Bosvogeltje
B b B b 15 s 71 |
(Wit) Bosvogeltje |
De bosvogeltjes (Cephalanthera) zijn een geslacht van planten in de orchideeënfamilie.
Het geslacht kent 14 soorten.
Het verspreidingsgebied strekt zich uit van Noord-Afrika, Europa, tot China en Japan.
Een mycotrofe soort komt voor en het westen van de Verenigde Staten.
Engels : Narrow-Leaved Helleborine
Duits : Schwertblättriges Waldvögelein
Frans : Céphalanthère à longues feuilles, Céphalanthère à feuilles en épée |
wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia)
foto : Marinella Zepigi |
Deze overblijvende plant wordt 15 tot 45cm hoog en bloeit in mei en juni.
De langwerpige bladeren zijn toegespitst, gevouwen en worden tot 10 cm lang. Ze staan in 2 rijen.
De bovenste bladeren zijn lijnvormig en donkergroen.
De onderste schutbladen zijn meestal bladachtig. De hogere zijn veel korter dan het vruchtbeginsel.
De bloeiwijze bevat 10 tot 20 bloemen. De afstaande bloemen zijn wit en klokvormig.
De buitenste bloemdekbladen zijn spits en 1 tot 1,6 cm lang. De binnenste bloembladen zijn vrij stomp.
De lip is ongeveer half zo lang als de buitenste bloemdekbladen. De top van de lip is stomp en meer breed dan lang.
De bloemen zijn minstens 10 keer zo lang als breed.
|
wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia)
foto : Marinella Zepigi |
Ze groeien het best op licht beschaduwde, warme plaatsen op vochtige, voedselarme, kalkrijke grond (mergel, duinzand, lemig zand, lichte klei en zavel).
Men vindt ze terug in loofbossen, naaldbossen, hellingbossen, bronbossen, aan bosranden, struwelen, kalkhellingen, in kalkgrasland nabij struweel en in duinvalleien.
|
wit bosvogeltje (Cephalanthera longifolia)
foto : El Paraje de las Alpujarras |
Het geslacht werd in 1817 door de Franse plantkundige Professor Louis Claude Marie Richard beschreven. De naam is afgeleid van het Griekse cephalè = hoofd en anthèros = bloeiend en wijst er op, dat de helmknop er als een hoofdje uitziet. De wortelstokken zijn kort, kruipend, vertakt en sterk beworteld. De grote, witte tot bijna violette bloemen kennen deels zelfbestuiving (cleistogamie).
In de wereld komt het bosvogeltje voor in de gematigde streken van Midden- en West-Azië, Noord-Afrika en Zuid-, Midden- en West-Europa. Noordelijk tot in Schotland, West-Noorwegen en het Oostzeegebied.
Nederland : Zeer zeldzaam in het westen van Noord-Brabant, in de duinen bij Petten en in Zuid-Limburg. Vroeger ook bij Havelte.
Vlaanderen : Zeer zeldzaam. Vroeger ook in de Voerstreek.
Wallonë : Zeldzaam tot zeer zeldzaam in het Maasgebied en in Lotharingen (de zuidelijke Ardennen).
Zowel in België als Nederland een beschermde soort.
|
Bron : - Wikipedia CC 3.0
- wilde-planten.nl
- tinternet |
|