De bruine lemming (Lemmus trimucronatus) is een zoogdier uit de familie van de Cricetidae.
De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst beschreven door Richardson in 1825.
De oorspronkelijke benaming was de Siberische lemming (Lemmus sibiricus, Kerr in 1792), later opgesplitst in twee soorten.
Engels : North American Brown Lemming, Siberian brown lemming Duits : Brauner Lemming, Sibirischer Lemming Frans : Lemming brun
Bruine lemming
foto op www.factzoo.com
De bruine lemming heeft een bruine grondkleur met een roodbruine rug en romp.
Kop en schouders zijn grijs.
In de winter wordt de vacht langer en grijzer.
De vrouwtjes hebben een gemiddelde lengte van 12,5cm en een gewicht van 58gr.
De mannetjes hebben een gemiddeld gewicht van 68cm en een lengte van 13cm.
Zoals alle lemmingen hebben ze kleine oortjes, korte pootjes en een heel kort staartje.
De voetjes, zowel zolen als tenen zijn bedekt met haartjes en aangepast om te graven.
Lemmus trimucronatus
auteur : foto op vdinets.livejournal.com
De lemming is te vinden in de toendra gebieden van Noord-Canada (Nunavut, Northwest Territories, Yukon) en Alaska.
Ze worden ook gevonden op de westkust van British Columbia bijna zo ver zuidelijk als Vancouver Island.
Ze voeden zich voornamelijk met grasscheuten en eten ook toendra gras, zegge, mos, schors, bessen, korstmossen en wortels.
Als vijanden hebben ze de meeste carnivoren en bepaalde vogels, er zijn enkele aanwijzingen dat ze worden gegeten door.
In jaren waarin de bruine lemming schaars is, neemt een aantal roofdieren af, zoals de poolvos(lemmingen als hoofdvoedsel) die zich niet kan voortplanten met te weinig voedsel.
bruine lemming
auteur : foto op vdinets.livejournal.com
Ze leven onder de grond, in kolonies, en hebben tot drie nesten per jaar, ook onder de sneeuw in de winter.
Na een draagtijd van 23 dagen, zal het vrouwtje bevallen van vier tot negen jongen.
De bruine lemming is niet trekkende en wanneer overbevolkt (en tijdens het paarseizoen), vechten ze onder elkaar.
De schildpad bereikt een maximale schildlengte tot 60 centimeter.
Het is de grootste Aziatische schildpad.
De kleur van het schild is bruin, de hoornplaten zijn enigszins verzonken in het schild.
De kop en poten zijn zwart van kleur.
Manouria emys
auteur : foto op www.ryanphotographic.com
De habitat bestaat uit tropische bergbossen, de schildpad brengt veel tijd door in holen of tussen de bladeren.
bruine landschildpadden (Manouria emys emys)
auteur : foto op www.empireoftheturtle.com
De soort behoorde lange tijd tot het geslacht Testudo, waardoor de verouderde wetenschappelijke naam in de literatuur wordt gebruikt.
Er worden twee ondersoorten erkend die verschillen in verspreidingsgebied.
Manouria emys emys en
Manouria emys phayrei
De Bruine koevogel (Agalaioides badius) behoort tot de familie van de troepialen.
Het is een monotypische soort van het geslacht Agalaioides, maar werd ooit tot het geslacht Molothrus geteld.
De wetenschappelijke naam van deze soort is voor het eerst beschreven door Vieillot in 1819.
Hij komt voor in Noordelijk Argentinië, Bolivia, Uruguay, Paraguay en Zuidelijk en Midden Brazilië, met een geïsoleerde populatie Noordoostelijk Brazilië.
De Bruine koevogel is ook ontdekt als trekvogel in Chili.
Engels : Bay-winged Cowbird, Baywing Duits : Braun-Kuhstärling, Braunkuhstärling Frans : Le vacher à ailes brunes, le Vacher à ailes baies, Carouge à ailes baies ou C. de Spix, Molothre à ailes baie
Bruine koevogel
auteur : www.bobhogeveen.nl
Zijn totale lengte is ongeveer 18 centimeter.
Zijn verenkleed is bijna geheel bruinig gekleurd met contrasterende zwarte plaatsen, tussen de ogen en de snavel en aan de basis van de bovenvleugels.
De geïsoleerde populatie wordt soms gezien als een apart geslacht, Agalaioides fringillarius.
De ondersoort Fringillarius heeft meer zwart in het gezicht en het verenkleed is meer roder van kleur.
De soort is sociaal opgesteld en wordt vaak gezien in kleine groepen.
Niet zoals de "echte" koevogels van het geslacht Molothrus, deze soort is geen broedparasiet.
Dat wil zeggen dat de ouders de eieren in nesten van andere vogels leggen, zoals de Europese koekoek.
De Bruine koevogel heeft een wijd verspreid verspreidingsgebied over semi-open habitats, bestaande uit struiken en een klein aantal bomen.
Het Noordoostelijke geslacht Fringillarius wordt voornamelijk gevonden in Caatinga en Cerrado.
Over het algemeen is hij vrij veelvoorkomend en wordt almaar overweegt als een niet bedreigde soort door Birdlife International en het IUCN.