Archief per maand
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    BASKENLAND
    Littekens op een stierenhuid
    Net zoals de Vlamingen streven de Basken naar onafhankelijkheid. Hier is een deel van hun verhaal.
    09-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIES-gevangenen - Fichero de Internos de Especial Seguimiento
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Laudelino Iglesias vrij
    9 augustus 2004

     

    Laudelino Iglesias kwam op 9 augustus 2004, na 23,5 jaar cel, vrij uit de gevangenis van Picasent. Iglesias was gedurende de laatste 15 jaar FIES-gevangene (Fichero de Internos de Especial Seguimiento), iemand die speciaal “begeleiding” geniet, en daarbij vooral van een aantal “rechten” als gevangene beroofd wordt . Dit was niet te wijten aan terreurdaden waarvoor hij veroordeeld zou geweest zijn, maar aan het feit dat hij, eenmaal in de cel, regelmatig deelnam aan protesten tegen de behandeling van (sociale) gevangenen, wegens het aanklagen van gevangenenspreiding, foltering en slagen (waarvan hij zelf ontelbare keren het slachtoffer was) of van het FIES-systeem. Daardoor zat hij regelmatig in de isoleercel, werd het hem verboden te corresponderen of bezoek te ontvangen.

    In 2003 vroeg hij zich in een brief af of ze hem wel ooit gingen vrijlaten. Met een duidelijke kennis van zaken noemde hij een aantal wandaden op die in dit land plaatsvonden en waarvan de daders al lang op vrije voeten zijn: “Ik heb nooit een staatsgreep willen plegen (Tejero), nooit iemand tot de dood gefolterd en daarna begraven onder ongebluste kalk (Lasa en Zabala), nooit als Bankdirecteur miljoenen geroofd (Zaak Ibanesto), nooit miljoenen opgestreken met wapen- of drugshandel (Guardia Civil). Ik zit enkel vast omdat ik arm was.” Door de verschillende hongerstakingen kreeg hij verschillende types van hepatitis. Zijn moeder die zwaar ziek is, zag hem gedurende 12 jaar niet!

    Brief van Laudelino Iglesias Martinez

    Vanuit de dodengangen van Villanubla, Valladolid, 26-02-2001     

    Beste strijdmakkers. Ik heet Laude en ik zou jullie willen laten weten dat het Hooggerechtshof van deze moordende Staat mij heeft veroordeeld tot levenslang in de gevangenis; mij heeft veroordeeld te sterven in de dodengangen van deze moderne concentratie- en uitroepingskampen. Men kan inderdaad zeggen dat ze mij veroordeeld hebben tot de doodstraf. De Spaanse Staat, ook al heeft ze mij gedurende meer dan 20 jaar aan één stuk door gefolterd in haar gevangenissen, heeft besloten me tot de dood te veroordelen, terwijl ze mij al 7 jaren geleden had moeten vrijlaten, als men zich ten minste houdt aan wat in haar strafrechterlijke code of Constitutie is vastgelegd, die de gevangenisstraf limiteert tot maximum 20 jaar en bepaalt dat niemand mag onderworpen worden aan foltering noch aan vernederende straffen of behandelingen. Maar in werkelijkheid schitteren het humanisme en het in de praktijk brengen van die wetten door hun afwezigheid. Mijn geval is een bijkomend bewijs van de terroristische essentie van deze Staat; misbruik, pesterij, sadisme, moord, zijn de geprefereerde en gebruikelijke praktijken tegen al degenen die vechten voor het leven, voor de vrijheid, en voor de waardigheid van alle menselijke wezens.        
    De monarcho-franquistische maffia’s die dit land bepalen onderdrukken en exploiteren ons, dompelen ons onder in de armoede en de ellende, vervreemden ons en maken ons ziek, marginaliseren ons, controleren en vergiftigen onze levens. Zij slagen ons, folteren ons, vermoorden ons als we in opstand komen tegen deze schurken. Zij houden ons onder toezicht en sluiten ons op in hun uitroepingskampen om ons dag na dag te folteren, om ons te gebruiken als gijzelaars tegen de sociale en revolutionaire strijd (...), om ons economisch uit te buiten, om ons te vernederen, om ons voortdurend te pesten, om ons gek te maken en ons te vermoorden (...). Om ons te isoleren en ons te kwellen.     
    Ik persoonlijk ben met een veelheid van deze vuile methodes in aanraking gekomen, men heeft mij gefolterd, afgeranseld, beledigd, met de dood bedreigd, gepest om mij te doden, gedurende meer dan 12 jaar ononderbroken in isolatie gehouden, door me onder te brengen onder het FIES module 1 regime (...), ziektes veroorzaakt en onderhouden, in het algemeen heeft men systematisch al mijn fundamentele rechten geschonden. Zij waren op het punt me dood te slagen iedere keer dat ik werd afgeslagen, dat is verschillende keren gebeurd en tijdens één van die afranselingen hebben ze mij in coma geslagen en gereanimeerd in het hospitaal.  
    Met deze levenslange veroordeling is het duidelijk dat ze doorgaan me te willen vermoorden, dat is wat ze op de één of andere manier proberen, altijd zich verbergend achter de schijn van zelfmoord, of een ruzie tussen gevangenen, of een overdosis, of om het even welke klucht. Gedurende die meer dan 20 jaar dat ze me opgesloten houden, hebben ze reeds een groot aantal van mijn vrienden vermoord, ze hebben hen doodgeslagen, door middel van foltering, ophanging, door ziektes uit te lokken of toe te dienen, met overdoses, door andere gevangenen te gebruiken in ruil voor strafherziening, of door confrontaties tussen de gevangenen te provoceren op basis van geruchten, drugs, rechten of privileges in de gevangenis. Ik gebruik geen drugs, ik rook ook geen tabak, ik ben vegetariër en ik probeer een gezond leven te leiden in deze vijandige omstandigheden. Ik kom van Euskal Herria, en mijn ideeën zijn libertair, ik heb vele vrienden, ik voel me geliefd, ik ben nog altijd jong en ik wil graag leven, maar voor alles leven in vrijheid, en op geen enkele manier zal deze veroordeling tot levenslang me deze zin voor het leven doen verliezen, en nog minder om door te gaan met te strijden voor wat ik wil, de liefde en de droom.      
    In deze Staat zijn wij met vele gevangenen die er momenteel meer dan 20 jaar opsluiting hebben opzitten, en talrijk zijn ook degenen die veroordeeld zijn tot levenslang, wat gelijk staat met de doodstraf, want het is duidelijk dat deze staat haar eigen wetten niet respecteert. Zij is nog minder Democratisch en een Rechtsstaat, maar bedrieglijk en moordend. Zij praktiseert de opsluiting, de foltering, de levenslange veroordeling en de doodstraf tegen alle personen die rebelleren tegen deze schurken. (...)  
    Het feit dat deze staat heeft besloten me tot levenslang te veroordelen ook al heeft ze me meer dan 20 jaar opgesloten gehouden in haar uitroepingskampen, is een nederlaag voor de Staat en een overwinning meer voor de libertaire zaak, want na meer dan 20 jaar foltering en mishandeling zijn ze er niet in geslaagd me te doen afzien van mijn libertaire ideeën en gedurende de vele andere jaren dat ze me zullen blijven kwellen zullen ze daar niet in slagen.            
    Aldus, beste vrienden en strijdkompanen, neem dit nieuws niet op als een nederlaag, maar integendeel beleef het als een overwinning, want zonder enige twijfel, het is een overwinning van het menselijke verzet tegen de kapitalistische gevangenisbarbarij en bovendien een triomf van de libertaire ideeën en praktijken.
    De strijd gaat voort, wij zullen rusten eens we het kapitalisme hebben verslagen, eens we de onderdrukking en de uitbuiting hebben overwonnen, als alle mensen vrij zijn en meester over hun toekomst, als de mensenrechten gerespecteerd worden van alle mensen en alle volkeren, als we een vrije, gelijke, solidaire en gezonde wereld hebben bereikt, als we een wereld zonder gevangenissen zullen gebouwd hebben. Zolang de waardigheid wordt vertrappeld, kan niemand ons de hoop doen verloochenen, onze hoop en onze opofferingen zijn nooit vergeefs. Noch de opsluiting, noch de gerechtelijke klucht, noch de veroordelingen, noch de moordaanslagen tegen ons zullen de revolte verslagen.
    Dat is het voor nu, ik zeg jullie dat ik van jullie hou en zend jullie een stevige broederlijke en libertaire omhelzing. Salud y Anarkia! Jo ta ke! Hurrengo arte, lagunak!Agur.

    Laudelino Iglesias Martinez  
    C.P. Villanubla

    09-08-2007 om 08:38 geschreven door Natxo  


    08-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. 'œLeve de Guardia Civil'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    License to kill

     

    De rechter laat vandaag, 8 augustus 2005, negen Guardia Civiles vrij die betrokken waren bij de “doodslag” in Roquetas de Mar “omdat de aanhouding niet meer nodig is voor het onderzoek en er geen vluchtrisico is.”

    Buiten stonden familieleden en vrienden “Moordenaars!” te roepen, maar er stonden ook mensen met borden waarop te lezen stond: “Leve de Guardia Civil.” Toen die borden door de tegenbetogers werden afgetrokken haalde een oude “strijder” plots een revolver van achter zijn broeksriem en schoot één keer in de lucht. Omstanders konden hem zonder véél moeite ontwapenen. De betrokken agent had al eerder problemen met mensen die “agressief” werden.

    In Roquetas de Mar (Almeria) kwam een tijdje geleden Juan Martínez Galdeano in de kazerne van de Guardia Civil hulp vragen na een verkeersaccident. Daar werd hij door de agenten doodgeslagen! “Hij zou agressief geworden zijn toen de agenten een alcoholtest wilden afnemen.” De verklaringen van de overste waren eigenlijk te belachelijk voor woorden. In “La Razón” kreeg de Guardia Civil steun: “De uitzondering bevestigt de regel.” “Bijna 100.000 mensen staan ten dienste van de gemeenschap en van de wet en worden daarvoor ook nog slecht betaald.” Maar mag je dan over het leven van anderen beschikken? En die “uitzondering”, daar weten heel wat Basken over mee te spreken. Lasa en Zabala, Mikel Zabalza, “omgekomen” bij “ondervragingen”. Unai Romano. Beursgeslagen. Allemaal uitzonderingen…

     

    Zou dit een tweede “Zaak Almería” worden. In “El Caso Almería”, waarvan later nog een film werd gemaakt, raakten in mei 1981 drie jongeren uit de streek bij een wegcontrole in handen van de Guardia Civil van Roquetas de Mar. Het waren gastarbeiders in het Noorden (Santander) op weg naar een communiefeest van een broertje van één van hen “thuis”: Juan Mañas, Luis Montero en Luis Manuel Cobo. Plots meende iemand dat het wel eens om een ETA -commando zou kunnen gaan, op weg naar een aanslag. En de 3 werden dood gefolterd! Daarna vonden de agenten er niets beter op dan de drie lijken in hun auto te stoppen, die in brand te steken en naast de weg in een ravijn te duwen om een verkeersongeval te suggereren. De Guardia Civil verklaarde dat ze op de banden van de auto geschoten hadden, maar de lijken van het drietal vertoonden kogelinslagen over heel het lichaam. En er ontbraken benen en handen! Drie jaar later schreef een Guardia in gewetensnood (?) een anonieme brief naar de familie van Juan Mañas waarin hij het hele voorval vertelde en de Guardias die aan de actie hadden deelgenomen bij naam en toenaam noemde. Drie Guardia Civiles, waaronder een kolonel, werden veroordeeld tot respectievelijk 24, 15 en 1 jaar cel. De advocaat van de familie werd gepest en herhaaldelijk met de dood bedreigd.

     

    In augustus 1976, negen maanden na de dood van Franco schoot de Guardia Civil van Almería een 19-jarige student dood die de slagzin “brood, werk en vrijheid” op een gevel schilderde. De Guardia verklaarde dat hij alleen had geschoten, omdat de “delinquent” niet stopte toen hij dat bevel gegeven had.

    08-08-2007 om 10:46 geschreven door Natxo  


    07-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De affaire Léon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    “Non da Popo?”
    “Waar is Popo?”
    +7 augustus 1983?

    Jean-Louis Larre werd geboren te Heleta (Hélette) op 6 april 1962. Al zijn vrienden noemden hem “Popo”. Vanaf de adolescentie lag zijn engagement in de verdediging van de Baskische cultuur. Hij maakte deel uit van de dansgroep van zijn geboortedorp Hélette en nam deel aan het culturele en sportieve leven van Baigorri. Hij was ook een formidabele acteur en trad dan ook toe tot de toneelvereniging "Xirristi Mirristi". Dit culturele parcours en zijn gehechtheid aan het Euskara brachten hem er toe zich politiek te engageren om de rechten van zijn volk te verdedigen. Geleidelijk aan offerde alles op om zich volledig toe te wijden aan de gewapende strijd ten gunste van zijn volk, binnen de organisatie Iparretarrak.

    Op 7 augustus 1983 greep op een camping te Léon (in de streek de Landes) een vuurgevecht plaats. Er was een confrontatie aan de gang tussen militanten van Iparretarrak en twee Franse gendarmes. Eén gendarme werd gedood en de andere gekwetst. Popo Larra maakte deel uit van de groep militanten. De groep kon vluchten, met uitzondering van Popo. Het laatste wat zijn kompanen van hem zagen, was dat hij verdween in de bossen van Léon.

    Gedurende verscheidene maanden werd niets maar van Popo gehoord. In de kranten verscheen het verslag van het gerechterlijk onderzoek, dat volledig te wensen overliet. In feite is er nooit een onderzoek geweest, en als er al één geweest was, werden de feiten in de doofpot gestopt. Iparretarrak verspreidde een communiqué waarin de gendarmerie beschuldigd werd Popo gearresteerd te hebben en hem definitief van de aardbol hebben doen “verdwijnen”. Hierop werd de familie uitgenodigd om het “officiële” dossier in te kijken. In dat dossier stond dat “mysterieuze” getuigen Popo nog naderhand gezien hadden. Geen namen, geen omstandigheden, niets concreets. De verdediging van de familie vroeg om alle ‘plans d'eau’ en ‘lacs’ van de regio te onderzoeken (en er zijn er veel daar.) Er gebeurde evenwel niets. De tijd verstreek. Er werden foute elementen ontdekt in het dossier. De ene onderzoeksrechter werd vervangen door een andere. Nooit komt er nog duidelijkheid in deze zaak, en hierdoor wordt de thesis van moord (en opruiming) alleen maar bevestigd. 

    Op 31 maart 2000, 17 jaar na de feiten, doet justitie in Parijs uitspraak in de "Zaak Léon" waarbij op 7 augustus 1983 in een vuurgevecht tussen Iparretarrak en leden van de Franse Gendarmerie een gendarm gedood werd en een andere gewond.  Filipe Bidart krijgt 20 jaar, Gabi Moueska 15 jaar en Totte Etxebeste 4 jaar. Tijdens dit proces was er veel tumult rond de verdwijning van Popo Larre. " Non da Popo? (Waar is Popo?). Popo Larre verdween op het ogenblik van het vuurgevecht van de aardbodem. De "huissier" dreef op de opening van het proces, op 22 maart 2000, het cynisme ten top met de vraag: "Is Monsieur Jean-Louis Larre aanwezig?"  Naast Spanje, in de "Zaak Lasa en Zabala", stond hier de Franse Staat voor schut.

    07-08-2007 om 08:42 geschreven door Natxo  


    06-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een eigenzinnige man
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Juan de Ajuriaguerra Ochandiano
    °6 augustus 1903

    Juan de Ajuriaguerra Ochandiano werd geboren te Bilbao op 6 augustus de 1903. Hij was Baskisch nationalist en één van de leiders van de PNV in ballingschap. Na de dood van Franco werd hij voorzitter van een gemengde commissie belast met overheveling van bevoegdheden naar de Baskische regering. In 1978 nam hij voor een paar uur de functie van Lehendakari waar.

    Tijdens zijn studentenperiode in Bilbao begon hij zich voor het nationalisme te interesseren en sloot zich aan bij een groep "mendigoizales" (bergwandelaars) die het nationalisme hoog in het vaandel hielden. In 1927 studeerde hij af als industrieel ingenieur.

    In 1934 werd hij als bestuurslid verkozen in de “Bizkai Buru Batzar” (BBB), uitvoerend orgaan van de PNV in Bilbao. Tijdens de burgeroorlog werd hij in de Baskische regering, onder leiding van José Antonio Aguirre, verantwoordelijk gesteld voor de propaganda. De bedoeling was de inlichtingendiensten van de Franquisten in Frankrijk te neutraliseren.         

    Na de val van Bilbao was hij één van de onderhandelaars bij het “Pacto de Santoña” (24 augustus 1937). Hij was toen al opgeklommen tot voorzitter van de “Bizkai Buru Batzar”. Het Pact regelde de overgave van het “Ejército Vasco de Euzkadi”, het Baskisch leger, aan de hand van bepaalde voorwaarden.  Ajuriaguerra negeerde hierbij het afwijzende advies van de Lehendakari José Antonio Aguirre. De soldaten zouden als krijgsgevangenen beschouwd worden onder de hoede van de Italianen, niet onder de Franquisten; politieke leiders en functionarissen zouden de mogelijkheid krijgen te ontsnappen via zee met de Engelse schepen ‘Boby’ en ‘Seven Seas Spray’…      
    Franco verwees dit Pact naar de prullenmand en op 15 oktober 1937 werd een grote groep leiders (nationalisten, socialisten, communisten, cenetisten (CNT vakbond) en soldaten van het Baskische leger terechtgesteld.       

    Ajuriaguerra verbleef 6 jaar in diverse Spaanse gevangenissen, kreeg het hard te verduren onder de verschillende sancties die hem werden opgelegd en hij weigerde als ingenieur om de werken van een strafbataljon te ondersteunen. In zijn cel bleef hij bedrijvig met de organisatie van de weerstand tegen de Franquisten en legde de basis voor de “Eusko Naia” (Baskische golf), een project voor de oprichting van een paramilitaire organisatie in de schoot van de PNV.

    In 1943 werd hij vrijgelaten uit een gevangenis op de Canarische eilanden en werd in Pamplona onder huisarrest geplaatst. Hij overleed in Ayegui (niet ver van Estella en van het Monasterio de Irache) op 25 augustus 1978.

    06-08-2007 om 07:48 geschreven door Natxo  


    05-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Las Trece Rosas
    De dertien rozen
    +5 augustus 1939

    Niet alleen Basken hadden het hard te verduren tijdens en na de burgeroorlog. Ook wie zich wat “links” opstelde, mocht rekenen op een brutale repressie.

    Na de val van Madrid (30 maart 1939) in handen van de Franquisten, en na het einde van de burgeroorlog (Franco proclameerde het einde van de oorlog op 1 april 1939: “La guerra ha terminado”), probeerden de “JSU-Juventudes Socialistas Unificadas” (eenheidsfront van jongsocialisten) zich clandestien te reorganiseren.

    Op 27 juni 1939 werden Isaac Gabaldón, commandant van de Guardia Civil (belast met het opstellen van zwarte lijsten tegen socialisten, communisten en nationalisten), zijn dochter en hun chauffeur in duistere omstandigheden vermoord in Talavera la Reina. Drie militanten van de JSU en de PCE (communistische partij) werden, al dan niet terecht, in beschuldiging gesteld (bewijslast was in die tijd niet nodig). Als represaille werden 56 jongeren gearresteerd, onder hen de “Trece Rosas” (een groep van 13 jonge meisjes). Zij werden beschuldigd van “rebellie”.

    In de vroege ochtend van 5 augustus 1939 werden de 56 tegen de omheiningmuur van het kerkhof van Almudena (Madrid) geplaatst en gefusilleerd

    Las Trece Rosas is de naam die gegeven werd aan een groepje van 13 jonge meisjes (7 onder hen waren minderjarig) die de bloedige repressie niet overleefd hebben. Het zijn:

    Carmen Barrero Aguado
    Martina Barroso García
    Blanca Brisac Vázquez
    Pilar Bueno Ibáñez
    Julia Conesa Conesa
    Avelina García Casillas
    Elena Gil Olaya
    Virtudes González García
    Ana López Gallego
    Joaquina López Laffite
    Dionisia Manzanero Salas
    Victoria Muñoz García
    Luisa Rodríguez de la Fuente

    Foto: gedenksteen voor “Las Trece Rosas”, aan de kerkhofmuur van Almudena.

    05-08-2007 om 08:50 geschreven door Natxo  


    04-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij hebben Madrid nergens voor nodig
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Xabier Arzalluz

    Op 4 augustus 2001 verdedigt de voorzitter van de PNV, Xabier Arzalluz (zie foto), in een interview met het Poolse “Gaceta Wyborcza” de Baskische onafhankelijkheid. Hij zegt dat er dan, eenmaal dit doel bereikt, een definitieve wapenstilstand zal komen en bekritiseert de politiek van de Regering van president Aznar tegenover Baskenland.       

    “Wij hebben Madrid nergens voor nodig en met de onafhankelijkheid bereiken we een échte bevrijding

    “Als er een hoge snelheidstrein komt dan interesseert ons dat omdat we sneller in Bordeaux of nóg noordelijker kunnen reizen. Wij kijken altijd naar boven”.

     

    “Met ETA spreken we niet over ethiek. Volgens hen moet tegen een bezettend buitenlands leger gevochten worden, want tegen macht geldt enkel macht. Artikel VIII van de Grondwet zegt trouwens dat het Leger de eenheid van Staat garandeert.”

     

    “De Democratie staat onder voogdij van het leger en ik zei laatst al dat wij een democratie van erg lage kwaliteit hebben.”

     

    “Wij hebben nooit iets te doen gehad met ETA en we hebben grote moeite gedaan om hen op een politiek spoor te krijgen. We waren er erg dichtbij, maar Aznar zag een gevaar in deze situatie. Hij dacht dat wij, Basken, ons nooit zouden kunnen verenigen juist omdat ETA er was. Toen hij tijdens het bestand zag dat Herri Batasuna in het Baskisch parlement samen met ons begon te stemmen, stak hij het rode licht aan. Daarom interesseerde het hem niet of ETA stopte met moorden, en Mayor Oreja en Aznar deden er alles aan opdat ETA zou blijven bestaan. Met Felipe González hebben we ons altijd goed verstaan. Hij stond steeds in contact met ETA, op hun verzoek. Het contact liep via de Argentijnse Nobelprijswinnaar, Pérez Esquivel, maar het diende tot niets want Aznar kwam op het politieke toneel zoals het paard van Santiago en voor hem telde enkel argumenten van de macht. Hij wilde enkel ETA liquideren.”

     

    “Voor ons was ETA steeds van primordiaal belang, hoewel enkel wat de gevangenen betreft, hun ouders, hun familie. Ze zijn allemaal van hier.”

     

    “Zeker zijn het fanatici, ETA, maar op een uitzonderlijke manier, want ze zijn niet identificeerbaar op zicht of door ermee om te gaan. Ze hebben de nodige mensen, voldoende geld en wapens. Ik ben bang op dit ogenblik. Ik denk dat ze iets heel groots aan het voorbereiden zijn. Daarna zullen wij, de Basken, weer de schuld krijgen.”

    04-08-2007 om 08:30 geschreven door Natxo  


    03-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Guardia Civil, uw vriend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luitenant-Kolonel van de Guardia Civil
    Máximo Blanco
    3 augustus 1999

    Op 3 augustus 1999 wordt de Luitenant-Kolonel van de Guardia Civil, Máximo Blanco, in Tarragona gearresteerd op beschuldiging van drugstrafiek. Blanco was commandant (2de in rij) in de Guardia Civil-kazerne van Intxaurrondo (San Sebastián) onder Generaal Enrique Rodríguez Galindo, waar hij tot 1992 aan het hoofd stond van de antidrugbrigade. (Pepe Rei: “La Red Galindo”, uitgeverij Txalaparta, ISBN: 8486597781. ISBN-13: 9788486597788).

    Bij de arrestatie werden in een yacht 5.400 kg hasjiesj ontdekt. Verscheidene keren werd hij door de krant EGIN in verband gebracht met drugstrafiek (één van de redenen voor de sluiting van de krant). Leuke bende, die Guardias.

    03-08-2007 om 08:37 geschreven door Natxo  


    02-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Berucht folteraar en Gestapovriend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Melitón Manzanas
    +2 augustus 1968

    Na de moord op ETA-militant Txabi, op 7 juni 1968, besloot de ETA-leiding als vergelding de beruchte folteraar Melitón Manzanas (zie foto) te executeren. Manzanas werd gedurende de burgeroorlog, in augustus 1936, gevangen genomen door de republikeinen en opgesloten in een burcht te Guadalupe. Hij werd er door de troepen van Franco bevrijd. Tijdens WOII was hij vertrouweling en medewerker van de Gestapo, waar hij de verfijnde technieken over het folteren aanleerde. Hij leverde ook Joden en vluchtelingen, die door mugalaris over de grens werden geholpen, uit aan de Gestapo.
    Later werd hij politieman en klom op tot Chef Inspecteur van diezelfde politie. Zijn titels waren: “Inspector Jefe del Cuerpo General de Policía” en “Jefe de la Brigada Polítco-Social” in Irún. Hij had zich een stevige reputatie opgebouwd door de kreten van gefolterde Basken op band op te nemen en ze daarna via een radiowagen in het dorp van herkomst van het slachtoffer te laten uitzenden. Voor het eerst trok een ETA-commando erop uit met de uitdrukkelijke bedoeling een vijand fysiek te liquideren. Hiermee werd een nieuwe fase van de gewapende strijd ingeluid, die van de bewuste wraakpleging. De haat van een heel volk kristalliseerde zich in Manzanas.
    Het wachtwoord, voor de liquidatie van Manzanas, was: "La abuela ha muerto. Mañana funerales". (Oma is dood, morgen begrafenis).     
    Javier Isko de la Iglesia zou de schoten gelost hebben na de woorden: "Manzanas, somos de ETA" (Manzanas, wij zijn van ETA).                                                                
    In 2001 werd deze beruchte folteraar en Gestapovriend postuum gedecoreerd door de "democraten" van de Spaanse regering.

    Op 2 augustus 1968, en als antwoord op Txabi Etxebarrieta's dood, werd uiteindelijk besloten om de Francogezinde politieagent Melitón Manzanas González te vermoorden. Hij werd doodgeschoten toen hij de trap van zijn huis in Irún (Guipúzcoa) opliep. Toen de ETA de aanslag opeiste, verklaarde ze dat zij "een veroordeling van het volk had voltrokken". In hetzelfde communiqué verklaarde de ETA dat: “Onze strijd, die van het werkende Baskische volk, kan niet meer gestaakt worden totdat Euskadi echt vrij is. Wij zullen doorgaan zolang het volk ons helpt, steunt en wil dat wij doorgaan...”

    Opvallend bij deze aanslag was de verklaring van een priester: “Als priester kan ik niet akkoord gaan met het doden van mensen, maar de dood van Manzanas vervult mij met een enorme vreugde.”

    De aanslag op Melitón Manzanas werd de aanleiding tot het uitroepen van de uitzonderingstoestand in Gipuzkoa en Bizkaia en het vertreksein voor een klopjacht op al wie er maar van verdacht werd connecties te hebben met ETA. Na de moord werden er veel aanhoudingen verricht onder de leden van ETA, waaronder vermeldenswaard die van Javier Izko de la Iglesia, die ervan werd beschuldigd de dader van de moord op de politieagent te zijn. Tegelijk met Izko werden nog andere personen aangehouden en aangewezen als verantwoordelijken voor die aanslag. Deze ETA-leden waren degenen die terechtstonden tijdens het beruchte "Proces van Burgos", waar tijdens de behandeling van de zaak, in 1970, zes van hen tot de doodstraf werden veroordeeld (waarvan 3 tweemaal de doodstraf kregen), hoewel dit later, onder druk, door het Staatshoofd tot levenslange gevangenisstraffen werd omgezet. De veroordeelden van Burgos werden niet terechtgesteld ten gevolge van de enorme druk vanuit het buitenland. Franco schonk ze toen genade "als teken van sterkte" (zo werd het letterlijk gezegd), terwijl het net het omgekeerde was.

    02-08-2007 om 00:00 geschreven door Natxo  


    01-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Executies zonder proces
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De anonieme doden
    uit Navarra

    In augustus van 1936 kwam een schilderij van Goya opnieuw tot leven (zie foto). Het was de maand van de executies zonder proces. Generaal Mola had besloten dat de Burgeroorlog zou eindigen zonder gevangenissen: “De vijanden van de revolutie moeten van de aardbodem geveegd worden.” De republikeinse gouverneur van Santander schreef zijn instructies op: “Tegen iedereen die daden stelt tegen het leven of de eigendom van anderen moet de zwaarste straf toegepast worden.”

    In Navarra alleen al werden meer dan 3500 mensen gefusilleerd.

    Tot op dit ogenblik blijven er massagraven dicht en weten vele mensen dat hun familieleden dood zijn, maar niet waar ze precies begraven werden. In elk dorp weten de mensen wel in welk bos of op welke akker er slachtoffers onder de grond terecht kwamen, maar nog steeds wordt er enkel over gefluisterd omdat nu nog altijd de kinderen van de “bloedhelden van 1936” aan de macht zijn.

    Neem nu Del Burgo. Hij was tijdens de Francodictatuur een toppoliticus in Navarra en op dit ogenblik is hij dat nog… Hij werd “genoemd”, en ook veroordeeld, in verschillende vuile zaakjes, maar wist zich steeds uit die drek naar boven te spartelen. Del Burgo noemde de Baskische Regering onwettig, onrechtmatig omdat ze gedragen werd door “stemmen van een partij die steun verleent aan het terrorisme”. Toch is deze regering er gekomen via democratische verkiezingen, terwijl de partij van Del Burgo, gesteund wordt door resten van de Francodictatuur, ontstond uit een muiterij tegen een wettig gekozen regering. Deze muiterij had een oorlog tot gevolg die bijna één miljoen doden opleverde. NOOIT HEBBEN DE KIEZERS VAN DEL BURGO DEZE MOORDEN VEROORDEELD! In Pamplona lopen er nog steeds kiezers van de partij van Del Burgo rond die De Caudillo als bezetenen toejuichten toen die zich onder een baldakijn door de stad liet dragen. Toch liet deze Führer meer dan 2.000 Navarrezen fusilleren, o.a. door andere Navarrezen. In de provincie Guipuzkoa (San Sebastián) werden er op één dag 16 priesters doodgeschoten omdat sommigen onder hen nationalisten waren. Spanje is zo wat het enige land dat na een dictatuur niet gedesnazifiziert werd! De huidige Spaanse Regering gaat alle schoolboeken herschrijven zodat de Burgeroorlog uit de geschiedenis zal verdwijnen. Wie heeft er bij de kloof van Otsoportillo in Navarra moeten kiezen of hij de diepte in sprong of eraf geschoten werd? En wat gebeurde er bij de kloof van Basanziturri en Ordoz? En waarom zijn zovelen van de kloof van de Balcón de Ubaba of Balcón de Pilatos gesprongen, of er af geschoten? De vrienden van Del Burgo gaan de namen samen met de doden in hetzelfde anonieme massagraf stoppen en er voor zorgen dat dit uit het collectieve geheugen gewist wordt. Maar dat zal niet lukken!

     

    Bron: artikel uit “Gara” van 01.08.2002, door Pablo Antoñana,
     
    en een lezersbrief van Alberto Ardanaz uit Pamplona

    01-08-2007 om 00:00 geschreven door Natxo  


    31-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ontstaan van ETA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Euskadi Ta Askatasuna
    E.T.A.
    31 juli 1959

    Op 31 juli 1959, gaan dissidenten van de EKIN-TALDEA (de groep Ekin) over tot de oprichting van een nieuwe organisatie: ETA-Euskadi Ta Askatasuna of Baskenland en Vrijheid. Om de ontevredenheid symbolisch te onderstrepen, kozen de oprichters van ETA als dies natalis de datum 31 juli 1959, de 64ste verjaardag van de oprichting van de PNV. Dit gebeurde allemaal op het hoogtepunt van Franco's macht, en resulteerde in een afscheuring van de PNV-Partido Nationalista Vasco. Deze clandestiene, kleine organisatie (ETA) toonde zich algauw voorstaander van een hard en radicaal nationalisme.

    Eigen beschouwing.

    Als volksnationalist kan ik de gemoedstoestand en de redenen reconstrueren waardoor iemand zich aangetrokken voelt tot ETA en kan daar alle begrip voor opbrengen. Maar dat betekent niet dat die vorm van begrip opbrengen ook een vorm van goedkeuring inhoudt voor de methodiek van de gewapende strijd.

    31-07-2007 om 08:58 geschreven door Natxo  


    30-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen proces, direct afmaken.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Josu Mujika Aiestaran “Beltza”
    +30 juli 1975

    Josu Mujika Aiestaran “Beltza” werd in volle Francoperiode geboren in 1951 te Legazpia. Op school, geleid door Franquistische leraars, hield hij geen blad voor de mond, wat hem meermaals slagen opleverde. Ook tijdens zijn beroepsleven was hij een haantje te voren, wat hem na diverse stakingen, een langdurige werkloosheid opleverde. Hij verbleef die tijd bij zijn grootouders, die hem honderduit vertelden over de burgeroorlog en de 2de Republiek.

    De Franquisten, die hem maar al te goed kenden, stuurden hem naar Ceuta (Spaanse enclave in Afrika), om zijn legerdienst te vervullen. Nog verder weg sturen kon niet.

    In 1974 trad hij toe tot ETA-pm en in 1975 zag hij zich verplicht, na de dood van Mikel Gardoki in Ergobia, om te vluchten naar Iparralde. Van zijn commando was hij de enige die wist te ontsnappen. Onmiddellijk begon hij te dwepen met de gedachte zijn vrienden te bevrijden. Vastberaden als hij was, gaf de directie van ETA uiteindelijk de toestemming om hem naar Madrid te sturen. Wat de organisatie op dat moment niet wist, was dat Mikel Lejarza “El Lobo” (die deel uitmaakte van die speciale missie) een verrader was. In de omgeving van het stadion Santiago Bernabeu werd Beltza door de Guardia Civil omsingeld. Hij probeerde nog te vluchten, maar de Guardias maakten een einde aan zijn leven op 30 juli 1975. De Spaanse regimepers maakte gewag van een natuurlijke dood, maar de familie ontkende dit met klem, omdat zij de impact van de kogelinslagen op zijn lichaam hadden gezien.

    30-07-2007 om 16:00 geschreven door Natxo  


    29-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verradersring
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als in de Baskische scholen
    het nationaalkatholicisme heerst

    Op 29 juli 2006 verschijnt van de hand van Hilario Murua, licentiaat pedagogie en doctor in de Opvoedkunde aan de Baskische universiteit, een werk van 800 pagina’s over het onderwijs tijdens de Francodictatuur: “El magisterio y la enseñanza primaria en Gipuzkoa, 1935-1975”

    Met de staatsgreep van Franco werden de dorpsscholen plots Nationale Scholen waar het nationaalkatholicisme de richtlijn was (Escuelas Rurales werden Escuelas Nacionales). De eerste maatregel die Franco doorvoerde was de nieuwe economische schikking in de Baskische provincies Araba, Bizkaia en Gipuzkoa, de zogenoemde “verradersprovincies”. Hierdoor boetten de deputaties geweldig in aan economische macht (de Conciertos Económicos werden afgeschaft) en daarvan was het onderwijs het eerste slachtoffer. Maar op de eerste plaats diende het Euskara uitgeroeid te worden. Kinderen die betrapt werden op het spreken van Baskisch kregen een ring (‘el anillo’) die moest doorgegeven worden als iemand anders werd betrapt.

    Wie de ring op het einde van de dag of op het einde van de week in zijn bezit had, kreeg zweepslagen of stokslagen in de handpalmen, soms een geldboete of een andere sanctie, zoals het poetsen van de klas! Het gaat hier over kinderen jonger dan 11 jaar!

    Het merendeel van de Republikeinse onderwijzers en leraren werd gefusilleerd. De “depuración” of uitzuivering was één van de obsessies van de Franquisten.

    Pastoors liepen soms openlijk met een revolver rond en meer dan eens namen ze deel aan de fusillades. Wie hieraan ontsnapte werd “uitgezuiverd” (gefusilleerd) of, degenen die meer geluk hadden, werden het land uitgewezen. Meteen na de oorlog werd Baskenland overspoeld door militairen die amper gestudeerd hadden. Het onderwijzende personeel dat vanuit Burgos, Logroño, Valladolid of Zaragoza kwam, was boven de 50 jaar en had van onderwijspedagogie niet veel kaas gegeten. Om de baan te krijgen was het voldoende “tijdens de Rode Dictatuur”  (de 2de Republiek van 1931 tot 1936) vastgezeten te hebben, weduwe of weduwnaar te zijn van een “door de Roden gefusilleerde”, vrijwilliger geweest te zijn in het Legioen of  “gedeserteerd te zijn naar de overkant” of “ouder van een groot gezin te zijn”, eerder dan iets af te weten van pedagogie of onderwijs.  Ze werden erg slecht betaald en gemiddeld kreeg een Guardia Civil, een politieman of een andere ambtenaar een derde méér betaald. In 1965 kreeg een onderwijzer 303 peseta’s terwijl voor de huur van een woning 2.500 peseta’s moest betaald worden. Tot hun verbijstering stelden ze vast dat de kinderen in de Baskische dorpen geen Spaans spraken! Een verordening van 7 december 1936 verplichtte binnen de 48 uren alle berichten, aankondigingen of affiches met de letters “k”, “tx” of “b” (in plaats van de als “b” uitgesproken letter “v”) te verwijderen op boete van 500 peseta’s. De 3 kleuren van de Ikurriña mochten niet gecombineerd worden en Baskische voornamen bestonden niet meer. Tot de nieuwe vakken hoorde de “vorming in de nationale burgerzin”. In de klassen moesten naast het schoolbord foto’s van Franco, van José Antonio Primo de Rivera (oprichter van de fascistische Falange), van de Maagd Maria en de nodige kruisbeelden hangen. En op een goed zichtbare plaats mocht uiteraard de Spaanse vlag niet ontbreken.

    Toen een aantal priesters een manifest schreef ten voordele van de Baskische Taal werden ze gestraft (gevangenis van Zamora). Dit gebeurde in … 1970!

     

    Ook voor de vrouwen had het nationaalkatholicisme wat in petto: “Dios, patria, hogar”, God, vaderland en haard! Vrouwen aan de haard. Wie toch wilde studeren, moest het grootste deel van de tijd ten dienste staan van de “Servicio Social”, een soort sociale dienst die alleen de “goeden” ter hulp snelde. Zoniet mochten de studies vergeten worden, werd geen rijbewijs afgeleverd en mocht er in geen enkel centrum gewerkt worden.

     

    Verhelderend is ook de verklaring van José Permatín, één van de  ideologen van het nieuwe regime en aureur van het in 1938 verschenen werk: “Qué es lo nuevo…”.

    Zegt Permatín: ”De Spaanse nationaliteit is gebaseerd op het katholieke ideaal en het fascisme is de fusie tussen Staat en Natie; als gevolg hiervan moet Spanje, als het nationaal wil zijn, ook fascistisch zijn”. Commentaar overbodig!

    Bron: blog “gernika.wordpress.com”

    29-07-2007 om 09:05 geschreven door Natxo  


    28-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee maten, twee gewichten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Spaanse rechtspraak
    Zwart en Wit

    Op 28 juli 2002 verklaart de voorzitter van de Rechtbank van Grondwettelijk Recht (Tribunal Constitucional), Manuel Jiménez de Parga (zie foto), openlijk voorstander te zijn van een genadeverlening aan Galindo, Elgorriaga, Vaquero, Dorado en Bayo, omdat er niet voldoende bewijzen zijn dat zij erge feiten zouden begaan hebben. (Neen, deze magistraat is niet blind). Bovendien denkt hij dat deze zaak in Straatsburg een kans maakt. Zij werden in beschuldiging gesteld voor de ontvoering, foltering en kidnapping (dat zijn dus geen erge feiten) van de twee Baskische jongeren Lasa en Zabala.

    De Onderzoeksrechter in deze zaak, Gordillo, toont zich dan weer hevig tegenstander omdat het bloeddelicten zijn van een “extrema gravedad”, extreme ernst. Galindo stelde zich meermaals voor als: “zeg maar GAL” (althans zo verwerkte de cartoonist van Gara, Tasio, dit in één van zijn sublieme cartoons).

    Magistraat Manuel Jiménez de Parga was er als de kippen bij om zijn handtekening te zetten onder een pamflet tegen het terrorisme van ETA, maar beschouwt dus het terrorisme van de staat niet als dusdanig. Zoiets noemen wij “selectieve verontwaardiging”!

    28-07-2007 om 00:00 geschreven door Natxo  


    27-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een ontroerend eerbetoon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

           Iñaki Rike Galarza “Turrón”
    +27 juli 2006

    Op 28 juli 2007, om halfzeven in de namiddag, stopte een lijkstoet even op 1 km van het centrum van Lezema. Van af dit punt tot aan de Plaza del Ayuntamiento werd een lijkkist op de schouders gedragen en werd de hoofdweg naar het centrum gevolgd. Alle verkeer werd opgehouden. Aan beide zijden van de weg stonden honderden sympathisanten en vrienden die een laatste eer brachten aan de overledene. Zij waren gewapend met honderden Ikurriña’s en vlaggen met het symbool van “Euskal Presoak, Euskal Herrira” (gevangenen terug naar Euskadi).
    Op de Plaza del Ayuntamiento van Lezema geven 3 jongeren, naast de lijkkist, een ontroerende “Aurresku” ten beste (een oude volksdans met als doel eer te betuigen aan iemand) en de menigte zong het lied van de Baskische soldaat “Eusko Gudariak”. Nadien werd de kist in het portaal van de Casa Consistorial opgesteld, waar nog eens honderden een laatste groet kwamen brengen.

    Iñaki Rike, die enkele jaren geleden vrijkwam na gedurende 18 jaar in de meest verschrikkelijke gevangenissen van Spanje doorgebracht te hebben, overleed op 27 juni 2006 nadat hij enkele weken in het ziekenhuis doorbracht, omwille van een ernstige ziekte. Anderhalf jaar geleden had hij zijn geboortedorp, Lezama in Bizkaia, moeten verlaten omwille van de repressie. Batasuna stelt meteen dat dankzij mensen als Rike we nu een periode van hoop meemaken. In zijn dorp verzamelen zich meteen een honderdtal personen. Het is nu wachten tot het lijk wordt vrijgegeven. Op 28 juli 2007 volgt er een hommage en daarna zal de Spaanse beul oordelen of het om een “verheerlijking van het terrorisme” ging…

    De overlijdensberichten van Rike nemen 2/3de van een krantenpagina in Gara in beslag.

    27-07-2007 om 08:54 geschreven door Natxo  


    26-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doodseskaders slaan opnieuw toe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Enrique Gómez Álvarez “Korta”
    +26 juli 1979

    Korta werd geboren in het dorpje Porqueros, in de Autonome Gemeenschap Castilla-León in 1954. Een tijdje nadien verhuisden ze naar Gasteiz-Vitoria. Tot hij 17 jaar was, studeerde hij in het college Samaniego en later aan de Escuela Profesional Jesús Obrero. Daar raakte hij bevriend met Jesús Mari Merkiegi “Motriko”. Samen met hem organiseerde hij verscheidene stakingen tegen het onderwijssysteem en voor de arbeidersstrijd. Verscheidene studenten werden uit de school weggestuurd, waaronder de twee vrienden.     
    Toen hij op straat stond, startte hij de studie van het Euskara en kon nadien lesgeven in een centrum in Gasteiz. Naderhand gingen de twee vrienden samenwonen in Arrasata waar zij twee meisjes leerden kennen. Uiteindelijk vormden de 4 een commando voor ETA. Bij de veelvuldige arrestaties in 1974 vluchtten zij naar Iparralde, waar Korta de ETA-verantwoordelijke werd voor de militaire voorbereidingen. Zijn familie, die emigranten waren en waarvan sommigen bij de politie werkten, snapten er geen snars van.

    De dood van zijn vriend “Mortiko”, in handen van de Guardia Civil, betekende voor Korta een harde klap. Gedurende zijn ballingschap leerde hij Cristina kennen met wie hij een kind verwachtte. Een kind dat hij nooit zou te zien krijgen, omdat huurlingen van de Spaanse staat zijn weg kruisten. Op 26 juli 1979, toen het koppel op weg was naar huis, merkten zij op dat ze gevolgd werden. In het centrum van Baiona parkeerde Korta zijn wagen, en zocht hulp in een bar. Vier huurlingen vielen de bar binnen en maakten hem ter plaatse af.

    26-07-2007 om 08:58 geschreven door Natxo  


    25-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aanslag
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Paleis van Justitie in Baiona
    25 juli 1987

    Na de aanslag op het Paleis van Justitie in Baiona, op 25 juli 1987, wordt een grootscheepse razzia gehouden tegen al wat Abertzale is. Tientallen personen worden opgepakt. Op 15 juli, dus een paar dagen voordien, had de Franse regering al beslist IK-Iparretarak te ontbinden, te verbieden. De consequenties hiervan waren legio: in 1988 werd de directeur van het weekblad "Abil" gearresteerd op beschuldiging van "verheerlijking van het terrorisme", omdat hij een communiqué van IK had gepubliceerd. Begin september valt een honderdtal leden van de oproerpolitie binnen in het Benedictijnenklooster van Beloke (Belloc) op zoek naar Filipe Bidart. De bisschop van Baiona, monseigneur Molères, getuigt: "Sedert de oorlog en de aanhouding van de abt en de prior door de Duitsers (gedeporteerd naar Dachau) is het de eerste maal dat we weer een gelijkaardig "bezoek" krijgen".

    25-07-2007 om 08:51 geschreven door Natxo  


    24-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het moet heel diep zitten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Olaia Kastresana Landabera
    +24.07.2001


    In een democratisch land heeft de jeugd er geen behoefte aan om met bommen rond te lopen!
    In Torrevieja (Alicante) komt Olaia Kastresana om het leven als de bom ontploft in haar appartement.

    24-07-2007 om 08:46 geschreven door Natxo  


    23-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Exclusieve verblijfplaats
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De gevangenis van Zamora

     

    Na de val van Bilbo-Bilbao op 19 juni 1937 trok de nieuwe burgemeester, de Franquist José María Areilza, in zijn eerste toespraak als volgt van leer:

    “De verschrikkelijke nachtduivel, Euskadi genaamd, is gevallen, verslagen, overwonnen, en voor altijd!  Het is moeilijk te zeggen wat het meest afstotende aan die nachtmerrie is geweest: de criminele wreedheid van de roden, met hun Aziatisch barbarendom of de geraffineerde hypocrisie van de nationalistische Basken, met in hunkielzog een processie van soutanes en gewijde water…”

     

    Tijdens de Francodictatuur bestond er een gevangenis in Zamora exclusief voor priesters. Het numerieke overwicht dat Baskische priesters te beurt viel, zal niemand verwonderen. Veel van die Baskische priesters hadden zich tijdens de burgeroorlog verzet tegen de rebellie van Franco en konsoorten, of op zijn minst geen hulp geboden en tijdens de dictatuur waren er heel wat die opkwamen voor de rechten van de Basken.

     

    In 1960 verspreidden 339 priesters een pamflet met kritiek op het Francoregime, met onder andere de verwijzing naar martelpraktijken.

     

    Javier Kalzada en Jon Etxabe, opgesloten in Zamora, stonden terecht op het Proces van Burgos.
    Alberto Gabikagogeaskoa werd opgesloten wegens het verspreiden van illegale propaganda (wat dat ook mogen betekenen) en voor een subversieve homilie.   
    Felipe Izaguirre en  Juan MªZulaika, twee franciscanen, deelden hetzelfde lot omdat zij deelgenomen hadden aan een Aberri Eguna (dag van het Baskisch vaderland).

    Domingo de Artetxe had aan de gemeente in Múgica gevraagd om geen Spaanse vlag uit te handen in zijn parochie Gorizika.         
    Imanuel Oruemázaga had een Spaanse vlag verwijderd van het hoofdaltaar.           
    José Mª Madariaga werd voor een gelijkaardig feit opgesloten.

    Verscheidene priesters werden opgesloten om ze deel genomen hadden aan hongerstakingen ten gunste van politieke gevangenen.

     

    Het is onmogelijk om hier in dit korte bestek alle priesters op te noemen. Feit is dat de brutaliteit van het bloeddorstige regime van Franco velen onder hen in de armen van ETA gedreven hebben. ETA dat toen nog op een enorme steun van de bevolking kon rekenen.

    23-07-2007 om 08:48 geschreven door Natxo  


    22-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet alleen Gernika!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Otxandio
    22 juli 1936

    Op 22 juli 1936, vier dagen nadat Franco de wapens had opgenomen bij de Staatsgreep die de Burgeroorlog in gang zette en bijna een jaar vóór het schandelijke bombardement op het Baskische stadje Gernika-Guernica 26 april 1937, werden in Baskenland de eerste burgers gefusilleerd. Dit gebeurde in Otxandio, in Bizkaia, even ten zuiden van Urkiola. Het dorp vierde het feest van de patrones toen om 9 uur ’s morgens plots een paar vliegtuigen héél laag over het dorp vlogen. “Ze raakten bijna de kerktoren” zou een getuige later verklaren. De mensen gingen er helemaal in op en juichten de piloten toe die met hun handen terugwuifden. Plots lieten de vliegers enkele in de zon glinsterende objecten vallen. Op hetzelfde ogenblik waren er hevige explosies te horen. De mensen zochten een onderkomen onder de arcades van het gemeentehuis. Nadat de vliegtuigen verdwenen waren vonden de bewoners een 50-tal erg verminkte lijken. De mensen van Otxandio wisten niets van de oorlog en ze stierven wuivend naar de vliegeniers die met hun lading van de militaire basis van Recajo (La Rioja) waren gekomen.

    Enkele dagen na het bombardement, op 30 juli, trokken twee jonge mannen van Otxandio, Esteban Elguezabal en José Cortabarría de bergen in om er de zondag en de daaropvolgende feestdag van San Ignacio door te brengen. Plots zagen ze een paar Requetés(*) naar hen toekomen. Het kwam niet in hun hoofd op te vluchten hoewel ze dat gemakkelijk gekund hadden. Tot hun allergrootste verbazing werden beiden gearresteerd en meegenomen naar Vitoria op beschuldiging…“spionage”! Primitivo Estavillo werd in de buurt aangetroffen en werd eveneens opgepakt.       
    “Ik werd officieel in kennis gesteld”, aldus de Jezuïet Alfonso Maria Moreno, “en trof hen, “incomunicado” aan in drie cellen waar ze op dat ogenblik al vier dagen zaten in afwachting van hun … executie! We brachten samen de laatste nacht door, het drietal en nog twee andere priesters. Om vier uur in de morgen droegen we de mis op aan een geïmproviseerd altaar. De tocht per bus naar de “plaats van de executie” was een hel voor ons allemaal. Vooral het ogenblik dat de bus stopte, greep ons als het ware naar de keel. Het was een kerkhofmuur, het daagde al en het was fris. Met moeite konden we het vuurpeloton zien staan. Er stonden drie stoelen, maar Cortabarría weigerde te gaan zitten. Hij wilde staande sterven en zonder blinddoek. Estavillo stond in het midden met de armen gekruist voor het lichaam. Net vóór het salvo riep Cortabarría ‘Gora Euskadi Askatuta’ (‘Leve vrij Baskenland’) De twee anderen én de luitenant antwoordden: ‘Gora’. De luitenant heette Echeverría. Het salvo van de zes geweren maakte een einde aan de drie jonge levens. Meteen daarna richtte de luitenant zich tot mij en zei heel serieus: “Als we op zulk een ogenblik geen rebelse kreet kunnen toestaan, wanneer dan wel?” De familie Estavilla nam bezit van het lichaam, terwijl de twee anderen in de grafkelder van juwelier Abaitua werden bijgezet. Maar de toestemming hiervoor werd door de militaire gouverneur ingetrokken en zo kwamen ze in een massagraf terecht. Toen ik later alleen naar huis ging begon ik te wenen. In mijn handen had ik het jasje dat Esteban Elguezabal me kort voor zijn dood gaf. Ik zag een verschrikkelijk onheil op dit Volk toekomen maar het werd zwijgen en proberen er het beste van te maken.”

    De burgemeester van Otxandio, met de toch wel bijzondere naam Otxandiano,  nam geen blad voor de mond toen hij op 24 juli 2006 (bij de 70ste verjaardag) zei dat “de slachtoffers van de Burgeroorlog steeds een tweederangs - behandeling kregen maar dat het nog erger gesteld was met de bewoners van Otxandio die niet eens de geschiedenisboeken haalden!  Het heeft 70 jaar geduurd vooraleer we de namen kenden van degenen die het bombardement uitvoerden. Het waren historici en niet ‘Justitie’, zoals dat in een democratie hoort te zijn, die uitzochten wie deze en andere barbarijen gedurende de Burgeroorlog en de Francodictatuur uithaalden”. “We moeten de mantel van het stilzwijgen weghalen die door Franco en door een valse ‘overgang naar de democratie’ werd opgelegd. Tijdens de volgende vijf jaren, in het vooruitzicht van de 75ste verjaardag, moet alles uitgeklaard zijn. Niet om oude wonden open te rijten maar om al wat voorviel aan de volgende generatie uit te leggen. Het wordt tijd dat de rechten van Baskenland als Volk gerespecteerd worden.”

    (*)Requeté(s): De Requeté was de paramilitaire organisatie van het Carlisme. Hoewel ze opgericht werden in 1907 zijn ze vooral actief geweest tijdens de Burgeroorlog, vooral in Navarra. Ze droegen een rode Baskenmuts en stonden aan de kant van Franco. Er namen ongeveer 60.000 Requetés deel aan de strijd en daarvan sneuvelden er 6.000.

    22-07-2007 om 08:24 geschreven door Natxo  


    21-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreemd ongeval
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Imanol Gómez González

    +21.07.05

     

    Op 21 juli 2005 bleef omstreeks 4 uur, in de buurt van Cahors (departement Lot), een inwoner uit Altza, een wijk in Donostia-San Sebastián, dood. Hij zou bij een wegcontrole door de Franse politie, in het stadje Flaugnac, gevlucht en tegen een boom geknald zijn. Hij zou een wapen bij zich gehad hebben, vervalste documenten en "documenten die zouden kunnen in verband gebracht worden met ETA". Het lijkt allemaal bijzonder vreemd met heel veel "zou's". Zo is er het feit dat er twee versies van de feiten verspreid werden. Hebben ze de bezwarende feiten ontdekt bij de controle, of na het accident? Waarom duurde het zo lang vooraleer de identiteit, Imanol Gómez González, bekend wordt gemaakt? Valt er iets te verbergen?

     

    Imanol Gómez, die in Frankrijk om het leven kwam nadat hij bij een politiecontrole probeerde te vluchten, wenste verast te worden. Tot op heden (31 juli 2005) is dit nog steeds niet gebeurd.

    De familie werd eerst wat “gepest” door het achterhouden van de identiteit en door het verspreiden van een verkeerde leeftijd. Het duurde 24 uren vooraleer er een naam bekend werd gemaakt. Eerst lekte dan de naam van Gómez uit die dan later weer door de Franse politie werd tegengesproken. Een half uur later stelden de autoriteiten zich dan in contact met de advocaten van de familie om te bevestigen dat het toch om Gómez ging. De familie kreeg uiteindelijk een overlijdensbericht zonder vermelding van een doodsoorzaak. De stoffelijke resten werden overgemaakt in een gesloten kist die niet geopend mocht worden. De toestemming om het lichaam door een eigen lijkschouwer te laten onderzoeken kon de Franse Staat niet geven omdat iedereen “met vakantie” was.

    Op 22 juli trokken de familieleden dan naar Toulouse. Het lijk kregen ze echter niet te zien en er was nog geen autopsie uitgevoerd. Zes uren lang werd de familie dan in het ongewisse gelaten. Geen arts, geen politieman of juridische personaliteit stond hen te woord. Niemand kwam hen zeggen dat het om Imanol ging. Wel werd hen verboden de autopsie te laten uitvoeren door een lijkschouwer van hun keuze.

    Op zaterdag 23 juli begaven ze zich dan opnieuw per auto naar Toulouse. Plots kregen ze het lijk te zien en er werd zelfs toelating gegeven het mee naar huis te nemen. Er was een officieel overlijdensbericht en er was een toelating tot vervoer maar de kist bleef verzegeld. In Orereta, net vóór Donostia, verbood de Ertzaintza het gevolg van 15 à 20 auto’s door het centrum te rijden. Toen de vervoersvergunning getoond werd zei de overste dat het document voor Frankrijk gold. “Hier zijn we in Spanje!” De “Baskische” politie verbood de familie zelfs naar Larratxo te rijden, waar de familieleden en vrienden zaten te wachten. Toen de familie dan zei dat ze toch naar de wijk zouden rijden waar Gómez geboren was, boden ze geen weerstand. Wél wilden ze een politiecombi laten rijden tussen de lijkwagen en de eerste auto van de familie. De familie heeft een goedkeuring om de resten te begraven, maar niet om ze verassen. Hiervoor hebben de Franse autoriteiten geen toestemming gegeven en de kist mag zelfs niet geopend worden. De wens van Imanol om verast te worden en om de assen te verspreiden aan “el Peine del Viento” in zijn geliefde Donostia kan tien dagen na zijn dood niet vervuld worden. De ontelbare telefoons naar Frankrijk brengen geen oplossing omdat iedereen er met vakantie is!

    21-07-2007 om 08:40 geschreven door Natxo  




    Foto

    UITGEBREIDE INFO
  • De Basken en hun strijd

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Foto

    Baskische Identiteitskaart
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Wij steunen een onafhankelijk Euskal Herria

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!