Littekens op een stierenhuid Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
25-03-2008
ETA doodt, maar ze trekken geen nagels uit
Lluis María Xirinacs Veroordeeld 25 maart 2004
De Catalaanse priester Lluis María Xirinacs, ex-senator van de Linkse Republikeinen (ERC) en 70 jaar oud, wordt op 25 maart 2004 tot 2 jaar gevangenis en tot 4 jaar ontzetting veroordeeld wegens "verheerlijking van het terrorisme". Aandachtige lezers weten dat Xirinacs geen bommen vervoerd of gelegd heeft, geen ETA-commando onderdak verschafte, noch een lid van de Guardia Civil naar de hemel hielp. Driewerf neen! Xirinacs had op 11 september 2002, in een toespraak ter gelegenheid van de Diada gezegd, "vriend van ETA en van Batasuna" te zijn. "Er zijn stijlen. ETA doodt, ze zijn in oorlog. Maar ze trekken geen nagels uit. Ik zat samen in de cel met ETA-leden met uitgetrokken nagels. ETA doodt, maar foltert niet. Lasa en Zabala werden dood gefolterd. (De lijken van Lasa en Zabala werden gevonden zonder nagels ) Als ETA een bom laat afgaan waarbij, behalve militairen, ook burgers gewond kunnen raken, bellen ze eerst." Xirinacs werd bij verstek veroordeeld omdat hij niet was komen opdagen op de zitting waarop hij gehoord zou worden. Naderhand bevestigde hij "zonder enige twijfel" dat de hem ten laste gelegde verklaringen, geen vorm van delict waren.
Aberri Eguna van de ene en van allen 23 maart 2008
Met vele duizenden waren ze samengestroomd te Irún om de Aberri Eguna 2008 te onderstrepen met een symbolische mars naar Hendaia. Er was één grote afwezige: de PNV. Zij waren afzonderlijk samengekomen in Bilbao.
Waar is de tijd dat Xabier Arzalluz, toenmalig voorzitter van de PNV, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid proclameerde? Waar staan wij vandaag als de nieuwe voorzitter van de PNV, Iñigo Urkullu, uitgerekend een Aberri Eguna uitkiest om een aanbod tot akkoord te richten aan de PSOE?
De strategie van de PNV is duidelijk: een beetje veranderen, zodat alles gelijk kan blijven. De strategie van de PSOE is ook duidelijk: niets veranderen.
Maar beide conservatieve partijen, die het enkel om het behoud van de macht te doen is, vergissen zich deerlijk, want de massa die aan de muga (grens) aanwezig was, is betekenisvol en hoopvol: hier werd in alle duidelijkheid wel de soevereiniteit en de onafhankelijkheid opgeëist.
Wegens de ontelbare politieke gevangenen zijn de omstandigheden vandaag wat in het nadeel, maar beide bovenvermelde partijen zouden beter rekening houden met de massa, en niet met een paar verkrampte leiders.
Francesco Cossiga Voormalig president van Italië Telegram
Op 24 maart 2007 liep in Euskal Herria er een telegram binnen van de voormalige Italiaanse president, Francesco Cossiga:
"Ik betuig mijn volledige solidariteit voor mijn vriend Arnaldo Otegi en zijn makkers, in de strijd tegen de constante gerechtelijke achtervolging die hij te verduren krijgt, ondanks zijn initiatief ten voordele van de vrede.
Ik heb het zware voorgevoel dat de Audiencia Nacional, een creatie uit de Francodictatuur en het daaropvolgende regime, het nieuwe vredesproces van de Spaanse Regering probeert te dwarsbomen.
Aberri Eguna Nazioa gara. Zazpiak bat. Burujabetzaren alde. Wij zijn één volk. De zeven één. Zelfbeschikking voor ons land 23 maart 2008
Onder het motto "Nazioa gara. Zazpiak bat. Burujabetzaren alde." (Wij zijn één volk. De zeven één. Zelfbeschikking voor ons land), wordt vandaag, 23 maart 2008, de jaarlijkse Aberri Eguna gevierd. Het Foro de Debate Nacional, heeft op 18 februari 2008, bij monde van de woordvoerders, Mikel Iraztorza en Maite Aristegi, opgeroepen om de feestdag in eenheid te vieren. Het doel is aan te tonen dat Euskal Herria een natie is, met een eigen taal, een eigen cultuur, een eigen territorium, een eigen geschiedenis, een eigen economie.
Wij zijn één van de oudste naties van Europa. Wij, de Basken van toen en de Basken van vandaag, zijn de laatste schakel van een lange ketting door de eeuwen heen. Wij zijn de nieuwe stemmen van een lang lied ten gunste van de vrijheid. En toch worden wij niet erkend. Zij verbieden ons om zelf over onze toekomst te beslissen en ons land op te bouwen. Ze straffen ons omdat we zijn, wie we zijn, ze sluiten ons op, ze verachten ons. Tegen dit verbod, tegen deze straf, hebben wij, burgers van Euskal Herria, hier geboren of van ergens anders komend, beslist verder te bouwen aan de nationale constructie. Tegen alle aanvallen en criminalisatie in, eisen wij onze identiteit op met eenzelfde vastberadenheid. Dit is een niet te overwinnen belofte.
De manifestatie is voorzien in Irún, om 11.30u, waar een mars begint, die over de muga (de grens) zal trekken tot in het Frontón Gazteu Zahar van Hendaia (Iparralde).
In Pasai Donibane werden vier jongeren van de "Comandos Autónomos Anticapitalistas" op 22 maart 1984 door Spaanse bezettingstroepenin de val gelokt en gewoon afgemaakt.
Op 22 maart 1984, precies een maand na de aanslag op PSOE-politicus Casas (echtgenoot van huidige Europarlementaire Barbara Dürkopf), werden in de baai van Pasaia (tussen Donostia en Irún) vier jongeren afgemaakt door de Spaanse Politie, mogelijk bijgestaan door leden van de Guardia Civil in burgerkleren, gekazerneerd in Intxaurrondo (Donostia). Het viertal dat gefusilleerd werd, was lid van "CCAA-Comandos Autónomos Anticapitalistas, ideologisch aanleunend bij de Baskische gewapende organisatie ETA, maar er geen van uitmakend.
Een bomauto is ontploft aan de kazerne van de Guardia Civil van Calahorra (La Rioja) omstreeks 14:00u vanmiddag, 21 maart 2008. ETA had de aanslag om 13:28u aangekondigd zodat er voldoende tijd was om de kazerne te ontruimen. Er zijn dan ook geen slachtoffers gevallen, tenzij één Guardia Civil die lichtgewond raakte.
In nummer 1720 van Enbata staat op 21 maart 2002 in weinig woorden dat de Guardia Civil, Enrique Dorado, de derde graad gevangenschap kreeg toegewezen. Dat betekent dat hij enkel nog naar de cel moet gaan om er te slapen.
Dorado werd nochtans schuldig bevonden aan de ontvoering (in Baiona), de foltering (Donostia-San Sebastián) en de moord (in Donostia of in Alicante) van de Baskische vluchtelingen Lasa en Zabala. Hiervoor kreeg hij bijna 70 jaar cel in .1994! (rekening houdend met de maximale strafmaat van 30 jaar: 1.994 + 30 = vrij in 2.044)
Wie hiertegen in verzet komt, wordt "gewelddadig" genoemd en loopt het risico bij een protestmanifestatie tegen deze vrijlating opgepakt en op een politiekazerne half dood geslagen te worden en voor jaren achter de tralies te belanden wegens "collaboreren met terroristische bende". Bovendien moeten Baskische politieke gevangenen hun straf tot de laatste dag uitzitten, en dan zijn ze nog niet zeker dat ze vrijkomen.
In Renteria, in de wijk Zamalbide, wordt op 20 maart 1999 het lijk gevonden van José Luis Geresta Mujika, "Ttotto", met een kogel in het hoofd. De Ertzaintza gelooft in zelfmoord, maar ze wisten wel pas 23 uren na de vondst wie het was. Er lagen drie kogelhulzen bij het lijk en het lichaam zat vol schrammen en krabben in het gezicht en de armen. Arnaldo Otegi spreekt meteen over de "verantwoordelijkheid van de Staatsapparaten". De week tevoren werd in Hernani een "heuptasje" gevonden met daarin valse papieren, gebruikt door Geresta, en een Browning. De Guardia Civil had al een tweede versie klaar voor het geval "zelfmoord" zou weerlegd worden. De titel is: "Guardia Civil sluit afrekening niet uit." El Mundo kwam zelfs met drie mogelijkheden! Maar volgens de familie zou Geresta zich nooit zelf om het leven brengen.
Maar eerder werd de vriendin van Geresta, Nekane Txapartegi, gearresteerd, terwijl zij bij de arrestanten in Parijs Irantzu Gallastegi was met wie Geresta "talde" (groep) vormde. Zelfdoding zou dus mogelijk zijn
Op de muren verschijnt de tekst: "Geresta Erahila! Policia Asesina!" (Geresta vermoord. Politie, moordenaar). Ook wordt er weer over andere "zelfmoorden" gesproken. In 1993 "werd" Xabier Kalparsoro uit het venster van een politiecommissariaat "gevallen". In 1997, de dag vóór Pasen, Aberri Eguna, werd Josu Zabala eveneens levenloos teruggevonden met een pistool naast zich, een kogel in de borst, maar heel weinig bloed. Arnaldo Otegi: "Ondanks onze diepe pijn zullen we reageren met politieke intelligentie. De Spaanse en Franse staat zijn tot alles in staat om ons vredesproces te dynamiseren."
In de nacht van 19 maart 2005 vertrokken 20 autobussen richting gevangenis van FleuryMérogis, (Parijs). De bussen vanuit Bizkaia werden in de buurt van Durango, waar de reizigers gingen eten, al "verwelkomd" door een vijftal groene "patrouillewagens" van de Guardia Civil en ééntje van de leden van de eigen "Baskisch" Ertzaintza. Nog op "Spaans" grondgebied werd de karavaan staande gehouden en de Franse politie kwam, waarschijnlijk in het kader van de beroemde "FransSpaanse samenwerking tegen het internationale terrorisme, vragen waar de reis naartoe ging en hoeveel personen er in elke bus zaten. Eenmaal op Frans grondgebied keerde de rust enigszins terug onder de reizigers. Tegen 8 uur werd er nog eens gestopt en verschenen er steeds meer patrouillewagens van de CRS die de nummerplaten controleerden om te zien of de collega's hun werk ook wel goed hadden gedaan.
Don José María Setién Alberro werd geboren te Hernani op 18 maart 1928. Hij studeerde aan het Seminarie van Vitoria en aan de Gregoriaanse Universiteit te Rome. Hij werd licentiaat in de Godgeleerdheid en behaalde een doctoraatstitel in Canoniek Recht. In oktober 1955 werd hij aangesteld als professor Morele Theologie in het Seminarie van Vitoria en later, in 1960, werd hij decaan Canoniek Recht en Theologie aan de universiteit van Salamanca. Op het einde van de jaren 60 werd hij aangesteld als Vicaris-generaal te Santander en later hulpbisschop van San Sebastián. Vanaf 14 februari 1979 tot en met 13 januari 2000 was hij bisschop van San Sebastián, en op 23 december 2003 werd hem het ereteken Gipuzkoako Urrezko domina, de gouden medaille van Guipuzkoa, toegekend door de Forale Deputatie van Guipuzkoa. Hij werd in de bloemen gezet omwille van zijn inzet voor de waarheid en de rechten van de mens.
Over kieslijsten en bevolkingsregisters 17 maart 2003
De 17 Baskische politieke gevangenen in de gevangenis Herrera de la Mancha bleken op 17 maart 2003, buiten hun medeweten, plots ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Manzanares in Ciudad Real, waartoe de gevangenis hoort. Ze werden dan ook geschrapt uit de kieslijsten van de Baskische gemeenten waar ze vandaan kwamen. De betrokkenen hadden hier aangaande geen enkel document ondertekend. Deze maatregel had alleszins te maken met de komende gemeenteraadsverkiezingen. Mogelijk is dit bevel rechtstreeks vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken gekomen, waartoe de gevangenissen behoren. De voornaamste consequentie was dat de gevangenen niet meer mochten stemmen in hun eigen Baskische gemeente, wat erop neerkomt dat ze niet meer op een kandidaat van hun voorkeur konden stemmen.
Vier jaar geleden, vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 2003 in Baskenland gebeurde dit al met de gevangenen van Puerto 1 (Cádiz). Eén van de advocaten van de gevangenen wijst op de moeilijkheid die er ontstaat als een gevangene, na vrijlating, opnieuw wil ingeschreven worden in zijn gemeente. Hiervoor heeft hij een nieuwe identiteitskaart nodig van die gemeente en daarbij kunnen "problemen" optreden.
Een nieuwe episode van politionele barbaarsheid 16 maart 2005
Familieleden van de drie arrestanten die dinsdag in Navarra en Bizkaia werden opgepakt tonen hun ongerustheid over de isolatiedetentie en spreken over "een nieuwe episode van politionele barbaarsheid".
Eder Aritz Lizaso, Gorka Diez de Ultzurrun en Mikel Ziaurriz werden dinsdagnacht om 1 uur uit hun huizen gesleept door tot de tanden toe gewapende leden van de Guardia Civil die niet eens aanbelden maar meteen de deuren insloegen en begonnen te schreeuwen. Zo diende de vriendin van Eder Aritz gedurende 4 uren met het gezicht naar de muur te blijven staan, waarbij ze voortdurend onder schot gehouden werd. Zelfs familiefotos, computers en gsms van familieleden werden meegenomen. De familieleden vragen zich af wat er uit deze vijf dagen isolement te voorschijn gaat komen aan zelfbeschuldiging en beschuldiging van derden ten gevolge van mishandeling en foltering.
Tevens klagen ze aan dat de Spaanse gouverneur in Navarra, Vicente Ripa, meteen aan de buitenwereld verkondigde, zonder dat er bewijzen waren, "dat het duidelijk was dat het om leden van ETA ging." Merkwaardig is ook het feit dat de pers, bij voorbaat op de hoogte gebracht, het verslag live kon verslaan.
Eén der meest geavanceerde landen van de wereld, naar eigen zeggen
Koldo Kareaga 15 maart 2003
Op 15 maart 2003 werd in de gevangenis te Soria bij de Baskische politieke gevangene, Koldo Kareaga (48 j.), een zeer gevaarlijke en agressieve tumor geconstateerd. Tien maanden geleden klaagde Kareaga over een enorme pijn in het nierbekken. Waarschijnlijk in het kader van "het laten wegrotten in de gevangenissen van de Baskische gevangenen", werden er toen geen proeven gedaan, noch diagnoses gesteld.
Kareaga werd op 15 januari 1981 in Bergara gearresteerd en in het politiecommissariaat gefolterd. De voorbije 22 jaren zat hij in 11 verschillende gevangenissen, en nam hij deel aan een dozijn hongerstakingen. In december 1999 had hij 3/4de van zijn straf achter de rug, maar werd niet vrijgelaten.
Op 29 maart 2003 manifesteerden 14.000 personen (zie foto) voor de onmiddellijke vrijlating van Koldo Kareaga en zijn lotsverbonden genoot in het lijden, Bautista Barandalla.
Op 14 maart 2007 was de laatste zittingsdag in het monsterproces 18/98. De beklaagden krijgen het laatste woord. Euskal Herria krijgt het laatste woord. (relaas van deincidentrijke zittingen)
Het proces is 21 november 2005 gestart en heeft 16 maanden geduurd. Het is het gevolg van een paar juridische spitsvondigheden begonnen in 1998. De bedoeling was een groot deel van de Baskische gemeenschap het zwijgen op te leggen, de linkse abertzales. Het was het proces tegen het Baskische nationalisme. Een uitzonderingstoestand werd gecreëerd en het recht van vrijheid van mening, het recht op bijeenkomsten en vergaderingen, het recht op ondernemen, het recht op een eigen ideologie, het recht op dissidentie werden met de voeten getreden. Het recht op zelfbeschikking staat niet in het woordenboek van het staatsnationalisme.
De aanval was eigenlijk al begonnen in 1996 toen, na een furieuze en georkestreerde propagandacampagne, de eerste verdachtmakingen gelanceerd werden tegen Herri Batasuna. De voltallige directie werd veroordeeld en opgesloten. Dit was zonder voorgaande in Europa. De PSOE, de socialisten, waren toen aan de macht. Een paar jaar later, toen de PP de macht overnam, werd de repressieve strategie agendapunt nummer 1 voor de regering. Ideeën, initiatieven, sociale en politieke activiteiten werden gecriminaliseerd. Onder impuls van magistraat Baltasar Garzón werd vanaf dit moment de filosofie van het netwerk uitgetekend. Personen en organisaties die hetzelfde doel nastreefden als ETA (zelfbeschikking) werden beschouwd als het netwerk van ETA. De finaliteit was al die personen en organisaties buiten de wet te stellen. Het motto Todo es ETA, ze zijn allemaal van ETA, moest juridische stappen en veroordelingen vergemakkelijken. De impuls van deze strategie was louter politiek: de sacrosancte eenheid van het grote Spanje vrijwaren. De processen die gevoerd werden, waren generaliserend: ze handelden niet over specifieke delicten, maar over algemeen vooringenomen stellingen die tot doel hadden een bepaalde sociopolitieke gemeenschap te straffen. Als klap op de vuurpijl werden die processen gevoerd voor een uitzonderingsrechtbank, de Audiencia Nacional, opvolger van het Tribunal de Orden Público onder Franco. De Audiencia Nacional hanteerde eigen normen over de rechtstaat, en dit met goedkeuring van de uitvoerende macht. Verklaringen afgelegd onder de vreselijkste folteringen werden met de mantel van de macht bedekt en op de koop toe als wettelijk bewijsmateriaal aanvaard. Vreemde zaken zijn er in de rechtszaal gebeurd. Meerdere malen werd het recht op verdediging geschonden. Vanaf het begin werd een rechtsprocedure naar eigen goeddunken gehanteerd; de vooringenomenheid van het Hof lag er vingerdik op; personen die rechtstreeks met het onderzoek betrokken waren, werden onder hevig protest van de verdediging toch als deskundigen opgeroepen; bewijslast (vooral ten ontlaste) verdween; documenten waren onvolledig; 100.000 documenten, waarvan de verdediging niet in kennis werd gesteld, werden op de rol geplaatst; meermaals werd aan de beklaagden of aan de verdediging het woord ontnomen; de vertalingen van het Euskara naar het Castilliaans brachten totaal verkeerde interpretaties aan het licht; tegenstrijdige verklaringen waren schering en inslag; authentieke documenten die verdwenen waren, werden vervangen door al dan niet gemanipuleerde kopieën; vreselijke verhalen van folteringen, werden door het Hof als niet ter zake weggewuifd Aan het eind van dit monsterproces krijgen de beklaagden, de verdedigers van een Euskal Herria, het laatste woord. Ze staan niet alleen. Intussen hebben al meer dan 15.000 Basken zichzelf in beschuldiging gesteld voor gelijkaardige feiten. Feiten die in een democratie niet strafbaar zijn. Spanje is echter geen democratie, maar een democratuur: een dictatuur van een bepaald gedeelte van het volk, met heimwee naar het España una, España grande, España libre van Franco. Met heimwee naar de macht om de macht.
Meteen na de moordende aanslag door Moslimterroristen in Madrid op 11 maart 2004, schoof de regerende PP de leugenachtige schuld in de schoenen van ETA, en bleef daar tegen beter weten in, op alle mogelijke manieren, op doordrammen.
Aanhangers kregen als het ware een vrijgeleide.
In Pamplona eist, op 13 maart, een vrouw, Pilar Rubio, in een bakkerswinkel dat de uitbaterbuurman, Angel Berrueta, een affiche "ETA NO" ophangt. Als hij dat weigert, gaat ze naar huis en komt even later met haar echtgenoot (de Guardia Civil, Valeriano de la Peña) en haar zoon (Juan, Manuel) terug en beiden vallen de man aan. De zoon van 19, met een mes. De echtgenoot schiet de winkelier met 4 kogels dood en hij krijgt een messteek van de zoon. Hij was lid van "Gurasoak", "De Ouders", een vereniging die opgericht werd om de klachten te bundelen tegen de willekeurige aanhoudingen van Baskische jongeren. Twee (van hun vier) kinderen werden ooit opgepakt voor Kale Borroka ("straatgeweld") en de moeder was ooit woordvoerster van de organisatie Gurasoak..
Als later vrienden en familieleden voor de bakkerswinkel samenkomen, chargeert de politie tegen hen. De politieman was de persoonlijke lijfwacht en chauffeur van de rechtse, Franquistische politicus en kandidaat voor de PP uit Navarra, JaimeIgnacio del Burgo.
Itziar Goienetxe, de echtgenote van Xabier Alegria, één van de arrestanten bij de sluiting van de krant Egunkaria mocht op 12 maart 2003 voor het eerst haar man in de gevangenis bezoeken. Die verkeerde in totale shocktoestand en kon gedurende 40 minuten geen woord uitbrengen. "Ik moest op hem roepen dat ik het was, maar zijn ogen bleven afwezig. Zijn handen bleven trillen." Alles een gevolg van de 5 dagen afzondering!
De vijfjarige zoon van Xabier Alegria heeft zijn vader al drie keer gevangen zien nemen:
1.bij de sluiting van EGIN (beschuldiging: "collaboratie")
2.bij de operatie tegen Ekin ("integratie" lees: lidmaatschap)
3.bij de sluiting van Egunkaria (opnieuw "collaboratie")
Ook Baskisch parlementsvoorzitter, Atutxa, noemt de aanklachten van foltering tegen Otamendi "geloofwaardig", maar hij voegt eraan toe dat commandoleden van ETA instructies krijgen om folteringen aan te klagen. Zijn de aanklachten van foltering door Amnesty International en andereinternationale organisaties dan ook door ETA geïnstrueerd?
Het is intussen exact 3 jaar geleden dat het bloedbad, door Moslimterroristen in Madrid op 11 maart 2004, heeft plaatsgehad. Er bleven 191 reizigers dood en er raakten er 1.824 gewond. Op 15 februari 2007 is te Madrid, voor de Audiencia Nacional, het proces van start gegaan.
De aanslagen gebeurden op 3 dagen voor de verkiezingen, waarin de PP volgens alle opiniepeilingen een ruime overwinning zou behalen, weliswaar net niet de volstrekte meerderheid. Als de aanslagen konden toegeschreven worden aan ETA, dan zou de PP een ruime volstrekte meerderheid behalen.
Het regime Aznar probeerde de verkiezingen, van drie dagen later, te manipuleren door de aanslag in de schoenen van ETA te schuiven, met het oog op electorale winst. De bewijzen die het regime hiervoor aanhaalde waren:
1.Men had ETA-gevangenen tijdens het luchten zien praten met Moslimgevangenen.
2.Er waren resten van producten gevonden die ook ooit door ETA gebruikt werd bij de vervaardiging van springstof!
De aanslag was natuurlijk een wraakoefening van radicale Moslims op de Spaanse deelname aan de oorlog in Irak, maar als de PP de goegemeente zou kunnen doen geloven dat het daarentegen een wraak van de radicale Basken was omwille van de harde repressie tegen het Baskische Nationalisme dan kon de partij in de slachtofferrol kruipen en de zilverlingen opstrijken. (Mariano Rajoy zou in opvolging van Aznar de nieuwe premier worden. Dat was zo afgesproken. Begrijpt u nu de houding van Rajoy t.o.v. de PSOE-regering?) In een radio-interview op Herri Irratia verklaarde Arnaldo Otegi om 9:00 u. s morgens al dat ETA zeker niet de dader was. De PP bleef op een schandalige wijze ETA met de vinger wijzen. De Spaanse ambassades werden door de PP-Regering verplicht verklaringen aan journalisten in die zin af te leggen! Een nooit geziene machinatie kwam op gang, die nooit werd onderzocht. Le Monde kwam dan ook met een karikatuur van Aznar, bevriend staatshoofd, met een Pinocchio-neus! Maar ook de Baskische Lehendakari Ibarretxe, sprak vóór zijn beurt. Hij sprak schande over de beesten van ETA. Toen om 13:15 u. een verlaten bestelwagen met ontstekers én audiocassettesmet verzen uit de Koran werd ontdekt, begon de puzzel in elkaar te passen. Ibarretxe wachtte wel nog 25 uren om zijn te verklaringen te herroepen. De PP bleef verder liegen en dat doen ze vandaag nog steeds! De spreekbuis van de leugen, de manipulatie en de verwarring is tegenwoordig de krant El Mundo (raakt nog niet tot aan de enkels van Le Monde). Lijnrecht tegenover de bevindingen van het 3 jaren durende onderzoek van gespecialiseerde onderzoeksrechters, beweert El Mundo dat er bewijzen zijn van deelname van ETA. Merkwaardig is dat die bewijzen nooit uit de doeken gedaan worden. Ze gaan zelfs zover dat ze er de Spaanse inlichtingendienst bij sleuren die, samen met ETA en met de moslimterroristen, een complot zouden beraamd hebben om de regering-Aznar te doen vallen.
Maar wat met de Baskische slachtoffers van PP-manipulatie die volgden op de aanslagen?
Hun namen staan niet op de slachtofferlijst!
Naar aanleiding van de beschuldiging door de PP dat ETA de aanslag had gepleegd kwamen de nuttige idioten weer overal op straat om te manifesteren tegen de Organisatie. In Iruñea-Pamplona wilde, twee dagen na de aanslag, de vrouw van een Spaanse politieman de bakker uit haar wijk (Donibane) verplichten een A4tje tegen ETA (ETA no!) aan zijn vitrine te hangen. Toen de bakker (Angel Berrueta) dat weigerde haalde ze haar man en zoon. De zoon stak de bakker met een machete dood, terwijl de vader hem op hetzelfde ogenblik met zijn dienstwapen doodschoot. De politieman en zijn zoon zitten in de gevangenis. De echtgenotenaanstichtster kwam snel vrij. In Hernani werd de volgende dag (14.03.04) bij een protest tegen deze doodslag door de Baskische politie gechargeerd. Hierbij overleed Kontxi Sanchiz (58 jaar) aan een hartinfarct.
Gisteren, 9 maart 2008, trok de bevolking naar de stembus om 350 volksvertegenwoordigers te verkiezen. De oproep om massaal te komen stemmen als antwoord tegen ETA, viel serieus tegen. De opkomst lag zelfs 2% lager dan in 2004.
De oproep in Baskenland tot onthouding, kende een groot succes, bijna 34%: in Gipuzkoa liep dit op tot 43% van de bevolking, wat immens is. De BOICOT 9-M is geslaagd.
De PSOE heeft het dus gehaald met 169 zetels op 350. De PP met 153 zetels.
In Euskadi verliest de PNV de 1 zetel (van 7 naar 6), en ook de PP verliest 1 zetel, ten voordele van de PSE-EE (Baskische socialisten) +2.
In de Tweede Afdeling van het Provinciaal Gerecht van Araba begint op 10 maart 2003 het proces tegen de spionnen-afluisteraars van de partijzetel van Herri Batasuna in Vitoria-Gasteiz. In maart 1998 werd in de zetel geavanceerde afluisterapparatuur gevonden die er mogelijk al 10 jaar aanwezig was. De aangeklaagde is machtig: de Spaanse Staat en wel op zijn meest gevoelige plek: de Geheime Dienst, Cesid en de beklaagden hebben faam. De ex-directeurs van "Het Huis", Emilio Alonso Manglano (in de periode 1985-1995) en Javier Calderón (1996-2001), alsook Juan Alberto Perote zitten op de beklaagdenbank.
De spionage gebeurde onder de PSOE-regering van Felipe González, maar ook nog onder het regime-Aznar, en toen de feiten bekend werden, verklaarden beiden dat tegen Herri Batasuna alles toegelaten was.
Nu beroepen ze zich op de zwijgplicht. Telkens de advocaat van Manglano getuigen hoort verklaren, meent hij hen te moeten wijzen op hun rechten en daarbij te herhalen dat "ze mogen zwijgen". Manglano en Perote werden eerder al veroordeeld, dus kon hij hen misschien beter eens op hun PLICHTEN wijzen.
De PNV die, naar aanleiding van de aanslag op Isaías Carrasco, bijzonder hard van leer trok tegen ETA, ronselde vanaf februari 2008 stemmen van diezelfde ETA. De brief is ondertekend door de voorzitter van de PNV, Urkullu.
Zij vragen Etarras die gevangen zitten in Franse gevangenissen om voor hen te stemmen en betreuren het dat ze zo ver van huis zijn. Zie als voorbeeld de brief gericht aanJuan Carlos Subijana