De blankvoorn (Rutilus rutilus) is de meest algemene vis in Nederland en komt in bijna ieder watertype in grote aantallen voor. De blankvoorn is een soort uit de familie van de karperachtigen.
De blankvoorn (Rutilus rutilus of Leuciscus rutilus) is zeer algemeen en leeft in heel Europa ten noorden van Pyreneeën en Alpen, maar niet in Schotland en Ierland; hij komt ook voor in grote delen van W.-Azië.
Engels : Common Roach Duits : Rotauge, ook Plötze of Schwal genoemd Frans : gardon, rousse, roche of Rottel
Over het algemeen kan de blankvoorn herkend worden aan de rode vlek in de iris boven de pupil.
In de grote rivieren en andere watertypen zijn de ogen soms bleek. Ook de kleur van de vinnen kan variëren van bleek tot rood. Het bovenlichaam heeft een wat blauwe kleur en het onderlichaam is wit. De anaalvin heeft een korte basis (12-14 vinstralen) evenals de rugvin (12-14). Het aantal schubben langs de zijlijn varieert van 39 tot 48.
De blankvoorn is een vrij slank visje maar wordt langzaam wat hoger van bouw bij een groter formaat.
Rutilus rutilus auteur : George Chernilevsky CC 3.0
De blankvoorn wordt zo'n 45 cm groot. Hij bereikt dit formaat vaak in de grote rivieren en in zandafgravingen.
In kleinere wateren wordt de blankvoorn vaak niet groter dan 30 cm. De blankvoorn komt ook vaak in relatief voedselarm water als dominante vis voor en wordt dan niet veel groter dan 25 cm.
Een bevestigd record tot heden is een een blankvoorn gevangen in de Rijn, Duitsland, 3.13kg 56cm in 1981
blankvoorns in hun natuurlijke habitat auteur : T.Voekler CC 3.0
De vis leeft vooral in meren met veel planten, maar ook wel in stromend water en zelfs in brak water. Hij leeft in scholen en eet slakken, tweekleppigen, kreeftachtigen, insectenlarven en plantaardig voedsel. Meestal houden de scholen blankvoorn zich vlak bij de bodem op, alleen bij zeer warm weer komen ze naar het oppervlak.
Jonge blankvoorn leeft van watervlooien en muggenlarven. De blankvoorn vindt zijn voedsel op zicht, zodat hij in troebel water de concurrentie verliest met de brasem, een vis die zijn voedsel uitfiltert met zijn kieuwzeef.
Rutilus rutilus
Een schoolvoorbeeld van vergane glorie, dat is de blankvoorn. Eens was hij de belangrijkste sportvis uit onze wateren. Tot de mens, weer eens, ingreep en massaal begon met het uitzetten van tonnen en nog eens tonnen grote en kleine brasem.
Men werd plots verliefd op grote brasems. Deze zette men uit omdat brasem heel wat goedkoper was dan de blankvoorn. Ook omdat ze makkelijker kunnen gevangen worden en omdat brasem ook flink doorweegt bij de wedstrijdvisser.
En zo verloor de blankvoorn niet alleen zijn titel van meest geliefde sportvis, hij werd ook door de brasem verdrongen. Omdat de brasem de lelijke gewoonte hebben de grond om te woelen op zoek naar eetbare insectenlarven en diens meer. Zo maken ze het water erg troebel en de blankvoorn is daar niet geschikt voor.
Soms wordt door het waterbeheer besloten geen brasem meer uit te zetten in openbaar water, want ook in onze kanalen zwemmen meer brasems dan goed is. Terwijl op enkele locaties de visvijvers totaal verbrasemd zijn en er nog amper een plaatsje overblijft voor enkele blankvoorns.
Gelukkig zien we de laatste tijd dat de blankvoorn weer de meest voorkomende vis is in onze viswateren.
recordvangst door Klaus Schneiderhan (2010) > 52cm - 2.49kg in de Neckar, Duitsland www.fishing-worldrecords.com