 |
A a A a (21s3) |
Australidelphia
|
Australidelphia is een voorgestelde groep (magnorde) binnen de buideldieren die de monito del monte en de Australische buideldieren (klimbuideldieren, roofbuideldieren, buideldassen, buidelmollen en de fossiele Yalkaparidontia) zou omvatten. |
 Bennettwallabie(Macropus rufogriseus) |
 Bilby (Macrotis lagotis) |
Australië
|
Het Gemenebest Australië verwierf zijn onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 1901. Het land is nu een constitutionele monarchie met als staatshoofd koningin Elizabeth II, vertegenwoordigd in Australië door de Gouverneur-Generaal. Australië bestaat uit 6 staten, 2 territoria en 1 federaal territorium (het Australisch Hoofdstedelijk Territorium) De zes staten zijn:
- Nieuw-Zuid-Wales met de hoofdstad Sydney

- Queensland met de hoofdstad Brisbane

- Tasmanië met de hoofdstad Hobart

- Victoria met de hoofdstad Melbourne

- West-Australië met de hoofdstad Perth

- Zuid-Australië met de hoofdstad Adelaide
 De twee territoria zijn:
- Noordelijk Territorium met de hoofdstad Darwin

- Jervis Bay Territorium (heeft geen vlag)
Het federaal territorium is:
- Australisch Hoofdstedelijk Territorium met de hoofdstad Canberra
Australië, het kleinste continent en door sommigen ook beschouwd als het grootste eiland, bestaat grotendeels (ongeveer 3/4) uit woestijn. Enkel in het noordoosten zijn er regenwouden, die verder naar het zuiden vaak meer subtropisch dan tropisch zijn. Daar komen de meeste diersoorten voor. De meeste dieren van Australië, en dat geldt vooral voor de buideldieren, zijn uniek. Aan de oostkust liggen bergketens inclusief de hoogste berg, de Mount Kosciuszko, met een hoogte van 2228 meter. |
 Mount Kosciuszko |
Andere bekende bergen en rotsen zijn: Uluru (Ayers Rock), Kata Tjuta (de Olga's), Mount Augustus, de Devils Marbles en Wave Rock.
|
 Ayers Rock |
 Kata Tjuta |
 Devils Marbles |
 Waverock |
Australië is het laagste en vlakste continent. Een groot deel van het woestijngebied ligt net boven de zeespiegel met in het westen het Centrale Laagland en het Westelijk Plateau. Ondanks het droge klimaat kent Australië rivieren waarvan vele een deel van het jaar helemaal droog staan. Het land heeft 2 belangrijke rivieren die het hele jaar door water bevatten: de Murray en de Darling. |
 Darling River |
 Murray River |
Er bevinden zich in het land ook meren zoals het Eyremeer, het Torrensmeer en het Gairdnermeer die meestal droog liggen. De seizoenen in Australië zijn tegengesteld aan die van het Noordelijk Halfrond. De lente duurt van september tot november, de zomer van december tot februari, de herfst van maart tot mei en de winter van juni tot augustus. Australië heeft voor het grootste gedeelte een subtropisch klimaat, in het uiterste noorden heerst een tropisch klimaat. Van oktober tot eind november is het 'vroege stormseizoen'. December en januari is de 'vroege moesson', soms heel nat. De 'late moesson' valt in februari en maart, met zeer zware regenval. Het 'late stormseizoen' van april en mei heeft zware stormen. In juni en juli is het klimaat zeer aangenaam. Heet en droog is het in augustus. In de regentijd komen er regelmatig cyclonen voor, gemiddeld circa vijf per jaar. Gemiddeld valt hier circa 1470 mm neerslag. Midden-Australië heeft een echt woestijnklimaat. In de zomer kunnen de temperaturen zeer hoog oplopen. In de winterperiode kan het 's nachts flink afkoelen. Hier valt minder dan 250 mm neerslag per jaar en het droge seizoen duurt meer dan acht maanden. Het noorden van Nieuw-Zuid-Wales en het zuiden van Queensland hebben een subtropisch klimaat met het hele jaar door aangenaam weer, hoewel het in de zomer behoorlijk warm kan worden. Grote steden als Sydney, Perth en Adelaide hebben een mediterraan klimaat met warme zomers en milde winters. Victoria en Tasmanië in het zuiden hebben een gematigd klimaat. In de winter kan het vrij koud worden met sneeuwval in de hogere gebieden. De rest van het jaar is het zonnig en warm met kans op hittegolven in Victoria. Australië wordt regelmatig geteisterd door bosbranden. Het blad van de Eucalyptusboom vergaat niet, en wacht op vuur om te worden verast. Droogte en harde wind zorgen voor een snelle verbreiding van het vuur. Hoewel gevaarlijk voor de bewoonde wereld, zijn de bosbranden een noodzakelijk onderdeel van de vernieuwing der bossen. De zaaddozen van de Eucalyptus hebben grote hitte nodig om open te springen. Ook de geblakerde moederboom loopt meestal weer uit. |
Tasmanië-----> <-----Tasmanië satelietfoto van bosbrand ten oosten van Melbourne |
|