Buidelslaapmuizen (Cercartetus) zijn een geslacht van klimbuideldieren uit de familie der dwergslaapmuizen (Burramyidae).
Deze soort komt voor in de bergen van Nieuw-Guinea en in het oosten en zuiden van Australië.
Het geslacht Cercartetus werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1841 door Constantin Wilhelm Lambert Gloger een Duits zoöloog en ornitoloog.
Engels : pygmy possums, Cercartetus
Duits : Schlafbeutler
Frans : Le genre Cercartetus, phalangers loirs |

Kleine buideleikelmuis (Cercartetus nanus)
foto op listentothedawn.tumblr.com |
Buidelslaapmuizen zijn kleine, muisachtige, voornamelijk in bomen levende buideldieren.
Ze hebben een donkere ring rond de ogen, waardoor het lijkt alsof ze verdrietig kijken.
De staart is vrijwel onbehaard en soms opgezwollen bij de wortel. De klauwen zijn klein.
Deze dieren eten voornamelijk insecten, andere geleedpotigen en nectar, maar sommige soorten eten ook stuifmeel, fruit of kleine skinks (hagedissen).
Alle soorten bouwen een rond nest van bladeren en soms boombast.
|

Kleinste dwergbuidelratten (Cercartetus Lepidus)
foto : Dave Watts / davewattsphoto.com op www.biodiversitysnapshots.net.au |
Er zijn vier soorten:
- Papoeabuidelslaapmuis (Cercartetus caudatus) (binnenlanden van Nieuw-Guinea; Noordoost-Queensland)
- Buideleikelmuis (Cercartetus concinnus) (Zuidwest- en Zuid-Australië)
- Kleinste dwergbuidelrat (Cercartetus lepidus) (Tasmanië, Kangaroo-eiland en een deel van het vasteland van Zuidoost-Australië)
- Kleine buideleikelmuis (Cercartetus nanus) (Oost- en Zuidoost-Australië inclusief Tasmanië)
De Papoeabuidelslaapmuis en de kleinste dwergbuidelrat werden vroeger tot het aparte geslacht Eudromicia Mjöberg, 1916 gerekend.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet |