B b B b 5 e (5) |
Beekparelmossel |
De Beekparelmossel (Margaritifera margaritifera) is een in het zoete water levend tweekleppig weekdier.
De Beekparelmossel heeft koel, helder, zuurstofrijk, oligotroof, niet verontreinigd water nodig. Door de sifonen wordt water naar binnen gezogen waar de kleine zwevende organische deeltjes uitgefilterd worden waarmee het dier zich voedt. Men verondersteld dat de soort toen zij vroeger veel algemener was een belangrijke rol speelde bij het verwijderen van zwevende stof uit het water. Dit was eveneens belangrijk voor een aantal andere organismen die in het zelfde biotoop leefden zoals zalm en forel. Onder ideale omstandigheden leven de dieren in grote populaties in snelstromende (berg)beken en kleine rivieren. De dieren hebben een voorkeur voor een zandig substraat waar zij zich ingraven en wat beschut wordt door grof grind en stenen. Er is een maximale waterdiepte van ongeveer twee meter. |
 beekparelmossel in Västernorrland, Zweden. auteur : Joel Berglund CC 3.0 |
De Beekparelmossel is een soort die tientallen jaren oud kan worden. De maximale ouderdom lijkt per populatie te variëren en is waarschijnlijk van verschillende factoren afhankelijk. Hoogst waargenomen leeftijden liggen rond de 280 jaar. In tegenstelling tot veel andere mollusken zijn de dieren tweeslachtig (zijn dus òf mannelijk òf vrouwelijk) en worden pas bij ongeveer 10-15 jaar geslachtsrijp. De schelp is dan ongeveer 6,5 centimeter lang.
De soort heeft een Holarctische verspreiding en komt voor in Noord-Amerika, Europa en Azië.
Komt in Nederland niet voor door het ontbreken van geschikte biotopen. In België in bovenlopen van beken en kleine rivieren in de Ardennen. |
 beekparelmossellen auteur : MrKimm CC 1.0 en hoger |
De soort is overal in zijn verspreidingsgebied zeer sterk bedreigd. Er is in veel gebieden een teruggang gemeld van 95-100%. In grote gebieden is zij reeds uitgestorven. Grote populaties worden nog maar in minder dan 50 rivieren gevonden verspreid over Canada, Scandinavië, Rusland met nog enkele kleinere populaties in Beieren, Tsjechië, Oostenrijk en Groot-Brittannië. Omdat de dieren zo oud worden kunnen populaties nog tamelijk lang bestaan ook als er door welke oorzaak dan ook geen nakomelingen meer komen. De achteruitgang komt vooral door waterverontreiniging die totaal niet verdragen wordt. In veel gebieden zijn zelfs de bovenlopen van bergbeken al vervuild. Een andere belangrijke oorzaak is de achteruitgang van de vissoorten (die deels eveneens een gevolg van de waterverontreiniging is) waarvan de Beekparelmossel voor de voortplanting van afhankelijk is. Andere oorzaken zijn oa. roofbouw in de parelvisserij, afdammingen, visserij op de gastheersoorten en de opkomst van de bisamrat die als predator optreedt. De ingewikkelde en veeleisende levenscyclus van de Beekparelmossel draagt sterk bij aan de gevoeligheid voor uitsterven van populaties.
De Beekparelmossel is altijd een leverancier van parels geweest. Hoewel slechts ongeveer 4% van de dieren een parel bevatte, was de parelvisserij vroeger erg belangrijk. In de achttiende eeuw zijn in delen van Duitsland de mossels ook wel met opzet voor dit doel uitgezet. Deze voor de parelvisserij bedoelde populaties werden streng beschermd. Het toebrengen van schade werd met drakonische maatregelen afgestraft. |
Bron : Wikipedia CC 3.0 |
|