Mir (ruimtestation)
achtergrondafbeelding 23 maart |
Mir (ruimtestation) |
Het Russische ruimtestation Mir (wat in het Russisch zowel wereld als vrede betekent) was het eerste permanent bewoonde ruimtestation in een baan om de Aarde.
Het bestond uit verschillende met elkaar verbonden modules, waarvan de eerste module op 19 februari 1986 werd gelanceerd en de laatste in 1996.
Mir was gebaseerd op de al eerder door de Russen gelanceerde Saljoet-ruimtestations.
Gedurende de tijd dat Mir in een baan om de aarde cirkelde, is er veel wetenschappelijk onderzoek verricht.
Op een enkele uitzondering na, is Mir tot augustus 1999 continu bewoond geweest.
Op 23 maart 2001 keerde Mir na 15 jaar terug in de Aardse atmosfeer om vervolgens in brokstukken in het zuiden van de Grote Oceaan neer te storten.
Voor die tijd waren er nog vage plannen om Mir te gebruiken als televisie- of filmstudio, maar daarvoor bleek hij te onstabiel en te onveilig.
Het zou eenvoudigweg te duur worden om Mir nog langer in gebruik te houden.
|
De laatste jaren had Mir regelmatig problemen.
Op 23 februari 1997 brak er brand uit aan boord en scheelde het weinig of de complete zeskoppige bemanning had het ruimtestation moeten verlaten (via de twee Sojoez-schepen).
Vier maanden later kwam Mir in botsing met een onbemand Progress-vrachtschip, waarbij een gat in de romp sloeg en een deel van Mir moest worden afgesloten.
Andere problemen waren de energievoorziening die regelmatig uitviel, lekkende leidingen en de temperatuur, welke in de Kvant II-module regelmatig opliep tot meer dan 40 graden Celsius.
Dat was ook geen wonder, want het oorspronkelijke ontwerp van het ruimtestation ging uit van een levensduur van slechts vijf jaar.
Gebrek aan vertrouwen, coördinatiestoringen en taalproblemen verergerden de problemen nog eens.
|
Met behulp van een op 27 januari 2001 aangekoppeld Progress-vrachtschip werd tussen 7 maart en 21 maart Mir in een lager gelegen baan gebracht op 220 kilometer.
Plotseling trad er een nieuw probleem op; Mir begon langzaam te tollen.
Omdat het stabiliseren erg veel brandstof zou kosten werd dit uitgesteld tot de laatste dag voor de impact.
In Japan, Nieuw-Zeeland en Australië ontstond grote onrust over de schade die eventueel op land neerstortende brokstukken zouden aanrichten.
Om deze onrust weg te nemen werd er voor 2 miljoen dollar een verzekering afgesloten die eventuele schade dekte.
Op 23 maart dook Mir met een snelheid van ongeveer 8 km/s de dampkring binnen.
Door de grote plotselinge afremming door de toenemende luchtdruk en de hoge temperatuur brak het schip in stukken en sommige onderdelen verbrandden.
Vanaf de Fiji-eilanden waren de verbrandende delen goed zichtbaar.
Over een gebied van zo'n 5000 kilometer lang en 200 kilometer breed op 4000 kilometer ten oosten van Nieuw-Zeeland kwamen de brokstukken neer in de Grote Oceaan.
|
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0 |
|