Bruin blauwtje
B b B b 18 u 19 |
Bruin blauwtje |
Het bruin blauwtje (Aricia agestis, voorheen Plebeius agestis) is een dagvlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes.
Voor het eerst beschreven door Denis & Schiffermüller in 1775.
Engels : Brown Argus
Duits : Dunkelbrauner Bläuling, Kleiner Sonnenröschen-Bläuling
Frans : l'Argus Brun
Oude Nederlandse naam : donkerbruin blauwtje |
Bruin blauwtje
auteur : © Joost Uittenbogaard op www.vlindernet.nl |
Het bruin blauwtje komt algemeen voor in Centraal- en Zuid-Europa, op warme graslanden, heiden en duinen.
Als zwerver en dwaalgast kan de vlinder worden aangetroffen in Nederland en België.
In het kustgebied komt de vlinder als standvlinder (een vlinder die in dat gebied gedurende minimaal tien jaar een populatie heeft (gehad))voor.
Voorvleugellengte: circa 13 mm.
Zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje is de bovenkant van de vleugels bruin zonder bestuiving, langs de achterrand bevindt zich meestal een volledige rij opvallende oranje vlekken.
De onderkant van de vleugels is lichtbruin, het vrouwtje heeft geen blauwe bestuiving.
De zwarte vlekken op de onderkant van de voorvleugel zijn groot en opvallend, de zwarte vlekken op de achtervleugel zijn klein.
De vleugeladers lopen door in de franje, waardoor deze geblokt lijkt.
Er is gemakkelijk verwarring mogelijk met het vrouwtje van het icarusblauwtje, dat ook bruine vleugels heeft.
Het icarusblauwtje heeft op de onderkant van de voorvleugel doorgaans een duidelijke wortelvlek.
Ook ligt de bovenste van de twee vlekjes aan de voorrand van de achtervleugel bij het bruin blauwtje dicht tegen de bovenste rij van vlekjes, terwijl bij het icarusblauwtje een stuk lager ligt.
|
Aricia agestis
auteur : Svdmolen CC 3.0 |
Het bruin blauwtje profiteert van de opwarming van de aarde en doet dit niet onopgemerkt.
Ze fladdert maar liefst 79 kilometer noorderlijker in het Verenigd Koninkrijk dan 20 jaar geleden.
Maar niet alleen in de UK gaat het haar voor de wind, ook in de rest van Europa doet ze het zeer goed.
Vliegtijd en gedrag :
Begin mei-eind juni en begin juli-begin oktober in twee, soms drie generaties.
De vlinders besteden relatief veel tijd aan het zoeken van nectar van onder andere boerenwormkruid en duizendblad.
De vlinders brengen de nacht door in groepjes, waarbij ze met de kop naar benenden in de vegetatie hangen.
|
Rups van het bruin blauwtje
auteur : © Jack Pouw op www.vlindernet.nl |
De levenscyclus verloopt als volgt :
Rups : begin juni-half juli en half augustus-eind april.
De soort overwintert als halfvolgroeide rups in de strooisellaag.
De jonge rups eet de onderzijde van het weefsel van het blad en beschadigt de bovenste bladlaag niet; deze mineergang is vrij opvallend.
Grotere rupsen eten van het volledige blad, de bloemen en de vruchten van de waardplant.
De verpopping vindt plaats in de strooisellaag vlak bij de waardplant.
Zijn habitat zijn droge, zandige, open, kruidenrijke en schrale graslanden en kalkgraslanden.
De waardplanten zijn diverse soorten ooievaarsbek, met name kleine ooievaarsbek en gewone reigersbek.
agestis: de oorsprong van agestis is onduidelijk.
Het zou een drukfout kunnen zijn van agrestis hetgeen landelijk, boers betekent.
Het kan ook van ager komen hetgeen veld betekent en dus zou slaan op de grazige habitat.
Dit alles is echter onwaarschijnlijk omdat Denis & Schiffermüller nagenoeg al hun namen uit de klassieke mythologie haalden.
Het zou een verbastering kunnen zijn van Argestes, de god van de noordwesten wind.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- vlindernet
- tinternet |
|