B b B b 12 a (10) |
Black and tan coonhound |
De Black and tan coonhound is een Amerikaans gefokt hondenras. Hij wordt voornamenlijk gebruikt om op wasberen en opossums te jagen.
Dit ras is zo moedig dat het zelfs kan jagen op groot wild, zoals herten, beren en poema's, hoewel er in de VS wel strenge restricties zijn om daar met honden op te jagen.
Elke hond heeft zijn eigen karakteristieke stem die vaak door de eigenaars herkenbaar is van grote afstand. |
Black and tan Coonhound |
De Black and Tan Coonhound is een zachte, flexibele en lieve hond. De Black and Tan Coonhound is het gelukkigst bij het uitvoeren van het werk waarvoor hij gefokt is. Gemakkelijk afgeleid van hun ongelooflijke gevoel van geur, hebben deze honden geduld en aanmoediging nodig.
Hoewel de meeste te vertrouwen en goedaardig zijn, vereisen Black and Tan puppies de nodige aandacht en aanmoediging om hun vertrouwen te stimuleren, vooral wanneer ze binnenshuis leven als huisdier. Black and Tan Coonhounds zijn als schoothondjes indien ze genoeg oefening krijgen, ze genieten van het gezelschap van hun menselijke familie.
Black and Tans kunnen onzeker en voorzichtig lijken of nerveus bij vreemden of onbekende honden, maar zal ze met de tijd accepteren, want ze zijn gefokt om te jagen en te werken in groep.
Ze blijven speels tot ongeveer tien jaar oud. |
Black and tan Coonhound - Heidi, 7 1/2 jaar |
Ondanks dat hij nauw verwant is aan de Bloedhond waarmee hij in grootte en vaak ook in kleur overeenkomt, is de Black and Tan Coonhound een echt Amerikaans ras. Zijn afstamming gaat terug van de Talbot hound tot de Bloedhond en de Virginia Foxhound. De Black and Tan is een van de zes Coonhound-varieteiten die men in de Verenigde Staten erkent en wordt gebruikt voor de jacht op buidelrat en wasbeer. Het is een werkende jachthhond, die men niet vaak in de tentoonstellingsring ziet. |
Black and tan Coonhound - Copper, 10 Mnd |
Algemene verschijning : De Black and Tan Coonhound is in de eerste plaats een werkhond, bestand tegen de ontberingen van de winter, de zomerse hitte en de moeilijke terreinomstandigheden waaronder hij moet werken. De rasvereniging vraagt de keurmeesters grote nadruk te leggen op deze factoren bij het beoordelen van de hond. De algemene indruk moet die van een krachtige, snelle, alerte hond zijn. Zijn uitdrukking is alert, vriendelijk, vurig en agressief. Hij moet onmiddellijk opvallen door zijn eigenschap met krachtige, ritmische schreden veel grond te beslaan.
Kleur : Gitzwart, met warm bruine aftekeningen boven de ogen, opzij van de snuit en op borst, benen en broek, en met zwarte haren op de tenen.
Hoofd en schedel : Moet scherp gesneden zijn, met een middelmatige stop halverwege tussen achterhoofdsknobbel en neus. Het hoofd moet bij de reu 23-25 cm en bij de teef 20-23 cm lang zijn. Van opzij gezien loopt de schedellijn vrijwel evenwijdig aan die van de snuit. De huid mag geen rimpels of te veel keelhuid vertonen. De lippen moeten goed ontwikkeld zijn, met de typische vorm van de lippen vna een lopende hond. Neusgaten wijd open en altijd zwart. De schedel neigt sluiten gelijkmaig in een licht schaargebit.
Staart : Krachtig, met de aanzet iets onder de ruglijn; vrij gedragen en in actie vrijwel in een rechte hoek met de rug gedragen.
Voeten : Moeten katachtig zijn, met dicht aaneengesloten, goed gebogen tenen en dikke, sterke voetzolen. |
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - Internet |
|