Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
18-08-2006
18 augustus 2006
We hadden dit jaar nog een tweede Gaumewandeling op het programma staan, al valt ze onder de noemer "Transsemoisienne", een vrij recent pad dat de Semois van bron tot monding probeert te volgen. We waren enkele maanden geleden geëindigd in Sainte-Marie en zouden nu stappen tot Jamoigne. Die Transsemoisienne is een eigenaardig pad, want het lijkt nu geadopteerd door de GR-paden. De bewegwijzering is alleszins volledig rood-wit, en op de website van de SGR kun je de beschrijving van het pad downloaden. Oorspronkelijk werd het alleszins anders bewegwijzerd, en we maakten het mee dat we op een zonnige Maria-Hemelvaartdag enkele jaren geleden in de streek enkele dapperen tegenkwamen die de bordjes aan het aanbrengen waren. We kregen prompt de hele map met kaart en beschrijving in de pollen geduwd. Misschien was toch wat te veel hooi op de vork genomen, en is dat de reden waarom het geheel nu in handen van de GR gegeven is.
Met het openbaar vervoer naar de Gaume wil op weekdagen nog best meevallen: het werd dan ook een geschiedenisloze uitstap. Om 7:03 vertrokken we uit Halle met P7512, bestaande uit een stel dubbeldekkers M5 - wij zaten in 51505 - geduwd door loc 2150. In Brussel-Zuid namen we IC2107 naar Luxemburg, bestaande uit twee ms 96. We zaten achteraan in stel 502. Tot mijn verbazing wachtte onze trein in Namur op de aansluiting van IC906 naar Herstal, die met twintig minuten vertraging reed. Zo vertrokken we zelf met 5 minuten, vertraging die tegen Jemelle zo goed als ingelopen was. Dat we uiteindelijk toch nog met 3 minuten vertraging in Marbehan aankwamen, had alles te maken met de omvangrijke werken tussen Haversin en Libramont, waar de rotswand blijkbaar op grondige wijze aangepakt wordt. Toch is de werf niet belangrijk genoeg om in de werfinfo van de NMBS opgenomen te worden, maar dat gebeurt wel vaker met werken beneden de taalgrens. In Marbehan bracht een Mercedes Conecto van Penning (ab5632-33) naar Sainte-Marie, waar we ter hoogte van de Romeinse Heirbaan uitstapten.
Het werd een typische Gaumetocht, met landschappen die niet stuk kunnen en aangename parcours door voornamelijk loofbossen, maar met meer asfalt dan goed is, en af en toe ook nog een stuk drukke hoofdweg. Toch is de Semois hier erg charmant in zijn bovenloop. Dat komt vooral omdat je hem vaker dan in de benedenloop door de weiden ziet kronkelen, en dat is natuurlijk onmogelijk tussen de steile rotswanden verderop. Gelukkig denkt de massatoerist daar anders over, en heb je hier relatief weinig hinder van campings en kajakkers.
De terugreis verliep als volgt: in Jamoigne namen we bus 22/2 (ab4734, ex-2539 van de Buurtspoorwegen) die ons in Marbehan deponeerde om 16:51 na een voor ons doen korte rit van 18 minuten. Om 17:00 precies vertrok de IC naar Brussel-Zuid (ms 518) en die legde zijn traject moeiteloos binnen de voorziene tijd af, zodat we in Brussel-Zuid opnieuw konden overstappen op de CR naar Geraardsbergen (ms 696), overstap die ARI niet geeft, de website van de TEC dan weer wel. Ik ben er nog altijd niet uit wat het beste is; als de aansluiting niet belangrijk is, zou je toch moeten weten dat het kan; als ze wel belangrijk is, kun je er beter maar geen rekening mee houden. Met het papieren spoorboekje kun je zelf je verantwoordelijkheid nemen. Wij kwamen aan om 19:40, en de kans is groot dat dit voor 2006 de laatste uitstap was richting Jemelle, Libramont, Arlon. Al weet je natuurlijk nooit.
Volgende woensdag 16 augustus is Hacowa 86 gepland, maar wij hebben vandaag al Hacowa 87 verkend die we willen doen op zondag 12 november. We hadden in de buurt tussen Lier en herentals al enkele kortere wandelingen gemaakt, en we zouden proberen om ze enigszins aan elkaar te breien, zodat het een bruikbare tocht werd van een 16-tal kilometer. Een stuk Kleine Nete en de Kesselse Heide moesten alleszins opgenomen worden, het Fort van Kessel mocht, maar was geen echte must. Achteraf bleek ook het fort in een zalige omgeving te liggen. Bouwel leek me een mooi vertrekpunt; als we Nijlen konden vermijden, konden we Kessel bereiken en toch binnen de voor de groep min of meer noodzakelijke 16 kilometer blijven. Het werd een aangename verkenning, waarbij we er zo goed als volledig in slaagden om de echt drukke bebouwing te vermijden, met een aangename middagpauze in "De Slappe Uier", waar we warm ontvangen werden, en waar we ook met de groep terecht kunnen voor de boterhammetjes, al komt er daar ook heel wat lekkers uit de keuken. Dat is niet altijd en overal zo, want er zijn nogal uitbaters die hun neus optrekken voor een groep wandelaars, die nochtans van een stevig bier bij hun eten houden. Wel moesten we rekening houden met de privatiseringsdrang waarvan de "Trage wegen" in deze streek af en toe het slachtoffer dreigen te worden, maar het werd ten slotte een evenwichtige wandeling met net niet te veel asfalt en beton, met heerlijk rustige stroken, met niet te veel of niet te weinig Kleine Nete en met de Kesselse Heide op het einde als waardige afsluiter.
's Morgens reden we naar Bouwel als volgt:
Halle - Brussel-Zuid IC1908 loc 2128, rijtuig 58063. Ruim op tijd in
Brussel-Zuid, en dat was vandaag net niet nodig, want we moesten
wachten tot 10:12 (35'!) op de aansluiting naar Antwerpen: IC 2009,
zowaar twee gemoderniseerde stellen; we namen ms 762. Eigenlijk
verwacht je toch wel wat anders, namelijk een stel van de nieuwe generatie dubbeldekkers M6 op deze soms toch wel erg drukke lijn. In Berchem stapten we over op de IR
naar Turnhout (3410) die bestond uit break 317.
Na de verkenning kwamen we terug uit Kessel: Kessel -
Antwerpen-Berchem 3437; tot mijn verbazing kwamen twee breaks
aangereden, en dat was maar goed ook, want de hele 2de break was gereserveerd voor een gigantische chirogroep. Het moeten er minstens
200 geweest zijn. Het gebeurt niet zo vaak dat de samenstelling van een trein gewijzigd wordt, maar in dit geval zouden er gewoon geen plaatsen voor de andere reizigers meer overgebleven zijn. Ik vraag me wel af hoe het op de aansluitende trein naar Gent is opgelost, want die zijn toch ook niet allemaal even lang tijdens het weekend. We kochten biljetten op de trein, en betaalden met
Visa. De treinbegeleidster gaf toe dat het de eerste keer was voor haar
(voor ons trouwens ook), maar het ging erg vlot. Ze wilde ons zelfs nog een dienstregeling afdrukken voor Halle, maar ik heb dan maar gepocht dat we anciens waren, en zelf van wanten wisten. We zaten in break 314.
In Antwerpen-Centraal stapten we over op IC 2038, die wel uit een stel M6
bestond. Loc was 2728, rijtuig 61004. Nu zouden we de lange
overstaptijd in Brussel-Noord doorbrengen. Op spoor 9 zagen we
achtereenvolgens de (verspoorde) IC naar Quiévrain, en de IC naar Oostende passeren. Toen
ik dacht dat men de IC naar Moeskroen zou aankondigen, bleek het al de
IC naar Knokke/Blankenberge te zijn die verwacht werd. Ook op de
tv-schermen was er van de IC naar Moeskroen geen spoor. Toch zag ik in
de verte een 27 naderen met een stel M4, en dat kon eigenlijk alleen
maar de 1939 zijn. Dat bleek ook waar te zijn. Toen de trein al aan het
perron stond, werd snel omgeroepen dat het de IC naar Moeskroen was. Om
18:34 kwamen we in Halle aan.
Vandaag werd het een voor ons erg atypische uitstap, nl. met een
stukje buitenland erbij. We begonnen aan de "Via Mosana", een van de
vele bedevaartwegen naar Compostela, en die begint in Aachen. Het
boekje dat onze tocht beschreef loopt tot Namur, maar wij stapten
vandaag zo'n 18.5 km tot Henri-Chapelle. Onze OV-verplaatsing zag er
als volgt uit:
We namen om 7:51 de IR 3407 (bestemming Turnhout) tot Brussel-Zuid (ms
318), waar me met één minuutje vertraging aankwamen. Die minuut was
eens te meer het gevolg van de voorrang die we in Ruisbroek moesten
verlenen aan een trein die van de onafgewerkte 96 N naar de 96A moest,
en ons pad kruiste. Deze keer was het een TGV. Om 8:28 vertrokken we
dan met de Thalys 9409 (stel 4331) naar Aachen Hbf. Even een klein
incidentje onderweg toen een reiziger aan een medereiziger vroeg om een
of ander toestel uit te zetten. Die reageerde vrij agressief. Later
bleek dat ook de eerste reiziger naar hartenlust gsm'de, en potverdorie
ook nog veel te luid naar zijn walkman luisterde. Zelf boter op het
hoofd hebben, is de uitdrukking van toepassing, dacht ik. De reis
verliep tot Liège zonder problemen, maar bij aankomst in Aachen hadden
we toch wel 12 minuten vertraging: enkelspoor tussen Olne en Pepinster,
vertragingszone in Dolhain en blijkbaar hinderlijke werken bij het
naderen van Aachen: probeer dan maar op tijd te blijven.
Toch moesten we eerst nog even door een zure appel heen bijten: zo'n vijf kilometer stappen van Aachen tot het Preuswald, dat zich pal over de Duits-Belgische grens genesteld heeft, of andersom natuurlijk.Van de Dom (wijselijk afgesloten voor toeristen omdat er een misviering bezig was) tot de bosrand moesten we dus door een residentieel Aachen, alleen geschikt voor liefhebbers van charmante of protserige huizen. Het bos was dan ook welgekomen: prachtig loofbos met stevige beuken, langs een snoer van kruisen en kapellen, want blijkbaar bevinden we ons op een bedevaartsweg van Aachen naar Moresnet. Ik maak me sterk dat die nog een overblijfsel is van de oude Compostelaroute. Blijkbaar is de tocht niet helemaal zonder gevaar, want we passeren weer eens zo'n typisch kruis dat een of ander ongeval of plotse dood herdenkt. We vinden zelfs nog een stukje Siegfriedlinie, in deze tijd van langeafstandsraketten al bijna net zo koddig als de middeleeuwse goedendags. Het aangename bostraject brengt ons in Chapelle, waar de Franciskanen een prachtige kruisweg, verspreid over een heus park, (laten) onderhouden. We gaan er een pint drinken in het café waar de baas me 15 jaar geleden eens op een Chimay trakteerde met de woorden: "Ik weet wat dit voor organisatie vraagt, ge hebt dat niet voor niks gedaan." Ik was daar toen namelijk met mijn groep Hacowa binnengevallen. Ons pad liep dan van Chapelle, naar Moresnet, rakelings
langs Montzen en zo naar Henri-Chapelle, een echt mekka voor de
treinliefhebber, met andere woorden: we konden onder het viaduct van
Moresnet door lopen, de oude bedding van lijn 39 volgen, parallel
stappen met de geëlektrificeerde lijn 39. Vanaf Chapelle waren we in een sterk golvend en open weidelandschap terechtgekomen en in de regen. Gelukkig bleef alles binnen de perken, en konden we volop genieten van dit landschap, dat evenwel vaker dan in het zuidelijker land van Herve ontsierd wordt door allerlei lelijke gebouwen of wegen. In Henri-Chapelle namen we de bus van lijn 711 (die niet vermeld
stond op het haltebord, wel het oude nummer 717, lekker beginnen
twijfelen, dus), een Mercedes met nummer 7631-70, van de firma Sadar.
Die zette ons precies op tijd af aan het station van Verviers-Central
(16:36), lees 2 minuten te laat om de IC naar Oostende van 16:34 te
nemen; dat we hem aan het eind van het perron nog zagen rijden was een
magere troost. Tijd voor een origineel plan dus: aan het internationaal
loket van Verviers (heeft dat nog wel zin nu er geen internationale
treinen meer stoppen?) kochten we 2 Thalyssupplementen voor de Thalys
van 17:42 in Liège. Die konden we nl. halen met de IR uit Aachen van
17:01 (ms 159) die wel als stoptrein reed, zoals vermeld onder de
werfinfo op de website van de NMBS. We kwamen in Liège aan met 9
minuten vertraging; dat bracht onze aansluiting niet in het gedrang,
temeer daar ook de Thalys met vertraging aangekondigd was. Uiteindelijk
vertrek stel 4344 uit Liège met 17 minuten vertraging, waarvan er nog
12 overbleven bij aankomst in Brussel-Zuid. Te veel om de IR naar
Binche nog te halen, maar de IR naar Manage (ms 317) lukte nog net.
Vandaag gingen we richting Limburg. Het werd een vrij korte wandeling in
Opoeteren, langs "de Schans", een enigszins verknoeid kasteel, verknoeid
omdat het nu blijkbaar een cursus- en congrescentrum is geworden, en
daar moet je natuurlijk voor verbouwen. De wandeling zelf mocht er best
wezen: heerlijk afwisselend tussen bossen en weiden, licht glooiend, en
meestal erg rustig: Limburg zoals de wandelaar het wil.
We vertrokken om 10:44 met de IR naar Leuven (3709 - ms 342).
Ondanks de zware problemen in Halle als gevolg van een uitgebrand
tractieonderstation de avond voordien, leek het treinverkeer normaal te
verlopen. Toch reed deze IR niet over lijn 96N, zoals dat gewoonlijk
het geval is, maar wel over lijn 96. Dat verandert natuurlijk niets aan
de rittijd, zodat we stipt in Brussel-Zuid aankwamen. Daar stapten we
over op IC 2210 naar Genk; ik had minstens M6 verwacht. Op deze
Belgische zomerdag is dat geen probleem, en ook met de bezetting valt
het best mee. Een lieve jongen moet op een bepaald moment wel een
elektronisch spelletje annex muziekje spelen, en het duurt lang voor
het uit is. Begrijpen de ouders niet dat niet iedereen opgezet is met
zo'n stom spel? Om 12:45 (1 minuut later dan voorzien) arriveren we in
Genk, waar op dat ogenblik erg veel treinen gestald staan: een stel M6,
een loc reeks 27 en 2 ms 96, wat een weelde in dit kopstation.
Het busstation van Genk kenmerkt zich door een onophoudelijk aan-
en afrijden van bussen. Als men het OV ooit terugschroeft in
Vlaanderen, wat moet er dan gebeuren met al die chauffeurs, al die
bussen en al die reizigers, want ze vervoeren allemaal wel minstens 10
klanten.
We nemen lijn 11 naar Maaseik, en dat is bus 4568. De chauffeuse
tikt 3 zones in tot Opoeteren, en dat is ongetwijfeld fout. Het is toch
niet te begrijpen dat chauffeurs, die nochtans het correcte aantal
moetenindrukken, het zich gemakkelijk maken met het intikken van 2 of 3
zones. We bereiken Opoeteren Dorp met 2 minuten vertraging.
De terugrit gebeurt met een verpachte bus: ab440277, een
Mercedes,alhoewel ik me afvraag of er een foutje in mijn notities zit.
Volgens Zone 01 zou deze bus nl. een Jonckheere zijn, en wij zaten
duidelijk in een Mercedes. De bus rijdt met 12 minuten vertraging, en
dat is blijkbaar het geval voor alle bussen richting Genk. kan dit iets
te maken hebben met de grootscheepse aanpassingswerken aan het Majoor
Aertsplein en omleiding in Maaseik? In Genk blijft er nog 7 minuten
vertraging over. Tussen haakjes: deze chauffeur heeft wel 5 zone
iingetikt. Voor wie het niet zou weten: dat kan belangrijk zijn bij een
overstap, omdat je meer overstaptijd hebt naargelang het aantal al
betaalde zones. Deze keer staat er wel een stel M6 te wachten. Vooraan
hangt loc 2752. De reis verloopt zonder al te veel problemen tot net
voor Schaarbeek, waar de trein afremt. Uiteindelijk rijdt hij één
minuutje te laat Brussel-Noord binnen. Nog even de IR 3739 tot Halle
nu. Het is hetzelfde stel als vanmorgen: ms 342. We bereiken Halle
precies op tijd, en opnieuw gebruikte deze IR lijn 96 i.p.v. 96N. Het
is ook ondenkbaardat de brand van gisteren vandaag helemaal geen
gevolgen meer zou hebben.
Vrijdag begaven we ons richting Westhoek, niet naar Dranouter zoals al
die anderen die zich in deze dagen naar de Westhoek verplaatsen, maar
om een deel van GR 5A af te stappen. In de Paasvakantie hadden we
Houtem bereikt, nu zouden we tot Roesbrugge stappen.
We vertrokken, gezien het "betere" weer, eens niet bij het
ochtendkrieken, maar namen om 8:44 de IR 3707 naar de Luchthaven en
Leuven. Twee breaks, die op de website stoeltjes meekrijgen, om aan te
duiden dat deze trein normaal gezien bomvol zit, maar op deze sombere
augustusdag is dat geen probleem. We zitten vooraan in stel 392, met
een duidelijke deuk in het neusje en maar één koplamp. Ik vraag me af
of er een verband is. We komen op tijd in Brussel-Zuid aan, zodat we
daar nog 24 minuten overstaptijd hebben op de IR naar De Panne. Ook die
bestaat uit 2 breaks, en vooraan hangt ms 384. Brave jongens hebben -
verneem ik achteraf - bij het instappen een dametje geholpen met de
bagage, en hebben uit dankbaarheid één zak gestolen. De derde keer,
hoor ik de onthutste mevrouw aan de machteloze treinbegeleider zeggen,
en gelukkig was de zak een uitgekiend afleidingsmanoeuver met alleen
wat geneesmiddelen erin.
De IC naar Oostende heeft wat vertraging maar onze IR heeft daar niet
te veel hinder van. De reis verloopt vlot en rustig. We komen in Veurne
aan om 10:55.
Daar hebben we een afspraak met de belbus Veurne. Het is de 4035
met een vriendelijke en rustige chauffeur die ons naar Houtem brengt,
waar we onze tocht beginnen.
Deze GR 5A, en dan vooral het West-Vlaamse traject is zeker geen onverdeeld succes. Vandaag stappen we zo'n 10 kilometer door hetzelfde vlakke landschap, met altijd weer dezelfde boerderijen en boerderijtjes, en meest van al geasfalteerde wegen, want in West-Vlaanderen lopen de onverharde wegen meestal dood op een boerderij. "Private Weg" is hier dan ook het meest voorkomende straatnaambord. Kan ik deze wandeling dan aan niemand aanraden? Wel, wanneer de wolken zoals vandaag uit mooie rollen stratocumulus bestaan, die laag over het vlakke landschap zweven, dan krijgt de Westhoek plots veel charme, alleszins veel meer dan wanneer je dit pad zou volgen op een snikhete wolkeloze zomerdag. En vanaf Gijverinkhove krijgt het akkerland plots wat reliëf, en Stavele is het beginpunt van een mooi pad langs de IJzer dat ons naar Roesbrugge brengt. Toch maar doen, dus. Bovendien kun je a.h.w. het landschap zien veranderen, van het echte vlakke land, naar de eerste golvingen van de IJzervlakte, en op de achtergrond zie je zowaar het Vlaamse Heuvelland al opduiken.
Ook 's avonds nemen we de belbus, in Roesbrugge, en ditmaal
richting Poperinge (al zou ook Veurne gekund hebben). De 4335 pikt
onderweg nog één reiziger op. Ook nu is het een vriendelijke en rustige
chauffeur, die bovendien wel zin heeft in het babbeltje. Misschien is
het wel een valstrik, denk ik, want er zijn reglementen in de maak die
mensen die praten met de chauffeur kunnen beboeten. Maar hij is gewoon
trots op zijn streek, verbaasd dat we niet met de wagen komen, en blij
dat hij het nog eens over Halle en zijn basiliek kan hebben. We komen
probleemloos in Poperinge aan.
Daar wacht ons een meevaller: de IC2317 wordt gereden met 2 klassieke
motorstellen: ms 189 en 263. We stappen in de 263, die ons naar
Brussel-Zuid zal brengen. het is even wachten op de aankomst van de IC
uit Kortrijk, en zo vertrekken we met 3 minuten vertraging, die in
Kortrijk al helemaal ingelopen is. Daar moeten we wachten op de IC uit
Oostende; opnieuw zijn 3 minuten vertraging het gevolg, maar we
bereiken Brussel-Zuid perfect op tijd. Nog even de CR naar
Geraardsbergen met danig ontsierd ms 658, dat van voor tot achter tot
op halve hoogte vol verf gespoten is, anders kun je deze artistieke
ondingen niet noemen. Om 19:40 bereiken we Halle, stipt, zoals zo vaak
Ik heb ondertussen nog een en ander opgezocht, want dat vlakke land
waar we vertoefden is op het vlak (!) van OV-geschiedenis toch
niet helemaal zonder belang. O.a. Roesbrugge heeft korte tijd over
zowel een trein- als tramverbinding beschikt, en dat is toch wel vij
uniek in een dergelijk dunbevolkt en afgelegen gebied.
Ik heb een en ander nog even geverifieerd op de onschatbare webiste van Paul Kevers http://users.pandora.be/pk/lijnen.htm
en daaruit blijkt dat pakweg tussen 1920 en 1930 een ex-oorlogslijn in
dienst kwam als reizigerslijn. Niet dat de bediening veel betekende,
maar de volgende zomertrein spreekt toch wel tot de verbeelding. Hij
reed o.m. in de zomer van 1925:
Kortrijk 9.08 - Menen 9.24/9.26 - Komen 9.37/9.39 - Houthem 9.47 -
Ieper 10.00/10.02 - Poperinge 10.15/10.16 - Leisele/Izenberge 11.00 -
Adinkerke-De Panne 11.30.
Volgens het spoorboekje liggen Poperinge en Leisele-Izenberge 20
km van elkaar; de gemiddelde snelheid zou dus 27 km/u bedragen hebben,
nog altijd meer dan die van een auto in een middelgrote stad van
vandaag. Opvallend trouwens dat ondanks de beperkte bediening (3
treinen per dag in elke richting in de zomer, anders maar 2) men er toch in slaagde om treinen
onderweg te laten kruisen. Uit Adinkerke-De Panne was er nl. ook een
trein om 10:59 in Leisele.
De terugrit zag er als volgt uit: Adinkerke-De Panne 18:25 - Poperinge
19:34/19:35 - Ieper 19:47/19:49 - Komen 20:07/20:10 - Menen 20:21/20:24
- Kortrijk 20:40.
Dat er nu geen stop was in Leizele-Izenberge laat vermoeden dat de
stop van de ochtendrit eerder een "dienststop" was, om de kruising
mogelijk te maken, dan een commerciële stop om de inwoners van Leizele
en Izenberge ter wille te zijn.
De trambediening, toen onder tabel 353 te vinden, was wat beter
gestoffeerd. Vier trams per dag, mooi gespreid over de gehele dag, er
waren ongetwijfeld streken die minder goed bediend waren. De tram
bediende Poperinge, Watou, Proven, Roesbrugge-Haringe, Beveren,
Leisele, Houtem, Wulveringem, Bulskamp en Veurne. Volgens de GTF-kaart
van zovele jaren geleden was er zelfs een grensoverschrijdende
tramverbinding vanuit Houtem. Mogelijk ging het hier alleen om een
goederenverbinding, ik heb alleszins nergens een dienstregeling terug
kunnen vinden.
Vandaag even -wat ik zou durven noemen - een routine-uitstap, zonder veel moeilijkheden.
We wilden in Ave-et-Auffe en Lessive 2 wandelingen stappen(Geais & Hirondelles). Die geais heb ik moeten opzoeken, maar het is Frans voor Vlaamse gaaien. We hebben er wel geen gezien, laat staan gehoord. De eerste wandeling vertrok uit Ave, de tweede uit Lessive, maar onderweg raakten de 2 lussen elkaar zodat we ze gemakkelijk konden combineren.
In de wandeling van de gaai lag de nadruk op de pure natuur, met een erg mmoi Bois du Roptai; ook de zwaluwen waren niet helemaal gespeend van natuurschoon, maar hier lag de klemtoon toch ook enigszins op het communicatiegrondstation van Lessive, en als je het mij vraagt op het prachtige Condrozdorpje dat Lessive (aan de Lesse) gebleven is. Beide wandelingen zijn te vinden op de wandelkaart van het NGI "Rochefort en zijn fusiegemeenten".
Op 7:03 namen we in Halle P7512 naar Schaarbeek: een lang stel M5 geduwd door loc 2149 - we zaten in rijtuig 51505.
Om 7:36 vertrokken we uit Brussel-Zuid met IC 2107; vooraan hing een ms96 van Hasselt, wat op lijn 162 zelden voorkomt; wij zaten achteraan in de 509. Tussen Ciney en Haversin werd op tegenspoor gereden, alhoewel de werken blijkbaar nog moesten beginnen. De Plasser-Theurer stond in elk geval al te draaien in Ciney. Vertraging in Jemelle: 3 minuten.
In Jemelle stapten we over in de bus van lijn 29: ab 4145, volgens de gegevens waarover ik beschik van Florennes. Mogelijk zijn er verschuivingen geweest in de busbestanden, want Florennes ligt wel erg ver van Jemelle om hier dienst te doen. Het viel me ook op dat op de bus busboekjes te vinden waren van buslijnen uit de regio Florennes. We arriveerden zoals voorzien in Ave (Monument) om 9:57.
Bij de terugrit hetzelfde liedje: ab 4879 zou opnieuw van Florennes zijn. Ook op deze bus konden we busboekjes meenemen van o.a. lijn 150a.
In Jemelle stapten we over op IC 2136: vooraan hing ms 519. Tot Namur werd de rust gestoord door een vader die met zoonlief een dvd zat te bekijken op de laptop, en tot overmaat van ramp stapte in Marloie ook nog iemand op die op zijn gitaar begon te tokkelen op het platform tussen 1ste en 2de klasse. Maar vanaf Namur werd het zalig rustig, en we bereikten Brussel-Noord om 16:15, stipt op tijd dus. Vier minuten volstaan alweer om de CR naar Geraardsbergen te nemen van 16:19: zes klassieke, gemoderniseerde stellen, helemaal achteraan zitten we in ms 760. Een minuutje later dan gepland sluiten we onze uitstap af in Halle.