Het zal zo'n dertig jaar geleden zijn dat ik ze tegenkwam. Een echtpaar van rond de tachtig. Hand in hand en met verliefde blik naar elkaar. Ik kende ze helemaal niet, maar ze spraken me aan. Of ik een foto wou nemen van hen. Als beleefde jongeman wilde ik dat natuurlijk graag. De man gaf me zijn fototoestel en sloeg een arm rond de vrouw. Ze wisselden nog enkele verliefde blikken naar elkaar voordat ze glimlachend naar de camera keken. En toen ik afdrukte gaf de man een snel zoentje op de wang van de vrouw. In die tijd bestonden nog geen digitale camera's en kon je dus niet onmiddellijk zien of de foto wel gelukt was. Volgens mij zou de foto nogal wazig zijn wegens de snelle kus van de man. Nog maar een foto dan maar. Nu hielden ze zich beiden stil voor de foto. Het viel me op dat er een sprankelende blik in hun ogen zat. Een blik die je enkel ziet als twee dolverliefde mensen elkaar aankijken. In hun ogen zag ik als het ware de vlinders in hun buik. Dit was duidelijk een gelukkig koppel. Volgens mij waren het twee oudjes die elkaar pas heel recent gevonden hadden en begonnen aan een nieuw hoofdstuk in hun leven. Want bij koppels die elkaar al langer kennen zie je zelden nog verliefde blikken. Na de foto's raakten we in gesprek. En ik was verrast. Ze waren al vijfenvijftig jaar getrouwd. Nog steeds heel gelukkig met elkaar. En nog steeds verliefd. Ze hadden al heel wat meegemaakt in hun leven. Gelukkige tijden met veel voorspoed. Maar ook een huis dat afgebrand was en waar ze slechts op het nippertje uit ontsnapt waren. Een gehandicapt kleinkind dat veel zorgen nodig had. Maar ze hadden zich overal doorgeslagen. En steeds weer waren ze doorgegaan in het leven. Hard gewerkt zoals dat in die jaren de gewoonte was. En nu genoten ze samen van een welverdiende rust. Ze genoten van het leven dat hun nog restte en van elkaar. Toch was ik nieuwsgierig naar het geheim van hun verliefdheid. Na zovele jaren met de zelfde partner nog steeds met vlinders in de buik. Ik vroeg de man hoe ze dat deden. Hij legde een arm om mijn schouders en fluisterde in mijn oor; minnaressen, veel minnaressen.
|