Apollo 13
achtergrondafbeelding 11 april |
Apollo 13 |
Apollo 13 was de vijfde missie naar de maan, voor het uitvoeren van de derde maanlanding in het kader van het Project Apollo.
De bemanning bestond uit Jim Lovell (commandant), Jack Swigert (piloot van de commando-module) en Fred Haise (piloot van de maanlander).
Swigert was de vervanger voor Ken Mattingly, omdat die mogelijk met mazelen was besmet.
De lancering vond plaats op 11 april 1970 om 13:13 plaatselijke tijd.
Na een ongeval aan boord moest de geplande maanlanding worden afgelast.
Door gebruik te maken van systemen uit de maanlander Aquarius wist de bemanning op 17 april 1970 behouden terug te keren.
Door de vlucht van de Apollo 13 werden de verantwoordelijken in de Verenigde Staten met de neus op de feiten gedrukt: ruimtereizen waren allerminst routine.
|
Twee dagen na de lancering ontplofte op 13 april een zuurstoftank, waardoor de bemanning feitelijk schipbreuk leed in de ruimte.
De bemanning sprak beheerst de historische woorden: "Okay Houston, we've got a problem".
Pas tegen het einde van de reis, toen de servicemodule werd afgestoten, kreeg de bemanning de mogelijkheid foto's te maken waaruit de schade bleek.
Zuurstoftank 2 was ontploft en daarbij was een ventiel van zuurstoftank 1 beschadigd, waardoor in een paar uur de hele zuurstofvoorraad verloren was gegaan.
Daardoor was geen water meer beschikbaar en geen energie.
Bovendien kon de raketmotor niet meer gebruikt worden.
De antenne voor de verbinding met de aarde, die ook deel uitmaakte van de servicemodule, was gelukkig onbeschadigd.
Op het moment dat de ontploffing zich voordeed, bevond Apollo 13 zich tussen de aarde en de maan.
De landing op de maan was nog niet ingezet, en de maanlander was dus nog aangekoppeld.
Deze kon nu worden gebruikt om elektriciteit, water en zuurstof te leveren.
Bovendien werd de motor van de maanlander (van de daaltrap) gebruikt om terug op aarde te komen.
De maanlanding was echter niet langer mogelijk.
|
Zou een dergelijk ongeval zich hebben voorgedaan bij een reis op aarde, bijvoorbeeld bij een zeereis naar onbekend gebied, dan had het voor de hand gelegen onmiddellijk terug te keren.
Bij ruimtevaart geldt echter een andere mechanica.
Om snelheid te maken en om van koers te veranderen is brandstof nodig.
Voor de reis zelf, het volhouden van een bestaande koers, is geen brandstof nodig.
Het is verder mogelijk een ruimtevaartuig in een baan om een hemellichaam te sturen en zo van koers te veranderen.
Er is dan een vrij geringe hoeveelheid brandstof nodig om de koers precies goed te leggen, waarna de zwaartekracht van het hemellichaam de rest doet.
Vervolg op 13 april.
|
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0 |
|