Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
04-10-2018
4 oktober 2018 Trivières - Anderlues GR 412 O des Terrils
De wandeling. We stappen vandaag het vervolg van onze vroegere tochten langs GR 412 Ouest, de Sentier des Terrils, tussen Trivières en Anderlues. Dat is net geen 18 km, langs een traject dat niet altijd even aantrekkelijk is. De TWQ is met 46 % al niet bijster hoog, maar het zijn vooral de doortochten van enkele woongebieden die er wat te veel aan zijn. En bovendien zou men de inwoners van deze streek eens diets (!) mogen maken dat mooie achterafhoekjes niet in de eerste plaats dienen om bouwafval, lege giftonnen en de gewone pmd-resten te storten. Armoede wedijvert hier vaak met goorheid. Toch blijft het een tocht die de moeite waard is: de terrils op de achtergrond geven een en andere een aantrekkelijke toets en er valt echt nog wel wat te beleven in de meer landelijke stukjes die je hier ook nog aantreft. Bovendien, zou je hier anders komen ware het niet van die originele GR?Kaartjeenfoto's.
Ik hoop dat deze foto perfect illustreert dat de streek wel wat te bieden heeft.Op de achtergrond de terril Albert Ier in Trivières. Zelf zijn we op dat moment al op weg naar de beide Haines, Saint-Paul en Saint-Pierre.
Het weer. Gewoonweg prachtig nazomerweer.
De stafkaarten. 46/5N Péronnes - 46/6N Morlanwelz - 46/6S Anderlues
Hoe we er geraakten. Voor de heenreis doen we gewoon achterstevoren wat we de vorige keer voor de terugreis deden. De halte Tondrée van lijn 136 ligt inderdaad zo goed als op de GR en ze wordt alleen maar bediend door deze lijn. Voor de terugreis zijn er meer mogelijkheden: bus 30 naar La Louvière-Sud lijkt de beste opportuniteiten te bieden, lijn 136 zou ook kunnen, via La Louvière-Centre, maar dat is wel een omweg van een klein kwartier. En er is ook nog de mogelijkheid om van Anderlues de premetro (de tram…) te nemen tot Charleroi, met dien verstande dat het eerste deel van die verbinding al maanden uitgevoerd wordt met een vervangende busdienst tot Pétria.
Een beetje geschiedenis. Buslijn 136 is een rechtstreekse afstammeling van tramlijn 90,waarvan de geschiedenis wel erg tot de verbeelding spreekt, getuige de hits die je kunt googlen met een simpele tram 90 Charleroi - Binche - La Louvière. Tegelijk is het een illustratie van een van de meest hallucinante evoluties in de geschiedenis van de Belgische, later Waalse tram. Vanaf 1931 reed een bestaande tramlijn Mons - Binche - Charleroi geëlektrificeerd. In 1973 wordt het vak Binche - Mons opgeheven, maar de bestaande tramlijn 36 Binche - La Louvière zou voortaan vanaf Binche de lijn Charleroi - Binche verlengen, zodat een lange verbinding Charleroi - Binche - La Louvière (tram 90) ontstond. In de jaren 1980-1982 werd het tramverkeer gedurende bijna 2 jaar onderbroken: de lijn werd volledig gemoderniseerd met het oog op de komst van de nieuwe BN-trams, waarvan de zustertrams op de kustlijn werden ingezet. Toen kwam de noodlottige regionalisering en de daarmee gepaard gaande reorganisatie van het streekvervoer: in 1991 werd lijn 90 plots een lijn die uitgebaat werd door de TEC-Charleroi, maar die voorbij Anderlues duidelijk en ver doordrong in het gebied dat door TEC-La Louvière beheerd werd. Toen die laatste weigerde om een deel van de exploitatiekosten op zich te nemen, werd de tien jaar eerder volledig vernieuwde lijn ingekort tot het deelvak Charleroi - Anderlues. Vanaf Anderlues zette de TEC-La Louvière voortaan zijn buslijn 136 in. Deze lijn volgt nog altijd zo goed en zo kwaad als mogelijk het tracé van de lijn 90 zoals die sinds 1973 Charleroi en La Louvière met elkaar verbond. In de jaren 1990 reed deze bus twee keer per uur, op zaterdag en zondag één keer per uur. Enkele jaren later wordt de zondagdienst gehalveerd, en nog later verdwijnt de halfuurdienst op vakantiedagen: vakantie- en zaterdagen delen sinds dat moment een uurdienst, op zondag wordt tot vandaag nog altijd om de twee uur gereden. Lijn 136 bedient onderweg halten die nog rechtstreeks verwijzen naar stukjes spoorweggeschiedenis: voor de halte Saint-Vaast Station vicinale is dat overduidelijk. Er is ook nog een halte Ancienne gare de Bouvy: die verwijst naar het vroegere station van La Louvière-Bouvy dat iets dichter bij het huidige La Louvière-Centre lag dan het huidige La Louvière-Sud. En ten slotte is er ook nog Ressaix Ancienne gare. Ressaix werd in 1984 gesloten in het kader van het IC-IR plan. Het lag tussen Leval en Binche.
De foto van lijn 108 werd genomen vanaf een brug tussen de vroegere halten Hayettes en Cronfestu die in 1984 het lot van Ressaix ondergingen. Op de foto is duidelijk te zien dat de lijn oorspronkelijk tweesporig was en dat ook na elektrificatie gebleven was. Dat sprookje van dubbelsporig geëlektrificeerde lijn heeft geduurd van 1983 tot 2002.
De verbinding.
Halle - La Louvière-Centre
3430
09:40 10:17
+12
2731 - 51022
M4
controle: J
La Louvière - Trivières
[136]
10:55 11:06
stipt
ab3157
Mercedes Citaro G
La Louvière
-
Anderlues - La Louvière
[136]
15:29 16:30
+19
ab3134
Van Hool New AG300
La Louvière
La Louvière-Sud - Braine-le-Comte
4367
17:15 17:37
+1
772
tweeledig stel
controle: J
Braine-le-Comte - Halle
3667
17:52 18:10
stipt
mr 08004
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. IC 3440 heeft in de voorbije 5 weekdagen een schitterend palmares aan vertragingen bij elkaar gereden: 1 keer zouden we tijdig in La Louvière geraakt zijn, de 4 andere keren zou de vertraging groot genoeg geweest zijn om de aansluiting in de grond te boren. Veel verwachten we er dus niet van. De wetenschap dat bus 136 om het half uur rijdt, helpt om de zenuwen onder controle te houden. Want ja hoor, het loopt weer allemaal verkeerd met deze trein. Hoewel hij op tijd is vertrokken in Turnhout, neemt de vertraging gaandeweg toe: in Halle is die opgelopen tot 14 minuten. Meer dan twee minuten zal daar niet meer af gaan: een vertragingszone in Hennuyères en wat getreuzel in en om Ecaussinnes, 12 minuten bij aankomst is het bilan. De bus is dan al 7 minuten vertrokken en de halte Gazomètre ligt bovendien ook nog eens zo een viertal minuten van het station, dat om een of andere reden zijn bushalten op het pleintje ervoor is verloren. Er is hier trouwens wel meer verloren gegaan: het stationsbuffet, het grootste deel van de accommodatie binnen in de wachtzaal, vindbare en niet beschadigde gele affiches: alles moet weg, blijkbaar.
De bus komt gelukkig wel op tijd; de chauffeur deponeert ons een dikke 10 minuten later bij het beginpunt van onze wandeltocht.
Voor de terugrit hebben we eigenlijk op een bus van lijn 30 gerekend: die brengt ons van Anderlues naar La Louvière-Sud een stuk sneller dan bus 136, maar we zien nog net een 30 rijden en dus is het een half uur wachten op de volgende. Met de 136 heb ik eigenlijk geen rekening gehouden, omdat ze toch ongeveer gelijktijdig aan de halte Roi des Belges doorkomen. Maar we staan nog niet zo heel lang te wachten als er toch een 136 opdaagt. Dat is ofwel een spookbus die niet in de dienstregeling voorkomt, ofwel een bus met een fikse vertraging van 17 minuten. Wat snel hoofdrekenen laat ons besluiten toch maar deze 136 te nemen. Veel verschil zal het wel niet uitmaken. Alhoewel er behoorlijk wat scholieren mee moeten, wordt dit toch op geen enkel moment een van die overbevolkte schoolbussen. Het aantal staande reizigers blijft beperkt en het oeverloze gegiechel van de bakvissen blijft verteerbaar. Wel is de gevolgde weg duidelijk van erg slechte kwaliteit; dat wordt nog een stuk duidelijker in de remorque waar we alleen in uiterste nood plaatsnemen. Uiteindelijk komen we met 19 minuten vertraging aan de Gazomètre aan; de rechtstreekse trein naar Halle zouden we sowieso niet gehaald hebben en dus wordt het een verbinding met overstap.
Wat hier aan rommel tussen de sporen ligt is onvoorstelbaar. Mocht er ooit statiegeld op blik ingevoerd worden, dan kun je hier een fortuin verdienen. Al zal dat het probleem van de spoorlopers alleen maar erger maken. Van het eens redelijk belangrijke station blijft niet veel meer over, al zijn er blijkbaar toch plannen om de omgeving wat aangenamer te maken voor de wachtende treinreiziger. Dat is heus niks te vroeg. De L-trein naar Braine-le-Comte bestaat uit een klassiekje; dat is alweer een tijdje geleden. In Familleureux stapt een reiziger in voor Quaregnon. Hij meldt dat de automaat defect is en krijgt een biljet zonder toeslag, dat zelfs minder kost dan die toeslag. Hopelijk heeft men de reglementering niet versoepeld en is de automaat echt defect. De rest is geschiedenisloos. De S-trein naar Leuven staat aan het perron. Gewoontegetrouw krijgt de reiziger eerst de vermanende boodschap om niet in te stappen, maar na een tijdje lijkt het toch om een S2 te gaan, die ons keurig naar Halle brengt.
De treinlectuur. Ian McEWAN, Sweet tooth. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Onlangs had Dirk Draulans het in Knack over tamme konijnen. Onderzoek wijst uit dat domesticatie automatisch betekent dat het dier een deel van zijn hersenen opoffert, omdat bepaalde functies niet langer nodig blijken. Je moet niet vragen wat dat bij het supergedomesticeerde zoogdier, de mens, betekent.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
34 treinfoto's op https://photos.google.com/share/AF1QipPWNnXefJIpqJr6KMucZ05rJxgSriQT3xzDRSHRay91yaeLM6VxhiodvkU7yz6ueg?key=d0pweVd2UlYza1hzSGxyVlFfZi0tbTRtNXEtV0ln.
De wandeling. In het Groot Wandelboek Vlaanderen van Luc Vanneste (uitgave 2004) wordt als laatste wandeling een tocht gesuggereerd in Zillebeke, deelgemeente van Ieper, onder de titel Palingbeek, Gasthuisbossen en de 'hills'. Als je al dat moois aan elkaar rijgt, krijg je een wandeling van iets meer dan 16 km, voor iets minder dan twee derde over onverharde wegen (TWQ 61%). Het is echt wel een aardige tocht, door het mooie, ietwat al te nette Domein van de Palingbeek, door de Gasthuisbossen en langs de Hills 60 en 62. Daarmee is in dit herdenkingsjaar ook de onvermijdelijke WO I aan bod gekomen. De aanbevolen startplek is het dorpscentrum van Zillebeke, maar dat is al enkele maanden wegens werken onbereikbaar per bus en dus vatten we de wandeling aan op de Komense Weg, ter hoogte van de Zwarteleenstraat, waar een tijdelijke halte van De Lijn is ingericht. Dat heeft het voordeel dat je meteen volop in de natuur duikt en dat de grote omcirkeling van de Zillebekevijver op het einde komt te liggen, samen met het Vijverzicht waar je de innerlijke mens kunt verfrissen of net verwarmen. Foto'senkaartje.
Ik wil ook mijn bijdrage leveren aan de herdenking van WO I: Hill 62.
Het weer. Licht bewolkt, vrij rustig nazomerweer.
De stafkaarten. 28/2Z Ieper - 28/6N Beselare - 28/3Z Wijtschate.
Het NGI is gestopt met de productie van haar kaarten op 1:10.000 en houdt op dit moment zelfs uitverkoop. Ik blijf ze voorlopig nog wel gebruiken, al zijn ze vaak verouderd. Ook vandaag was dat het geval en zoals al eerder geschreven: tegenwoordig komen er eerder wegjes bij dan dat er nog extra verdwijnen. Dat kun je snel verifiëren met allerlei beschikbare kaarten en uiteraard publiceert het NGI op het moment ook een nieuwe reeks kaarten op 1:25.000.
Hoe we er geraakten. Voorlopig kan Zillebeke nog vrij vlot bereikt worden met bus 89; je kunt zelfs kiezen of je in Komen dan wel in Ieper overstapt. Ieper (of Komen) is voor ons het best bereikbaar met overstap in Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters. De rechtstreekse IC Sint-Niklaas - Kortrijk met stop in Halle, is weinig bruikbaar door de lange overstap in Kortrijk.
Een beetje geschiedenis. Zillebeke heeft eigenlijk nooit een echte station gehad: pas in oktober 1909 kwam er een treinhalte die het uitzong tot mei 1979. De halte, die samen met Hollebeke en Houthem een triootje vormde tussen Komen en Ieper, werd oorspronkelijk alleen bediend door stoptreinen; dat was ook normaal, omdat de hele lijn 69 Kortrijk - Ieper - Hazebrouck alleen maar stoptreinen had, die af en toe wel eens een halte oversloegen. Je raadt het al: in 3 gevallen stopte een trein die verder overal stopte, niet in Zillebeke. En het ging van kwaad naar erger: in 1932 rijden er alleen nog treinen naar Ieper om 7:09, 12:01 en 18:52. Het moet dan ook geen verbazing wekken dat busuitbaters het gat in de markt probeerden op te vullen: vanaf de jaren 1930 werd een busdienst Ieper - Zillebeke - Geluveld - Beselare - Geluwe georganiseerd. Ook na WO II vullen bussen de povere treindiensten aan; toch moet genoteerd dat Zillebeke na de Wereldoorlog opnieuw een wat betere bediening kreeg. Opvallend: in de jaren 1950 reed op zondagavond een studententrein van Ieper naar Gent, Mechelen en Leuven die ook stopte in Zillebeke! Buslijn 69a duikt voor het eerst op in het spoorboekje van 22.05.1955. De bus lijkt niet door Zillebeke Dorp te rijden: de voor Zillebeke in de tabel opgenomen halte heet Weg naar Zillebeke. Het was duidelijk dat deze buslijn op termijn de treinbediening van de halten tussen Ieper en Komen kon overnemen. Voor Zillebeke werd niet eens gewacht op de invoering van het IC-IR-plan in 1984: de halte werd opgedoekt in 1979. Lijn 69a nam in 1984 de bediening van de twee overblijvende dorpen helemaal over: op weekdagen reden er bussen naar Ieper om 6:26, 8:02, 9:27, 14:27, 16:27, 17:27, 18:27. Op zaterdag waren er bussen om 9:27, 14:27, 16:27 en 18:27. Dit is de toestand in 1999, de zondagdienst is ondertussen opgeheven. Later, bij het begin van de XXIste eeuw werd de lijn hernummerd naar 89, zonder verregaande aanpassing van de dienstregeling. Die zou er pas komen met de algemene invoering van de basismobiliteit, met wat grof geschetst op een niet volledige twee-uurdienst neerkwam. De volgende klap komt er in 2020, met de invoering van wat men de basisbereikbaarheid noemt: de lijn zal verpieteren tot wat men een functionele lijn noemt, met alleen schooldiensten. Op dat moment zal Zillebeke virtueel onbereikbaar worden voor de OV-gebruiker, want over de alternatieven wordt zedig gezwegen. Ik hoop dat ik het verkeerd voorheb.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207
09:03 09:15
stipt
320
mr80 break
controle: J
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters
430
09:36 10:06
+3
1840 - 61068
M6
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Komen
709
10:36 11:33
+1
478
mr96 Deense neus
controle: N
Komen - Zillebeke
[89]
12:17 12:37
stipt
ab5501-44
Jonckheere Transit 2000
Gruson Autobus
-
Zillebeke - Ieper
[89]
17:36 17:55
-5
ab5501-51
VDL Bus & Coach Linea SLE
Gruson Autobus
Ieper - Gent-Sint-Pieters
740
18:16 19:24
+11
475
mr96 Deense neus
controle: N
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
1518
19:38 20:08
stipt
1902 - 61032
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1941
20:12 20:22
+30
344
mr80 break
controle: N
En wat we beleefden. Als we enkele NMBS-personeelsleden na de gedane taken van de ochtendspits in het benedendek van de M6 horen plaatsnemen, verhuizen we alsnog naar het bovendek, waar het inderdaad een stuk rustiger is. Gent-Sint-Pieters binnenrijden is nog altijd niet zo gemakkelijk als zou moeten: ik vermoed dat het IC 2809 uit Knokke is, die wat roet in het eten heeft gestrooid: het is alleszins pas na passage van deze trein dat we Sint-Pieters binnenrijden. Nu, we hebben gewoontegetrouw voor de heenreis wat reserve ingebouwd, en problematisch is die kleine vertraging niet. De reis van Gent naar Komen verloopt opperbest, zonder vertraging en in een erg rustige eersteklasafdeling.
In Komen is de aansluiting met bus 89 niet optimaal. Dat geeft ons gelegenheid om het lege stationsgebouw te verkennen - aan de buitenzijde dan toch, want alles zit potdicht. Rond het middaguur steekt een vijftal jongeren parmantig de sporen over: spoorloperij van de zuiverste graat. Dit is een tip voor Security - zonder dank.
De bus van lijn 89 is een oude Transit 2000 die er toch nog een stuk minder afgeleefd uitziet dan de Conecto van de TEC die hier al van bij onze aankomst op het vertrek wacht. Lijn 6 heeft inderdaad een minimale bediening. Ik informeer nog even bij de chauffeur van onze bus naar de tijdelijke halte, want met omleidingen weet je nooit. Wat ik wel weet: sinds de invoering van de basismobiliteit worden de nieuwe buslijnen zo vaak omgeleid dat ze eigenlijk nooit de kans krijgen om een deftig clientèle aan te trekken. Dat is hier natuurlijk minder het geval want deze lijn rijdt al bijna 70 jaar, wat niet wegneemt dat we de enige reizigers zijn, ook bij de avondrit, trouwens. De bus brengt ons rustig van dorp naar dorp, Houthem, Hollebeke en dus bijna Zillebeke.
Van vertraging is hier ondanks de spits geen sprake. En doordat de bus langs het omleidingstraject ook nog wat minder afstand aflegt, komen we ruimschoots op tijd in Ieper aan. Ook nu zou de aansluiting trouwens niet echt goed zijn, en vandaag doen ze er bij de NMBS nog een schepje bovenop: de IC uit Antwerpen die daarna uit Poperinge naar Antwerpen terug zal keren, heeft een klein half uur vertraging (al vanaf zijn vertrek in Antwerpen-Centraal): over de oorzaak wordt met geen woord gerept. De terugrit (onze 740) verwacht men met 13 minuten vertraging, maar dat worden er uiteindelijk 19. Dat volstaat ruimschoots om onze aansluiting in Gent de mist te zien ingaan, net zoals die van de dame die nog naar Hasselt moet. We zitten vlak bij het bemande loket en horen twee Britten - die niet samen reizen - om het telefoonnummer van een taxibedrijf vragen. De tweede heeft geen gsm en vraagt of er ergens een telefooncel is; dat is spijtig genoeg niet meer het geval: een lege nis is een stille getuige van vergane tijden. De loketbediende speelt reddende engel.
In Kortrijk hebben we amper 3 minuten vertraging ingelopen; de koppeling met het treindeel uit Moeskroen verloopt wel wat sneller dan voorzien; maar zelfs met 13 minuten vertraging is er weinig kans dat we de aansluiting in Gent halen. Als we daar met 11 minuten vertraging aankomen (op spoor 3) hebben we het eigenlijk al opgegeven: de IC naar Genk reed ongeveer gelijktijdig met ons het station binnen. We stappen dan ook niet echt gehaast naar perron 10 en zie: we hebben nog een volle minuut op overschot, zelfs ondanks de nieuwe vertrekprocedure. En dat is maar best ook, want de eerstvolgende trein (IC 419) is ondertussen afgeschaft, na eerst met een steeds groeiende vertraging te zijn aangekondigd. De echte miserie moet trouwens nog beginnen: in Herent of zo is er nog maar eens een reiziger onder een trein terechtgekomen en in Mons zijn de hulpdiensten al de hele avond actief, om niet vermelde redenen: IC 1941 van 20:12 staat met een twintigtal minuten aangekondigd en blijkens de app zal hij uit Brussel-Zuid vertrekken. Die 1941 is inderdaad de IC 3718 die normaal gezien naar de Luchthaven rijdt, maar die met 83 minuten vertraging in Brussel-Zuid aankomt en het retourtje naar de Luchthaven overslaat. We zullen Brussel-Zuid met 28 minuten vertraging verlaten. Overigens doen de alternatieven het niet beter: IC 1741 naar Saint-Ghislain rijdt met 26 minuten, IC 3441 naar Binche met 23, maar zal als stoptrein naar Braine-le-Comte rijden, ter vervanging van de door het persoonsongeval afgeschafte S2. Wij komen met een half uur vertraging in Halle aan, en dat is meer dan genoeg om de bus van lijn 155 te missen. Gelukkig hebben we ons vertrouwen in het openbaar vervoer correct gedoseerd en staat de auto geduldig op aansluiting te wachten… De treinbegeleider van de 1941 heeft er niet veel zin meer in: hoewel eerste klasse bemand wordt door mensen die daar niet thuishoren - en deze keer ben ik daar wel zo goed als zeker van - komt hij rustig zelf in eerste klas zitten, zonder controle. Het valt nog ergens te begrijpen dat een tbg er wat van terugschrikt om te controleren in een trein met zo veel vertraging, maar dit is hier duidelijk niet het geval. Tot overmaat van ramp - voor hem - krijgt hij nog een telefoontje, of hij even door zijn trein kan lopen om te zien of er reizigers zijn die een aansluiting willen nemen in Ath. Voor Jurbise zijn er geen, voor Lessines en Geraardsbergen wel, hoor ik daarna doorbellen. Voor Jurbise gaat het inderdaad over de laatste aansluiting van de dag.
De treinlectuur. Arnon GRUNBERG, De joodse messias. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Je kunt de kostendekkingsgraad van het openbaar vervoer op 100% brengen, als je de dekkingsgraad ervan op 0% brengt. Onze vriend Weyts heeft dat al lang door. Omgekeerde evenredigheid heette dat destijds, al vanaf de lagere school…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Op een wandelkaart van La Roche die toch wel al enkele decennia oud is, vonden we wandeling 11, volgens de folder middelmatig zwaar, een "grote wandeltocht door de bossen". Dat middelmatig moet je met een korreltje zout nemen. In feite klim je van zo een 200 m naar 560 m, zonder onderbreking, in de eerste helft van de wandeling. De beloning volgt onder de vorm van een afdaling van hetzelfde formaat in de tweede helft. Tussenin ben je dan even rakelings langs Samrée geweest. De tocht is iets meer dan 13 km lang en de TWQ bedraagt 56%. Met name bij begin en einde duurt het even voor je over ontspannende (nu ja, gelet op de stijging…) onverharde wegen kunt stappen. Deze wandeling 11 lijkt nu grotendeels samen te vallen met de huidige wandeling 5, op het begin na. Het profiel dat bijhet kaartjehoort, geeft absoluut geen correct beeld van de stijging en de daling die deze wandeling kleurde.
Kapvlakten zijn natuurlijk een aanslag op het bos, maar soms openen ze ook onverwachte uitzichten, zoals hier.
Het weer. Erg warm nazomerweer. Het ging van licht naar half bewolkt en om 16:00 werden we onverwacht getrakteerd op een korte, pittige regenbui.
De stafkaarten. 60/2N La Roche - 55/6S Samrée
Hoe we er geraakten. We hebben vandaag de keuze tussen een bus Melreux - La Roche (lijn 13) en een bus Marche - Marloie - La Roche (lijn 15). Die 13 rijdt trouwens in het verlengde van lijn 11/2 Marloie - Marche - Melreux en best handig is dat infotec vermeldt dat beide ritten met hetzelfde voertuig gereden worden. We hadden het stukje trein Marloie - Melreux dus strikt genomen niet nodig. Voor de terugrit valt onze keuze op lijn 15, want die brengt ons veruit het snelst naar Marloie. Bovendien vertrekt er ook nog een 15 om 18:45, wat achteraf bekeken niet eens nodig was.
Een beetje geschiedenis. Het sterk op het toerisme gerichte stadje La Roche is ooit per tram bereikbaar geweest vanuit Melreux, waar aansluiting op het spoorwegnet bestond. Een tweede tramlijn via Ortho naar Baconfoy is ooit wel gepland geweest maar nooit gerealiseerd. Zelfs voor WO II vinden we dan ook al schuchtere pogingen om La Roche per bus bereikbaarder te maken: in 1934 met een buslijn Ortho - La Roche, enkele jaren later met een verbinding naar Houffalize en zelfs met een bus Brussel - La Roche, met alleen een stop in Namur. Die bus deed er 3 uur over. Waar de opstappunten in Brussel en Namur gelegen waren, werd niet vermeld. In de jaren 1950 zag een buslijn La Roche - Champlon het licht: het was een eerste aanzet tot bediening van enkele dorpen (Beausaint, Vecmont, Mierchamps) die nu door de trage variant van buslijn 15 bediend worden. In 1955 (mogelijk vroeger, maar exacte gegevens vind ik niet) duikt dan een lijn Marloie - La Roche - Houffalize op, via Hollogne, Roy, Gênes, Halleux en Beausaint. Tijdens de vakantieperiode wordt op dat ogenblik sneller gereden. Vandaag volgt lijn 15 twee trajecten, die dus eigenlijk hun oorsprong gevonden hebben in de jaren 1950. De snelle bus wijkt niet af van de hoofdwegen, de tragere bedient een reeks dorpen onderweg en doet er ongeveer dubbel zo lang over. Misschien verrassend: deze lijn wordt ook nog bediend tijdens het weekend, uitsluitend door de "directe" dienst.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:58 09:07
+5
08562
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marloie
2109
09:33 11:22
+20
520
mr96 Deense neus
controle: J
Marloie - Melreux-Hotton
5583
11:44 11:55
+20
518
mr96 Deense neus
controle: J
Melreux - La Roche
[13]
13:15 13:39
stipt
ab4541
Jonckheere Transit 2000
Marloie
-
La Roche - Marloie
[15]
17:45 18:17
+1
ab4141
Jonckheere S2000T
Marloie
Marloie - Brussel-Noord
2140
18:37 20:17
+16
1360 - 11619
I6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1592
20:42 21:02
stipt
08168
mr08 Desiro
controle: J
Mr 518 heeft ons net afgezet in Melreux-Hotton. Eigenaardig genoeg is dat blijkbaar de officiële benaming van deze halte, maar in de halte lees je alleen maar Melreux op de lichtbakken die er nog tamelijk nieuw uitzien.
Wat later komt Desiro mr 08523 uit Liers naar Marloie (L 5560). De graffiti op de zijwand zijn gelukkig onherkenbaar. Zoals de meeste graffiti stellen ze toch niks voor.
En wat we beleefden. Je weet nooit waar de kabeldieven en de spoorlopers hebben toegeslagen of zullen toeslaan, maar vanmorgen lijkt ons treintraject gespaard te blijven. Nu, bij trein 2109 staat vermeld dat deze trein een verhoogde kans op vertraging heeft. Nog verhoogd? En bij de 2110 lezen we dezelfde boodschap. Die 2110 zou eigenlijk de aangewezen trein zijn om ons naar Marloie te begeven, maar we bouwen veiligheidshalve toch maar een uur reserve in; minder kan niet: de huidige uurdienst van Brussel naar Luxemburg komt al vaak genoeg onder druk te staan; een tweede trein per uur zou de situatie alleen maar erger kunnen maken. We reizen gemakshalve trouwens ook via Brussel-Zuid, dat geeft net iets meer mogelijkheden om een alternatief zonder extra schade onder de vorm van een verbroken aansluiting uit te zoeken. De 1557 heeft 5 minuten vertraging en dat opent meteen zijn deuren voor de reizigers met seniorenbiljetten. Het geeft trouwens ook enkele minuten extra aansluitingstijd. Tot mijn verbazing vang ik bij het binnenrijden van Brussel-Zuid een glimp op van een groene 55. Dat rijtuiggroen werd destijds wegens eentonigheid vervangen door wijnrood en later door vele tinten grijs; dat laatste doorbreekt alleen in romans de gewraakte eentonigheid. Ik heb spijtig genoeg niet gezien om welke loc het gaat. (Dat stond er inderdaad eerst: maar ondertussen heb ik in een bijdrage op hgbtf gelezen en gezien dat het om de 5528 gaat en alsof dat nog niet genoeg is, is ondertussen ook het laatste nummer van Op de Baan in mijn (echte) brievenbus gevallen. Ik vind het wat beangstigend dat ik dat pas nu weet. Ik kan me niet voorstellen dat ik enkele jaren geleden zo iets niet meteen geweten zou hebben - ik volg het allemaal blijkbaar wat meer van op afstand. Oud worden, zeker?) IC 2109 staat eerst zonder vertraging aangekondigd, maar dan begint het debacle zich langzaam af te tekenen: eerst 6 minuten vertraging, maar geleidelijk groeit die aan tot 15 minuten en meer. Reizigers voor Ottignies worden zelfs verwezen naar de S-trein naar Ottignies (van 9:48) en wie naar Gembloux en Namur wil kan maar beter de IC naar Liers nemen van 10:03. Reizigers voor verder dan Namur krijgen zelfs te horen dat ze de IC-trein van 10:33 moeten nemen. Ondertussen is de trein ook verdwenen van het infoscherm op spoor 10: hij moet plaats maken voor een andere trein, ook al in vertraging. En dan gebeurt het, net na de verwijzing naar IC 2110: zonder enige aankondiging komen twee Deense neuzen binnenrijden op spoor 11; treinervaring laat me snel naar het infoscherm kijken en daar staat de IC naar Arlon inderdaad aangekondigd. We haasten ons van perron 10 naar perron 11. Onvergeeflijk toch dat dit niet omgeroepen is, althans niet voor wij al in het laatste stel hebben plaatsgenomen. We vertrekken uiteindelijk met 20 minuten vertraging: wie naar de IC naar Liers is gestapt - zoals gesuggereerd - is gesjeesd. En wie al vertrokken is in de wetenschap dat het toch nog wachten wordt tot 10:33 nog veel meer. Van die 20 minuten zal geen minuut meer afgaan tot Marloie: een vertragingszone van Chastre tot Ernage, waar het spoor en de taluds (eindelijk) gesaneerd worden, een enkelsporig stuk tussen Ciney en Marloie met een andere vertragingszone: het geeft niet zoveel kans om vertraging in te lopen. En in Gembloux heeft men de stoptrein in vertraging laten vertrekken voor de IC, wat nog eens in 6 minuten vertraging uitmondt. Twintig minuten is door onze voorzienigheid trouwens niet echt een probleem: we reizen een uur vroeger dan strikt genomen nodig, weet je nog? En de L naar Liers is sowieso aangekondigd met flink wat vertraging. Ook deze trein zal ons met 20 minuten vertraging naar Melreux brengen. Het ziet ernaaruit dat de stoptreinen van lijn 43 de hele dag met grote vertraging zullen rijden. Voor ons is het de eerste rit op deze lijn in een Deense neus. Door de vertraging is onze wachttijd in Melreux ondertussen gereduceerd tot precies een uur. (Overigens zouden we de hele reis ook met succes hebben afgelegd, als we gewoon de 2110 en de volgende L naar Melreux hadden genomen - alleen konden we nu in een relatieve gemoedsrust reizen en zou het anders een zenuwslopend en bang gedoe worden, met telkens net enkele minuten op overschot. Nu staan onze zenuwen ook wel gespannen omdat we eens te meer desastreuze stiptheidstoestanden moeten doorslikken, maar het blijft bij wat meewarig aankijken tegen een probleem dat maar niet opgelost lijkt te raken. Dat Koen Kerckaert voortaan niet langer verantwoordelijk is voor de stiptheid - lees ik in De Tijd van 20.09 - kan al een eerste aanzet tot beterschap zijn.)
In Melreux komen en gaan de migranten die zijn ondergebracht in een Rodekruispost in Rendeux. Ongetwijfeld zorgen ze hier voor een forse toename van het aantal OV-gebruikers, al komt een busje van het Rode Kruis het reguliere openbaar vervoer nog versterken. De busrit naar La Roche kennen we ondertussen vrij goed: in de vele jaren dat we stappen hebben we ongeveer elk dorp onderweg bezocht.
Voor de terugrit kiezen we voor eenvoud: lijn 15 (die hier trouwens aankomt als 13), die ons in een half uurtje naar Marloie zal brengen. We beschikken over een krappe 20 minuten voor een bezoek aan een typisch stationsbuffet, maar op een dag als deze komt daar al snel een 20-tal minuten bij, want onze aansluitende trein heeft alweer vertraging, en alweer niet zo een klein beetje.
Het is onze maagdenreis in de sinds kort op deze verbinding gebruikelijke samenstelling, met een reeks 13 vooraan, een stel I10-rijtuigen en een stuurstandrijtuig I11 achteraan. Alleen het eersteklasrijtuig is een I6, dus met coupés. Ik heb dit rijtuig vele keren genomen toen ik na de maandelijkse vergadering van de TTB uit Gent naar Brussel spoorde in de Memling. Zalige trein van toen… De vertraging van 21 minuten waarmee we in Marloie vertrekken - het is wachten op de aankomst van P8603 - groeit nog tot 26 minuten in Ciney. De aansluiting in Brussel-Lxemburg kunnen we wel vergeten; we bereiken Brussel-Luxemburg met 16 minuten, de S naar Edingen is al meer dan 5 minuten eerder vertrokken. We halen gelukkig nog gemakkelijk de S naar Aalst in Brussel-Noord: dat zal de enige trein van de dag worden die ons stipt ter bestemming brengt. De treinbegeleidster krijgt vanaf Brussel-Zuid het gezelschap van twee mannen van Securail, die even door de trein wandelen om poolshoogte te nemen. Later zal ik lezen dat dit onderdeel uitmaakt van een nieuwe poging om agressie op de (late) treinen tegen te gaan.
We hebben dit jaar al 192 treinritten achter de rug, een fractie van wat ik tot enkele jaren geleden presteerde. Daarvan kun je er 130 als echt op tijd beschouwen, met een vertraging van maximaal 2 minuten. Dat is amper 67.7%. Als je de NMBS-normen toepast kom je aan 163 ritten met minder dan 6 minuten vertraging, zijnde 84.9%. En 13 treinen brachten ons ter bestemming met meer dan 10 minuten vertraging; dat is 6.8%. Ook in 2018 werden 2 van onze treinen afgeschaft, 1.0% van het totaal. Ik laat er mijn nachtrust nog niet voor zoals Jos Decelle, maar als het maar om een enigszins complexe verbinding gaat, hou ik toch altijd mijn hart vast.
De treinlectuur. Arnon GRUNBERG, De joodse messias. Griet op de BEECK, Vele hemels boven de zevende.
Een scheutje oprisping. 1. Hoera, het aantal verkeersslachtoffers is geslonken. Alleen oudere fietsers worden wat vaker geslachtofferd op het altaar van onze heilige koe. Maar die tellen niet mee, oud en fietsend als ze zijn. En bovendien is het hun eigen fout.
2. Terwijl zowat overal in Europa de tram zijn rentree maakt, wil men (men?) hem in Gent kwijt. Want madame van de NVA is in de sporen blijven hangen. Zelf ben ik 50 jaar geleden ook eens uitgegleden, in Halle, in de sporen van de H. Ik zou met plezier nog eens vallen als ik de tram Brussel - Halle - Leerbeek daarmee terug kon halen. Oh ja, eigenlijk was het de ijzel die me tegen de vlakte kreeg; de tramsporen waren een secundaire oorzaak. En voor alle duidelijkheid: ik was geen 7 maanden zwanger.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Na een koppel weken van inactiviteit als gevolg van wat averij aan de collaterale mediale gewrichtsband van mijn vrouw, doen we vandaag een eerste testwandeling, en het resultaat valt reuze mee. Er is nog altijd enige hinder, maar die wordt niet zwaarder naarmate de wandeling vordert. De wandeling in Rixensart Promenades du château et du marais in het bij Lannoo uitgegeven Promenades en Brabant wallon van Daniël Vanderstichelen inspireert ons tot deze mooie tocht die ons grotendeels door het Bois de Rixensart voert en naar het dorpje Rosières dat spijtig genoeg de E411 en al het aanhoudende geraas op de rug torst. Het kasteel van Merode is het eigenlijke begin- en eindpunt van de beschreven wandeling; dat punt ligt op 680 m van de nieuwe treinhalte van Rixensart. De wandeling zelf is net geen 7 km lang.Op het kaartjezul je een merkwaardige appendix vinden: eigenlijk was het de bedoeling om daar in een cirkeltje rond een vijver te wandelen, maar plots was de weg weg.
Het weer. Van helder naar half bewolkt, bij een zeer aangename nazomertemperatuur.
De stafkaarten. 39/4N Rixensart - 40/1N Wavre - 32/5Z Ottenburg
Hoe we er geraakten. Met twee treinen per uur en goede aansluitingen in Etterbeek lijkt de verplaatsing per trein voor de hand te liggen. Bij nadere beschouwing hadden we er ook een treinloze uitstap van kunnen maken, met de 114 van Halle naar Braine-l'Alleud en de 36 naar Wavre. Dat duurde wel langer, met bij de heenreis een lange wachttijd in Braine-l'Alleud; anderszins zou die uitstap ons niks gekost hebben, want we hebben nu allebei een abonnement van de TEC aan seniorentarief. En als je redeneert zoals de meeste automobilisten rij je dan gratis: zij tellen ook hun verzekering en belasting niet mee in de prijsberekening.
Een beetje geschiedenis. Rixensart kreeg zijn station in 1855; in 1956 werd lijn 161 geëlektrificeerd. Zoals bijna overal bracht de elektrificatie ook een gevoelige uitbreiding van het aanbod met zich mee. Dat is vandaag nog altijd merkbaar: samen met enkele andere halten tussen Brussel-Luxemburg en Ottignies geniet Rixensart van een halfuurbediening, de ene keer met een echte stoptrein, die we nu S-trein moeten noemen, de andere keer met wat in oorsprong een semi-directe trein was, die enkele kleinere halten overslaat - en die we ook S-trein moeten noemen. Voeg daar nog enkele P-treinen aan toe en je hebt een meer dan behoorlijke bediening van deze relatief druk gebruikte halte. In 2015 werd de halte 200 m opgeschoven (in de richting van Brussel); het oude stationsgebouw is wat verweesd achtergebleven. Bovenop de nieuwe halte is nu een busstation ingericht. Dat moet ongeveer liggen waar de vroegere tram Brussel - Wavre middels een brug de lijn 161 kruiste.
De verbinding.
Halle - Etterbeek
3560
10:15 10:37
+2
924
mr86 Sprinter
controle: J
Etterbeek - Rixensart
3960
10:46 11:04
+2
08186
mr08 Desiro
controle: J
-
Rixensart - Etterbeek
3984
13:56 14:14
+3
08556
mr08 Desiro
controle: J
Etterbeek - Halle
3584
14:22 14:44
+1
0936
mr86 Sprinter
controle: J
En wat we beleefden. Het maakt ons vandaag eigenlijk niet zo heel veel uit of de treinen op tijd rijden. En dan zul je merken dat ze dat inderdaad ook wel ongeveer doen. Veel valt er dan ook niet te melden: de 3560 vertrekt met dubbel geel en de tb past de ondertussen gemeengoed geworden truc toe: op kousenvoeten ("op zijn sokken" hoor je hier bij ons ook wel eens), richting geel schuiven en hopen dat het sein alsnog op groen springt. En in de 3960 hangt de heerlijke geur van gebraden kippenbouten… Een Desiro met restauratieafdeling? Nee, gewoon een reizigster die wat verder een nog warme bout zit af te kluiven. De poetsers zullen haar dankbaar zijn…
De terugreis verloopt al even geschiedenisloos: eerst lijkt de aansluiting in Etterbeek in het gedrang te komen, maar de negatieve invloed van de 2134 (5 minuten vertraging) is beperkt, zodat we zonder problemen de sterk uitgesleten trappen op en af kunnen en op tijd op spoor 4 belanden. Uitgesleten, wat moeten die battle shoes van al die militairen die hier decennialang de buurt (on)veilig hebben gemaakt een ongelooflijk stevige voetafdruk hebben achtergelaten. Zelf ben ik ook verantwoordelijk voor enkele nanometers slijtage, in 1977, toen ik hier vanuit het Logistiek Centrum nummer 1 de kazernes in de wijde buurt mocht helpen bevoorraden.
De treinlectuur. Niet echt mee in de rugzak vandaag, natuurlijk. Ellery Queen, Het lippenstiftmysterie. In het Engels met een minder sullige titel The French Powder Mystery, maar in 1970 las ik die boekjes nog in vertaling. Oorspronkelijk gepubliceerd in 1930 en dat witte poeder is heroïne. Griet op de Beeck, Vele hemels boven de zevende.
Een scheutje oprisping. Altijd zomeruur: het blijft (veel) te lang donker in de winter. Altijd winteruur: het is veel te vroeg donker in de zomer. Eigenlijk was die wissel twee keer per jaar niet eens een slecht idee. En wie zich daar niet goed bij voelt, voelt zich waarschijnlijk ook om andere redenen niet zo goed in zijn vel. En dan is die tijdswissel een welkom excuus…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het is typisch voor veel Vlaamse GR's: je zoekt een aantal interessante plekken en die verbindt je met elkaar door soms lange, saaie stukken langs beton en asfalt door een niet zo overdonderend landschap. Dit beschrijft perfect het stukje GR dat we vandaag stappen: Melsele (Gaverland) - De Klinge, iets meer dan 21.4 km lang. Zo mogen er vandaag echt wel zijn: de Polderdreef, de buurt van de Beverse Beek net voor Vrasene, de omgeving Sint-Jacobsgat, op voorwaarde dat je de onverharde paden op en onderaan de dijk volgt en niet de asfaltwegen zoals de GR hier te vaak doet en ten slotte het Stropersbos met de oude spoorlijn 54. De TWQ bedraagt wat verrassend toch nog 47%, met dien verstande dat je dan de onverharde dijkwegen gebruikt waar de bewegwijzering je op het asfalt probeert te houden. Met wat geluk kom je dan ook nog een kudde schapen tegen.Foto'senkaartje.
Op de onverharde wegen op de dijken is het aangenaam stappen.
Het weer. Wisselend bewolkt, zomers warm (26°).
De stafkaarten. 15/2Z Beveren - 15/2N Kallo - 15/1Z Sint-Gillis-Waas - 15/1N De Klinge - 14/4N Hellestraat
Hoe we er geraakten. De halte Melsele (Koolputstraat) van buslijn 83 was onze bestemming en best van al konden we met de trein naar Antwerpen-Centraal reizen, daar overstappen op tram 3 die we tot zijn eindpunt namen en ten slotte overstappen op bus 83. De treinverbinding schept uiteraard geen problemen, de tram rijdt elke 10 minuten maar de bus rijdt een uurdienst, zodat het lang niet zeker is dat je vlot van tram op bus kunt overstappen. Enige reserve was dus aan te raden. Voor de terugreis moesten we wel met de bus (21, 22 of 27) naar Sint-Niklaas, van waaruit één keer per uur een trein rechtstreeks naar Halle rijdt. Het echte probleem was deze keer nog maar eens de onbegrijpelijke maatregel van de NMBS om de alternatieve terugreis af te schaffen. Omdat we in dit geval toch noodgedwongen op de Railpass terugvielen, konden we 's morgens wel wat vroeger vertrekken. De planner gaf een krappe mogelijkheid na 9:00 met o.a. 5 minuten overstap tussen tram en bus: hier blindelings in geloven had ons (vandaag en vermoedelijk wel vaker) een uur tijdverlies opgeleverd. Ik krijg soms de indruk dat elektronische planners en hun adviezen meer reizigers afstoten dan aantrekken. Want als het één keer niet blijkt te kloppen, zal het wel nooit kloppen...
Een beetje geschiedenis. Over de spoorlijn 54 Mechelen - Terneuzen heb ik heteerderal gehad. En je vindt ookhiernog veel info over de trein in De Klinge. Laat ons daarom vandaag even de busverbindingen in De Klinge onder de loep nemen. De huidige toestand reflecteert eigenlijk vrij nauwkeurig de oorspronkelijke, waarvoor we al tot voor WO II terug kunnen gaan. Lijn 178 Klinge - Vrasene via Kalf en Sint-Gillis gaf in Vrasene aansluiting op de lijn naar Sint-Niklaas. Sint-Niklaas was per bus verbonden met Hulst. Na WO II moet er een reorganisatie zijn geweest, die voor De Klinge erg voordelig was: voortaan verbond lijn 178 Klinge met Antwerpen-Linkeroever via Sint-Gillis, Vrasene, Beveren, Melsele en Zwijndrecht. Met de afschaffing van de treindienst Sint-Niklaas - Hulst werd de vervangingsbus 54a ingevoerd. Onder de particuliere buslijnen treffen we een tabel 1008 aan van Sint-Niklaas naar Hulst; slechts één bus van deze lijn bediende ook De Klinge. Die laatste lijn vinden we in 1975 als aanvullende NMBS-lijn 292, zij het met vertrek uit Antwerpen i.p.v. Sint-Niklaas. Lijn 54a is ondertussen omgedoopt tot 54b; 54a de buslijn die Mechelen met Sint-Niklaas verbond zijnde. Met de reorganisatie van de bussen in het Waasland in de jaren 1980 (?) krijgen de buslijnen nieuwe nummers: onder tabel 54b vinden we lijnnummers 21 en 22 terug, 21 voor de lijn Sint-Niklaas - Meerdonk, 22 voor de lijn Sint-Niklaas - Hulst.
Samengevat: er is al heel lang een lijn naar Hulst, die nu eens uit Sint-Niklaas, dan weer uit Antwerpen vertrok, met voor De Klinge pas later een deugdelijke bediening. De andere lijn naar Meerdonk is er gekomen als vervangingslijn voor de treinen van lijn 54. Met de invoering van de basismobiliteit werden nog 2 lijnnummers toegevoegd: 23 en 27, beide met een zogenaamd functionele bediening van De Klinge.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1707
08:27 08:36
+4
323
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal
2007
08:49 09:35
+1
1851 - 61005
M6
controle: J
Antwerpen - Melsele
[3]
10:12 10:35
+5
t7220
Melsele - Melsele
[83]
10:57 11:15
+3
ab2224-86
Van Hool New AG300
Waaslandia Autobussen
-
De Klinge - Sint-Niklaas
[21]
17:21 17:48
-4
ab2223-24
Van Hool New A360
Waaslandia Autobussen
Sint-Niklaas - Halle
3241
18:24 19:57
stipt
1802 - 61075
M6
controle: J
En wat we beleefden. We volgden dus niet het advies van de planner en vertrokken al om 8:27 (al had 8:37 ook gekund, maar we waren er nu toch). Voor een keer zijn we zo stom om in het midden van de trein in te stappen - 4 breaks - en dat zullen we geweten hebben. Voor mijn vrouw is er nog één plaatsje vrij, zelf zal ik de korte rit tot Brussel-Zuid staan. In een eerste reactie wordt dit een vraag tot terugbetaling van het verschil tussen eerste en tweede klasse, maar gezien de korte afstand is het sop de kool niet waard en bovendien zijn de tbg's die je in dit geval moet aanspreken onbereikbaar. Het zal ons niet meer overkomen. In de IC naar Antwerpen-Centraal is er (veel) meer plaats. Veel valt er niet te vertellen. In Antwerpen-Centraal kan een reiziger nog net op de trein springen; de alerte tbg roept nog dat deze trein naar Noorderdokken gaat, maar de reiziger lijkt niet alleen gehaast maar ook doof. Even later stapt hij toch uit, nadat de tbg hem een tweede keer gesommeerd heeft. Blijkt dat hij naar Brussel moet; de enige die hier echt fout zat, was hijzelf, maar zijn gezicht staat desondanks op onweer. Het zal wel weer die stomme NMBS zijn die hem op spoor 23 heeft doen stranden.
Voor ons volgt dan een koffiepauze in Le Royal, eigenlijk het aloude stationsbuffet, dat eindelijk weer een beetje allure heeft gekregen. En de ober heeft er duidelijk zin in. Wat later zijn we op zoek naar het metrostation Astrid, al dreigen we eerst even in metrostation Diamant terecht te komen. Eenvoudig is het hier allemaal niet. En om het allemaal nog wat complexer te maken heet onze eindhalte ook nog kriskras door elkaar P+R Melsele, P+R Zwijndrecht en P+R Krijgsbaan. Wie bedenkt zo iets? Nu, als in je in een land leeft met een taalgrens, moet je je er niet over verbazen dat ook een provinciegrens voor problemen zorgt. We zijn ruim op tijd voor de aansluiting; de zo verguisde belbus vervoert 4 reizigers, de door de planner aanbevolen tram zou te laat gekomen zijn voor de aansluiting. In Beveren is er markt en dat zorgt voor dat typische publiek in onze bus dat zich door markten aangetrokken voelt.
Is het nu P+R Zwijndrecht, P+R Melsele of P+R Krijgsbaan?
Helemaal gerust in de terugreis zijn we niet, want die is extra gekruid met omleidingen in De Klinge. Bovendien is de bediening van De Klinge niet zo eenvoudig: bus 22 (uit Hulst) en bus 21 (uit Meerdonk) rijden dan wel beide naar Sint-Niklaas, maar je moet ze elk aan hun kant van de Bergstraat nemen. Tot overmaat van ramp klopt de omleidingsinfo eens te meer niet, al blijft het onbegrijpelijk dat het kaartje met de omleiding niet te vinden is op de website: die van bus 22 lijkt niet langer van toepassing, die van lijn 21 alleen op zaterdag en woensdag. Het is dinsdag en dus is er verder niets aan de hand, in de veronderstelling dat de chauffeur zich correct heeft geïnformeerd, wat voor ons uit het Pajottenland niet zo evident is. Maar hij komt er: op het juiste moment, op de juiste plaats.Meegenomen is dat we met deze bus een ruime aansluiting hebben op de IC naar Brussel, Tournai en Kortrijk en ons dus mogen verheugen op een overstapvrije treinreis - al dachten we dat enkele dagen geleden ook. We slepen dat ene minuutje vertraging bij vertrek tot in Jette mee (ondanks de lange stilstand in Dendermonde), maar in Halle komen we stipt aan.
De treinlectuur. Robert HARRIS, Enigma. Stefan BRIJS, Post voor Mevrouw Bromley.
Een scheutje oprisping. 1. Als men het over combimobiliteit heeft, is er eigenaardig genoeg altijd sprake van hoe je je bushalte of station kunt bereiken - te voet, met de fiets, zelfs per wagen of taxi, maar nooit hoe je op het einde van bus of station naar je eindpunt moet komen. Te voet is vaak te ver, de fiets, je auto staat aan de beginhalte en taxi's zijn vaak ver te zoeken. Tenzij die combi van de politie is, natuurlijk.
2. Waar men het haalt om in doorlopers (voor de leken: een soort kruiswoordraadsels zonder zwarte blokjes) de woordgrenzen aan te duiden, weet ik niet. Dan kun je net zo goed een gewoon kruiswoordraadsel afdrukken. Ook De Morgen is nu besmet. Dat men puzzelaars voor oude zakken houdt, tot daar aan toe, maar dat men ons ook nog voor debielen verslijt…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We zetten onze tanden vandaag in 25 km stappen langs knooppunten op het wandelnetwerk Kempens Landgoed. Beginnen doen we aan de Sint-Theobalduskapel in Turnhout en dan is het enkele honderden meters stappen in de richting van het Kanaal Dessel - Schoten. De tocht is zo goed als vlak. Wiehet kaartjebekijkt, kan eerst tot de ontstellende vaststelling komen dat we langere tijd het Bels Lijntje, paradijs voor fietsers, de hel voor stappers, gevolgd hebben, maar bijna overal loopt parallel daarmee een goed bruikbare en veel interessantere voetweg. De TWQ ligt dan ook hoog: 67%, eerst even langs het genoemde kanaal, daarna resoluut in noordelijke richting naar Weelde Station en dorp. Ons doel is de bushalte Weelde Gemeentehuis, wat eigenaardig genoeg het gemeentehuis van Ravels blijkt te zijn. Op enkele stukjes hoofdweg na, kan de wandeltocht toch wel overtuigen. Het zou ook erg zijn, ik heb hem tenslotte zelf samengesteld en wel langs deze punten: 79 80 81 82 83 84 85 86 87 91 90 6 2 3 1 61 60 59 55 29 54 53 45 47.Foto's.
We stappen o.a. langs het Turnhouts Vennegebied. Vanaf de uitkijktoren krijg je een mooi uitzicht.
We liepen wel meer door bosgebied, maar zelden langs een wel erg breed uitgevallen tra zoals deze.
Het weer. Wisselend bewolkt, temperatuur rond 23°. Viel dus best mee.
Hoe we er geraakten. De bushalte Turnhout Brug 1 zou eigenlijk een aangewezen vertrekpunt geweest zijn, maar die wordt bediend door lijn 460 die in de voormiddag geen betrouwbare aansluiting heeft met de IC uit Brussel. En dus kiezen we voor Sint-Theobalduskapel, die dat met lijn 450 wel heeft. Ook de terugrit is eenvoudig: lijn 450 rijdt om het uur en - te vroeg voor ons - zelfs een hele tijd om het half uur en geeft een mooie aansluiting op de IC naar Brussel en Binche.
Een beetje geschiedenis. Over het Bels Lijntje, in feite de Belgische lijn 29 uit Aarschot en Turnhout valt nogal wat te vinden op het internet, zo o.m.hierenhier. Veel hoef ik daar niet aan toe te voegen. Het was vrij snel duidelijk dat deze lijn de hoge verwachtingen niet kon inlossen. Zo bekeek men op een bepaald moment of het niet mogelijk was de expresstreinen van Amsterdam naar Brussel en Parijs over deze route te sturen, omdat die korter was. Het is er nooit van gekomen. Om zelf toch een bescheiden bijdrage te leveren ben ik even gaan neuzen in oudere spoorboekjes, op zoek naar onverwachte verbindingen. Zo vond ik in het spoorboekje van 01.02.1932 (twee jaar later werd de reizigersdienst opgeheven…) een rechtstreekse trein Eindhoven - Tilburg - Turnhout - Brussel, met de volgende dienstregeling: Eindhoven 7:37 - Boxtel 8:09 - Tilburg 8:40 - Baarle-Nassau 9:03 - Weelde 8:45/8:58 (tijdzones, nietwaar) - Turnhout 9:09/9:10 - Tielen 9:23 - Herentals 9:33/9:34 - Lier 9:52/9:54 - Duffel 10:04/10:05 - Mechelen 10:15/10:17 - Brussel-Noord 10:38. 's Avonds bestond de omgekeerde trein richting Eindhoven. Ik moet eerlijk toegeven dat het uit het spoorboekje niet af te leiden is of het hier om een doorgaande trein gaat: er staan alleszins 2 treinnummers in het boekje, één op het Nederlandse, één op het Belgische net.
Het Bels Lijntje is nu een echte velostrade geworden. Het blauwe verkeersbordje suggereert dan wel dat de ruimte eerlijk verdeeld is over fietsers en wandelaars, maar in werkelijkheid zijn het altijd de wandelaars die achter elkaar moeten lopen om de fietsers vooral niet te hinderen. Gelukkig heeft het wandelnetwerk vooral voor parallelle alternatieven gezorgd.
De verbinding.
Halle - Turnhout
3408
09:21 10:54
stipt
827
mr75 - vierledig stel
controle: J
Turnhout - Turnhout
[450]
11:02 11:08
+3
ab1198-59
Jonckheere Transit 2000
B&C
-
Weelde - Turnhout
[450]
18:34 18:55
+2
ab1110-94
MAN's Lion City
B&C
Turnhout - Brussel-Noord
3441
19:05 20:17
stipt
1890 - 61030
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3242
20:33 20:57
stipt
306
mr80 Break
controle: N
En wat we beleefden. IC 3408 bestaat uit een oud vierledig stel dat door graffitivandalen onherkenbaar is gemaakt. We vinden ternauwernood een zitje waar je min of meer ongehinderd naar buiten kunt kijken. Verleden week werd nog eens gepubliceerd hoeveel het verwijderen van graffiti elk jaar kost. Je vraagt je toch af of stilstaand materiaal niet beter beschermd kan worden, zeker in deze tijd van infrarood en drones en andere patrouilles. De rit zelf verloopt vlot, zeker na Brussel-Noord. We komen zelfs schitterend op tijd aan. De bus van lijn 460 is nog haalbaar: die zou ons enkele honderden meters kunnen uitsparen, maar het is de voorziene bus van lijn 450 die eerst aankomt en dus nemen we die. Oh ironie als we dan merken dat deze 450 door een omleiding ook aan Brug 1 passeert.
Gezien de lengte van de tocht keren we pas terug als de frequentie van lijn 450 al op een uurdienst teruggevallen is. De bus is redelijk stipt en zit ook nog goed vol. Bereidwillige medereizigers nemen hun gerief op de schoot, zodat we toch nog allebei kunnen zitten.
Ondertussen weten we al dat onze rechtstreekse trein vandaag beperkt zal blijven tot Brussel-Zuid. Een bovenleiding heeft het begeven in Lembeek en alle verkeer is opgeschort tussen Halle en Braine-le-Comte. Je hebt dan eens een overstapvrije verbinding. Uit de app is niet echt af te leiden wat er ons wel te doen staat. Er is sprake van vervangingsbussen, maar waar je die moet nemen wordt nergens vermeld; zelf dokteren we uit dat IC 3242 naar Tournai en Kortrijk waarschijnlijk de meest logische oplossing is, met overstap in Brussel-Noord. Even denken we er zelfs aan om bus 170 te nemen, maar die is niet echt snel. Overigens nog even vermelden dat het incident zich iets na vieren heeft voorgedaan en dat is waarschijnlijk de verklaring waarom we nu op M6 getrakteerd worden in plaats van het voorziene vierledige stel.
Overstappen in Brussel-Noord is eens te meer een verstandige zet. De ene break zit in Brussel-Zuid al behoorlijk vol, met reizigers van vermoedelijk een drietal andere treinen. Maar hij rijdt wel stipt Halle binnen. Daar staat een zestigtal reizigers op de vervangingsbus(sen) te wachten. Het is me het weekje wel geweest voor de NMBS: 4 zelfmoorden op dezelfde lijn, nu wat vroeger een catenabreuk heette op een drukke lijn als de 96. Voor ons scheelt het maar 18 minuten, maar de som van alle vertragingen moet gigantisch groot zijn. Gelukkig lijkt er toch een nieuwe wind te waaien bij Infrabel: vanavond zagen we seinen in Brussel-Noord op spoor 1 en 4 die open stonden lang voor de trein kwam. Dat kan het aantal vertragingen doen krimpen als je het mij vraagt.
De treinlectuur. Enigma, Robert HARRIS. Post voor Mevrouw Bromley, Stefan BRIJS.
Een scheutje oprisping. De zomervakantie te lang? Blijkbaar gaat er te veel verloren van wat voor de vakantie geleerd is. Mooier en treffender kun je het fiasco van ons onderwijs niet omschrijven. Hoe meer ik leer, hoe meer ik vergeet… Ja, ja.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
10 augustus 2018 Wijnegem - Zoersel GR565 Sniederspad
De wandeling. We stappen vandaag nog eens langs het Sniederspad, ook bekend als GR 565. We beginnen waar we de vorige keer eindigden: in Wijnegem, en een tocht van zowat 20 km zal ons uiteindelijk in de dorpskern van Zoersel brengen. De TWQ ligt met 68% verrassend hoog: vaak lopen we inderdaad door groene longen, eerst onder de vorm van opengestelde parken met bijhorende kastelen, later door wat ruwere Kempense bossen. Spijtig genoeg is het vooral breiwerk, een niet helemaal onverdienstelijke poging om alle goed verteerbare stukjes groen met elkaar te verbinden. Het begint al met Wijnegem, waar we eerst een tocht langs villa's moeten doorslikken; hebben die bewoners zich dan nooit afgevraagd hoeveel grond ze zich in ecologische ogen wederrechtelijke hebben toegeëigend? Gelukkig zijn de dorpskernen van Halle en Zoersel wat vriendelijker voor de medemens.
Deze wegen vormden vandaag de hoofdbrok. Omgeving Rundervoort.
In 't Boshuisje hoorde Conscience het verhaal van de Loteling. Het bier zal wel anders geweest zijn.
Veel meer foto's vind jeop deze plaats. En het kaartje moet jehierzoeken.
Hoe we er geraakten. Naar Antwerpen-Centraal reizen is vanuit Halle niet echt een probleem en de aansluitende bus van lijn 410 rijdt om het kwartier. Voor de terugrit hebben we de keuze uit 2 snelbussen (417 en 429) zodat ook dat nauwelijks problemen oplevert. Een makkie, kom.
Een beetje geschiedenis. Voor Zoersel begint de OV-geschiedenis met de openstelling van de tramlijn Oostmalle - Zandhoven - Broechem - Lier in 1896. Eigenlijk leek het sterk op een regelmatige bediening tussen Zandhoven en Lier, met een zestal doorgetrokken ritten uit Zandhoven naar Zoersel en Oostmalle. In Broechem werd een aansluiting voorzien, later met de elektrische tram Antwerpen - Broechem - Lier. In Oostmalle kon dan weer overgestapt worden op de tram die Antwerpen met Turnhout verbond. Met de verbussing in 1950 werd aanvankelijk hetzelfde stramien aangehouden. Later werd de bediening van Zoersel opgenomen in die van lijn 41 Antwerpen - Turnhout, en wel onder het lijnnummer 41B. Die toestand zou eigenlijk tot de eeuwwisseling en zelfs nog wat later blijven bestaan, al heette lijn 41B later 411, met een geleidelijk verbeterde dienstregeling die uiteindelijk uitmondde in een echte uurdienst. Ondertussen werd ook een sneldienst Turnhout - Antwerpen (eerst 41.7, later 417) ingevoerd en dat betekende een verdere verbetering voor de inwoners van Zoersel. Met de latere komst van een tweede snelbus Herentals - Antwerpen (429) ging het nog meer de goede (snel)weg op. Vandaag wordt Zoersel ook nog bediend door de lijnen 408, 411 en 414: schooldiensten die uiteraard in functie van de bediende scholen rijden.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:58 09:07
+2
08170
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal
3309
09:27 10:22
stipt
2728 - 58063
M4
controle: N
Antwerpen - Wijnegem
[410]
10:45 11:12
stipt
ab5549
Van Hool New AG300
Turnhout
-
Zoersel - Antwerpen
[429]
17:25 17:57
+19
ab1103-57
Mercedes Citaro G
KAV
Antwerpen-Centraal - Brussel-Noord
2040
18:26 18:59
+2
2748 - 61040
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1740
19:13 19:33
+1
331
mr80 Break
controle: J
En wat we beleefden. Eigenlijk voorzien we een aansluiting van 5 minuten in Brussel-Zuid, tussen de 3207 en de 4508, en dat is krap. Het is dan ook een godsgeschenk als we met ons seniorenbiljet meekunnen met de 1557, met 3 minuten vertraging. Als we net zitten, horen we een dame aan een tbg vragen of ze al mee mag met haar seniorenbiljet, maar blijkbaar is het te veel om even op zijn uurwerk te kijken; hij maakt er zich van af met de droge mededeling dat hij niet de boordchef is. Wij rijden wel mee en nog vlot ook. De zorgen die we ons eerder maakten over de aansluiting in Brussel-Zuid slaan al snel om in een zekere gelatenheid. Tussen Brussel en Braine-l'Alleud heerst er een niet nader omschreven toestand die het onderbreken van het verkeer nodig maakt. Er staan inderdaad een S1 en een IC naar Charleroi-Sud broederlijk naast elkaar en van vertrekken is er geen sprake. En onze 4508 wordt gewoon afgeschaft. Op zich is dat deze keer niet zo erg: het zal dan de 3309 moeten worden, met elk kwartier een aansluitende bus is dat geen probleem. IC 3309 wordt aangekondigd en zowel via het scherm als in de gesproken omroep vernemen we dat de eerste klas in het eerste rijtuig hangt. Spijtig voor wie dat gelooft, maar voor ons is het snel duidelijk dat het trek-en-duwstel om een of andere reden gekeerd is en dus hangt de eerste klas helemaal achteraan in plaats van vooraan. We vertrekken met 4 minuten vertraging, maar vanaf Oude God rijden we stipt.
We zouden ons nu kunnen haasten naar perron 1 van de halte Antwerpen Centraal Station, maar de kans dat we de eerst voorziene bus nog halen is klein, en dus stappen we rustig naar het tot werf verworden Rooseveltplein. Zo een vijftal minuten voor het vertrek komt de chauffeur, we mogen meteen instappen en de man is ook nog vriendelijk. In Antwerpen kan het wel eens anders lopen. Wijnegem Vaartdijk (onze doelstelling, wat bijna 40 jaar onderwijs al niet met je doet) is sinds kort een stiptheidshalte geworden, waar 3 minuten stilstand voorzien is. De bus blijft inderdaad een tijdje staan, net lang genoeg om toch nog wat te vroeg te vertrekken: de nieuwe vertrekprocedure vindt ingang bij De Lijn!
Voor de terugrit rekenen we op een bus van lijn 429. Die rijdt klaarblijkelijk zonder gps, zodat we qua informatie op onze honger blijven zitten. Tot overmaat van ramp laat de bus lang op zich wachten. Op het voorziene doortochtuur (17:25) verdwijnt de bus ook nog eens van het infoscherm. Uiteindelijk zullen we opgepikt worden met ronde 20 minuten vertraging. En vermits deze snelbus vanaf de Turnhoutsepoort toch maar weer als trage bus fungeert die ongeveer aan elke halte reizigers oppikt, gaat er nauwelijks iets van deze vertraging af. (Vanmorgen haalden we tussen Rooseveltplaats en Turnhoutsepoort een gemiddelde snelheid van iets meer dan 7 km/uur! Maar dat was dan ook geen snelbus.) Ook nu valt op dat de chauffeur je tenminste al eens bekijkt als je instapt en ontwaardt. Deze keer stappen we wel uit aan de halte Antwerpen-Centraal.
De eerste aansluitende trein is de IC 2040. Er staat behoorlijk wat volk te wachten, veel toeristen ook. Het eerste rijtuig is een eersteklasrijtuig, waarvan ik vermoed - eigenlijk in een glimp meen op te vangen - dat het gedeclasseerd is. Het echte eersteklasrijtuig hangt alleszins middenin de trein. In Brussel-Noord stappen we over op IC 1740. Die zal ons nauwelijks 11 minuten later dan voorzien naar Halle brengen.
De treinlectuur. Robert HARRIS, Enigma. Britse geleerden van allerlei slag moeten verwoede pogingen ondernemen om de Duitse codetaal, gebruikt tussen onderzeeërs en vasteland, te ontcijferen. Het boek is ook verfilmd. Stefan Brijs, Post voor Mevrouw Bromley.
Een scheutje oprisping.
Er zijn weinig categorieën die dezer dagen in de pers zo goed aan hun trekken komen als de tegenstanders van het ongebreidelde autogebruik. Waarom verandert er dan niets aan de situatie op onze wegen?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Ab1021-17 nadert zijn eindpunt. We zien hem hier bij de halte Oelegem Knodbaan.
Op 27.08.1985 vertrokken de autorails van de verbinding met de Grotten van Han nog voor de kerk. En blijkbaar was het nog behoorlijk druk, zo tegen het einde van de vakantie aan.
5501 met Z7211 Liège-Guillemins - Jemelle in Jemelle op 27.08.1985. De K-rijtuigen verschenen (opnieuw) op deze verbinding met de invoering van IC-IR, dit tot groot ongenoegen van het personeel, omdat de deuren hier manueel dicht moesten.
Op 28.08.1985 kon ik in Visé dit motorstel van de NS fotograferen: het betreft hier een trein Visé - Maastricht.
En ook in Visé schuilt ab7591-41 onder de bomen. Het betreft een Jonckheere van TCM-Cars.
Ook op 28.08.1985 passeert de 2207 met een goederentrein op lijn 24, ter hoogte van Sint-Martens-Voeren.
Het spoorwegviaduct van Sint-Martens-Voeren.
Toevallige en dus onverwachte ontmoeting op dezelfde viaduct met de 2327.
Dezelfde trein vanuit een andere hoek.
Op 15.09.1985 rijdt de 29.013 door Beert-Bellingen. Om een of andere reden kon ik de trein niet zelf fotograferen en dus stuurde ik mijn vader uit om de foto te nemen, met een fototoestel dat hij absoluut niet kende. De trein reed te vroeg en dus was het een wanhoopsshot, vandaar het bordje van de overweg, pal voor de loc.
Op 21.09.1985 vond het stoomfestival in Mariembourg plaats. Ik stond een tijdje in Olloy.
En meer van hetzelfde.
Een schitterende rookpluim op een niet zo beste foto, met door de rook heen de kerktoren van Olloy.
Vermoedelijk in Treignes stond deze prachtig gerestaureerde stoomloc van de NMVB.
Dezelfde loc op dezelfde plaats.
Loc 6218 sleept een stel M2-rijtuigen: Z8111 Charleroi-Sud - Couvin op weg naar Couvin.
En nog een laatste foto van 21.09.1985.
Spoorwegviaduct in lijn 42 ter hoogte van Stoumont. Datum van opname onbekend.
Op 20.11.1985 werd het verongelukte stel 089 uit Halle geëvacueerd door HLD 5105. Het was een sombere novemberdag, vandaar de mindere kwaliteit van deze tijdsdocumenten. Het stel was op 13.11.1985 net buiten Halle op lijn 26 in botsing gekomen met rangeerloc 7403.
Op 04.12.1985 sleept HLD 5120 Z2330 Tournai - Schaarbeek op lijn 96 kp 10.0, tussen Buizingen en Lot.
Maar eigenlijk stond ik op die plaats omdat ik (erg laat) verwittigd was dat er een proefrit zou doorkomen met de splinternieuwe loc 1181. We zaten midden in de periode van de bomaanslagen van de CCC, die o.a. hun bommen al gericht hadden op multinationals. Ik stond rechtover Siemens, en had al enkele keren de belichting getest, daarbij onbewust ook Siemens in het vizier nemend. Niet lang daarna stopte er een R4'ke met 2 BOB'ers die me allerlei vragen kwamen stellen. Toen ik uitlegde dat er een nieuwe loc zou passeren en na identiteitscontrole, mocht ik mijn gang gaan. Ik stond in het zijspoor dat bijna nooit gebruikt werd, maar daarover werd ik niet lastiggevallen. Tegenwoordig zou ik ongetwijfeld als spoorloper gebrandmerkt worden.
Voor alle duidelijkheid: ik stond dus niet in lijn 96A, maar wel op een verbindingsspoor tussen de rangeerterreinen van de toen al zieltogende stations Ruisbroek, Lot en Buizingen.
Stel 215 rijdt hier als E6238 Herentals - Antwerpen-Centraal op 13.12.1985 - lijn 15 kp 28.4.
Op dezelfde dag, op dezelfde plaats deze trek-en-duwformatie, bestaande uit een M1-stuurstandrijtuig en 4 M2-rijtuigen. Deze samenstelling was toen vrij courant, in afwachting dat er voldoende M2-BD-rijtuigen tot BDx verbouwd zouden worden. Het M1-rijtuig was niet toegankelijk voor de reizigers.
En mr 220 doet E6212 Antwerpen-Centraal - Herentals, in Bouwel, ook op 13.12.1985.
Op 30.12.1985 trok ik naar Pondrôme, dat uiteindelijk ook nog zou sneuvelen als stopplaats van de NMBS. De TEC komt er evenmin vaak, een heropening nu in 2018 zou niet eens een slecht idee zijn.