FFWD Events scoort Europese awards met origineel concept van pop-up restaurant in Brabants korenveld: Ristorante del Grano van Come a Casa beste eventlocatie
Het Gentse evenementenbureau FastForward Events (FFWD) valt 4 maal in de prijzen op de European Best Event Awards (EuBEA’s) die in Milaan werden uitgereikt voor hun concept van ‘Ristorante del Grano’, in opdracht van Voedingsgroep Ter Beke en LDV United. In dit tijdelijk openluchtrestaurant, een enorm korenveld te Wolvertem, degusteerden 465 uitverkorenen in primeur het eerste volkorengerecht van Come a Casa in een 5-gangenmenu.
Een 28-koppige Europese vakjury bekroonde FFWD voor de Come a Casa-campagne in het Ristorante del Grano met een 1e plaats voor ‘beste gebruik van de locatie’, een 2e plaats voor ‘beste publiek event’ en een 3e plaats voor ‘beste productlancering’ en voor ‘best toegepaste idee’ (best insight). Het is vier jaar geleden dat een Belgisch evenementenbureau überhaupt nog eens één EuBEA heeft binnengehaald en vóór die tijd slaagde er zelfs geen enkel Belgisch bureau in. FFWD kaapte dus nu zelfs vier Europese awards weg voor één zelfde case.
Het idee van het openluchtrestaurant ‘Ristorante del Grano’ is een schoolvoorbeeld van de brand activation waarin FFWD zich zo sterk positioneert. Pascal Cauwelier, co-managing director FFWD: “Samen met het reclamebureau LVD United kregen we de opdracht van Ter Beke om de lancering van de nieuwe volkoren lasagne van Come a Casa te laten voorafgaan door een opmerkelijk ‘belevingsevent’. Er moest een absolute link zijn tussen het product en de locatie, een ecologische conceptualisering en uitvoering, geslaagde virale marketingacties en een gewaarborgde ROI. Daarmee hebben we duidelijk ook op 4 fronten de Europese jury bekoord.”
Brussels Airlines verhoogt
vluchtfrequentie naar Luanda (Angola)
Vanaf 26 januari biedt
Brussels Airlines een extra, derde wekelijkse vluchtfrequentie aan tussen
Brussels Airport en de luchthaven van Luanda in Angola. Deze bijkomende vlucht
is mogelijk gemaakt dankzij een luchtvaartakkoord tussen België en het Afrikaanse
land.
Angola is, dankzij de
aanwezigheid van ondermeer aardolievoorraden en mineralen, één van de snelst
groeiende landen ter wereld. Brussels Airlines vloog totnogtoe twee keer per
week tussen België en de hoofdstad Luanda. Dankzij een akkoord dat zopas werd
afgesloten tussen de Belgische en Angolese luchtvaartautoriteiten mag Brussels
Airlines vanaf 26 januari een derde wekelijkse vlucht uitvoeren. Vanaf dan zal
niet alleen op dinsdag en donderdag maar ook op zondag de Europese hoofdstad
rechtstreeks verbonden worden met de Quatro de Fevereiro luchthaven.
TAAG, de nationale
luchtvaartmaatschappij van Angola werkt samen met de Belgische
luchtvaartmaatschappij en commercialiseert mee de vluchten die door Brussels
Airlines met Airbus A330 toestellen worden uitgevoerd. Dankzij de goede
uurregeling sluit de vlucht vanuit Angola vlot aan op het Brussels Airlines
netwerk en kunnen passagiers overstappenop vluchten naar haar Europese bestemmingen en New York en Washington
D.C.
We zijn blij dat we ons
vluchtaanbod naar Angola kunnen verhogen, zegt Brussels Airlines CEO Bernard
Gustin. Twee weken geleden ondersteunde Brussels Airlines nog een belangrijke
Belgische economische missie naar Angola. We zijn ervan overtuigd dat deze
derde vluchtfrequentie de handelsbetrekkingen tussen België en Angola ten goede
zal komen.
53% VLAMINGEN BOEKT VAKANTIE ONLINE, Boeken via tablet en smartphone nog niet ingeburgerd
Vlamingen boeken massaal online. Dat blijkt uit het nieuwe TrendBirds-rapport van online reisaanbieder TravelBird. Hierbij ondervroeg de reisorganisatie 650 van haar Vlaamse klanten naar hun boekingsgedrag en reisvoorkeuren. Prijs en aanbod zijn de belangrijkste argumenten om online te boeken. Wie online een vakantie boekt is vooral op zoek naar natuur, een actieve of luxueuze vakantie. Verder blijkt dat maar liefst 7 op de 10 Vlamingen gemiddeld tussen de 2 en 5 keer per jaar op reis gaan. 84% wenst voor een weekendje weg echter niet meer dan 500 km af te leggen. Het gebruik van tablets en smartphones om een vakantie te boeken blijft vooralsnog een marginaal gegeven: 70% heeft nog nooit mobiel geboekt.
De online reismarkt zit in de lift, net zoals de e-commercemarkt in het algemeen. Zo berekende Comeos, die de Belgische handel en diensten vertegenwoordigt, dat het afgelopen jaar maar liefst 75% van de Belgische internetgebruikers online kocht. Een derde hiervan waren reisproducten (vluchten, hotels, pakketreizen,…). Een trend die nu bevestigd wordt door een onderzoek dat TravelBird liet uitvoeren bij 650 van haar Vlaamse klanten. Zo beweert maar liefst 1 op 3 al zijn reisproducten online te kopen. Terwijl nog eens 23% zegt meer dan de helft van zijn reizen online te boeken. Amper 9% heeft nog nooit online een reis geboekt. Dit staat in schril contrast met het gebruik van tablets en smartphones voor het boeken van reisproducten: 70% boekte nog nooit via deze weg ten opzichte van 13% die vaak tot regelmatig deze kanalen gebruikt om te boeken.
Prijs en aanbod even belangrijk. Over de reden waarom mensen liever online boeken is al veel gezegd en geschreven, maar ook het onderzoek van TravelBird bevestigt dat prijs wel degelijk een belangrijke trigger is: 36% boekt omwille van de prijs. Even belangrijk dan de prijs blijkt ook de omschrijving van het aanbod te zijn (37%). Ook aantrekkelijke foto’s (13%) kunnen een belangrijk instrument zijn om mensen online te laten boeken. Dat mensen echter niet over één nacht ijs gaan blijkt uit het feit dat 44% aangeeft om vaak tot altijd online reisdeals te vergelijken.
“Deze gegevens bevestigen wat wij allang aanvoelen”, zegt Erik Kuijpers, Country Manager België bij TravelBird. “Mensen willen geïnspireerd worden en zijn anderzijds op zoek naar de beste prijs/kwaliteitsverhouding. Ons aanbod is perfect afgestemd op deze twee facetten. Tussen al onze deals vind je altijd wel iets wat je aanspreekt en als dan ook nog eens blijkt dat men dit bij ons kan kopen aan de best mogelijke prijs, dan is een boeking nooit veraf.”
Natuur en actief ontspannen staan centraal
Mensen die een shortbreak boeken (een weekendje of midweek) zijn in eerste instantie op zoek naar een groene omgeving (22%). Dit vaak in combinatie met buitenactiviteiten (wandelen, fietsen, paardrijden,…) (16%). Daarnaast stellen mensen ook culturele activiteiten (15%) en de nodige luxe (12%) en romantiek (14%) op prijs. Kindvriendelijkheid blijkt helemaal geen argument te zijn: amper 5% vindt dit een belangrijke voorwaarde voor een shortbreak, en ook een bruisend nachtleven (2%) is van geen enkel belang.
Meerdere reizen per jaar…..en liefst niet te ver. De Vlaming gaat graag op reis. De overgrote meerderheid (69%) houdt het op een gemiddelde van 2 tot 5 reizen per jaar. 1 op 10 gaat zelfs tussen de 5 en 10 keer op reis per jaar, zakelijke reizen niet inbegrepen. Maar die reizen hoeven niet noodzakelijk lang te duren. Een shortbreak van een paar dagen volstaat vaak al voor de gemiddelde Vlaming. Zo boekt 63% jaarlijks 2 tot 5 keer een shortbreak. 22% houdt het bij maar één shortbreak per jaar. Wie met de wagen reist legt dan ook niet graag grote afstanden af. 84% vindt 500 km echt wel het maximum om met de wagen af te leggen. Voor 1 op 4 hiervan (21%) is zelfs 200 km het absolute maximum.
Dat mensen vaker op reis gaan en hun reizen ook steeds meer online boeken hoeft niet te verbazen, als je ziet hoeveel nieuwsbrieven mensen wekelijks in hun mailbox ontvangen. Dat aantal schommelt in de meeste gevallen tussen 1 en 10 nieuwsbrieven per week (64%). Een groot aantal hiervan hebben betrekking op reizen: 66% van de ondervraagden is geabonneerd op gemiddeld 2 tot 5 reisnieuwsbrieven.
Het TrendBirds-onderzoek van TravelBird is een halfjaarlijks onderzoek dat de reisorganisatie uitvoert onder haar klanten. “Met dit onderzoek willen we de vinger aan de pols houden van wat er leeft bij de consument. Merken we dat de reisvoorkeuren veranderen, dan zullen we ons aanbod hierop afstemmen. Zo garanderen we steeds een aanbod op maat van onze doelgroep. Net zoals ook veiligheid bij ons een speerpunt is. Zo behaalden we onlangs het BeCommerce-label, nadat we eerder ook al het Safeshops-label binnenrijfden. Hiermee zijn we zowat de meest gecertificeerde online reisaanbieder in België. Een titel die we met fierheid dragen”, besluit Erik Kuijpers.
De allernieuwste MICHELIN
Pilot Road 4 banden vanaf januari 2014 beschikbaar in 3 verschillende versies
De MICHELIN Pilot Road 4
voor sport touring, trial en GT motoren, doen begin 2014 wereldwijd hun intrede
op de vervangingsmarkt. De nieuwe BMW R 1200 RT wordt in de eerste montage
uitgerust op de nieuwe MICHELIN Pilot Road 4 GT.
Michelin verlegt opnieuw de
grenzen van het remmen. Op een nat wegdek heeft deze band een nog kortere
remweg dan zijn concurrenten. Michelin kondigt aan dat het in 2014 over de hele
wereld een compleet nieuw aanbod motorbanden op de markt zal zetten. Het
bestaat uit de volgende 3 bandengammas: de MICHELIN Pilot Road 4, de MICHELIN
Pilot Road 4 GT en de MICHELIN Pilot Road 4 Trail.
Deze Michelin banden,
bestemd voor 100 % weggebruik, zijn geschikt voor de meeste categorieën
wegmotoren met meer dan 600 cc motorinhoud. Ze zijn zo ontwikkeld dat ze onder
de meest gangbare gebruiksomstandigheden maximale veiligheid kunnen bieden, met
name op natte wegen en bij remmen.
Michelin kondigt eveneens
aan dat het, met de GT-versie van deze nieuwe band, leverancier wordt voor de
nieuwe BMW R 1200 RT. Een nieuwe band voor een nieuwe motor die tot de
bestsellers in zijn categorie behoort: dat maakt duidelijk hoe het
prestatieniveau ligt.
De nieuwe MICHELIN Pilot
Road 4 is onder alle omstandigheden veiliger en heeft een langere levensduur in
kilometers. Deze combinatie van eigenschappen vloeit voort uit de Michelin
Total Performance strategie, die erop gericht is om alle prestaties van een
band constant en tegelijkertijd te verbeteren. De MICHELIN Pilot Road 4 wil
zoveel mogelijk motorrijders laten ervaren dat ze veilig onder bijna alle omstandigheden
de weg op kunnen.
Brouwerij Dubuisson viert 80 jaar Bush en wijdt een nieuwe brouwzaal in
Het gaat goed met brouwerij Dubuisson, die bekend staat voor haar merken Bush en Cuvée des Trolls! In de afgelopen vijf jaar is de productie namelijk meer dan verdubbeld: van 24.000 hectoliter in 2009 naar meer dan 50.000 hectoliter in 2013!
Zo’n ontwikkeling bracht vanzelfsprekend aanzienlijke industriële investeringen met zich mee: gisting, botteling, klaring, nieuwe opslagruimte, warme kamers... Om in te spelen op deze vooruitgang en om een verdere groei mogelijk te maken, legt de brouwerij Dubuisson de laatste hand aan een nieuw investeringsprogramma van meer dan 5 miljoen euro, met als absolute hoogtepunt een splinternieuwe brouwzaal en een uitbreiding van de gisting.
Door die investeringen verdubbelt de brouwerij haar productiecapaciteit tot meer dan 100.000 hectoliter per jaar. Naast de nieuwe brouwzaal, die vanaf midden november in gebruik wordt genomen, deed de brouwerij ook enkele ecologische investeringen. Ze plaatste 900 m² zonnepanelen waardoor voortaan haar ecologische voetafdruk beperkt blijft. Deze zonnepanelen bevinden zich op één van de zijden van het dak van de nieuwe opslagplaats. Bovendien gebruikt de brouwerij sinds kort ook nieuwe technologieën waardoor het energieverbruik aanzienlijk daalt, bijvoorbeeld de recuperatie van de warmte afkomstig van de brouwzaal.
Bovenop deze aanzienlijke industriële investeringen legde de brouwerij Dubuisson eveneens een hopveld aan tegenover de brouwerij. Op die manier staat ze zelf in voor de productie van bijna 10% van haar hopverbruik. Dit hopveld draagt bovendien bij tot het unieke karakter van de brouwerij en zet tevens de authenticiteit en de traditie van deze brouwerij in de kijker. Ze is namelijk de oudste van Wallonië en viert in 2019 haar 250-jarig bestaan.
80 JAAR BUSH
1933 is een belangrijk jaartal in de lange geschiedenis van brouwerij Dubuisson. In dat jaar creëerde Alfred Dubuisson, de grootvader van de huidige bedrijfsleider Hugues, immers het bekende Bush Beer (Engelse vertaling van 'Bière Dubuisson’). Dit smakelijke bier viert dit jaar zijn 80ste verjaardag! Het recept bleef al die tijd ongewijzigd, waardoor het één van de oudste Belgische speciale bieren is die in België en in het buitenland op de markt te vinden zijn!
Om deze verjaardag in de verf te zetten, lanceert brouwerij Dubuisson een bijzonder uitgebreide marketingcampagne met radiospots. Niemand minder dan Pierre Bellemare (een Franse TV- en radiopersoonlijkheid) himself vertelt in die spots 3 uitzonderlijke verhalen uit de rijke geschiedenis van de brouwerij Dubuisson en het Bush-bier. Een campagne die zeker zal aanslaan. De 'Picardische' tinten in de radiospots getuigen van de Waals-Picardische ankerplaats van deze brouwerij.
Het beroemde Bush Beer (de Engelse vertaling van 'Bière Dubuisson) ziet het levenslicht in 1933, waardoor het één van de oudste Belgische bieren is die momenteel nog steeds verkocht worden. In de jaren 1990 werd het assortiment uitgebreid met Bush de Noël, Bush Blonde, Bush Prestige en Bush de Nuits. De bieren van Dubuisson worden wereldwijd geëxporteerd.
Brouwerij Dubuisson heeft een rijke geschiedenis en daardoor ook een authentiek karakter, iets waarvan de meeste brouwerijen enkel kunnen dromen. Ze is de oudste brouwerij van Wallonië en één van de oudste en meest authentieke van België. De brouwerij werd opgericht in 1769 door Joseph Leroy, de voorvader van de huidige bedrijfsleider Hugues Dubuisson, in Pipaix. Acht generaties later is de brouwerij Dubuisson nog steeds op dezelfde plaats gevestigd.
Brouwerij Lefebvre en de Abdij van Floreffe vieren dertigjarige samenwerking met frisse wind doorheen het segment van de abdijbieren
Dertig jaar geleden zette brouwerij Lefebvre de aloude traditie van de Norbertijnen van de Abdij van Floreffe verder, de start van een vruchtbare samenwerking. In 1983 begon de brouwerij immers met de productie van de abdijbieren Floreffe Dubbel, Tripel en Prima Melior volgens de traditionele, authentieke brouwmethode van de broeders. Later, in 1989, kwam daar nog Floreffe Blond bij.
Om dat dertigjarige partnership met de Abdij van Floreffe te vieren, steekt de brouwerij de Floreffebieren in een nieuw jasje. Het bier zelf blijft ongewijzigd en dus authentiek. Het flesje en de bak krijgen wel een nieuwe, frisse look.
Om ons een beetje te situeren op een tijdlijn, een kleine introductie: de abdij werd dus opgericht in 1121 door Sint-Norbert en heeft tot 1797 een belangrijke religieuze orde onderdak geboden. Ondanks de vele troebele periodes hebben we toch het geluk om hier een nagenoeg intacte site te kunnen tonen. De meerderheid van de gebouwen dateren van de XVII-ste en de XVIII-ste eeuw.In 1819, heeft men dan binnen de muren van de abdij, het huidig nog steeds actieve college van Floreffe geïnstalleerd.
Tussen de oudste gebouwen van de abdij kan men dus de molen-brouwerij vinden die gebouwd werd rond 1250 en die beschouwd wordt als het oudste industriële gebouw van de provincie Namen. Het gebouw bestond enerzijds uit een watermolen die actief was tot de eerste helft van de XIX-ste eeuw. Stukje bij stukje raakte de molen in onbruik en heeft de molen uiteindelijk dienst gedaan als opslagplaats voor boerderij die hoorde bij de abdij. In de jaren 60 werd de molen echter in ere hersteld door de toenmalige prefect van de abdij, abt Ferminne, en werd toen een ontvangstcentrum voor toeristen en bezoekers.
Het is trouwens diezelfde abt Ferminne die gezorgd heeft voor het herrijzen en ter plaatse commercialiseren van de oorspronkelijke abdij-bieren. Het beheer van het gebouw en de activiteiten werden toevertrouwd aan « l'Association des Anciens Elèves du Séminaires » waarvan het voornaamste doel het in stand houden is van het college in zijn onderwijs-missie en het onderhoud van de architectuur van de abdij. Concreet betekent dit dus dat de opbrengsten van de associatie rechtstreeks naar de abdij gaan.
De introductie van de nieuwe fles betekent een nieuwe start voor de bieren van Floreffe. De authenticiteit wordt benadrukt door het feit dat ze de enige abdijbieren zijn met mechanische kurken, iets wat het publiek wel weet te appreciëren.
1983-2013, dertig jaar samenwerking wordt zo op een waardige manier gevierd, tot grote vreugde van de bierliefhebbers.
Een investeringsplan komt niet zomaar uit de lucht vallen. Zowel de ambachtsman als de zakenman moet voldoen aan de opgelegde eisen. Deze eisen kunnen uit verschillende hoeken komen. Het interne of door de klant vereiste kwaliteitsniveau, de normen inzake hygiëne en veiligheid, de werkomstandigheden, het orderboek... Wat bier betreft, is er één essentieel punt dat, naar onze mening, nooit uit het oog verloren mag worden: de identiteit van het product. Wat ons betreft, komt deze identiteit vooral tot uiting op het vlak van de smaak en de overdracht van vakkennis. Ons investeringsplan past in deze filosofie om onze activiteit te laten bloeien in haar plaatselijke en historische kader, door traditionele bieren te brouwen met moderne en krachtige installaties.
Hiervoor wordt in de eerste plaats een nieuw zuiveringsstation voor industrieel afvalwater gebouwd. Dit station is groter en krachtiger dan het huidige, waardoor we zullen voldoen aan de nieuwe Europese normen die vanaf 2015 van kracht zullen worden. Er werd bijzondere aandacht besteed aan de inrichting van de installatie in een landelijke omgeving, aan de efficiëntie van de zuivering en aan het energieverbruik.
Tegelijkertijd werd er een nieuwe lijn geïnstalleerd en opgestart om het bier op vat te steken. Deze lijn kan 180 vaten van 15 liter per uur vullen, wat 2,5 keer sneller is dan de huidige lijn. Om het werk te vereenvoudigen, zal de operator voor de verplaatsing van de vaten bijgestaan worden door een robot, die onder andere de vaten op paletten zal plaatsen. Met deze lijn zouden we 30% water en 20% energie moeten kunnen besparen.
Om de afgewerkte producten op te slaan, zal er een opslaghal van 1400 m² gebouwd worden. Deze hal zal uitgerust worden met 2 laadkades om de logistieke activiteiten vlotter te laten verlopen en zo de arbeidsomstandigheden van de heftruckchauffeurs te verbeteren. Ook de inrichting van een nieuw labo voor kwaliteitscontrole staat op de planning.
Tot slot moest ook de oude brouwerswoning - een getuige van het verleden, aangezien deze woning 4 generaties lang de gezinswoning van de familie Lefebvre was - een nieuwe bestemming krijgen. De woning zal ingericht worden als onthaalruimte. De administratieve en logistieke diensten zullen er eveneens ondergebracht worden.
Les secrets du chef: culinaire kunst binnen ieders handbereik !
Onze tijdgenoten zijn nog nooit zo bezig geweest met koken als vandaag. Kijk maar naar het aantal kookboeken en -programma’s en het is duidelijk dat een almaar groter wordend publiek gepassioneerd is door alles wat te maken heeft met de kunst van het eten. Het is veel meer geworden dan een biologische noodzaak, het is uitgegroeid tot een heuse levensstijl, met alles wat daarrond draait.
Om tegemoet te komen aan de verwachtingen van keukenprinsen en -prinsessen die steeds meer kennis en knowhow willen opdoen, hebben de voorbije jaren talloze initiatieven het daglicht gezien. Deze laten zich meeslepen door de tendens en bieden activiteiten aan waar eerder basisvaardigheden worden aangeleerd dan heuse kookkunst.
Twee liefhebbers van de praktische gastronomie, met een zeer uiteenlopend parcours, waren zich bewust van deze lacune en besloten in 2006 de eerste vestiging op te richten van “Les Secrets du Chef”, in Louvain la-Neuve.
De eerste, Alexandre Lerouge, is zelf chef van opleiding. Na een carrière die hem, onder andere, naar Engeland bracht waar hij in contact kwam met grootheden zoals Gordon Ramsey, kwam hij terug naar België voor een opleiding psychopedagogie. Daarna ging hij zelf les geven in verschillende hotelscholen in het Brussels Gewest. De andere pijler van “Les Secrets du Chef”, Fabian Hennus, heeft eerder een financieel profiel. Hij is boekhouder van opleiding en werkte in het bank- en verzekeringswezen alvorens zelfstandig consultant te worden. Met zijn passie voor gastronomie en, bovendien, als neef van Alexandre Lerouge, was hij bijzonder tevreden dat hij zich op het avontuur van “Les Secrets du Chef” kon storten in een al bij al familiale context.
Zo werd het concept van “Les Secrets du Chef”, aanwezig in Louvain-la-Neuve, St-Lambrechts-Woluwe, Namen – en binnenkort ook in Luik waar de winkel opent in februari 2014 – tegelijkertijd een boetiek met een uitgebreid assortiment materiaal waar gastronomieliefhebbers niet zonder kunnen, en een heuse koksschool die kookcursussen van alle niveaus aanbiedt en waar je echt iets leert van echte professionals. www.lessecretsduchef.be
Gastronomisch skiën in Zuid-Tirol: 23 Michelin-sterren en 112 Gault&Millau-Koksmutsen in 2014
Zuid-Tirol, de meest noordelijke provincie van Italië, in het hartje van de Dolomieten, is een streek op de grens tussen Oostenrijk, Zwitserland en Italië. Deze bijzondere geografische locatie uit zich in een smeltkroes van culturen, met drie landstalen en een waaier aan tradities die bewust in ere worden gehouden. Die eenheid aan diversiteit vertaalt zich in een uitzonderlijke keuken, doorspekt met Alpijns-Mediterrane invloeden én wereldwijde erkenning. De culinaire geneugten van Zuid-Tirol worden dan ook jaarlijks bekroond in de gastronomiegidsen Michelin en GaultMillau.
Zuid-Tirol zet 2014 dan ook sterk in met 23 Michelin-sterren en 112 Gault&Millau-Koksmutsen, wat het de regio met de meeste sterren maakt ten opzichte van het aantal inwoners en de oppervlakte.
Gastronomisch cultureel erfgoed : De Zuid-Tiroolse keuken behoort tot de absolute wereldtop. Dat wordt nogmaals bevestigd in de nieuwste uitgaven van Michelin en GaultMillau. In tien jaar tijd zag Zuid-Tirol zijn aantal restaurants en Gault&Millau-Koksmutsen toenemen met één vierde. Terwijl de gevestigde culinaire toppers zich weten te handhaven, tonen ook nieuwe restaurants blijk van een door gedreven streven naar kwaliteit. Zo mag GaultMillau zo’n elf restaurants een betere beoordeling toekennen en maar liefst tien nieuwe restaurants verwelkomen in zijn uitgave van 2014.
Restaurant Jasmin in Chiusa/Klausen steeg van twee naar drie Koksmutsen. Ook in de Michelingids van 2014 niets dan lof aan het adres van de Zuid-Tiroolse gastronomie. In de laatste editie prijken 20 restaurants met een totaal van 23 Michelin-sterren. Restaurants St. Hubertus in San Cassiano/Sankt Kassian, Jasmin in Chiusa/Klausen en Trenkerstube in Tirolo/Dorf Tirol zijn sinds kort de trotse eigenaars van twee Michelin-sterren. Vijftien andere Zuid-Tiroolse restaurants wisten hun kwaliteit van vorig jaar te evenaren en behielden hun Michelin-ster. Verder mocht de gastronomiegids ook twee nieuwe Zuid-Tiroolse restaurants opnemen: restaurant Tilia in Dobbiaco/Toblach en restaurant Alpes in Val Sarentino/Sarnthein.
Culinair op de latten. Zuid-Tirol heeft niet alleen een fantastische keuken, maar mag ook bogen op een uitzonderlijk landschap. De Dolomieten, bekroond als Unesco-Werelderfgoed omwille van zijn uitzonderlijke natuurlijke schoonheid, zijn het langste aaneengeschakelde skigebied in Europa, met maar liefst 1.200 km aan pistes, onder de noemer Dolomiti Superski. Skiing with a view, dus!
En met lekker eten. In geen enkel skigebied ter wereld liggen de sterrenrestaurants zo dicht bij de skipistes. Gastronomisch genieten kan je in de skihutten, dankzij initiatieven als Slope Food in Alta Badia (waar sterrenchefs topgerechten serveren op de pistes), maar ook in enkele tactisch gelegen topkeukens, van al even goed gelegen tophotels.
Op 14 november was het Wereld Diabetes Dag en dit jaar vierden we de 90ste verjaardag van de eerste succesvolle insulinebehandeling. Hoewel insuline heeft gezorgd voor een enorme verbetering van de levensverwachting en -kwaliteit is de beeldvorming over insuline zelf nog voor verbetering vatbaar volgens twee nationale diabetesexperten, Prof. Van Gaal (Universiteit Antwerpen) en Prof. Scheen (Universiteit Luik).
Exact 90 jaar geleden werd met de uitreiking van de Nobelprijs voor Geneeskunde erkenning gegeven aan de insulinebehandeling, die een enorme verbetering betekende voor de levensverwachting en -kwaliteit van suikerzieken of diabetici. Voorheen was de enige medische oplossing een extreme hongerkuur, waar de meeste patiënten al snel (bij diabetes type 1) of na verloop van tijd (bij diabetes type 2) uitgemergeld het leven bij inschoten.
In 1921 slaagden vier Canadese onderzoekers (nl. Banting, Best, Collip en Macleod) erin om insuline te winnen uit de pancreas van dieren en dit met succes te gebruiken bij mensen. Hun baanbrekend werk leverde hen twee jaar later de Nobelprijs voor Geneeskunde op en hun methode op basis van dierlijke insuline hield maar liefst 60 jaar lang stand. Over de decennia heen werd de procedure geoptimaliseerd en uiteindelijk kwam een menselijke synthetische variant – zoals we die vandaag kennen – op de markt.
Door een ongezondere levensstijl breidt het aantal diabetici vandaag almaar verder uit en deze chronische ziekte treft vandaag meer dan 1 Belg op 20 en 1 Belg op 10 bij 60-plussers. Een toenemend gebruik van insuline of andere mogelijke behandelingen zijn een logisch gevolg. Diabetici moeten immers continu zichzelf testen en waken over een stabiele bloedsuikerspiegel. Dit doen ze door dagelijks de glucosewaarden in hun bloed op te meten via een vingerprik en, indien nodig, extra insuline in te spuiten. Momenteel stuit die behandeling met insuline-injecties echter nog op vele hindernissen bij patiënten met diabetes type 2 (veruit de grootste groep) en wordt het door zowel patiënten als huisartsen vaak aanzien als een laatste toevlucht en dat omwille van verschillende redenen.
Eerst en vooral bestaan rond insulinegebruik heel wat vooroordelen. Diabetici vrezen voor een hypoglycemie, gewichtstoename, beperking van de bewegingsvrijheid, een onherroepelijke verandering van de levensstijl, enz. Een ander specifiek psychologisch aspect is spuit- of prikangst. “Nochtans is het schrikwekkende beeld van enorme, pijnlijke injectienaalden ondertussen al lang achterhaald”, vertelt Prof. Dr. Van Gaal van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. “Tegenwoordig bestaan zeer gebruiksvriendelijke insulinepennen met ultrafijne naalden, waardoor men erg snel en pijnloos kan spuiten.”
Huisartsen voelen zich bovendien vaak nog te weinig vertrouwd met het opstarten van een insulinebehandeling, zo blijkt uit een enquête bij 100 huisartsen van het farmaceutische bedrijf Sanofi dat met voorloper Hoechst één van de eerste insulines op de markt bracht. De belangrijkste reden is onvoldoende ervaring en kennis inzake insulinebehandelingen. 85% van de huisartsen die momenteel geen insulinetherapie voorschrijven, wenst een gerichte opleiding, bijkomende informatie of patiëntbegeleiding door een verpleegkundige.
Nauwgezette opvolging is noodzakelijk
Wat betreft de behandeling van diabetes is een continue alertheid aan de orde, zo niet kan dat tot ernstige lichamelijke gevolgen leiden, waaronder hart- en vaatlijden, blindheid, nierfalen, enz. Bij diabetes type 1 is insuline onmisbaar om te kunnen overleven en wordt het idealiter 4 keer per dag ingespoten om het best mogelijk evenwicht te vinden. Bij diabetes type 2, moet er overgestapt worden naar insuline wanneer orale antidiabetesmedicijnen niet langer in staat zijn om de suikerspiegel te reguleren. Dit helpt complicaties te voorkomen en de levenskwaliteit te verbeteren.
“Bij diabetes draait het allemaal om het vinden van de juiste balans”, zegt Prof. Dr. Scheen, van het Universitair Ziekenhuis in Luik (CHU Liège). “Een kwalitatief leven is mogelijk dankzij de juiste behandeling mits de patiënt zich houdt aan enkele relatief simpele richtlijnen. Daarin speelt niet alleen de patiënt zelf, maar ook de huisarts een belangrijke rol. Het blijkt immers dat het vaak te lang duurt vooraleer deze laatste voorstelt om met een insulinebehandeling te starten. Door een nauwgezette opvolging en medische bijstand, kunnen zorgbehoevenden en zorgverleners samen de aandoening onder controle houden. Ook specialisten, verplegers en diëtisten moeten daarbij betrokken worden, om zo te komen tot een coherente multidisciplinaire aanpak.”
