Buideldieren
B b B b 21 id 2 |
Buideldieren |
Buideldieren (Metatheria of Marsupialia) zijn een infraklasse van zoogdieren waarvan de vrouwtjesdieren twee baarmoeders hebben.
Vaak, maar lang niet altijd, bezitten vrouwtjesdieren een buidel.
Deze buidel is een soort huidplooi, waarin de tepels van het dier liggen en het jong in wordt gedragen.
Tot de bekendere buideldieren behoren onder andere de kangoeroes, de koala, de Tasmaanse duivel en de buidelratten.
De meeste buideldieren komen voor in Australië, Nieuw-Guinea en oostelijk Indonesië.
Drie families, waaronder de buidelratten, komen enkel voor in de Nieuwe Wereld.
Van de meer dan 340 soorten buideldieren komen de meeste (ongeveer 240) voor in Oceanië: in Australië, op Nieuw-Guinea en op de Molukken en Sulawesi.
Ook in Amerika komen buideldieren voor.
Engels : Marsupials
Duits : Beutelsäuger, Beuteltiere
Frans : marsupiaux, marsupialia, marsupium |

Moeraswallabie met jong in buidel
foto ©Marco Luyken op marcoalpha.blogspot.be |
Een buideldier wordt veel vroeger geboren dan de meeste andere zoogdieren, meestal ongeveer dertig dagen na de bevruchting, en bij de spitsneusbuideldas zelfs al na 10 dagen.
Het jong klautert dan tussen de haren van de moeder door naar de tepel.
Het diertje is op dat moment niet groter dan een kleine worm.
Als het de tepel niet snel bereikt zal het sterven.
Eenmaal aan de tepel reist het jonge dier met de moeder mee.
Als het jong van een buideldier met buidel groot genoeg is verlaat het de buidel, maar het zal er terugkomen om te drinken en uit te rusten.
Wanneer het jong niet meer in de buidel past, drinkt het toch nog een tijdlang de melk en duikt daarbij met zijn snuit in de buidel.
|

beerkoeskoes
foto vbalen op www.nationalgeographic.nl |
Binnen de zoogdieren worden drie hoofdgroepen onderscheiden: de cloacadieren of eierleggende zoogdieren, met het vogelbekdier en de mierenegels, de buideldieren en de placentale zoogdieren, de grootste zoogdiergroep.
De onderlinge relatie tussen deze groepen was lang een discussie onder taxonomen.
Op basis van morfologisch en moleculair-genetisch bewijs worden de placentale zoogdieren en buideldieren tegenwoordig als zustergroepen beschouwd en gezamenlijk in de onderklasse Theria ingedeeld.
|

fotocollage van buideldieren
foto op evodisku.multiply.com |
Er zijn meer dan 340 soorten buideldieren bekend.
De laatste tijd neemt het aantal (beschreven) soorten snel toe, omdat nieuwe inzichten ervoor zorgen dat men steeds meer soorten onderscheidt.
De levende soorten worden verdeeld over zeven ordes:
- Opossummuizen (Paucituberculata)
- Opossums (Didelphimorphia)
- Microbiotheria (de monito del monte is de enige levende soort)
- Roofbuideldieren (Dasyuromorphia)
- Buideldassen (Peramelemorphia)
- Buidelmollen (Notoryctemorphia)
- Klimbuideldieren (Diprotodontia)
Daarnaast bestaat er nog een aantal uitgestorven ordes, waarvan die van de Sparassodonta de bekendste is.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- tinternet |
|