De bleke grasuil (Mythimna pallens, synoniem Aletia pallens) is een nachtvlinder uit de familie Noctuidae, de uilen. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 14 en 17 millimeter. Het imago kan verward worden met de stompvleugelgrasuil en de spitsvleugelgrasuil.
De gekraagde grasuil is in Nederland en België een vrij gewone vlinder, die over het hele gebied verspreid voorkomt, vooral aan de kust.
Engels : Common Wainscot Duits : Weißadereule Frans : La Noctuelle pâle |
Bleke grasuil auteur : James Lindsey at Ecology of Commanster CC 3.0 |
De bleke grasuil, stompvleugelgrasuil en spitsvleugelgrasuil, die alle drie vrij algemeen in Nederland en België voorkomen, zijn vrij lastig van elkaar te onderscheiden, met name bij meer afgevlogen exemplaren. Bij de bleke grasuil is de zwarte veeg over de voorvleugel langs de witte hoofdader minder duidelijk dan bij de stompvleugelgrasuil en spitsvleugelgrasuil.
Ook is bij de bleke grasuil de achtervleugel voornamelijk wit, bij de andere twee soorten donkerder grijs. De spitsvleugelgrasuil heeft verder een opvallend puntje aan de vleugel, die de stompvleugelgrasuil niet heeft. |
Mythimna pallens auteur : Marrku Savela |
Rups: september-mei en juli-augustus. De soort overwintert als jonge rups, laag in de vegetatie. De rups foerageert ´s nachts en verpopt zich in een cocon in de grond.
De vliegtijd is van half mei tot en half oktober in twee generaties.
De gekraagde grasuil heeft diverse grassen als waardplant, zoals kropaar en smele. Mogelijk behoren ook enkele kruidachtige planten tot de waardplanten. |
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - internet |