route gedacht, bijvoorbeeld langs Brussel-Noord, maar
tijd win je er niet mee, en de rit door het Pajottenland is ongetwijfeld
aangenamer dan door het goorste deel van Brussel. Voor de reorganisatie van de
busdiensten in het Pajottenland zouden we trouwens wél verplicht geweest zijn
om via Brussel te reizen. Vandaag valt opnieuw op dat ook lang verwaarloosde
gebieden reizigers aantrekken, als het aanbod voldoende groot is.
Van de nieuwe schermen in Halle kunnen we aflezen dat
onze bus met enkele minuten vertraging rijdt. Die groeit nog snel aan, tot 15
minuten zelfs. We bereiken Leerbeek om 10:08, en dat is 13 minuten later dan
voorzien. Als je weet dat een aantal bussen daar om 10:05 vertrekt, dan
verwacht je niet meteen dat al die aansluitingen verbroken worden. En toch,
vandaag lijken alle bussen stipt vertrokken. Voor minstens één reizigster wordt
dat een vol uur wachten! Dit is nieuw: in Leerbeek wordt (werd?) over het
algemeen goed gewacht op aansluiting, vandaag is het even anders, ondanks de
minieme wachttijd die nodig geweest zou zijn. Ik hoop dat dit geen nieuwe
politiek is, want de betrouwbaarheid van het regionale busnet staat of valt
hier met dat knooppunt in Leerbeek.
Wij komen uiteindelijk stipt aan op ons overstappunt
Meerbeke Stelplaats. We kunnen zelfs een aansluitende bus vroeger dan voorzien
nemen, omdat die met wat vertraging rijdt. Zoals verwacht is het een gelede
bus. De vroegere gelede bussen leden meer dan de huidige onder het
karakteristieke huppelgedrag, dat blijkbaar moeilijk te vermijden is met deze
lange bussen. We pikken nogal wat reizigers op, op weg naar Brussel, en de
vertraging blijft, al is ze nauwelijks het vermelden waard: 2 minuten. We
stappen uit aan de halte Weg naar Borchtlombeek. De N8 is een echt onding voor
voetgangers en fietsers, en dat kunnen we hier over enige afstand ondervinden.
Ongelooflijk hoe men destijds elke meter grond (o.a. teruggewonnen van de
boerentram) meteen opslorpte om het de automobilist gemakkelijk (?) te maken.
Fietsen moet hier een hel zijn, wij kunnen gelukkig uitwijken naar een smalle
grasstrook.
Voor de terugrit hebben we dezelfde reisweg voorzien.
Om 13.43 zou er een bus van lijn 128 moeten komen, maar die rijdt een viertal
minuten te vroeg. Dat maakt onze overstap in Meerbeke nog ruimer, tijd om snel
even een kiekje te stelen van enkele bussen in de stelplaats.
Een gelede bus brengt ons naar Halle: dat is al een
voorbereiding op de spits, want tot Halle zou een standaardbus ruim volstaan. Het
valt op dat ook de gelede bussen een evolutie naar meer comfort hebben
doorgemaakt: deze bus is duidelijk minder kort afgeveerd. Op tijd rijden lukt
moeiteloos tot Halle: uiteindelijk arriveren we daar met 4 minuten vertraging,
Halle heeft geen verkeersprobleem, Halle IS een verkeersprobleem.
Nu zowat alle mogelijkheden voor echte GR-paden
uitgeput raken, zeker in het volgebouwde Vlaanderen, lijkt men resoluut te
kiezen voor de zogenaamde streek-GR's. Die van het Dijleland is een van de
meest recente, en we beginnen de grote lus vandaag waar ook de topogids haar
laat beginnen: in Kessel-Lo, bij het Recreatiedomein. Dat Vlaanderen volgebouwd
is, en dat het aanbod aan trage (wandel)wegen in veel regio's uiterst beperkt
is, wordt vandaag weer duidelijk: eigenlijk volgen we van begin tot eind een
stuk van de GR 128, die we vroeger al stapten. Gelukkig doen we dat nu in
tegengestelde richting, en zoals elke rechtgeaarde wandelaar weet, doe je dan
een compleet andere wandeling. Een TWQ van 56 % is niet echt hoog, maar de
gevolgde trage wegen mogen er zijn: de Kesselberg, al meteen bij het begin, een
ruig stukje langs de Dijle, een prachtige veldweg naar Wakkerzeel, dat als dorp
ook de moeite waard is, en nog enkele wegen langs een vaak moerassig gebied,
waar de toponiem Broek dan ook vaak voorkomt. Na zo'n 17 km komen we aan in de
NMBS-halte van Wespelaar-Tildonk.
Voor ons is het de eerste treinuitstap na de ramp van
15 februari. Anders dan vroeger staan de wrakken van de verongelukte trein goed
zichtbaar, deels als schroot geladen op een wagonnetje Vroeger werd zoveel
mogelijk schroomvallig geprobeerd om die dingen weg te slepen of aan het oog te
onttrekken. Nu beelden van de ramp na 2 uur al de hele wereld rondgingen, heeft
dat inderdaad niet zo veel zin meer.
De verbinding:
Halle - Leuven 7515 8:27 9:19 +23 (2122 - 53511)
Leuven - Kessel-Lo bus 2 9:52 9:59 +7 (ab 5290 - Van
Hool New A309 - Leuven)
We hebben dus gekozen voor de enige min of meer snelle
trein tussen Halle en Leuven. Zo kan ik meteen de nieuwe M5 "showen"
aan mijn vrouw, al is er niet veel "showen" aan. Het is een nog
verder uitgeklede M6, met een bijzonder hinderlijke plaatsing van de banken ten
opzichte van de ramen; het echte verschil moet nog komen, als het warm wordt.
Vandaag is het aangenaam warm, al kun je dat niet aan het kale, koele interieur
toeschrijven.
Het wordt een echte sukkelrit: in Halle vertrekken we
met 4 minuten vertraging, na de NZV zijn dat er al 17, en uiteindelijk zullen
het er 23 worden in Leuven. Ik wil best aannemen dat de vertraging voor een
deel te wijten is aan de nog niet ten volle genormaliseerde toestand in Halle,
en dat een trein in vertraging de neiging heeft om zowat overal gehinderd te
worden, maar ik vraag me af of deze 7515 eigenlijk ooit wel min of meer op tijd
rijdt. Tussen Nossegem en Herent gaat het even over lijn 36N, en dat is zowat
het enige deel van het traject dat min of meer snel afgelegd kan worden.
Tussen Halle en Brussel-Noord mogen we meeluisteren naar
een veel te luide i-pod. Draagster is een dertiger, die blijkbaar nu al gehoorproblemen
heeft. En die M5'en hebben altijd al zacht gereden, al maken ze nu wat meer
lawaai: als je bijna uitgeklede rijtuigen op de sporen brengt zoals destijds,
kan er niet veel rammelen. Nu er toch al wat extra voorzieningen zijn, zorgen
die ook voor extra achtergrondgeluid.
Met een frequentie als die van lijn 2 is dergelijke
vertraging natuurlijk geen echt probleem: in plaats van de bus van 9:30 wordt
het die van 9:52, die van 9:45 rijdt net voor onze neus weg. De Prodata werkt
niet: het wordt dus een gratis rit in ab 5290. We rijden wel even de stelplaats
in, waar de Prodata vervangen wordt, maar we blijven rustig zitten en de
chauffeur vindt het waarschijnlijk al goed dat we één poging gedaan hebben. Dat
is een compensatie voor die enkele keren dat we door allerlei vergissingen en
mankementen te veel betaald hebben, zullen we maar veronderstellen. Door het
ommetje langs de stelplaats is de vertraging van de bus nu wel 7 minuten, en
dat betekent dat 2 bussen van lijn 2 vlak na elkaar rijden, beurteling
reizigers opnemend.
Voor de terugrit heb ik nog geen parcours uitgetekend:
het kan langs Mechelen of Leuven, en het kan ongeveer even snel. We nemen dan
ook de eerste kans die zich voordoet: langs Mechelen.
IR 2715 naar Sint-Niklaas bestaat uit 2 duikbrillen.
De treinwachter knipt zonder kijken: het is gewoon onmogelijk dat hij het
toegevoegde lijntje: "Terug van Wespelaar-Tildonk" gezien, laat staan
gelezen, zou hebben. Blijkbaar steekt het allemaal niet zo nauw, want de kans
dat het zurig-ruikende clochardachtige type een eersteklassebiljet heeft is
minimaal, maar hij wordt wel ongemoeid gelaten. Of trakteert die zichzelf na
een lucratieve dag?
Soms kan het allemaal ontzettend vlot gaan: in
Mechelen kunnen we zelfs nog de stipte IC 2036 nemen. Deze treinbegeleider
bekijkt onze biljetten wel grondig. Dat we van Halle zijn noopt tot een
gesprekje over het ongeval. Het moet een zegen zijn voor deze mensen dat ze af
en toe ook eens gewoon een babbeltje kunnen slaan zonder snauwen van
moedwillige klanten. Hopelijk gebeurt dit vaker dan we zelf denken, in dit
oververhitte landje waar de treinbegeleider die zijn job doet voor de
correctionele gesleept wordt wegens slagen en verwondingen. Wedden dat hier
opnieuw een staking van komt?
In Brussel-Noord hebben we 6 minuten voor de overstap
naar CR 3686: twee klassieke stellen, waarvan de wijnrode 217, en dat is
duidelijk te weinig. Ook in eerste klasse is de bezetting 100 %, al zullen alle
reizigers wel niet voor eerste betaald hebben. Mogelijk is dat wel het geval
voor de vader met 2 kleuters, die sinds 1 februari ook gratis in eerste mee
mogen. De zak snoep en cakejes zakt zienderogen: ze halen Halle niet.
We hebben in Brussel-Noord eigenlijk ook nog de kans
om over te stappen op de IR naar Quévy, met een fikse vertraging, die ook wel
eens de oorzaak van de overbezetting van de CR zou kunnen zijn. Wie erop
gerekend had om met de CR sneller te zijn, komt bedrogen uit. Een ondertussen
berucht geworden sein net voorbij Buizingen houdt ons op, om de IR van lijn 96N
naar lijn 96 te laten sporen. Het wordt dus ook nog even wachten tot de IR in Halle
gestopt en opnieuw vertrokken is, alvorens wij verder kunnen. Het resultaat is
9 minuten vertraging, maar met 73 minuten (vertraging verrekend) is dit toch
een vlotte reis geworden.
Door treinongeval en slecht weer waren we de laatste
weken wat aangewezen op plaatselijke wandelingen, die ook enorm kunnen
meevallen. Nu zou het echte wandelseizoen voor ons van start moeten gaan -
mogelijk met nog een tweede wandeling deze week.
Luttre, Ghlin, Neufvilles, Aalter, Pécrot en nog enkele minder
spectaculaire ongevallen van de voorbije 40 jaar: ik kan ze me nog allemaal
herinneren. Dat alleen is al een aanwijzing dat onze treinen nog altijd voor
een veilig alternatief zorgen voor de weg.
Maar vandaag wordt weer een zwarte bladzijde geschreven in de geschiedenis
van de NMBS. Niet zo maar een zwarte bladzijde, mogelijk (en hopelijk) een van
de zwartste van de 21ste eeuw. Want dit is niet zo maar een ongeval,
het is een ongeval met internationale allure, een waarvan je denkt dat het
alleen maar op minder beveiligde netten kan gebeuren, ergens in Azië of Afrika.
Mens zijnde denk je dan in de eerste plaats aan de slachtoffers en hun familie
en naasten, en dat je zelf ook een van de slachtoffers had kunnen zijn.
Een spoorwegmaatschappij die zichzelf respecteert moet in een geval als
dit op zoek naar een oplossing die kan vermijden dat een dergelijk ongeval zich
opnieuw voordoet. Een maatschappij die zichzelf respecteert moet er voor zorgen
dat haar spoorwegen voldoende geld krijgen om te investeren in
veiligheidssystemen die dergelijke ongevallen vermijden, en erop toezien dat
het toegestoken geld ook voor die veiligheid gebruikt wordt.
In de voorbije jaren heeft die samenleving massa's geld geïnvesteerd in
soms belachelijk goedkope tarieven, omdat riante reizigersaantallen nu eenmaal
mooi ogen in de media, die ook vandaag weer overvloedig geïllustreerd hebben
dat treinen en spoorwegen niet hun ding zijn. Bepaalde berichten van vandaag
zouden bepaald hilarisch zijn, mocht de aanleiding niet zo dramatisch zijn.
Als aankoopdatum staat op de wandelfolder die we
vandaag bij ons hebben 22 maart 1986. Het Holsbeekse wandelnet is ondertussen
al aangepast, en de Attenhovenbergwandeling is verdwenen, al lijkt het huidige Meesbergpad
er toch wel zo goed als volledig op geïnspireerd. 1986, dat is de tijd voor het
internet, toen het Vakantiesalon in Brussel elk jaar opnieuw de mogelijkheid
bood om nieuwe wandelfolders te kopen. Ik vermoed - gezien de datum, ergens in
maart - dat we die toen ook daar kochten. Terwijl honderden bezoekers er
droomden van een reis naar Egypte, Japan, Tunesië en meer van die bestemmingen
die toen in trek waren, droomden wij van een wandeling in Holsbeek. En vandaag,
bijna een kwarteeuw later, is het er dus van gekomen.
Er ligt nog onverwacht veel sneeuw, hier aan de
westkant van het Hageland, maar behalve voor het bepalen van het TWQ is dat
natuurlijk geen bezwaar. We houden het op 62 %, en dat valt dus erg mee. Het is
dan ook bijna een boswandeling van net geen 8 km, met op het einde nog een
schat van een kerkwegel. Heerlijk genieten dus, zo vlakbij Leuven. We horen
trouwens regelmatig treinen op lijn 35 Leuven - Hasselt; Holsbeek had lang
geleden niet voor niets een treinhalte, al is daar vandaag niets meer van terug
te vinden - en moet die wel ver van het centrum gelegen hebben.
Allereerst iets prettigs: het gaat duidelijk beter met
de treinen dan tijdens en voor de winterperiode. Duimen voor een beter jaar dan
2009 dus!
Trein 3708 vertrekt stipt op tijd, maar heeft
blijkbaar last van een kruisende trein (de CR naar Geraardsbergen (?) in
vertraging, al heb ik daar mijn twijfels bij, want dat zou betekenen dat men
die tot net voor Halle over lijn 96N heeft geleid) en ook Brussel-Zuid wordt
niet zonder enige hapering bereikt. Daar komen die 3 minuten vertraging dus
van, maar de overstap komt niet in het gedrang.
Met de 460 nemen we een van de IC's naar Maastricht
met stilstand in Leuven. Ik heb de indruk dat deze treinen stilaan beter bezet
raken. De trein is nog altijd stipt in Brussel-Noord en ik ben benieuwd of deze
trein zal kunnen wat de IC's van Knokke/Blankenberge naar Genk/Maastricht die
destijds met breaks gereden werden, vaak niet konden, nl. de afstand Brussel -
Leuven overbruggen in 16 minuten. Nee dus, maar dat heeft vooral te maken met
enig oponthoud in Diegem, ook al rijdt deze trein zijn volledige parcours tot
Leuven over de 36N. Hij zal met 3 minuten vertraging in Leuven aankomen, maar ook
nu is de aansluiting veiliggesteld. Zelfs met de IC naar Genk waren we nog op
tijd geweest, trouwens. Tussenddor worden ook onze eID-biljetten gecontroleerd,
zonder problemen.
Het Leuvense busstation bruist van de drukte. Ik vraag
me af waarom op de aankondigingsschermen hier wel de effectieve vertraging
aangegeven wordt, terwijl in Halle alleen genoteerd wordt over hoeveel minuten
de bus zal aankomen. Ik prefereer het eerste, zonder twijfel. De bus zit
gezellig vol, maar blijft toch ongeveer op tijd tot Holsbeek, waar de halte
Sportschuur eerder op een soort busrotonde lijkt: de bussen van de beide
richtingen stoppen aan dezelfde haltepaal. En blijkbaar komen ze er ook nog ongeveer
tegelijk aan ook. Verstrooidheid is hier uit den boze; gelukkig zijn de films
ondubbelzinnig en goed leesbaar.
We hadden erop gehoopt dat we onze boterhammetjes na
de wandeling in de cafetaria van de Sportschuur zouden kunnen opeten, maar dat
blijkt nog gesloten. Dan maar een jongeman aangeklampt, die zelfs een eindje
met ons meeloopt op weg naar Het Kwadraat, een eet- en praatcafé, zoals dat
tegenwoordig lijkt te moeten heten. Hij vindt het er best gezellig, en even
vraag ik me af of dat wel een garantie kan zijn dat wij het ook gezellig
vinden, want ik schat het leeftijdsverschil op zo'n 35 jaar. Maar het valt echt
wel mee, en we mogen van de vriendelijke waard ook onze bokes opeten, al
serveert hij zelf ook wel een en ander. Er wordt niet gerookt, maar als de
inspectie langskomt wordt hij ongetwijfeld op de vingers getikt, want de oude
stickers met nee en ja zijn nog niet verwijderd.
Ondertussen zijn we ook al 2 halten richting Aarschot
opgeschoven: want we hebben een halte schuin over Het Kwadraat, de halte
Boomkwekerij. Ook deze rit verloopt rustig en vlot, met een bus als vanmorgen.
In Leuven zie je de eerste symptomen van de
vrijdagavonduittocht, maar toch moet die nog echt beginnen. Er staat geen rood
op de borden, en ook onze trein komt perfect op tijd aangereden. Net voordien
is een Thalys doorgekomen, vermoedelijk tegen de maximumsnelheid, en even
hebben we het gevoel alsof die al de kou van de stervende winter met zich
meesleurt. De rit verloopt vlot, al gaan we bij het naderen van Schaarbeek
slenteren, maar toch komen we stipt in Brussel-Noord aan.
Ook onze laatste rit van vandaag, in hetzelfde stel
als vanmorgen, lijkt stipt te zullen verlopen, maar in Lot duikt een oude kwaal
opnieuw op: we vertragen en het duurt tot vlak voor Buizingen voor er opnieuw
wat snelheid gemaakt wordt. Eén minuut vertraging is het gevolg, maar je zult
ons vandaag zeker niet horen klagen. Het werd een bijna perfecte uitstap, en
hopelijk kan deze trend zich in de rest van het jaar doorzetten. We houden
jullie op de hoogte.
Meer dan vijftig jaar oud moet ze zijn, want ze duikt
al op in de spoorboekjes van de jaren 1950. Meer dan dertig jaar heb ik haar gekoesterd,
want ze was vaak mijn enige kans om wat goedkoper van de treinen van de NMBS
gebruik te maken, wat ik vaak deed en doe. Ik was immers geen vruchtbare vader,
geen journalist of militair, geen oud-strijder: kortom, ik ben een man van
weinig verdiensten. Ik heb haar in al die jaren vele wijzigingen zien
ondergaan, van een kaart waarop de loketbediende elke maand opnieuw een zegel
kleefde met de nieuwe geldigheidsdatum, tot de treinkaartachtige afgeleide van
vandaag, met pasfoto, en verlengbaar voor één jaar. Op 2/2/2014 zou ik haar
ongetwijfeld ingeruild hebben voor een nieuw, jonger exemplaar. Maar nu maakt
de NMBS abrupt een einde aan deze idylle: op 31/01/2010 verdwijnt de halveprijskaart
uit het tarievengamma. Die kaart kostte 110.00, maar voor die prijs mocht je
dan ook een jaar lang tegen halve prijs sporen, zonder beperkingen. Je hoefde
maar code 088 te zeggen, en de meeste loketbediendes wisten al wat je bedoelde.
Ik wist al een tijdje van de plannen van de grote
treinbazen, en natuurlijk heb ik meteen een aantal wapens in stelling gebracht,
maar gisteren kreeg ik - net op de dag dat het ook bekend gemaakt werd in de
pers - het definitieve doodvonnis. Volgens de NMBS gebruikten te weinig
reizigers de kaart en zijn er voldoende alternatieven. Ik vind dit flauwe
argumenten.
Neem nu de bewering dat te weinig reizigers de kaart
gebruiken. Alsof elk product dat weinig gebruikt wordt per definitie moet verdwijnen.
Hartverwarmende reacties op het internet bewijzen dat vooral bewuste
treinreizigers van de kaart gebruik maken. Doordat je het initiële bedrag terug
moet winnen, zijn het ongetwijfeld ook trouwe treinreizigers. De zaken moeten
echt wel floreren, als je dat type klanten zomaar opzij kunt schuiven. De
keerzijde van de medaille is uiteraard dat de kaart niet zo bekend was. En
terwijl voor andere formules hopen geld aan publiciteit ervoor en promotie
ervan worden uitgegeven, lijkt het erop dat het uiteindelijk al jaren de
bedoeling was van de NMBS om de kaart (geruisloos) te laten verdwijnen, zoals
sommige formules voor vaderlandse verdienste: als de laatste oud-strijder
sterft, kan meteen ook het tarief hiervoor verdwijnen. Maar blijkbaar is het
geduld van de NMBS niet erg groot meer. Dat is ook ergens te begrijpen, want de
groep die echt voordeel haalt uit de kaart, zij die tussen de 26 en de 65 jaar
oud zijn, kan alleen door een ramp van ongekende afmetingen verdwijnen. En het
is vandaag nog wel even wachten op de ultieme tsunami die België, het
roofgebied van de NMBS, van de wereldbol verzuipt.
Alternatieven zouden moeten zijn: RailPass, promotionele
biljetten en Treinkaarten.
Die Railpass is zonder meer een bijzonder attractieve
formule; alleen is ze alleen geschikt voor lange afstanden. Met de
halveprijskaart ligt de grens op 101 km, als je vol tarief moet betalen rond de
50 km. Dat betekent gewoon dat alle verplaatsingen tot 100 km fiks duurder
worden: Halle - Leuven zal ons vanaf 1 februari 2010 79 % meer kosten dan
voordien. Nee, ik ben geen komma of decimaal teken vergeten
De promotionele biljetten dan? Ik vermoed dat men daar
het Shoppingbiljet mee bedoelt. Dat is welgeteld op 8 weekdagen geldig geweest
dit jaar. Met dat biljet spreekt de NMBS ook een compleet verschillende groep
reizigers aan, die mogelijk pas een jaar later opnieuw opduiken. En voor de
rest weet ik echt niet welke biljetten de NMBS bedoelt. Ik geef toe dat ik als
bezitter van de halveprijskaart ook nauwelijks op zoek ga naar deze biljetten;
meestal was ik toch beter af met mijn kaart.
En dan zijn er nog de treinkaarten. Hallo, ik dacht
dat die alleen voor vaste trajecten bestonden, terwijl je met de
halveprijskaart net biljetten kon aanschaffen voor alle mogelijke bestemmingen.
Over het weekendbiljet wordt met geen woord gerept.
Dat is ook logisch, want ondanks de uitgebreide geldigheidsperioden rond de feestdagen
blijft de bruikbaarheid beperkt.
Kortom, een kaart die recht geeft op reductie aan de
ruime bevolkingsgroep van de 26+ en de 65-, op weekdagen, voor middellange
afstanden (20-100 km) heeft echt haar plaats in het tarievengamma van de NMBS.
Gelijkaardige producten bestaan in Nederland, Duitsland en Zwitserland (en
vermoedelijk in veel meer landen). Die publiceren duizelingwekkende
verkoopcijfers voor hun kaarten. Wat daar kan, moet toch ook bij ons kunnen? Ik zal met veel plezier 2 kaarten verlengen
(die van mezelf en die van mijn vrouw) en dat op de voorziene datum ergens in
het jaar, en niet op 31/01, de laatste dag waarop dat nog kan. Want dat
suggereert de NMBS in haar antwoord: verleng ze nog net op 31/01, dan kun je ze
nog een jaar gebruiken. Waarmee ze impliciet toegeven dat de halveprijskaart
echt wel een zinvol alternatief is, en ging het daar niet om?
Tot slot nog een toemaatje. Onder de vorm van een overzicht van alle ritten die ik sinds april 2009 met de halveprijskaart betaald heb. Mijn winst op dit ogenblik bedraagt 24.80. De prijzen zijn prijzen in eerste klasse. En nu hoor ik een aantal mensen luidop denken: als je het te duur vindt, reis dan in tweede klasse! Maar je kunt me geloven of niet, het gaat me minstens zo sterk om een soort engagement als NMBS-klant, dan om de eigenlijke prijs van de rit. Met de halveprijskaart op zak, voel ik me een trouwe klant, zoals ik ook lezer van Knack ben, bij Colruyt winkel en bij KBC bankier. Spijtig dat de NMBS blijkbaar over onvoldoende inzicht in klantenbinding beschikt, om dit te erkennen en waarderen. Vanaf nu ben ik een toevallige klant, zoals iemand die een keer per jaar met de trein gaat shoppen. En oh ja, ik heb natuurlijk veel meer gereisd dan de aangegeven ritten: we hebben ook nog ettelijke Railpass volgekribbeld, en ik heb ook nog een nettreinkaart, die ik (heel) af en toe valideer.
de eerste kolom is de bestemming, de tweede de datum, in de derde vind je de prijs met halveprijskaart (te vermeerderen met de 110.00, voor een jaar validering, de derde is de prijs zonder halveprijskaart. De 22.40 is de prijs van 2 lijntjes op de Railpass.Ten slotte is er een kolom met de winst of het verlies op dit ogenblik.
We pikken meteen de kortste wandeling uit ons
programma 2010: het Landbouwleerpad te Gooik, zoals dat voorkomt op een
wandelkaart van het NGI vermoedelijk i.s.m. met het Gooikse gemeentebestuur. De
wandeling is nauwelijks 5 km lang, maar de dag belooft ijskoud te worden (wat
niet per se onaangenaam hoeft te zijn) en de dagen zijn nog altijd kort: dus
hoeft het niet meteen 20 kilometer te worden. De niet zo oude folder (2002) lijkt
ondertussen al voorbijgestreefd, want het Landbouwleerpad valt grotendeels
samen met het ondertussen ingehuldigde en door ons eerder gelopen Houtemanpad.
Maar de omstandigheden zijn vandaag helemaal anders dan toen, en dus is dit
"dubbeltje" meegenomen. De TWQ bedraagt 64 %: we lopen o.a. over een
mooie, niet-verharde veldweg, een oude trambedding en een typische kerkwegel
door de weiden.
De trambedding waarvan sprake is die van het vroegere
buurttrammetje dat langs een fantasierijk traject van Leerbeek naar Ninove
slenterde. Het was de spoorlijn van mijn eerste levensjaren; ongetwijfeld zat
hier de microbe die me beet (bijten microben?) en me voor de rest van mijn
leven met een voorkeur voor alles wat over rails rijdt, opzadelde.
Allemaal Van Hools A600 van Leerbeek, dus, die
allemaal stipt rijden. Het valt altijd weer op hoe snel het busvervoer herstelt
van al die winterprikken. Het profiteert gewoon van de onzindelijke
inspanningen om het wegverkeer rijdend te houden.
Negendertig keer trokken we er in 2009 op uit (naast de wandelingen van eigen voordeur naar eigen voordeur...): dat was goed voor 556.770 km wandelplezier, wat een gemiddelde van 14.3 km per wandeling geeft. De langste was 26.470 km lang, de kortste 4.990).
Onze top 10 voor dit jaar ziet er als volgt uit:
1. GR 126 Gendron-Celles - Houyet -. GR 57 Nadrin - Houffalize 3. Erezée 5 Sous-le-Bois -. Gaume Buissonnière: Aubange - Grandcourt -. Laforêt 27 Les Mallouirdis -. GR 576 Remouchamps - Florzé 7. GR 573 Trooz - Pepinster -. GR 14 Malmedy - Trois-Ponts -. GR 129 Ellezelles - Mainvault -. GR 571 Aywaille - Stoumont -. GR 5A Westouter - Wulvergem -. GR 575 Leignon - Taviet
Zoals je merkt, is er sprake van enig overwicht van de GR's, meer bepaald in Wallonië. Maar dat zal alleen de Dewevers en andere Bourgeois verbazen, vermoed ik. En nee, de tocht in het West-Vlaamse Heuvelland hoort echt in het rijtje thuis, en is er niet als een helende wondzalf aan toegevoegd.
Er is een tijd geweest dat wandelen beschouwd werd als
een wat onnozel tijdverdrijf voor halfzachten, die niets beter te doen hadden.
Een sport was het zeker niet, en een intellectuele bezigheid (toen nog van
aanzien) kon je het ook al niet noemen. Toch begon de Federatie voor Toerisme
in Oost-Vlaanderen erg vroeg met het uitgeven van kant-en-klare wandelboekjes.
Zo een boekje heeft ons vandaag geïnspireerd tot een tocht in het Meetjesland. Van de zeshoekige panelen is al lang geen
sprake meer, maar het wegenpatroon is hier vrij simpel, en dus lopen we vlot de
10 km langs het Leopoldkanaal en de kreken. Het is een echte betonwandeling met
een TWQ van nauwelijks 13 %, en dat is meteen ook de frustratie die je voelt in
deze uitermate vlakke regio. De kreken met de meest pittoreske namen zijn er
wel, maar je hebt nooit de indruk dat je er ook echt mee in contact komt: ze
blijven altijd wat op een afstand, je loopt er nooit echt naast of tussendoor.
Het is dus zeker geen topper, al compenseert het heldere, koude winterweer
veel. De wandeling heet Meetjesland-Houtland nr 1; veel moeite om een wat
wervender naam te bedenken deed men zo'n 30 jaar geleden niet.
De
ochtendspits loopt nu al enkele weken steevast in het honderd, en daarom doen
we wat we van de (verstandige) automobilisten geleerd hebben: vroeger
vertrekken, ruime marges inbouwen. Zeker nu we gebruik maken van de belbus van
het Meetjesland. Ik hou er niet zo van om een bus te bestellen en hem dan
achteraf te moeten afbellen. Ik weet trouwens niet of je dan meteen de bus van
het volgende uur kunt vragen. En daarom vertrekken we dus net geen uur vroeger
dan voorzien, om 7:51 i.p.v. 8:47.
Nu, de
spits lijkt niet eens dramatisch slecht te lopen. Er zijn vertragingen, maar ze
blijven toch wel binnen de perken. Zo vertrekt P 7574 met 6 minuten vertraging
in Halle, maar met wat de Hallenaars "dasjteren" noemen, worden dat
er uiteindelijk 8 in Brussel-Zuid. De aansluiting met de IC naar
Knokke/Blankenberge komt dus niet in het gedrang, meer zelfs, we halen de IC
naar Oostende van 8:05 nog, die met 12 minuten vertraging vertrekt uit
Brussel-Zuid. In Gent-Sint-Pieters komen we aan met 11 minuten vertraging. De
aansluiting naar Eeklo (die tot .45 mag wachten) is uiteraard vertrokken; we
bouwen dus een variant op de buffertijd in: buffettijd, van bijna een vol uur.
In IC 529
worden we snel gecontroleerd en de TBG van dienst gaat vlot om met onze
ID-kaartbiljetten. Ze weet ons ook nog te zeggen dat we in Gent goed moeten
luisteren naar de aankondigingen, want dat er een probleem is tussen Gent en
Eeklo. Dat had ik vanmorgen tot mijn verbijstering inderdaad ook gelezen: een
ontspoorde goederentrein in Sleidinge, al leek dat me weinig waarschijnlijk.
Toen we thuis vertrokken waren de problemen trouwens al opgelost.
En dus
vertrekt L 759 stipt uit Gent, we zijn net op tijd om de IC uit Brussel op
spoor 12 te zien binnenrijden. Mochten we de voor de hand liggende treinen
genomen hebben, dan zouden we dus inderdaad onze aansluiting van 6 minuten in
Gent gemist hebben. Lang geleden zou die aansluiting in dit geval een certitude
geweest zijn, maar tegenwoordig kan dat wachten dus niet meer. Ook niet in
Gent-Dampoort, waar de trein uit Antwerpen komt aangereden op het ogenblik dat
wij aanzetten! Foei, foei. In Gent is de overweg net over de Muidebrug
gestoord: dat leidt tot 4 minuten vertraging. We krijgen opnieuw controle, en
opnieuw loopt het vlot. We moeten zelfs onze reductiekaarten bovenhalen, wat we
met veel plezier doen. Ik waardeer TBG's die hun werk doen. In Eeklo worden we
nog uitgewuifd met de mededeling dat we 4 minuutjes vertraging hebben, en dat
die veroorzaakt werden door een gestoorde overweg.
De belbus
van het Meetjesland heeft 8 reizigers mee, wat de noodzaak aan basismobiliteit
toch wel wat in de verf zet. Dat we uiteindelijk 8 minuten later dan voorzien
in Sint-Margriete (eigenlijk nog Sint-Laureins Langeweg) aankomen, heeft te maken
met 2 reizigers die niet komen opdagen: telkens belt de chauffeur naar de
centrale. In het eerste geval lijkt het om een misverstand te gaan, het tweede
is een duidelijk geval van nonchalance. De klant zit nog thuis. Ik hoop dat men
hier op tijd paal en perk kan aan stellen: 3 keer niet komen opdagen zou
schrapping moeten betekenen, eventueel gevolgd door een wachttijd, alvorens
opnieuw gereserveerd kan worden. De politiek correcten steigeren nu
ongetwijfeld bij deze gedachte, maar eigenlijk zijn wij de slachtoffers, niet
omgekeerd.
In de
namiddag loopt alles vlot: we zijn nu met 4, en krijgen er een omwegje langs de
garage van Ferry Cars bovenop, want er komt een chauffeurswissel. Belbussen
zijn erg gemoedelijke dingen: de vertrekkende chauffeur groet zijn klanten, de
nieuwe doet dat evenzo. En wij antwoorden allemaal braaf.
De L naar
Gent staat al klaar. Veel valt er over deze rit niet te vertellen: de controle
gebeurt nog vlotter dan vanochtend. Tussen Gentbrugge en Gent wordt een
dienststop ingelast voor het personeel van de wagenwerkplaats. Dat zal dus wel
de reden zijn waarom deze trein een minuutje meer rittijd krijgt dan de andere.
Maar de trein rijdt stipt, en dat levert ons nog een onverwachte aansluiting op
met de IC naar Eupen van 16:24. Van spoor 1 naar spoor 12, het is net te doen,
langs de tramperrons. De IC heeft maar een eersteklasrijtuig - dacht ik - dat
dan ook gezellig vol zit. We moeten in een van de hoekjes gaan zitten, de minst
goede plaatsen, want er is altijd wel iets dat kriept, klopt, schudt, waggelt
zo net boven de bogies. De TBG komt ook hier langs. Na de controle vraag ik hem
of er echt maar een eersteklasrijtuig in deze trein zit (ik denk al aan de
toestand tussen Brussel en Liège) maar er lijkt er nog wel degelijk een tweede
in te zitten. Alleen heeft men zitten knoeien met het stel, zodat je van
achteren niet in dat tweede rijtuig kunt. Ik vermoed dat er dus een
stuurstandrijtuig midden in dit rijtuigenstel zit.
Het binnenrijden van Brussel-Zuid gaat zonder enige hapering, zodat we zelfs
nog 3 minuten te vroeg aankomen, en dat ondanks de vertragingszone in Pede,
waar men al 3 keer dringende werken mét aanpassing van de dienstregeling
uitvoert in 3 weken.
Zo halen
we zelfs nog de P 8572 naar Geraardsbergen. Die zal met 5 minuten vertraging
Brussel-Zuid uitrijden, maar in Halle zal die alweer tot 8 minuten aangegroeid
zijn. Ik ken gelukkig de vaste stek van Spoorvreter in deze trein, zodat de
reis al bij al te kort is om alles gezegd te krijgen. Maar dat doen we dan wel
eens via onze respectievelijke blogs
De wandeling van vandaag vond ik in een box met 9 zogenaamde
landschapswandelingen in Noord-Hageland. Ze heet "Vallei van de 3
beken" en kreeg als ondertitel "van droge Diestiaanheuvels tot venige
valleien". Dat beschrijft het ding perfect. We lopen inderdaad door echt moerasgebied
en zonder de vlonderpaden zou deze wandeling zelfs met kniehoge laarzen een
heikele onderneming zijn, zeker na de stevige regenperiode waar we net
doorgegaan zijn. Met een TWQ van 73 % scoort de wandeling hoog: noem het maar
een echt uitdagende natuurwandeling. Het uitgestoken handje onder de vorm van
de vlonders en de puike bewegwijzering wordt met plezier aanvaard. Oh ja, begin
en einde situeren zich in Deurne (bij Diest!); de tocht is iets meer dan 8 kilometer
lang.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3908 9:09 9:19 +4 (816)
Brussel-Zuid - Hasselt 1508 9:30 10:49 +1 (533)
Hasselt - Deurne [91] 10:57 11:38 +3 (ab4420-60, Van Hool A360 met
MAN-motor, Mebis & Co)
Deurne - Hasselt [91] 14:20 14:59 +1 (ab4420-54, als de 4420-60)
De ochtendspits lijkt niet eens zo slecht te verlopen, leert me een
vluchtige blik op railtime net voor we vertrekken, maar in werkelijkheid loopt
het toch flink in het honderd: we zien nog wel de 3707 stipt vertrekken en de
3129 aankomen met een aanvaardbare vertraging, maar voor de rest is het drama.
De CR uit Dendermonde, de IR naar Binche, de L naar de lijn 26: alle rijden ze
met minstens 10 minuten vertraging. Wij zijn voor de 3758 gekomen van 8:58 - ik
betrap er mezelf steeds vaker op dat ik een marge inbouw i.p.v. de voor de hand
liggende aansluiting te kiezen. Maar ook de 37 wordt met 13 minuten vertraging
aangekondigd. De 3908 van 9:09 - die ik dus uit veiligheidsoverwegingen niet
gekozen had - lijkt wel op tijd te zijn, al zal hij uiteindelijk toch ook met 5
minuten vertraging Halle buitenrijden, als gevolg van de vertraging van de
3758. Ironisch toch, dat we uiteindelijk de trein nemen die ik eerst
veiligheidshalve niet wilde nemen.
Op zulke momenten mis ik het keetje van de onderstationschef in het oude
station van Halle tussen spoor 2 en 3 waar ik zowat kind aan huis was. Dat is
niet eens het ergste: destijds wist de onderstationschef ook wat ze met de
treinen van plan waren, in overleg met seinhuis en dispatching; vandaag kan de
arme man me alleen maar zijn (en mijn) vermoeden bevestigen: de IR zal eerst in
Brussel-Zuid aankomen, want ze zullen de CR opzij zetten. Dat gebeurt ook, niet
op spoor 3, want daar moet een L-trein naar Geraardsbergen ontvangen worden, maar op spoor 2. En inderdaad: de IR zal in Lot
de CR voorbijrazen die opgehouden wordt aan de wissel van de lijn 96E naar lijn
96. We komen uiteindelijk met 4 minuten vertraging aan in Brussel-Zuid, na een vlotte
rit. Voor de reizigers die niet overstappen, zal Murphy echter eens te meer
onverbiddelijk toeslaan: een reiziger in de 3908 is onwel geworden, en het is
wachten op medische hulp.
Daardoor wordt onze IC naar Tongeren ook verspoord, want die moest
normalerwijze de IR 3908 volgen op spoor 14.Deze IC - een van de laatste met ms 96 - rijdt vrij stipt; blijkbaar
zijn de problemen in Pede van de baan. We vertrekken dan wel met 3 minuten
vertraging, maar de keertijd in Leuven is ruim genoeg om de vertraging volledig
weg te werken. Toch rijden we Leuven niet stipt buiten, want blijkbaar moet
eerst een mij onbekende trein met 2 klassieke stellen binnenrijden. Maar vanaf
Aarschot rijdt de trein stipt, ook al worden we bij het binnenrijden van
Hasselt nog opgehouden door de IC naar Genk met een aanzienlijke vertraging.
Ons was het er vooral om te doen de aansluiting met de bus van lijn 91
te halen.Eigenlijk hadden we de reis
ook anders kunnen maken, nl. met een overstap in Diest en dan 2 bussen met
overstap in Lummen. Maar alle routeplanners opteren voor de overstap in
Hasselt. Dat brengt niet alleen meer geld in het bakje voor NMBS en De Lijn,
het spaart ook een overstap uit. Tussen haakjes: ik denk niet dat de planners
ook rekening houden met de financiële kant van de zaak, hoor: ze hebben het nu
al moeilijk genoeg om een aanvaardbare oplossing uit te dokteren als het wat
ingewikkeld wordt. Behalve werken met verkeerslichten in Lummen verloopt de rit
vlot. De bus is zo goed als volledig gevuld met het jonge volkje dat in deze
dagen wat vroeger naar huis mag, om daar ongetwijfeld met ongebreideld
enthousiasme de leerstof binnenste buiten te keren. We kunnen nog net 2
plaatsjes in tegenrichting bemachtigen.
Voor de terugreis opteren we voor dezelfde verbinding via Hasselt. Ook nu
rijdt de bus behoorlijk stipt, en de overstap stelt geen problemen. Deze keer
zullen het M6-rijtuigen met 2 locs 27 zijn, de stilaan bekende combinatie, die
ons naar Brussel-Noord zullen brengen. In Leuven moeten we even de IR naar
Kortrijk laten vertrekken, maar dat levert maar één minuutje vertraging op.
Voor de rest verloopt de rit stipt, tot in Brussel. We krijgen net als bij de
heenreis controle van onze virtuele biljetten met rijksregisternummer, en dat
loopt in beide gevallen vlot.
In Brussel-Noord tekenen zich de eerste tekenen van een niet zo vlotte
rit naar Halle af. De IC uit Luxemburg komt met 6 minuten vertraging aan; in
Ottignies zal dat waarschijnlijk zo'n minuut of 10 geweest zijn. Dat leidt vast
en zeker ook tot vertraging voor de IR 3937 die wij willen nemen tot Halle. En
inderdaad, op het tv-schermpje floept plots 12 minuten vertraging te
voorschijn. (Ook de IC uit Maastricht staat trouwens met 33 minuten vertraging
aangekondigd, al rijdt die wel perfect op tijd binnen!) Het ziet er naar uit
dat we deze keer de omgekeerde bewerking van vanochtend zullen maken: hopen op
de IR, en uiteindelijk in de CR belanden. Het derde stel is gouwe ouwe (nu ja,
gouwe, rode dus) 179 en dat geeft uiteindelijk de doorslag. Dat blijkt achteraf
een verkeerde gok, want net voor Halle haalt de IR ons in over lijn 96N, en dat
levert ons nog eens 5 minuten vertraging op. Uiteindelijk komen we dus 16
minuten later dan voorzien in Halle aan. Voorlopig zullen we moeten leren leven
met dit type gestoorde treindienst. Voor wie in de jaren 1960 en 1970 zijn
eerste treinreizen maakte, is het zelfs alleen maar een kwestie van opnieuw
leren. Maar liefst zou ik toch opnieuw een wat betrouwbaardere dienst zien
groeien, en ik vermoed dat ik wel niet de enige ben.
De weergoden houden zich vandaag perfect aan de afspraak, en zo stappen
we mooi tussen twee regenzones door; het resultaat mag er zijn: een mooie
herfstdag met wat lichte, onschuldige bewolking, en dat voor een tocht die ons
grotendeels door een schitterend Zoniënwoud brengt, van Oudergem tot
Huldenberg, dik 15 km langs de GR 579 die Brussel en Liège met elkaar verbindt.
Het is nauwelijks te geloven: uitstappen
in Hermann-Debroux en vijf minuten later stappen door parkachtige toestanden,
die een voorgift zijn op de pièce de
résistance van vandaag: het prachtige, golvende Zoniënwoud, dat er op deze zaterdagvoormiddag
vrij rustig bijligt. Het laatste derde van de tocht brengt ons dan weer
rakelings langs Duisburg naar Huldenberg, langs een parcours dat we eerder dit
jaar in het kader van GR 512 al in omgekeerde richting volgden. Het TWQ ligt
hoog: 79 %, dankzij de tocht langs de slingerende boswegen van het Zoniënwoud
en een zeer aangename veldweg tussen Duisburg en Huldenberg, bijna voortdurend
dalend naar de vallei van de IJse.
Een schaduwvlek: waarom vermeldt de wandelboom in het Zoniënwoud niet de (Waalse) GR 579. Als je weet met hoeveel egards de Vlaamse stappers bejegend worden door de (Waalse) SGR, dan is dat ronduit spijtig.
Je leest wel eens dat de NMBS de stiptheid van de weekendtreinen niet in
rekening zou mogen brengen in de berekening van het stiptheidscijfer, maar wie
regelmatig tijdens het weekend spoort, weet wel beter. En dat is vandaag niet
anders. De 1908 wordt aangekondigd met 5 minuten vertraging, maar daardoor
wordt de rit naar Brussel in het kielzog van de 3908 (zelf met wat vertraging)
een parcours met hindernissen, zodat de vertraging uiteindelijk uitdeint tot 11
minuten.
Dat wordt dus een metro later dan voorzien, maar met een 10
minutenfrequentie is dat geen echt probleem. Het wordt onze maidentrip in een
recent stel, 6031. We zitten op voorgevormde plastieken tuinterrasachtige
aaneengesmolten krukjes; ze doen me denken aan de kinderzitjes die je wel eens
bij de tandarts vindt, in de vorm van een kies. Nog een generatie verder, en we
worden uitgenodigd om ons in het stro te vlijen. De varkens lachen in hun
pootje: ze hebben de strijd gewonnen. Alles staat hier in het teken van het
vandalisme.
Voor de terugrit opteren we voor een omweg via Leuven. Niet alleen is
dat minstens zo snel als een verbinding bus-metro-trein, maar het spaart ook
een overstap uit. Lijn 395 rijdt op zaterdag om het half uur en is nog goed
beklant ook. Nog niet zo lang geleden vond men het niet eens nodig om tijdens
weekends tussen Overijse en Leuven met bussen te rijden, nu zie je hier
tussendoor zelfs een gelede bus rijden, zoals deze 4291, vermoedelijk van
stelplaats Overijse. Het kan verkeren. Het wordt een rustige en vlotte rit,
zelfs door hartje Leuven.
In Leuven staat de IR naar Mons (want door het ongeval van
donderdagavond rijdt de trein niet naar Quiévrain) al klaar. We vertrekken
stipt, maar ook deze rit zal niet helemaal volgens het boekje verlopen. We
verlaten de Luchthaven met 2 minuten vertraging omdat de 3714 (een M4-stel)
eerst binnen moet, en met vertraging rijdt. Uiteindelijk zal onze vertraging 5
minuten bedragen in Halle. Twee echtparen nemen acht plaatsen in, en eerlijk
gezegd, ik weet niet wat ze anders met al hun koffers zouden kunnen doen.
Gelukkig is er plaats genoeg.
(En wat de vertragingen tijdens het weekend betreft: op zondag trokken
we naar Affligem, naar een grote pluimveetentoonstelling, en uiteraard ook met
de trein. Ook op zondag was de stiptheid niet om over naar huis te schrijven:
Halle - Brussel-Zuid 1909 10:30 10:39 +10 (2144 - 58063) - ongeveer
hetzelfde scenario als de dag voordien
De vertraging van de 1938 is het gevolg van de vertraging van 1915; toch
moet het gezegd dat het keren in Schaarbeek bijzonder snel moet zijn gegaan, en
dat ook de rit tussen Brussel-Noord en Halle vlot liep, ondanks het hondse
onweer dat net doorgetrokken is.)
Er in een week met redelijk
onaangenaam weer de aangenaamste dag uitpikken, heb ik na meer dan 20 jaar
weerinteresse wel al enigszins geleerd, maar er in een rotweek voor de NMBS een
dag zonder al te veel problemen uitkiezen, heb ik zelfs na 40 jaar treinen nog
altijd niet onder de knie.
Het werd dus een aangename
herfstdag met wat cirrusbewolking en toch wel een matige, warme wind, langs een
stukje GR 123, tussen Erbisul en Attre, zo'n 17.6 km, door een uitgesproken
landelijke streek, met uitgestrekte akkers en hier en daar nog wat onverharde
veldwegen. De wandeling werd bovendien uitgetekend langs veel goed bewaarde
voetwegen in en om Lens, maar toch komt de TWQ niet hoger dan 44 %. Daar krijg
je wel een stevige portie rust voor, met af en toe wat afleiding onder de vorm
van rustige, aangename dorpjes, waar je bovendien ook nog je bokes kunt opeten
in een dorpscafé, dat zich al opmaakt voor het rookverbod zonder achterpoorten
dat er (gelukkig) zit aan te komen. Let wel even op: in Erbaut is er een belangrijke trajectwijziging, die het parcours 1 km langer maakt, en niet noodzakelijk mooier.
Eigenlijk had ik er geen goed
oog in, want de ochtendspits was al sinds maandag een ramp, met veel
afschaffingen (soms tot 3 treinen op de lijn 96!) en belangrijke vertragingen.
We hadden de heenreis dan ook wat korter, maar complexer kunnen maken door om
9:30 te vertrekken met de CR naar Braine-le-Comte, daar over te stappen op de
IC naar Quiévrain, en na 4 minuten alweer over te stappen in Soignies op de
L-trein, maar de tijdswinst van 13 minuten weegt niet op tegen het risico dat
een en ander misloopt en tegen de wat lullige rit in IC1730 van amper 4 minuten
tussen Braine-le-Comte en Soignies.
De IR's naar Quévy hadden het
al de hele week niet goed gedaan, en ook vandaag was er weer flink wat miserie.
De heenrit van onze IR was al afgeschaft - bleek op Railtime - maar blijkbaar
was men er vrij gerust in dat de trein uit Brussel-Zuid min of meer op tijd zou
kunnen vertrekken. We stonden al op het perron in Halle te wachten, toen een
stel M6 richting Brussel over spoor 4 passeerde, en ja hoor, dat zou achteraf onze
IR moeten worden. Twee keer 9 minuten rijden en een frontwissel in
Brussel-Zuid, de rekening is snel gemaakt: de aangekondigde vertraging is zeer
optimistisch, en ze blijft dan ook gestaag groeien: uiteindelijk wordt het een
vertraging van 32 minuten, en de ruime aansluiting (die we eerst in Jurbise
gepland hadden) lijkt nu eerder een zegen dan een kwelling.
De 2 TBG's doen wat ze
eigenlijk altijd zouden moeten doen bij dergelijke ruime vertragingen: ze gaan
door hun trein, en proberen de mensen
te helpen. (Ik ben er me van bewust dat sommige reizigers zich ook als dieren gedragen, maar daar moet je de mensen niet voor straffen.) We hebben
voor een keer biljetten aan het loket gekocht, en dus is er geen gerotzooi met
identiteitskaarten en niet te lezen biljetten. De bestemming (Erbisul) is mooi
af te lezen, en dat doet bij de TBG een belletje rinkelen: we kunnen maar best
in Soignies overstappen waar de L-trein naar Mons hopelijk na de IR zal
vertrekken. En inderdaad: op spoor 3 staan 2 gemoderniseerde stellen te wachten.
Dat we uiteindelijk met 8 minuten vertraging rijden, komt doordat ook nog een
tweede aansluiting, met de IC uit Liège, verzekerd moet worden. Die zit de IR
op de hielen. Wat mij de bedenking doet maken, dat we ook om 9:30 hadden kunnen
vertrekken, al zouden de zenuwen dan ongetwijfeld nog wat meer gespannen
gestaan hebben, en zouden we in Braine-le-Comte ongetwijfeld voor de IR gekozen
hebben, die immers ook achter de CR zat.
Enfin, het mag een wonder
heten dat we maar 8 minuten vertraging hebben bij aankomst in het wel erg
rustige Erbisul.
Zo stroef en onzeker als de
heenrit is verlopen, zo vlot verloopt de terugrit. Tussen het al even rustige
Mévergnies-Attre en Jurbise worden we zelfs nog getrakteerd op een ritje in
stel 216. Ik zal maar geen vergelijking maken tussen het zitcomfort in de
roodfluwelen zetels van dit stel en het moderne comfort van een M6. De TBG is
vast tevreden dat we al een biljet hebben: een "terug van
Mévergnies-Attre", een van de redenen waarom we vanmorgen geen
elektronisch biljet aanmaakten, want die optie is nog altijd niet beschikbaar.
Ook al slikt de loketbediende als die een biljet naar Erbisul en terug van
Mévergnies-Attre moet maken. Ik maak me sterk dat dit het eerste biljet is uit
de hele spoorweggeschiedenis voor een dergelijk parcours.
In Jurbise wacht ons een
vlotte overstap met de IR naar de Luchthaven. In stel 546 zit behoorlijk wat
volk. In Neufvilles staat een loc op een zijspoor: zij is vermoedelijk de reden
waarom we toch wat vertraging oplopen, maar met 2 minuten vertraging bij
aankomst in Halle zijn we best tevreden.
's Anderendaags lezen en horen
we over het dramatische treinongeluk dat 's avonds laat in de buurt van waar
wij gestapt hebben is gebeurd. De alledaagse miserie van een in het honderd
gelopen spitsuur verdwijnt in het niets, bij het verlies van een TBG, op weg
naar huis en het warme bed, en van een TB die zich plots met het onmogelijke
geconfronteerd ziet.
We zijn
ondertussen toe aan editie 98 van het Hacowa-avontuur, dat vooraan in de jaren
1980 begon. Het wordt een verkenning in eigen streek, van Lembeek tot Pepingen,
dwars door de Zennevallei naar het Pajottenland, dus, zo'n 17 km. In het eerste
deel (tot de Edingsesteenweg) lag de nadruk op de kleine voetwegen, die zoals
overal in niet-landelijke gebieden vrij goed stand gehouden hebben, in het
tweede deel moesten we het ontbreken van echte trage wegen voor lief nemen, al
werden we - ook gezien het schitterend heldere herfstweer - getrakteerd op
vergezichten om u tegen te zeggen.
Het
gebied over de Edingsesteenweg (voor ons vandaag Hondzocht, Beert en Pepingen)
werd in de jaren 1970 getroffen door een ruilverkaveling, en in die tijd
betekende dat een huiveringwekkende kaalslag. In de herverkavelde landschappen
was alleen nog plaats voor betonnen veldwegen en weidse akkers. Voetwegen,
struiken, bomenrijen ze moesten er allemaal aan geloven. De TWQ van de
wandeling bedraagt dan ook 27 %, en dat is echt weinig voor een regio - het
Pajottenland - die zo graag met zijn landelijk karakter uitpakt.
Vermits
we in eigen streek stapten, was de verplaatsing erg eenvoudig. Om 10:25 namen
we de eerste bus van lijn 156 (Halle - Lembeek), één van die lijnen die op enkele jaren tijd een trouw en vrij
omvangrijk publiek hebben opgebouwd. We zitten in ab 3026-19 (maar buiten draagt
de bus een ander nummer: ab3314-19 - het zal allemaal wel logisch zijn, maar het is ooit
ongetwijfeld overzichtelijker geweest). Geen ellenlange en moeilijke procedure
om tegen groepstarief te reizen bij De Lijn: de Lijnkaart met reductie wordt
voor 10 personen ontwaard (de rest zijn 65+ of hebben een Omnipas). Op tijd
rijden is op deze rustige zondagvoormiddag geen probleem. We stappen uit bij de
halte Krekelenberg.
Vanuit
Pepingen (halte Kerk) kunnen we om 17:12 met lijn 153 naar Halle. Het is ab
3942 van de stelplaats Ukkel die de job klaart. Ook deze bus rijdt stipt.
Opvallend is dat de cafébaas de uren van de bus kent. Meestal weten zelfs brave
burgers die vlak bij een halte wonen weinig of niets van bussen, halten en
uren.
Met 25
tevreden stappers, 2 dito cafébazen ("De Kring" in Lembeek en "
't Dravershof" in Pepingen) en ene glunderende organisator kan de dag niet
meer stuk.