Sinds 2000, het jaar waarin Cédric Poncelet zijn restaurant opende, is hij niet meer weg te denken uit het leven van Knokke. Zijn kooktalent, zijn spontane vriendelijkheid en het respect voor zijn beroep hebben hem niet alleen verzekerd van een trouwe plaatselijke klantenkring, maar ook van het geregeld bezoek van gastronomen uit Brussel, Luik, Antwerpen, Brugge, Gent .
Cédric behoort tot de generatie van jonge chefs die zichzelve voortdurend in vraag stellen. Vanuit deze optiek en de bekommernis om steeds beter te presteren, vernieuwde hij de inrichting van zijn zaaken wijzigde hij de infrastructuur van zijn restaurant. De structurele wijzigingen zijn overduidelijk. Het terras ontworpen door Peter van Roy is een bijzonder leuke aanvulling, het dak kan s zomers zelfs worden opengeschoven. Het heeft zonder enige twijfel de aantrekkingskracht enorm versterkt en talloze gasten vinden er een aangenaam plekje om rustig van Cedrics rijke tafelen te genieten.
De extra ruimte van het terras, bood de kans om in de eetzaal een behaaglijk salon in bibliotheekstijl uit te bouwen, waar de klanten desgewenst van het aperitief en de koffie kunnen genieten. Herwig Hostens, verantwoordelijk voor de binnenhuisinrichting, opteerde voor lichtgrijze en tabaksbruine tinten, waardoor het chique meubilair beslist tot zijn recht komt. De antieke kroonluchters zorgen voor een geraffineerde sfeer en kronen zich tot verzamelobject. Het cosy gevoel wordt extra onderlijnd door sobere muurversieringen, terwijl de lichtgrijze overgordijnen de intimiteit van het interieur extra aanvullen. Het elegant gedrapeerde, smetteloos witte tafellinnen en het boeket verse bloemen doen je vol verwachting uitkijken naar de komende tafelgenoegens.
In de zaal heerst Olivier Dereu die tevens als volleerd wijnkelner fungeert. Olivier debuteerde als commis de salle bij Pierre Romeyer, nadien was hij twee jaar chef de rang en wijnkelner in Comme chez Soi bij Pierre Wijnants. Dezelfde functies vervult hij gedurende vijf jaar in de Villa Lorraine, de lokroep van de kust beantwoordt Olivier door gedurende vier jaar als maître dhôtel aan de slag te gaan in LEsmeralda in Knokke. De culinaire loopbaan van Olivier wordt aangevuld met stages in LOasis van Michel Bleys, Chez Marius en Provence en Lucas-Carton in Parijs. Voor chef Cédric Poncelet is het dan ook een makkie om zich volop op zijn domein, de keuken te concentreren.
Cedric werd in 1975 geboren en volgde de middelbare school in Dison, omdat hij zich aangetrokken voelde tot de gastronomie liep hij van 1990 tot 1993 school in de Notre Dame in Heusy en deed zijn eerste horeca-ervaring op in Aux Etangs de la Vieille Ferme in Herve. Toch trok vooral Knokke hem aan en hij speelde het klaar om aan de slag te gaan in La Réserve. Vrij snel keert hij naar Brussel terug en vindt werk in de Villa Lorraine, restaurant waar hij ontdekt wordt door Michel Haquin, deze biedt hem een plaats in Le Trèfle à Quatre van het Château du Lac in Genval.
Cédric Poncelet wou evenwel internationale ervaring opdoen en werd assistant-manager van het restaurant Le Gavroche in Londen, om nadien sommelier te worden in het restaurant Windows van het Hilton Park Lane London. Nadien verzeilt hij als manager-kok in het restaurant Les Champs-Elysées op Cyprus. Op aanraden van Pierre Fonteyne volgt hij een stage bij Bruneau om nadien samen met Pierre Fonteyne een bar-restaurant The Griffins op het Oosthoekplein in Knokke te leiden. Hier vindt hij een geschikte locatie en opent zijn eigen restaurant Cédric.
Actief in een open keuken waardoor de gasten alle bereidingen kunnen volgen, serveert Cédric permanent twee verschillende menus, nl het menu prestige en het menu de la Mer. De samenstelling van deze voltreffers, verandert om de veertien dagen. Er is eveneens een dagelijkse lunch, samengesteld op basis van dagverse marktproducten en de gasten kunnen er eveneens à la carte eten. Allerhande visbereidingen zijn Cédrics favorieten maar ook tal van vleesbereidingen vormen een aangename verrassing. Bij tal van gelegenheden verrast Cédric zijn gasten met speciale menus die zowel productgebonden, bv hoppescheuten of asperges in het daglicht stellen maar evengoed Valentijn, Carnaval, Pasen of andere themas meekrijgen.
Proevertjes en desserten tovert Cédric met grote creativiteit op het bord, maar ook deze kleine recepten zorgen voor een rijk smaakaroma en een aanlokkelijk kleurenpalet.
Restaurant Cédric Koningslaan 230 a 8300 Knokke tel 050-60 77 95
Naar het voorbeeld van andere toonaangevende cultuurhuizen in het buitenland, waren ook de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België het aan hun stand verplicht om hun faciliteiten uit te breiden met een culinair aanbod van hoge kwaliteit.
Het concept dat daarbij uitgedokterd werd, en zelfs de meest stoutmoedige verwachtingen overtreft, draagt de naam MuseumFood. Een trilogie, Gespreid over een MuseumCafe, een MuseumBrasserie et een MuseumShop, betekent het project niet alleen een bijkomende troef voor één van de belangrijkste aantrekkingspolen is van de Europese Hoofdstad, maar zal het ongetwijfeld ook het cultureel en zakelijk toerisme in Brussel zelf, een sterke impuls en nieuwe dynamiek weten mee te geven.
Talent huwt talent
Koken, tafelen enerzijds, en de manier waarop men dat alles in een passende omgeving zo goed mogelijk tot zijn recht kan laten komen,anderzijds - niemand die nog zal ontkennen dat het hier gaat om heel bijzondere kunstvormen. Van daaruit is het maar een kleine stap naar de overtuiging van Fernand David dat in Brussel een instelling als de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België het heiligdom bij uitstek was waar het huwelijk tussen beiden kon worden voltrokken.
Fernand David was onvoorwaardelijke aanhanger van de keuken van de met drie sterren bekroonde Peter Goossens, al van toen deze laatste met zijn Hof van Cleve zijn eerste stappen als chef in de gastronomie gezet had. Hij was bovendien een even grote fan van de al even begaafde als befaamde interieurarchitect Antoine Pinto, met wie hij het concept voor de Ostend Queen had uitgewerkt.
Directeur-generaal Michel Draguet van de Koninklijke Musea, zag onmiddellijk de meerwaarde die dit MuseumFood project voor zijn instelling kon opleveren. Voeg daar ook de savoir faire aan toe van de grote smaakmaker in de Belgische catering, traiteur Jean-Michel Loriers, die ondermeer prat kan gaan op de titel van hofleverancier, en de ervaring van Eric Boschman, de meest befaamde Belgische sommelier.
Het team ter plekke
Met ervaring in projecten Rosa en Genval-les-Bains, had Jean-Philippe Kriers eerder ook een al flinke reputatie verworven met een serie druk bijgewoonde cursussen in koken. Het is een bezigheid die meteen ook zijn passie voor een publiek duidelijk maakt. Gewapend met een inventiviteit die nooit ten koste van de kwaliteit gaat, bleek deze jonge chef de ideale persoon om de dagdagelijkse coördinatie op zich te nemen van dit toch wel uiterst veeleisende project.
Xavier Aldon , die ook bij de opening van de Belga Queen de leiding van de keuken op zich nam, beheerst volmaakt het gastronomisch repertoire dat in culinaire kringen intussen als belgo-belge naam heeft verworven. Dat maakt van hem een gedroomde chef om de interpretatie die Peter Goossens van de locale keuken heeft vooropgesteld, ook in dagdagelijkse praktijk om te zetten.
Het culinaire aanbod
Leidraad bij het uitwerken van het concept voor het MuseumCafe was voor Peter Goossens het feit dat hij museumbezoekers, eerder toevallige passanten, of andere klanten die enkel naar het museum komen om met het MuseumFood concept kennis te maken het beste van het beste wil serveren.
Naast broodjes, waarvan de samenstelling een ode is aan de verbeelding, en die zelfs de meest gehaaste gasten even tot rust brengen, kan men er zich ook te goed doen aan sushi rolls, soepen, Italiaanse pasta, een zakje frieten met pickles of mayonaise, een authentieke Belgische steak met frieten, en een keuze aan de salades die voor de ogen van de klant worden bereid. Naar het einde van de middag toe transformeert de ruimte zich in een tearoom.
Wie over meer tijd beschikt en de echte smaak van België wil herontdekken, kan in de MuseumBrasserie terecht, waar Peter Goossens zijn hoogstpersoonlijke interpretatie brengt van de culinaire traditie van de eigen streek. Eén van de troeven van deze plek is de TartaarBar, waar niet alleen het rundvlees, maar ook tonijn, langoustines en zalm kraakvers en à la minute tot tartaar worden versneden.
Naast deze nieuwigheid, bevat de kaart een serie Belgische klassiekers, die door Goossens naar zijn hand werden gezet, en helemaal herdacht. Zo zijn er de garnaalkroketten, de paling in het groen, en het gepocheerde ei, begeleid door garnalen en een puree die met karnemelk werd bereid. Daarnaast zijn er uiteraard ook nog de gepocheerde kabeljauw en de rundsfilet met friet en béarnaisesaus. Of heeft men ook nog de keuze uit kalfsniertjes met Gentse mosterd, de salade van ossenstaart, de roggevleugel met kappertjes en citroen, gegrilde kip, karbonades, blanket, vol au vent à la Riche, en natuurlijk ook want dit is tenslotte Brussel- gebraden piepkuikens.
Bij de zoeternijen kan men zich ondermeer door de wafels laten verleiden, Brussels of Luiks, roomsoezen en smoutebollen, rijstpap, flan met karamel, pannenkoeken, jubilee kersen of de Tiramisu op zijn Belgisch, op basis van speculoos. En uiteraard zijn er nog de vele variaties met chocolade, onvermijdelijk in een Belgische context, en opgediend als mousse, taart of in trio.
In het verlengde van de boekhandel, en door een riant verlichte trap met de MuseumBrasserie verbonden, vormt de Mezzanine CoffeeLounge een uitgelezen plek voor het organiseren van evenementen. Ideaal voor wie tijdens het museumbezoek even een korte pauze wil inlassen, in een al even ontspannen als elegant decor, en dit in het gezelschap van overheerlijke zoetigheden.
Zelf omschrijft Peter Goossens de culinaire filosofie die hij in deze nieuwe constellatie hanteert als volgt:« Met meer smaak maar lichter, lichter verteerbaar ook, wordt het geheel in wit vaatwerk gepresenteerd, om ook die manier de ingrediënten nog meer tot hun recht te laten komen