Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

BLOG ZOOM

In deze kolom info over mijn blog en over Hindeloopen
Foto
Mijn blogs
  • Hylper volksverhalen
  • Gedichten
  • Toen en Nu
  • Geschiedenis verhalen
  • Puzzels
  • Straatnamen in Hindeloopen
  • ????
  • Eigen verhalen
  • Bijnamen in Hindeloopen
  • Foto albums
    Andere interessante links over Hindeloopen
  • Fam Blom GP TV
  • Blog van Anske Smit
  • Uw kerstkalkoen uit HIndeloopen
  • Hindeloopen 1940- 1945
  • Gesproken tekst in het Hylpers
  • Verhalen rond het IJselmeer
  • Wandeling door Hindeloopen
  • Beelden Hindeloopen van waddenacademie
  • Oud Hindelooper maakt scheepjes in de fles
  • Beelden van HWG
    You Tube filmpjes
  • Hindeloopen
  • Belslydjeien
  • IJsbergen-Kruiend ijs
  • RTN Filmpjes
  • Omrop SW
  • Gert Jan Groenedijk
  • Gerke de Jong
  • NCRV Film 1963 Deel 1
  • NCRV Film 1963 Deel 2
  • Sinterklaas intochten Hindeloopen
    Oude polygoon filmpjes
  • Noordzeevisserij
  • Film keuze
  • Bewegende panorama beelden
  • Street view
  • World Panoramic Photograhy
  • Foto
    Foto
    ****Wor iis op earde en laand to viinden-- Dot zok en koninginne het--Jo't iin jer dwaan en leeten-Altiid op rogt en oenrogt let****
    Links op de foto de vlag en rechts het wapen van Hindeloopen. In de lichtkrant het eerste couplet van het volkslied van Hindeloopen. Hindeloopen ligt in het ZW van de provincie Fryslân aan het IJselmeer en is één van de Friese elfsteden. Het heeft een rijke cultuur historie, een eigen dialect en een bijzondere eigen klederdracht.
    Sinds 1225 was Hindeloopen een zelfstandige gemeente. Met de herindeling van 1 januari 1984 verloor Hindeloopen haar zelfstandigheid. Samen met Hemeleumer Oldefaert. Stavoren en Workum vormden ze de gemeente Nijefurd. Per 1 januari 2011 fuseerde Nijefurd met de gemeenten
    BolswardSneek, Wûnseradiel en Wymbritseradeel tot de gemeente Sudwest Fryslan.

    Hoe kom ik Hindeloopen

    Per boot via het IJsselmeer.
    Met de trein via de lijn Leeuwarden-Stavoren.
    Voor een route over de weg  klik op onderstaande link van ANWB routeplanner en de weg naar Hindeloopen wordt u gewezen.

  • ANWB route planner
  • Het weer in Hindeloopen

    Een dagje Hindeloopen? Maar u wilt weten hoe het weer is. De Friese weerman Piet Paulusma vertelt u welk weer er te verwachten is.

  • Het weer met Piet Paulusma
  • Foto
    Foto
    Hierboven de vlag en het wapen van de gemeente Súdwest Fryslan. De gemeente Súdwest Fryslan  is op 1 januari 2011 ontstaan uit een fusie van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradeel.  Súdwest Fryslan is gelegen in Zuid West Friesland. De gemeente heeft cica 82.000 inwoners en een oppervlakte van 815,97 km2 , onderverdeeld in 433,09 km² land en 382,88 km² water. Hiermee is het qua totaal oppervlakte de grootste gemeente van Nederland. Als enkel naar de landoppervlakte gekeken wordt moet het de Noordoostpolder laten voorgaan. Voor meer over de gemeente Sudwest Fryslan verwijs ik graag naar onderstaande gemeentelijke website.
  • Gemeente Súdwest Fryslan
  • Foto
    Inhoud blog
  • Twee Sinterklazen
  • Te weinig of te licht
  • Een grote boodschap van een kilo
  • Mopje?
  • Met vlooien op reis
  • SV Hielpen kampioen?
  • Het rijbewijs
  • Een verwarrende familienaam
  • Een gebit als vangst
  • Douche achter de dijk
  • Technische nieuwsgierigheid
  • De maan voorbij varen
  • De aanhangmotor
  • De Verkeerde kerk
  • Spraakverwarring
  • Een sterk staaltje
  • De verdwenen melk
  • Die goede oude tijd?
  • Een sterk verhaal
  • Zwaardgevechten
  • Klik op Bijlage Staat altijd bovenaan
  • Een wandeling over de dijk
  • Brand en storm als teken van God.
  • De penalty's
  • De groente boer
  • Douwe Brouwer
  • De vergeten fok
  • De lage (te) spoorbrug
  • De slager en de pruim
  • 2 Verhalen over vissers
  • Twee verhalen van Jan
  • Herineringen aan het (oude) station
  • Enkele reis Amsterdam
  • Een waterpas
  • De Bhagwan
  • Het roomse leven in Hindeloopen
  • Het kleine paradijs
  • De huisarts
  • Een goede buur
  • Op de pof
  • De buiten gesloten brandweerman
  • Uilke Annes van Hindeloopen
  • Een meisje van tien
  • Ut de leugenbank van 1900
  • De aak met de witte zeilen
  • Onze vriend de politie
  • Een kwestie van fatsoen
  • De Hindelooper Kaaig
  • Het schip met geld
  • Haantje de Voorste
  • De waaghals
  • Een anstige nacht
  • Een sprookje
  • Gemaal
  • Grappen
  • De postbode
  • Paarden op hol
  • Goedkope aardappelen
  • Vogelflappen
  • Een onweersbui
  • De pinksterkronen
  • Mijn visie
  • Dure grap
  • De macht der gewoonte
  • De tijd
  • Hoe waait de wind
  • Politie
  • De vlag op de tonnenpraam
  • Het herstel van een voetbal
  • Het veulen Dorien
  • De Smok
  • Verboden te vissen
  • De witte spreeuw
  • Anekdote Haanmeer
  • De slimste en de dominee
  • It Tontjen om
  • Het Workumer Nieuwland (aanvulling op
  • Slootje springen
  • Een zwevende kiezer
  • Een speciale redding
  • Hekkie
  • Windhoos
  • Een probleem van een politicus
  • Eierzoeken
  • Een waarschuwing
  • Verloting met koffie
  • Nou nou
  • Grapje
  • Een grote paling
  • Schoon
  • Drop
  • Een oud mopje
  • Wat is het nut
  • Een zwerfhond
  • Waar aan vasthouden
  • Ho maar
  • Welke trein
  • Hielke Zweed
  • Grootbeeld TV
  • En daar lagen we
  • Een droom
  • Een lekkere pruim
  • Auke Wiebes
  • Zuiderzee als vreugdebron
  • De stadsbel
  • De laatste drop is de boterknop
  • Drie verhaaltjes over koppigheid
  • Filmopnamen
  • Een scheldende haan
  • De oude schicht
  • De Pluimveehouder
  • Hondenkar
  • In octaaf flugger
  • Vrouwe justitia
  • De kostkokeploech
  • It hoentjen en in boazig wief
  • It Spoak op 'e Hon
  • Een poep verhaaltje
  • In bornegrapjen/Een kindergrap
  • Ame Gijs
  • Geld stinkt niet
  • Niet een ieder is slecht
  • Ode aan het toilet
    Foto

    "Er bestaat geen enkele reden om niet gelukkig te zijn, maar we bedenken wel duizenden excuses. " Auteur: Bert Hendriks
                       
    ***
    "Niets is linker dan voor rechter spelen." Auteur: Carla Pols
                       
    ***
    De eerste dode in elke oorlog is het gezond verstand." Auteur:A. den Doolaard, schrijver.
                        ***
    "Van een schouderklopje is nog nooit iemand geblesseerd geraakt." Auteur:Leo Beenhakker, voetbaltrainer.
                       
    ***
    "Verschans u in tevredenheid, want dat is een onneembare vesting." Auteur:Epictetus
                       
    ***
    "Dromen kan een mens alleen, maar leven kan hij slechts met anderen." Auteur onbekend
                       
    ***
    Wees een zonnestraal, je medemensen hebben er behoefte aan." Tegeltekst
                       
    ***
    "Ik mokte omdat ik geen schoenen had, totdat ik een man tegenkwam die geen voeten had." Chinees gezegde
                       
    ***
    "Zo lang ik leef wil ik sterven van geluk." Auteur: Harrie Jekkers, Nederlands cabaretier en schrijver
                       
    ***
    "Wat u weggeeft, verliest u niet." Auteur:Pater Henry de Greeve, Nederlands katholiek priester
                       
    ***
    "Het is beter een kaars te ontsteken dan te klagen over de duisternis." Chinees gezegde
                       
    ***
    "Wie slechts droomt over morgen, verspilt vandaag." Auteur:Billy Joel
                       
    ***
    "De kleinste daad van vriendelijkheid is meer waard dan het grootste voornemen." Auteur: Onbekend
                       
    ***
    "Het goede woord op het juiste moment is als een gouden appel op een zilveren schaal." Bijbeltekst
                       
    ***
    "Van een schouderklopje is nog nooit iemand geblesseerd geraakt." Auteur:Leo Beenhakker
                       
    ***
    Er is maar één religie. Dat is de liefde. Eigen spreuk
                       
    ***
    "Dromen kan een mens alleen, maar leven kan hij slechts met anderen."Auteur onbekend
                       
    ***
    "Laat Kerstmis gebeuren diep in je hart, opdat de liefde moge branden als een zon in de kerstnacht, sterk genoeg om heel het nieuwe jaar te verlichten." Auteur:Phil Bosmans
                       
    ***
    De vloed tilt alle schepen op. Auteur: Wijlen president Kennedy
                       
    ***
    We meten alles met onze maten. Maar wist u dat slechts 19% van de wereldbevolking blank is. Auteur onbekend
                       
    ***
    De hoop sterft als laatste. Russisch gezegde
                       
    ***
    Ga nooit hen zonder te groeten. Ga nooit heen zonder een zoen. Wie het noodlot zal ontmoeten, kan het morgen niet meer doen.

    Ga nooit weg zonder te praten. Dat doet soms een hart zo pijn. Wat je s’morgens hebt verlaten, kan er s’avonds niet meer zijn. Auteur onbekend
                       
    ***

    Hylpen likje stea oen it Yselmor
    mijn
    Welkom in Hindeloopen. Welkom bij mijn digitaal boek over Hindeloopen.


    mijn

    Hindelooper volksverhalen

    Zie ook andere blogs in linker kolom

    Ik wens u veel kijk- en leesplezier


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De lage (te) spoorbrug

    De lage spoorbrug

    Oom  Heije, hij was een broer van Ate Wiggert, is zijn leven lang een rasechte Hylper geweest. Geboren in 1897 was hij het vijfde kind van overgrootvader en overgrootmoeder Pieter en Sietsche. Pieter Amsterdam was in 1884 begonnen met een beurtdienst op Sneek. Zij woonden tot de begin twintiger jaren in het huis van de huidige eigenaar Dirk Obbes. Nadat mijn grootouders daar introkken vertrokken Pieter en Sietsche naar het huis wat stond op de plaats waar nu Aant en Sietsche Blom wonen.

    Verder over ome Heije. Hij begon al op zeer jonge leeftijd als schippersknecht bij schippers uit Hylpen en de rest van de zuid west hoek. Zo was hij o.a. in dienst bij Frerik Blom sr, een oom van Iege en Frerik Blom. Daarna is hij nog jachtschipper geweest in dienst van Anthonie Fokker. Medio de jaren 20 van de vorige eeuw trouwde hij met tante Sientje en zij vestigden zich in Amsterdam waar hij tot eind 1962 actief was als brugwachter. Zoals gezegd is hij altijd een rasechte Hylper gebleven en in de zomer van 1963 verhuisden ze naar Hylpen. Ze woonden op de stadsweide. Ome Heije was een topper in het wedstrijdzeilen en hij deed tot op hoge leeftijd mee als fokkenist in de Sneekweek bij een zekere heer Priester in de regenbogen. Hij zat echt vol van verhalen over oude Hylpers uit het begin van de vorige eeuw en ik hing dan aan zijn lippen. Veel van die verhalen ben ik echter vergeten en daarom zijn ze ook niet meer te reproduceren. Verder had hij iets snaaks, iets ondeugends  over zich. Het volgende voorval is daarvan een voorbeeld.

    Op een zekere zondagmiddag is ome Heije met zijn zoon Piet aan het zeilen op de Morra in de 16m2.  Aanvankelijk was het mooi weer maar in het begin van de middag betrekt de lucht, het gaat al wat miezeren, de wind valt weg  en beiden lijkt het raadzaam om maar huiswaarts te keren. Echter ze beschikken niet over een aanhangmotor.  Geen probleem, ze zijn toevallig dicht bij de ingang van het Jan Broers kanaal. Toevallig komt er een kruiser vanaf de Galamadammen, die ook het Jan Broers kanaal invaart. Ome Heije zegt tegen Piet: “zwaai  maar even met een touwtje, dan neemt de man ons wel even mee”. Aldus gebeurt en beiden maken, nadat de man heeft laten weten naar Hindeloopen te willen, het zich gemakkelijk in de zeilboot gedurende het slepen. Echter bij de Kruislingsbrug aangekomen wordt het even spannend. Met uiteraard gestreken mast heeft de man toch moeite onder de brug door te kunnen. Ome Heije slaat de worsteling, die uiteindelijk lukt  met belangstelling gade. Na het passeren van deze brug zet de man koers naar Hylpen. Ome Heije ziet de situatie met het kennersoog van de vakman en er begint de volgende discussie: Ome Heije:  “hij kan niet onder de spoorbrug door”. Dan is het even een moment stil. Waarop zoon Piet kort daarop antwoord:  “nou dan mag je hem dat wel vertellen”. Waarop ome Heije weer antwoordt: “ben je nou helemaal besodemietert. Wat doe je liever peddelen , bomen of in de jaaglijn? Zoon Piet: “ja als u het zo bekijkt” Ome Heije: “hoe wil je het dan bekijken? Einde discussie

    De twee laten zich rustig door de kruiser slepen. Tot de spoorbrug. Daar begint wederom een worsteling, nu echter zonder het al door Ome Heije voorspelde resultaat. De kruiser keert terug, maakt de sleeplijn los en beiden bedanken de man hartelijk voor de bewezen dienst. Met een verdere sleep van Piet Gerlsma komen ze aan in Hylpen.  

    Verteller Wiggert
     Amsterdam (Wiggert en Bettie) 


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De slager en de pruim
    De slager en de pruimende klant

    Vroeger waren er in Hindeloopen twee slagers. Circa 1960 stopte één van slagers met zij slagerij. Al snel bleek dat de slager die gestopt was moeite had om zijn vrije tijd in te vullen. En de andere iets jongere slager kreeg het, zo ook te begrijpen valt, aanmerkelijk drukker doordat zijn collega gestopt was.

    Nu, de oplossing was snel gevonden. De slager die gestopt was ging enkele dagen per week werken bij zijn ex collega. Voor beiden een prima oplossing. En ondanks dat ze vroeger concurenten waren konden ze het samen prima vinden. En dat ze beide wel 'in' waren voor grapje of geintje kwam hun samenwerking natuurlijk ten goede.

    Een vaste klant die wel hield van een stevige pruim kwam twee of drie keer per week boodschappen doen bij de slager. Nu zal het, met name bij ouderen, bekend zijn dat bij dat pruimen ook de nodige (bruine) vloeistof  vrij kwam wat dan op gezette tijden uitgespugt moest worden. En ja dat was, zo wist de pruimende klant, in een winkel waar soms wel eens  gewacht moest een groot probleem.

    Maar daar had onze pruimer een prima oplossing voor gevonden. Voor hij de winkel in ging haalde hij zijn pruim uit de mond en legde die keurig op een paaltje van een hekwerk tegenover de slagerij. Als hij dan zijn boodschappen had gehaald werd de pruim weer in de mond gedaan. Nu een prima oplossing, zo lijkt het.

    Nu dit vaste tafereel was de beide slagers, die zo ik al vertelde wel van een geintje hielden, natuurlijk ook opgevallen. Dat vroeg natuurlijk om een grap.

    Op zekere dag kwam de pruimende klant weer om boodschappen. En zo als altijd legde hij voor hij de winkel in ging de pruim op het bewuste paaltje. De slager in de winkel trachte hem, toen hij aan de beurt was, met een mooi verhaaltje af te leiden zodat hij niet naar buiten zou kijken. De andere, de ex slager, ging door achterdeur naar buiten en strooide ongezien een flinke hoeveelheid zwarte peper over de pruim  en ging na deze actie ook weer ongezien naar binnen.
     
    Nu u begrijpt de reactie van de pruimende klant denk ik wel toen hij bij het verlaten van de winkel de met peper bestrooide pruim in de mond stak. Die woorden zal ik hier niet herhalen.

    En dat de beide beide slagers krom van het lachen achter de ramen stonden te gluren zal voor u ook geen verrassing zijn zijn.

    Of die pruimende klant ook nog klant is gebleven verteld deze ware anekdote niet.



    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 Verhalen over vissers
    Vissersverhalen

    Bij 'Geschiedenis verhalen' twee nieuwe verhalen over de visserij.

    In het ene verhaal vertelt een visserman uit 1700 over straffen van god.
    Het andere verhaal gaat over vijf generatie's Bootsma's als visserman.

    Klik hier voor het verhaal uit 1700.

    Klik hier voor het verhaal vijf generaties Bootsma.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee verhalen van Jan

    Herinneringen van Jan

    Midden in ons mooi stadje stonden vroeger de panden van de plaatselijke vracht vervoerder van de gebr Amsterdam. Als kinderen waren wij daar vaak, deels uit nieuwsgierigheid deels omdat er altijd bedrijvigheid was, te vinden. De vrachtauto`s reden af en aan, en wat konden die mannen dat goed he! Als kinderen hadden wij daar toch respect voor. Deze herinnering aan de Gebr Amsterdam bracht mij bij het volgende ware verhaal:

    De glimlach van Piet.

    Als je met zijn allen in de leugenbank stond en er een bus aankwam was het doorgaans dringen geblazen om te zien hoeveel problemen de buschauffeurs hadden om over de 'Sylsbrege' te komen. Zo ook op een mooie zomerdag toen de leugenbank vol stond met mensen . Er was net een bus gepasseerd die met veel moeite de hindernis 'Sylsbrege' genomen had en de nodige commentaren had opgeleverd. Nog druk napratend over de slechte kwaliteiten van de bus chauffeur komt Piet met een grote vrachtauto aangereden. Hij laat een heel eind voor de leugenbank het gas los om snelheid te minderen en trekt de choke zover mogelijk uit. Op het moment dat de uitlaat van de vrachtauto voor de leugenbank is geeft Piet een extra dot gas. Gevolg: Een grote zwarte walm uit de uitlaat van de vrachtauto die leugenbank enige tijd totaal verduisterd. Je kon even niets meer zien in de leugenbank.

    Terwijl ik dit op schrijf zie ik, alsof het gisteren was, nog die glimlach om de mond van Piet. Ik stikte toen van de rook maar nu nog steeds stik ik van het lachen als ik aan dit voorval denk, zo besluit Jan zijn verhaal.

    Het vest

    Middag`s vanaf kwart voor één loopt de leugenbank vol met mannen in de overal om voor ze weer aan het werk gaan nog even bij te praten en het laatste nieuws uit te wisselen. De ene draagt werkschoenen een ander is op klompen al naar gelang gewenst is bij het werk dat ze doen.
    Maar ook gepensioneerden, netjes in het pak, komen nog even langs voor een praatje.

    Ook Jaap is onder de aanwezigen. Hij draagt een gebreid vest wat ooit eens nieuw is geweest. Brandgaten van het lassen, vet van de schroefassen verbloemen het patroon wat de oorspronkelijk breister met veel moeite heeft ingebracht in het vest. Voor de meeste aanwezigen, die weten dat Jaap werk heeft waarbij schoon blijven nagenoeg uitgesloten is, is dat normaal.

    Een pas gepensioneerde man, keurig in het pak gestoken, denkt daar echter anders over. Deze man kijkt Jaap, om vijf minuten voor één meewarig aan, schud het hoofd en wijst Jaap op de gaten. "Dot lieket ek nergens op wol" (dat lijkt ook nergens op) zegt hij en pakt Jaap zijn vest beet en geeft tussen twee gaten een ferme ruk aan het vest. Ja nu was het zo u begrijpt, geen gat meer, maar een lap loshangend garen. Jaap zegt echter niets en blijft enkel ogenblikken onverstoorbaar kijken naar zijn geschonden vest en daarna naar de man in het nette pak.

    Vervolgens stroopt Jaap de mouwen van het vest, of wat er van over is, op en pakt de man ter hoogte van de biceps bij de mouw van het nette pak, en geeft daarna een geweldige ruk naar beneden zodat de mouw van het nette pak in één keer gescheiden wordt van de jas. En zonder er iets aan toe te voegen gaat Jaap aan het werk omdat de klok inmiddels één uur heeft geslagen en Jaap aan het werk moet.

    Of er daarna nog een bodemprocedure geweest is dat weet ik niet, maar dat het jasje van de man in het nette pak op de bodem van de afval container terecht is gekomen is vrij zeker.

    Of het vest van Jaap dat lot ook heeft ondergaan is nog maar de vraag want laatst zag ik Jaap en ook toen had hij een vest aan. Ik dacht toen, zou dat nog hetzelfde zijn als 30 jaar terug?

    Bron: Zoals uit de verhaaltjes blijkt komen deze verhaaltje van een Jan. Maar u weet ook dat ik in mijn verhaaltjes zelden echte namen gebruik. Of ik in deze verhaaltje echte of fantasie namen heb gebruikt laat ik aan uw fantasie over.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herineringen aan het (oude) station
    Klik op de afbeelding om de link te volgen 'Herinneringen aan het (oud) station" is verplaatst naar 'eigen verhalen'
    Ook is het te vinden in de blog Geschiedenisverhalen. Zie mijn blogs in linker kolom.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele reis Amsterdam
    En ze heette Greetje.

    Een ongetrouwde en alleen wonende, alom bekende Hylper, liet zich op zekere dag niet, zoals men van hem gewend was, zien op 't Oast. (omgeving van de haven)

    Gezien deze oude vrijgezelle visserman daar dagelijks te vinden was bevreemde dit de andere vaste bezoekers van 't Oast.

    Een buurman van deze bekende Hylper wist te vertellen "hij is ook niet  thuis". "Of", zo stookte hij ongewild het vuurtje op "hij moet dood op bed liggen".

    Of het nu nieuwsgierigheid was of een stukje sociale controle laat ik hier in het midden, maar na enige tijd werd  voor de zekerheid contact opgenomen met een paar familieleden die doorgaans goed op de hoogte waren van "De Hylper"  zijn doen en laten.

    Maar ook die wisten niet waar de bekende Hylper zich ophield. En een inspectie in zijn huis leverde ook al niets op. En ja, u begrijpt dat een ieder op 't Oast zich toch wel enige zorgen maakte, want dit was tegen iedere gewoonte van de bedoelde Hylper in. Normaliter hield hij zijn familie en omwonenden redelijk op de hoogte van zijn doen en laten.

    Rond het middaguur werd het mysterie echter gedeeltelijk opgelost. De plaatselijke stationchef wist te vertellen dat de bedoelde bekende Hylper die ochtend een enkele reis Amsterdam had gekocht en op de trein was gestapt.

    Nu dat was, ondanks dat men nog niet wist wat hij in Amsterdam te zoeken had, toch een kleine gerustsstelling daar op 't Oast.

    Het waarom van een enkele reis is nog steeds een vraag, maar de bedoelde Hylper melde zich de volgende ochtend zoals gewoonlijk op 't Oast.

    En ja, u begrijpt het al: De omstanders wilden wel eens meer weten van zijn reis naar Amsterdam.

    Maar het enige wat hij vertelde was "Ze was mooi en lief en ze heette Greetje".

    Waar verhaal.

    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een waterpas

    Mijn oog is mijn waterpas

    Ten noord-oosten van Hindeloopen ligt circa 30 ha riet- en weiland  wat ontstaan is nadat in 1932 de afsluitdijk is aangelegd waardoor de Zuiderzee IJsselmeer werd. Deze landerijen worden “de Geaën”genoemd. (Gea=Fries en Hylpers voor laag land)

    In de tijd van de Zuiderzee was het daar voor kust ondiep. Bij laag water viel deze strook grond droog. Bij hoog water stond het onder water. Als zal er in die tijd daar enige begroeiing geweest zijn, het was meer een zandplaat dan een kwelder.

    Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 verdween het verschil in waterhoogten en viel deze kuststrook nagenoeg permanent droog. Alleen bij storm uit het ZW stuwde het water zo hoog op dat deze grond af en toe onder water stond.

    Doordat deze grond min of meer permanent droog viel raakte deze grond al snel begroeit met riet en andere vegetatie. Toen er na de tweede wereldoorlog behoefte was aan landbouwgrond werd in het kader van de “DUW” (Dienst Uitvoering Werken) deze grond circa 1955 in cultuur gebracht. Er werden sloten en greppels gegraven.

    Mede doordat er in de grond nog restanten zout zat en de grond - uitgezonderd de toplaag - in feite uit zeezand bestond ontwikkelden zich daar in de loop der jaren bijzondere planten – o.a. de wilde orchidee en zoutminnende planten – en ontstond er een gevarieerde plantengroei.

    Circa 1970 werd door een aantal maatregels – o.a. geen kunstmestgebruik en niet eerder maaien dan half juni - deze natuurontwikkeling versterkt. Circa 1980 werd het gebied aangewezen al natuurgebied.

    Dit alles was voor de rijksdienst van IJsselmeer polders aanleiding het gebied in kaart te brengen. Alle plantensoorten en het aantal broedende vogels werden minutieus in kaart gebracht. Ook wilde men de hoogten van het land in kaart brengen, want daar kon men weer uit opmaken op welke plaats bepaalde planten het best groeiden en waar de vogels het liefste zaten te broeden. Hiervoor had men, zoals een ieder wel eens gezien zal hebben als landmeters aan het werk zijn, om de vijftig meter een piket paaltje in de grond geslagen. Met behulp van een waterpastoestel vanaf een vast punt kon men nauwkeurig de hoogten in kaart brengen.

    Op het moment dat een man of vier met het waterpastoestel en meetlatten in de weer waren kwam de boer die het land gebruikte ter plaatse. Na zich voorgesteld te hebben vroeg hij wat het doel van de bezigheden waren. Nu dat werd hem keurig uitgelegd.

    Na deze uitgebreide uitleg over het inmeten en het waarom vroeg de boer “hoe lang denken jullie daar mee bezig te zijn”. Na enig nadenken van de man van de rijksdienst die de leiding had, antwoordde hij “ik denk dat, als het wat meezit, wij twee dagen bezig zijn”. “Tjonge jonge” zei de boer, “dat is een dure grap”. “Ik denk dat ik u wel in 15 minuten kan vertellen wat u wilt weten”. Nu u begrijpt dat dit op lachspieren werkte van de universitair geschoolde landmeters. Maar de boer, niet gelijk uit het veld geslagen zei, “geeft mij maar een kaart en zeg maar op welke punten u de hoogten wilt weten”. Na nog enig gelach kreeg de boer een kaart met op een tiental plaatsen een kruisje waar de landmeters de hoogte wilde weten ten opzichte van het punt waar het waterpas toestel stond. De boer pakte de kaart en haalde een stuk potlood uit zijn zak en ging op zijn knieën zitten. Met het gezicht aan de grond, met één oog dicht, zag hij over het wijde land.

    Dit herhaalde hij een keer of tien. En elke keer zette hij bij een kruisje op de kaart het aantal centimeters hoogte verschil. Toen hij klaar was gaf hij de ingevulde kaart aan de landmeters en zei “ga het nu maar nameten en vertel me, als jullie klaar zijn, maar eens hoeveel ik er naast zit.

    Na een week trof de boer de landmeter van de rijksdienst die de leiding had over het project weer. Zonder dat de boer er naar vroeg zei de landmeter, “ik snap er niks van, maar de hoogten die u opgaf klopten aardig. Er zaten in vergelijking met ons meetwerk geen grote afwijkingen in”.

    Nu was het de beurt van de boer om te lachen. Hij zei lachend “ja dat had ik toch al gezegd”. “Als jullie mij gelooft hadden hadden jullie 15 uur x f 20 per uur x 4 man kunnen besparen”. “Ja ja”, mompelde de man van de rijksdienst, “maar vertel mij liever hoe u dat doet”. Och zij de boer “mijn oog is mijn waterpas” en ging met een glimlach op het gezicht verder met het werk waarvoor hij daar gekomen was.

    Wat de boer tot op dit moment dat ik dit opschrijf niet heeft verteld is het volgende:

    Zoals in het begin van dit verhaal al vertelt liep dit land met storm (in de herfst) regelmatig onder water. Vaak was voor een storm het vee al van het land gehaald. Maar bij een onverwachte storm en snel opkomend water kwam het ook met enige regelmaat voor dat reeds een groot gedeelte van het land onder water stond voordat de boer het vee er weg kon halen. Gezien de hoge stukken van het land, waar op zulke momenten het vee stond, het verst weg waren en lage stukken vooraan lagen moest hij dan door het water lopend zijn vee daar weghalen. Door deze tochten door het water wist hij precies het hoogte verschil van het land.

    Conclusie: De boer zijn oog was niet het waterpas, maar het water van het IJsselmeer diende als waterpas.

    O ja, dit natuurlijk niet vertellen aan de man van de rijksdienst van IJsselmeer polders want die gelooft waarschijnlijk nog steeds dat de boer een soort waterpas in het oog had.

    Bron: Waar verhaal want de boer was ik zelf.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Bhagwan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                        De Bhagwan in Hindeloopen?

    De Indiase goeroe Bhagwan Shree Rajnees droomde er tijdens zijn leven van een commune op te zetten waar een nieuw mens zou ontstaan: spiritueel en sensueel tegelijk. Zijn commune moest een oase worden van liefde, vreugde, vrijheid en harmonie. Het zou een reis worden van verlichting en zelfontplooiing.

    In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw ontstonden ook in Nederland dergelijke communes. Ook in de eerste helft van de tachtiger jaren van de vorige eeuw was de beweging van de Bhagwan, die doorgaans gekleed gingen in rode kleren, nog regelmatig in het nieuws. Dit was voor twee Hindeloopers aanleiding om eens te testen hoe snel 'het nieuws' in Hindeloopen rondgaat.

    Hindeloopen, dat in 1225 stadsrechten kreeg en daarmee een zelfstandige gemeente was, werd in 1984 heringedeeld en ging op in de nieuwe gemeente Nijefurd. Hiermee verloor 'het gemeentehuis' zijn functie en werd te koop gezet.

    Op een verjaardag visite, onder het genot van…, was dit voor een paar Hindeloopers aanleiding om eens te testen hoe snel een roddel in Hindeloopen rond ging. Er werd afgesproken dat de ene persoon, die op de plaatselijke jachthaven werkte, tijdens de koffiepauze van half tien zou vertellen dat hij had gehoord dat 'de Bhagwan' het gemeenthuis had gekocht. De andere persoon, een middenstander, zou rond half tien het zelfde verhaal in zijn winkel vertellen.

    En zoals die avond afgesproken gebeurde het. Rond half tien werd het plaatselijke wereld nieuws de wereld in gebracht. En dat dit, gezien er wisselend over Bhagwan werd gedacht, met name in de winkel de nodige discussies opleverde en als lopend vuurtje door Hindeloopen ging zal een ieder duidelijk zijn. Maar dat dit nieuws binnen enkele uren provinciaal nieuws zou zijn werd niet verwacht.

    Om half twaalf die ochtend werd een contact persoon van de provinciale 'Leeuwarder courant',  in Hindeloopen vanuit Leeuwarden gebeld. Zij vertelden dat zij hadden gehoord dat de Bhagwan een pand in Hindeloopen had gekocht, of hij daar ook iets van wist?

    Nu de bedoelde contactpersoon, die ook in het complot zat, speelde de vermoorde onschuld en zei van niets te weten.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het roomse leven in Hindeloopen
    Het roomse leven in Hindeloopen

    In mijn blog "Geschiedenisverhalen" een stuk geschiedenis over het roomse leven in Hindeloopen. 

    Klik op onderstaande link voor blog "Geschiedenisverhalen"

    "Het Roomse leven in Hindeloopen" staat dan bovenaan.

                     Klik hier voor het hele verhaal.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het kleine paradijs

    Het kleine paradijs is verplaatst naar het blog 'eigen verhalen'. Zie mijn blogs in linker kolom.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De huisarts

    De huisarts

    Een zeker persoon, met een zwakke gezondheid, bijna 90 jaar maar zogezegd niet onbemiddeld, vroeg aan zijn huisarts twee maal per week bij hem langs te komen. De huisarts had hier geen bezwaar tegen, die wilde best twee keer per week langs komen.Wel liet hij zijn patiënt, die niet voor ziektekosten was verzekerd en dus alles zelf moest betalen, eerlijkheidshalve weten dat dit natuurlijk wel financiële gevolgen zou hebben. En zo zei de huisarts verder; “medisch gezien is er absoluut geen noodzaak dat ik twee keer per week langs kom”. Hierop vroeg de patiënt; “heb ik ooit aanmerkingen gehad op uw rekening”? Nu hier kon de arts anders niks op zeggen dan dat wel in orde was. Maar schijnbaar had de arts moreel gezien toch nog wat moeite met de vele huisbezoekjes en zei; “Ja maar uw buren en familie komen toch ook regelmatig langs, die passen prima op u”. De patiënt reageerde hierop met de woorden; “Ja dat is dik in orde, maar u bent de enige die er baat bij heeft dat ik blijf leven”.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een goede buur

    Een goede buur is beter dan ......

    Een kleine boer met een stuk of 10 melkkoeien had één paard. Op een dag, tijdens de hooiing, zou een tweede paard prima van pas komen. Zijn buurman, een zogenaamde ‘heerenboer’ met wel 40 koeien had wel een stuk of zes werkpaarden. Dus daar lag, zo bedacht hij, de oplossing voor zijn probleem.

    De ‘heerenboer’ was snel bereid zijn buur te helpen en zei “neem de schimmel maar mee, dat is een prima werkpaard”.


    Maar helaas, onderweg naar het twee kilometer verderop gelegen weiland van de kleine boer, struikelde het geleende paard en raakte met wagen en al te water. Ondanks dat de boer met enige omstanders er in slaagde het paard snel op het droge te krijgen leek het niet best. Het paard kon één van zijn achterbenen niet meer gebruiken. De snel gealarmeerde dierenarts moest tot zijn spijt vaststellen dat het achterbeen gebroken was en er geen kans op herstel was. Een noodslachting was de enige optie.


    Na enige schroom en niet wetend hoe hij het zijn buurman, waar hij het paard van geleend had, het moest vertellen ging hij richting huis en buurman. Bij de buurman aangekomen vertelde hij schoorvoetend wat hem was overkomen en wat de gevolgen er van waren.

    De reactie van de buurman was “ja dat is pech hebben, nu moet je de ‘bruine’ maar meenemen want ook die hoef ik de komende dagen niet te gebruiken”.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de pof

    Op de pof

    Het was 1938. Velen hadden geen werk en armoede was meer regel dan uitzondering. Het was dan ook vaak moeilijk om rond te komen met het beschikbare geld. De oplossing om toch in de dagelijkse levensbehoefte te voorzien werd dan ook veelvuldig gevonden in het op “de pof” kopen bij de plaatselijke middenstand.

    Als er dan op zeker moment weer geld binnenkwam kon dat in zijn geheel of in termijnen afbetaald worden. Feitelijk fungeerde de middenstand dus als bank van lening zonder rente.

    Nu ging dit bankje spelen niet altijd van harte. Maar op de pof kopen was toen algemeen gebruikelijk en zich als middenstander hieraan te onttrekken was moeilijk want dat zou gepaard gaan met klantverlies. En dat kon een middenstander, waar schrale Hans doorgaans ook keukenmeester was, zich ook niet permitteren.

    Net als altijd het geval is geweest en een probleem van alle tijden is nam niet ieder het zo nauw met zijn afbetalingsplichten. Zo ondervond ook de plaatselijk melkboer in Hindeloopen.

    Een gezin had de rekening door de tijd heen behoorlijk laten op lopen. Als de melkboer hun daar opmerkzaam op maakte werd af toe een paar gulden afbetaalt. Maar ook dat hielp niet veel. Een paar dagen later werden weer boodschappen gehaald die niet direct betaald konden worden. En op momenten dat de rekening te hoog opliep, werden in de hoop dat die niet aangesproken werden op de onbetaalde rekening, de kinderen gestuurd om de boodschappen te halen. Ja, zo modderde men maar door.

    Op zeker moment viel het de vrouw van de melkboer op dat het hiervoor aangehaald gezin al een hele tijd geen lege flessen, waar statiegeld voor gold, had terug gebracht. Zij sprak, toen de vrouw des huize een fles melk haalde, daarop aan. En ja hoor, die boodschap kwam over. Een uur later kwam ze met twee tassen lege flessen aan. De vrouw van de melkboer blij met deze indirecte afbetaling telde het statiegeld op, boekte het af van de rekening en bedankte de vrouw dat ze geluisterd had naar suggestie om de statiegeld flessen terug te brengen.

    De vrouw in kwestie bleef echter in de winkel staan waarop de vrouw van de melkboer vroeg of er nog iets was.

    “Ja zeker” zei de vrouw die de lege flessen had gebracht, “ik krijg toch statiegeld terug voor lege flessen”?

    Waar verhaal uit overlevering


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De buiten gesloten brandweerman

    Een gesloten deur

    Nadat de brandweer in Hindeloopen was opgeheven werd de oude, nog goed bruikbare, brandweerauto geschonken aan de gemeente Wloszakowice in Polen. De ex brandweermannen van Hindeloopen brachten deze brandweerauto in het weekend van 7-11 // 10-11 2008 zelf naar Polen.

    Tijdens het weekend van de overdracht werden de brandweermannen ondergebracht in kamers nabij het gemeentehuis van Wloszakowice. Alles in dit gebouw was prefect in orde zodat er naar tevredenheid genoten kon worden van glimmende schone kamers.

    Helaas de laatste avond dat de mannen naar hun kamers gingen brak één van de mannen bij het openen van de deur de sleutel af. Gepeuter met schaartjes en nagelvijltjes hielpen niet. De kamer bleef gesloten en de betreffende brandweerman kwam de kamer niet in.

    De betreffende, stevig gebouwde, brandweerman had al een paar keer voorgesteld om dan de deur maar in te trappen. "Dan kan ik het geleerde bij de brandweer eindelijk eens in praktijk brengen", zo betoogde hij. Maar daar ging de brandweercommandant niet mee akkoord. Dat konden ze, zo liet hij weten, niet maken.

    Ten einde raad werd contact opgenomen met de Pool die dat weekend de leiding had. Hij kwam gelijk met een sleutel van een andere kamer zodat getroffen brandweerman toch een slaapplaatsje had. De andere ochtend, de dag van vertrek, zou er iemand komen om de deur los te maken zodat de brandweerman in kwestie zijn in nog in kamer liggend bezittingen uit de kamer kon halen , zo werd toegezegd.

    Na een goede nachtrust op de nieuwe kamer lieten de Poolse vaklieden enige tijd op zich wachten. Maar tegen zeven uur verschenen twee vaklui met een gereedschapskist vol materialen.

    Ter plaatse aangekomen zei één van de Poolse vaklui op zijn Pools “o dat is snel gefikst” en gaf gelijk een flinke trap tegen de deur zodat het slot, met de nodige schade aan het kozijn, losbarste.

    Reactie van de brandweerman uit Hindeloopen “…… dat had ik nu zo graag zelf eens willen doen”.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uilke Annes van Hindeloopen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    Onderstaand verhaal van Uilke Annes komt uit het boekje "Sagen en legenden rond de Zuiderzee".


    UILKE ANNES VAN HINDELOOPEN.

    Uilke Annes, de veerschipper van Hindeloopen ging op een avond, dicht voor Kerstmis, naar de zeedijk om ganzen te schieten.

    Och, ja, de schippersvrouw had warschippers en dus was een ganzeboutje welkom. Waarom zou Uilke dus niet zijn buks laden en er op uit trekken naar de zeedijk waar de ganzen soms bij koppels zwommen of vlogen.Vooral in de stinkhoek kon de buit soms goed wezen, hoewel men daar oppassen moest, want Jonker Hein van Paardepoot huisde daar en speelde je soms een leelijke streek.Ja, daar moest men om denken.Maar schipper Uilke was niet bang uitgevallen. Hij gooide de buks over de schouder en trok er toen het begon te schemeren met zijn trouwe hond op uit.Het beloofde een goede avond te worden. Het weer was uitstekend en de ganzen trokken, dat merkte Uilke wel. Duidelijk hoorde n ie vleugelgeklep en ganzengesnater. Het ging er nu maar om ze onder schot te krijgen.Behoedzaam sloop ie langs en over de dijk, tusschen de palen van de zeewering en behendig wipte n ie van het eene groote bazaltblok op het andere. Maar al was het weer dan ook goed en al waren de ganzen blijkbaar niet zoo ver af, er haperde toch iets.Het scheen onmogelijk de beesten onder schot te krijgen. Soms verbeelde n ie zich sterk dat ie een koppel niet alleen snateren hoorde, maar dat ie de vogels zag, duidelijk zag. Maar wanneer ie zijn buks aanlegde, waren ze verdwenen.Zoo had Uilke geruimen tijd geslopen en gekropen en het was hem nog niet gelukt iets te schieten.Dat was toch verdrietig.Het was de eer van de schipper te na. Dat had ie nog nooit gehad. Dat ie met niets thuis kwam, alla, dat kon gebeuren wanneer er geen vogels waren, maar ze waren er, dat hoorde n ie. Duidelijk nam ie het gesnater waar en het gegakkel.'t Was of de duvel er mee speelt.Plotseling herinnerde Uilke zich dat ie in de, stink­hoek was en daar was het niet te vertrouwen, wist ie.Niet dat Uilke bang was, dat niet, maar een eigenaardige rilling ging er toch over zijn rug en een oogen­blik had ie het gevoel, of al zijn haren spelden waren die hem alle tegelijk in zijn hoofdhuid prikten.Ook de hond gedroeg zich vreemd. Hij jankte angstig.Dat moest er nu nog bijkomen, dat die hond met zijn gejank de vogels wegjoeg. Dan kwam er van schieten heelemaal niets.Hou je koest hond! beet Uilke hem toe maar de hond bleef onrustig.Hoe was het mogelijk, dat ie niets zag. Hij moest er vlak bij zijn, zoo duidelijk kon ie ze hooren.Weer jankte de hond zachijes en Uilke had hem wel kunnen slaan, maar zie, waren dat de ganzen?Ja, zeker, daar had je ze, er was geen twijfel aan. Het was een heele troep. Prachtig om er in los te branden. Dat zou een goed schot wezen.Maar Uilke was geen meester over zijn geweer scheen het, want hoeveel moeite hij ook deed, hij kon het niet gericht krijgen.Dat kwam er was iets met de ganzen niet in orde. Er was een vogel bij . . . is dat een zwaan? dacht Uilke en zijn geweer zakte met de tromp naar de grond.De hond huilde zachtjes en drong zich angstig tegen de laarzen van de schipper aan.Is het een zwaan, vroeg de schipper zich nogmaals af, of vergis ik me zoo? En nu was er geen sprake meer van schieten op de ganzen.De zwaan maakte zich uit het koppel los en zwom over het water in de richting van de schipper.Uilke voelde dat ie daar niet op schieten kon.Het zou ook niet gegeven hebben. Hij had hem immers toch niet geraakt.De zwaan naderde heel vlug maar Uilke kon niet goed zien of ie zwom of dat ie vloog. En wat erger was, het was heelemaal geen zwaan, die daar in ijzing­wekkende vaart op Uilke toestormde maar iets wits, wat groeide, groeide, steeds maar groeide.In zijn angst dacht de schipper nog ,,zoo'n groote vogel heb ik nog nooit gezien; wat me nou overkomen zal." Als een bliksemflits schoot het hem in zijn bewust­zijn dat Jonker Hein van Paardepoot hier zijn domein had. Wie weet was hij het zelf niet die daar aan­stuiven kwam in de gedaante van een angstig groote witte vogel.Uilke wilde vluchten maar het scheen of zijn voet­zolen aan de keien van de zeedijkglooiing geplakt zaten. Hij kon niet van de plaats komen en de arme hond zat jankend en kermend in elkaar gedoken achter hem.

    Uilke dacht het te besterven maar gelukkig scheen het of de vreemde witte vogel zijn vaart verminderde, of ie terugging, of ie kleiner werd.Maar dat was bedrog. Want nauwelijks was Uilke een beetje op zijn verhaal gekomen, of daar kwam de vogel weer aangestoven.Nog grooter was ie dan daar straks en recht kwam ie op de schipper aan. Het water stoof op en spatte alle kanten heen en een akelig scherp sissend geluid kwam nader naarmate de vogel dichterbij kwam.Nu werd het Uilke toch te bar. Dat was gespook, daar viel niet aan te twijfelen en met een ruk keerde n ie zich om en zette het op een loopen.Maar het onheilspellende gesis achter hem kwam nader en nader en de schipper voelde wel dat ie het spook niet zou kunnen ontloopen. Hij kreeg de gewaarwording alsof het hem van achter vastgreep, op zijn rug sprong en hem de keel dichtsnoerde.Nog harder rende Uilke maar het spook blijkbaar ook want het was Uilke of ie de koude adem van de verschijning in zijn nek voelde.Schuw keek ie onder de vlucht achterom, en jawel hoor, vlak achter hem, zoodicht dat het te grijpen was, zweefde het witte gedrocht.Uilke schreeuwde luid en spande alle krachten in om het spook te ontkomen, maar dit vloog hem op hetzelfde oogenblik in suizelende vaart voorbij.

    Daar stoof het, de dijk langs, het dorp in en vlak voor het poortje waar Uilke door moest om in huis te komen, bleef het verschijnsel dreigend staan.Nu was het nog erger.Hoe zou de schipper zijn poortje doorkomen.Onthutst en geheel in de war bleef ie stokstijf staan.Maar de verschijning stond daar ook en versperde hem de weg.Wat moest Uilke beginnen. Langs een andere weg in huis komen ging niet; het poortje was de eenige toegang.De heele nacht daar zoo tegenover elkander te blijven staan was ook niet te doen midden in de winter.Hij vermande zich dus en keek scherp naar de verschijning die hem de weg versperde.En zie, hoe scherper ie keek hoe meer leek het spook van vorm te vervloeien en in grootte af te nemen. Ja, het scheen zelfs in de grond te verzinken.Dat was een goede gelegenheid om een aanloop te nemen en door het poorije te rennen.Het lukte.Wèl liep ie z'n hond onderste boven, zoodat het beest jankend een eind heen stoof, maar Uilke kwam ongedeerd binnen.Maar zonder ganzen natuurlijk.Tja, die Jonker Hein van Paardepoot ook.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een meisje van tien

    Een meisje van tien

    De dertiger jaren van de twintigste eeuw waren slechte jaren. Er was veel armoede en er moest hard gewerkt worden voor het dagelijks bestaan. In Hindeloopen waren in die tijd vele zogenaamde “koemelkers” die twee of drie koeien hadden. Om wat extra voor de melk te krijgen werd dat doorgaans uitgevent bij de deuren langs. Dit was doorgaans het werk van de vrouw des huizes en de wat grotere kinderen. Met 2 emmers aan een juk ging men dan ’s ochtends na het melken van deur naar deur bij de vaste klanten langs. Zo ook bij de familie “zonder naam”. De dochter van 10 jaar oud ging dagelijks voor vader met een emmer melk bij de vaste melkklanten langs. Maar er waren dagen dat ze, omdat vader maar twee koeien had, te weinig melk voor haar klanten. Om geen nee te hoeven verkopen was met een iets grotere boer, die maatschappelijk in hoog aanzien stond, de afspraak gemaakt dat indien het meisje te weinig melk had zij dan wel melk voor haar klanten kon kopen bij die iets grotere boer. Als marge tussen de in en verkoop werd een ½ cent afgesproken. Een prima oplossing zou men denken. Het meisje van tien kon haar klanten tevreden houden en verdiende voor het rondbrengen een ½ cent per liter en de iets grotere boer kreeg zonder extra werk toch nog iets extra’s voor zijn melk. De vrouw van de iets grotere boer, die het meisje doorgaans hielp met het overtappen van de melk, stak dan ook niet onder stoel of banken dat zij zeer ingenomen was met deze constructie.

    Doorgaans druk praten en duidelijk tellend schepte zij de melk met een halve litermaat over in de emmer van het meisje op de dagen dat het meisje onvoldoende melk had voor haar klanten. Tevens liet ze, als de gelegenheid zich voor deed, graag weten dat ze op deze manier het meisje en haar ouders, die het zo een ieder wist niet breed hadden, hielp om wat extra’s te verdienen.

    Na een aantal keren kwam het meisje echter tot de ontdekking dat zij nooit uit kwam met de melk die zij van de grotere boer zijn vrouw inkocht. Als zij 10 liter haalde bleek niet zelden dat als ze 9 liter had verkocht als haar emmer leeg was. Dit gaf natuurlijk problemen thuis als het ze bij moeder de inkomsten afgaf. Het meisje werd er opgewezen dat ze nauwkeuriger moest werken en er bij het meten van de melk op moest letten dat ze geen melk morste. Want zo liet moeder streng weten ”Zo verdienen we niets”. Maar al hoe nauwkeurig het meisje ook werkte, het probleem dat ze niet uitkwam met de melk bleef. Maar zo was het meisje opgevallen het probleem deed zich alleen voor op de dagen dat ze melk inkocht bij de boer zijn vrouw met iets meer koeien. Op de dagen dat ze genoeg had aan de melk die ze mee van huis nam klopte alles precies. Ja, en toen ging er bij het meisje een lichtje branden. De volgende keer dat ze te weinig melk had en dit aanvulde bij de vrouw van de iets grotere boer lette het meisje extra op bij het overtappen van de melk. Nu het aantal keren dat de vrouw een halve liter maat overtapte in de emmer van het meisje klopte precies met luidop tellen van de vrouw. Wat het meisje wel op viel was dat de halve litermaat nooit goed vol was.

    Maar ja hoe los je dit op als meisje van tien. De vrouw van de boer, die in hoog aanzien stond wijzen op haar bedrog, durfde ze niet. En het thuis vertellen leek haar ook niet verstandig want dat kon, zo wist ze uit ervaring, problemen geven in de kleine gemeenschap van Hindeloopen. Het kleine meisje van tien bedacht echter “wat die wijze vrouw van de in hoog aanzien zijnde boer kan, kan ik ook”. Dus in het vervolg deed ook zei bij haar klanten de halve litermaat niet helemaal vol. Deze tactiek liep prima en bij afrekening thuis klopten de inkomsten altijd perfect met het aantal liters in haar emmer waarvoor ze complimentjes kreeg van haar moeder.

    Na enige tijd begon deze verkoop tactiek sommige klanten op te vallen. Achter de schermen werd daar druk over geroddeld. Het meisje werd beticht van oplichterij en heimelijk werd zij de oplichtster genoemd. Ook de vrouw van de in hoog aanzien zijnde boer liet in het roddelcircuit weten dat deze manier van verkopen niet kon.

    Aan u als lezer te oordelen over de moraal van dit ware verhaaltje.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ut de leugenbank van 1900

    Gespreken uit de Leugenbank rond 1900

    In het begin van de vorige eeuw was hekserij en waarzeggen een hot item.

    Ook in Hindeloopen was dit op bepaalde momenten, als er iets onverklaarbaars was gebeurd, onderwerp van gesprek. Hieronder een aantal korte verhaaltjes in het Hindeloopers, uit het begin van de vorige eeuw, over deze onderwerpen.

    Mogelijk volgt nog eens een Nederlandse versie van deze verhaaltjes.

    Tjoenerie/wiersizzen/ voorspellingen

    't Is en rinige eftermidde. De liëd in 'e Leugenbank kikje de sê oer. ,,Et blieuwt pingeljen joo," zeit Reitje. ,,Nò, ik tink, om fieuw oere sol 't wol opklaerje. Den is 't leêg tie, en oean 'e kim tilt et al en likj," see Heije.

    Je kòasten 't naat eens wodde.

    ,,Sol ik et jimme res krekt sizze?" see Jappe, ,,et sol weet blieuwe of droeg wodde."

    ,,Dot is en snóade sot," see en óar. Doe bist en echte wiersiz:er." En et doerre naat lang of je wéaren tige fordepe in 'e graete forborgenheit fan 't wiersizzen. Wuruut men sèn ken, dot uut en wisjewasje soms en hele baim groeie ken. De mesten leauwden fest oean de ,,gaive" fan 't wier­sizzen; inkelten faenden et lak en larikoke.

    ,,Iek ken ek wol wiersizze," bromde Binte.

    ,,Doe? Dot woo 'k wol es héare," see Tuije.

    ,,Goo. Gaen doe mar buten 'e Leugenbank staen, dok et naat sen ken; nim getugen mei, den sol ik di sizze, hò'st dear steeste. Jimme binne allegaer getugen dot et èalik togêt."

    Oaspretsen,' see Tuije, Hi geeng mei Reitje buten oean 'e tichte kaant fan 'e Leugenbank staen op sin steelen tabaks­daze. ,,Dot rodt de graete nóait, luustere er Tuije in 't aer.

    ,,Klaer! rôap er, hò staen 'k hir nò?"

    ,,As en graete gek in 'e rin," see Binte.

    En de Leugenbank daivere fan 't lakjen.

    ---------------

    ,,Dèar binne dogs woenderlike dingen in e wraald, jin 't men mar naat bigripe ken. Wi hevve, so 't jimme wette, nest de helling fan Janbaes wenne. Dèar koamen dè jitte fule skippen op 'e helling om ze òp to kalefaeterjen: Amelaander en Wieringer ajken, snikken, jollen, jachten, praimen, bóatjes, puntkes, skouwen en alsò. Ek waden er wol nije mekke. Dot wéar den en geklop en gehaimer fan woender en geweld fan al dot timmerjen en breauwen! Min nef, di 't ek Jan heette, wéar het likj fan stik en waad broekt fòar Hansje-mìn knecht fan allegaer. ,,Jan, fier helje; pikkokje!" ,,Jan, di graete haimer uut di praim!" ,.Jan, di bak mei roengen!" Sò geeng et mar troch-en em en de joenge wist soms naat, wur et haat him stoog. Dearom kreeg hi er wol eres en fiksche klap tjin oean. Of dot fule haelp, wet ìk naat.

    Mar - het ik sizze wol - soms wéar er gin skip op 'e helling. Alles wéar den stol. En as ik en min ealdere broear iends tò bod geengen en oender 'e tekken loâien, den héaden wi op eens: ,,klop, klop, klop tik, tik, tik!" en ek wol óare geluten net as et soengen of ropen fan de timmerlied. Den see mìn éaldere broer: ,,Héarst et wol? Fortirmerie! Dèar komt gaauw wur 'n skip op 'e helling!" En et badda ek. Wa bigript dot nò?

    -------------------

    ,,Hò wéar 't mei Annemui?" De soldigste naet, dot jer man, kaptein fan 'n skoener, in de Midlaanske sê forgeeng soog Annemui him fóar jer bod staen mei de aigen fol treadden en mei de graete heupleazens fol wetter."

    -------------------

    Dot wéar en biwégoeng in Hinleppen. Oeral stogen de frouliëd bi mekem in 'e dòarren tò ret­teljen oer de tsjoenerie. De moenden geengen as 'n Lazaras­klap. De divelbander tò Wans waad drok biseeke om hjelp of ree fòar de likje bon, jin 't bitsjoend wéaren. Ien 'e Leugenbank waad dèar ek brêd en wied oer rede­kaivele.

    Tèadboer sin sèanne wéar bitsjoend. Hi kôast gin butter fan 'e mòalke krije. De divelbander hee seid, hi mòast en gloeaiend hoofizer n 'e sèanne dwaen. Dot dee hi, en 't lid op 'e seanne. Mar dè mòasten jimme 'res siënd hevve.East en gesoeas fan woender. Dè en geburrel as fan 'n kael, dot in 'e faat forsoept en de wallem bostte mei sò fule ge­weld uut alle naeden fan 't seannelid, dot 't wol like of de kwaede sem mei al sin boaze gèsten er uutflogen.

    En dè kòast Teadboer buttersèanje.

    -------------------

    Jè wéaren oean 't saedgraiven, en dèar faenden se, dèp in 'e groend, 'n hêle kwabbe frisse, libbendige eel. Iek hev er en soodje mei nei huus tò krige. Jè smekken lekker bi de earpels."

    -------------------

    Op 'n iend wéar ik mei mîn broer tò poeren, mar et wood naat fange. 'n Eendje fan uus ôaf héaden wi în 't doenker 'n geklînk în 't wetter. Wi lotten uus er stol henne drieuwe mei uus bôatje. Et wéar 'n hele skóal eelen, jin 't uut 'e greppel kòamen en jer in 'e faat rolje lotten.

    Wi healden uus bóatje er mar oender en heeën n 'n aimerie 'n fracht fan komsò.

    ------------------

    Heye fortolt, het er in 'e Twade Mienskar, en stik laand buten de stê, plak hèand hee. De skipper Hans Ages geeng er trog oer et futpad, en ticht bi de hekke wéaren trottin graauwe katten oean 't kuierjen. ,,Wur solle jimme henne, poesjes?" tòat hi bi him sem; of 't hi 't meskeen loeadop tòat, wist hi naat.

    Op eens geengen de poesjes allegaer op 'e efteste pòaten staën, jogen mekem de fôaste póat en bigòasten tò doensjen en tò soengen:

    ,Hans Ages vraagde mij:

    Poesje-me-nelle- van waar komt gij?"

    ------------------

    Jesteriënde geeng ik bi tseaster om bòadskip. En likj eend fòar mi uut ròan aalde Neeke. De 't se mi fornôam, héade ik jer suchten en jò kroepte tjin 'e têastere moere oean, dot îk jer maar naat sèn sood. Efkes dèarnej kôamjò tò fallen oer 'n stoepe. Ik wéar er dalik bi, haelp jer oereend en geeng mei jer. Dè het se mi fortold, dot jò er bi dei naat uut doer, want alle bon rope jer efternei en jòane jer allerlei skeldnemmen. Bi skimeriend ken jò de dòar naat fan 'e skeattel lete, want de joengfînten en fanen dwaen de dòar epen en kwakke allerlei smòargens in jerre gang. Jè boenzje mei de fuusten op 'e dòar en fensters en niks is jem tò erg. Dèarom skrobbet jò mòans hêl bitied jer strete en dweilt de droempel, en iends bi tjister doer ze allonnig mar om bòad­skip gaen. - Dè't ik dot héade, tòat ik: ,,èarem slôaf! Ken dèar de pelisje niks oean dwaen?" En 't is sò'n goo menske. Dot wette de mosken wol, jin 't alle dègen in 'e snee fòar jer huus de kroemels opsmulle, jin 't aalde Neeke fòar jem uutstroait. ,,Iek ken naat sèn, dot se hoenger lië, en 't is sò adig, tò sèn, dot se mi kenne!" En sood er wol een menske op 'e hele wraald wezze, di't sizze ken: ,,Aalde Neeke het mi kwa deend?"

    ,,Bihaalve jin 't se bitjoend het," see Atse. Atse wèar jitte mar en joenge, en echte wîsnòas. Dèarom see Binte: ,,As graete mensken praetje, haald doe di stol, tò dot di het frige wodt, héarste?"

    Nò see Jan. ik tòat: as di èarme Neeke min mem ofte min ame wéar, den forlaar ik mîn forstand; ik kòast alle glezzen kapot slaen en graete oengelokken bigaen; et kòast mi allegaer niks mear skele."

    ,,Den geengen ji 'n raer gat în," see Binte.,, Ik sên ji al hennekuierjen twisken de majòar en Gysbet. en de Kooldumer Eksteur er efter."

    Jan Penne forfolge: ,,Hevve jimme wol eres bitòat, dot èalk aald menske, foral di 't en likj oâs is as gewóan, fan tjoenerie biskjeldige wodde ken? Ek jimme éjene femilje, dear 't jimme fule fan haalde? 0, hò méar as ik er oer tînk, hò dudeliker as 't mi wodt: et kwa is naat de tsjoenerie, îk jouw alle tsjoenstes fri om tò dwaen het jè kenne oean mi; ik leet jem allegaer mîn glodde stiere sen!"

    ------------------

    Dèar hest nò Dirkje. Jer man is mei 't skip fut. Jo is alionnig tuus mei jerre likje bon. En alle naeten goealt et joengste. of et formodde wodt. Jò is naat nei de divelbander gênzen. want jò héaldt dot fôar soende, sò 't jimme wette. Mar forlîden wike wéar et sò erg. dot jò in daedsbinaauwd­heid uutrôap: ,,Héare, hjelp mi!" En het badde? Mei 'n graete plof klapten alle dòarren fan jer huus epen en ticht; et likje bon wéar stol, fael in 'e sleep en îs fan dot aigenblik ôaf gesoend. Nò wette wy allegaer: as er één in Hînleppen éalik en oprocht is en for naat jitte sò fule ji mar het wîs meikje sol, den is dot Dirkje. en jò het et sem fortold."

    Uit “Hinlipper fortoljes” van de Fryske Librije (1930). De auteur is S van der Kooi


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De aak met de witte zeilen

    Vooraf:

    Om het onderstaande verhaal beter te begrijpen vooraf enige toelichting op bepaalde aspecten die in het verhaal voorkomen.

    Een aak is een schip met een ronde bodem zonder kiel. Nu worden dergelijke schepen vaak ingericht als plezierboot. Vroeger werden ze voor de visserij of ander taken gebruikt.

    De leiding van een weeshuis was meestal in handen van een echtpaar. Zij werden algemeen aangesproken als “vader” en “moeder”.

    Het breien en het spinnen van de wol was in vroegere jaren een belangrijk werk. De straat Spinhuisstraat herinnerd er nog steeds aan dat spinnen een belangrijk gebeuren was. Gezinnen die zelf onvoldoende tijd hadden daarvoor besteden dit uit aan mensen die het wel aan tijd hadden.

    “Skitlokken” zijn de vuile onbruikbaar stukken wol die rond het achterwerk van een schaap komen.

    Met Pinkster werden vroeger de straten versiert met zogenaamde Pinsterkronen. Voor een goed begrip over dit gebruik adviseer ik om eerst de uitleg over dit gebruik te lezen. Dat is op deze webblog te vinden onder naam “Pinksterkronen”. (Zie inhoud blog)

    Een “slag om” is een wandeling door Hindeloopen zodat men een soort rondje wandelt. De vrouwen en meisje wandelden dan links om en de mannen gingen doorgaans rechtsom. Het links om wandelen van de vrouwen zou, zo is mij ooit eens verteld, te maken hebben met de stand van de zon. Helemaal kan ik dit echter niet verklaren. Dus laat ik het bij deze mededeling. Maar mogelijk heeft het iets te maken met schaduw werking op het gezicht door de hoofdtooien die vrouwen droegen.

    De Aak met witte zeilen

    Hoe ze heette, ben ik vergeten. Maar laten we de vrouw, waar dit verhaal over gaat, voor het gemak maar Trien noemen.

    Trien woonde in het weeshuis bij haar zuster die daar de zogenaamde “weesmoeder” was. Trien, een zogenaamde oud vrijster, was altijd even vriendelijk en keurig netjes in de kleren. Ze verdiende een beetje geld met breien en spinnen voor andere mensen. Als het werk af , dan bracht ze dat zelf bij de mensen en bleef dan, als ze uitgenodigd werd, graag een kopje thee drinken om even te praten of wat te kletsen. Zij had dan meestal wel wat restjes garen of zogenaamde “skitlokken” in een aparte zak meegenomen. Ze zei dan “u kunt het maar na wegen. Ik houd niets achter. Ik ben oprecht”. Tijdens zo’n gesprek kon men echter wel horen, dat het niet goed in orde was met haar verstand. Maar dat was niet altijd zo geweest.

    Op een zaterdag middag had Trien wat brei- en spinwerk afgeleverd bij een vaste klant op de buren. Nadat ze bij die klant het gebruikelijke kopje thee had gedronken en de laatste nieuwtjes waren uit gewisseld ging ze weer op weg naar huis. Op ’t Oost bij de haven bleef ze, zoals gewoon als over ’t oost liep, wel drie of keer stilstaan en tuurde met haar handen boven de ogen over de Zuiderzee. Daarna vervolgde ze, in haar zelf pratend, haar weg naar huis. Toen ze voorbij de “leugenbank” kwam, die volstond met mannen, onderbrak ze haar gemoppel in zichzelf even en zei de druk pratende aanwezigen in de leugenbank vriendelijk gedag. Maar de leugenbank nog maar net voorbij hoorde een ieder duidelijk dat Trien al weer met haar zelf in gesprek was.

    Dat steeds weer over de Zuiderzee turen en het gemoppel in zich zelf vond men daar in de leugenbank maar vreemd. Dit lokte, zoals zo vaak, ook op die zaterdag de nodige reacties uit bij de mannen in de leugenbank. De nodige schampere opmerkingen over het gedrag van Trien bleven dan ook niet uit.

    Jan Pinnelikker, die deze naam te danken had aan het feit dat hij op het gemeentehuis werkte, onderbrak het toch wel enigs negatieve, gesprek van de mannen.

    Hij zei, “jullie hebben nu wel de nodige opmerkingen en kritiek over Trien, maar weten jullie wel hoe de vork precies in de steel zit”.

    Nu het zal duidelijk zijn, dat wisten de heren in de leugenbank niet. Na enige ogenblikken stilte, wachtend op waar Jan Pennelikker mee zou komen begon Jan te vertellen:

    Jan Pinnelikker verteld

    In haar jonge jaren was Trien een leuk jong meisje. Kwiek en fijn gebouwd en altijd vriendelijke en blij. Het was dan ook geen wonder dat ze in die tijd ook bij de jongens erg in trek was en vele aanbidders had. Maar hoe kwam het dan dat Trien geworden was zoals ze was zullen jullie je wel af vragen?

    Nu het begon allemaal met pinkster. De kronen tingelden en bingelden en blonken hoog in de lucht dwars boven de straat, aan een sterk stuk touw wat van de ene gevel naar de gevel van het tegenoverliggende huis gespannen was.

    De jonge meisjes van Hindeloopen gingen, in Pinkster kleren, in het mooie weer een “slag om” door de stad.

    Ook de jongens deden dat, maar dan net andersom dan de meisjes zodat ze meisjes bij ieder rondwandeling twee keer tegen kwamen en hen dus twee keer konden aanspreken.

    (Overigens gebeurde zo’n “slag om” door de stad niet alleen met Pinkster. Ook op zondag was het algemeen gebruikelijk en die mensen die het aan tijd hadden maakten ook op avonden met goed weer vaak even een “slag om”. Maar met zo’n hoogtij dag als Pinster en combinatie met de opgehangen Pinsterkronen was het toch iets bijzonders)

    Verschillende groepen hielden onder de kronen stil, en nadat ze wat heen en weer gepraat hadden, duurde het niet lang of iedere jongen had een meisje in de arm, en werd er een rondje gemaakt en gedanst onder kronen. (Dat gebruik heette “om de kronen gaan”. )

    De dag na Pinkster zag men dan ook de meisjes bij elkaar staan te praten over, “Die is met die geweest en die met die” want ook zei wisten natuurlijk wel: Daar komt vaak vaste verkering uit voort wat niet zelden uitdraait op trouwen.

    Een knappe jongen, schipper van een mooie aak met witte zeilen, had al het gauw de zuster van de weeshuismoeder ”Trien” beet en danste met haar onder de kronen. En sinds die tijd hadden zij verkering.

    En het moet gezegd worden, er was geen mooier paar in de hele stad. Hij was best oppassend en zij niet minder en altijd fleurig en netjes. Een ieder zei dan ook “ze passen precies bij elkaar”.

    Hoe lang die verkering duurde, weet ik niet. Maar op een morgen, ze hadden hartelijke afscheid genomen, stond zij op de ’t oost bij de haven en hij op de aak in de haven om hem uit te zwaaien. Zij lachte hem toe, maar het was haar wel aan te zien, dat zij verdriet had en aangedaan was door zijn vertrek. Hij, de schipper van de aak, stond aan het roer en zwaaide met zijn rode zakdoek naar Trien terwijl de prachtig mooie aak met zijn witte zeilen het zeegat als een “grote witte zwaan” uitvoer. Trien keek de aak met de witte zeilen zo lang ze kon na.

    Maar al wat ooit terug zou komen in Hindeloopen, de aak met de witte zeilen en de jonge schipper heeft Trein nog iemand anders nooit maar dan ook nooit weer terug gezien.

    Sinds de tijd dat het duidelijk werd dat er wat heel ergs met de aak met de witte zeilen gebeurt moest zijn is het bij Trein begonnen te draaien in haar hoofd. Sinds die tijd kon ze de werkelijkheid en wat er in hoofd speelde niet meer goed scheiden.

    Zo vertelde ze vorige week op een ochtend, blij en vrolijk, nog aan haar schoonzuster Libbe, die al een paar jaar getrouwd was;

    “Nu zal het gebeuren. Ik heb het vannacht duidelijk gezien. Ik wordt nu snel de bruid. Ik zal trouwen en dan zullen jullie zingen”:

    Hoog is de bruidegom, en hoog voor de bruid

    Hoog voor de Bruidegom en bruid

    Als de aak met de witte zeilen komt.

    En terwijl Trein dat vertelde, zo zei haar zuster Libbe, keek ze blij en verheugt de Zuiderzee over of ze de aak met de witte zeilen en haar schipper al aan zag kommen.

    En bijna automatisch keken de mannen in de leugenbank ook over Zuiderzee, toen Jan Pennelikker uit verteld was.

    Maar helaas er kwam niets. De aak met de witte zeilen was er niet. Trien, nog iemand anders, heeft de aak met witte zeilen en de schipper Nooit! Nooit! weer gezien.

    Na dit droevige verhaal van Jan Pinnlikker werd het stil, doodstil in de leugenbank. En zonder commentaar te leveren en zich schamend over de eerder gemaakte opmerkingen gingen de mannen één voor één huiswaarts.

    Bron: “De aak met de witte zeilen” is een Nederlandse vertaling en een vrije weergave van het gelijknamige verhaal in het Hylpers uit “Hinlipper fortoljes” van de Fryske Librije (1930). De auteur van “Hinlipper fortoljes” is S van der Kooi.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze vriend de politie

    Een sprookje of de waarheid?

    Er was eens een land waar het goed wonen was. Ja werkelijk waar, u kunt het geloven of niet, maar in dit sprookjesland wordt zelfs gezegd dat de politie je vriend is en dat de politiepet iedereen past. En als u het volgende verhaaltje gelezen hebt zal het u duidelijke zijn dat zelfs de bandiet een vriend heeft aan de politie.

    Om de criminaliteit cijfers omlaag te halen heeft men in dat sprookjesland een heel slim systeem bedacht. Als er minder diefstallen en inbraken gebeuren dan in voorgaande jaren krijgt men bij de politie als beloning meer geld, zodat men het in daaropvolgende jaar nog beter werk kan afleveren. Nu dit is toch prachtig, dat moet voor de politie in dit mooie sprookjesland wel aanleiding zijn om verschrikkelijk haar best te doen. Maar helaas, alle goede bedoelingen ten spijt, één inwoner van dit sprookjesland gelooft sinds kort niet meer in dit sprookje. En dat is toch jammer, want het leek zo mooi bedacht.

    De reden dat deze inwoner niet meer in dat sprookje gelooft is de volgende: Jarenlang had die inwoner gespaard voor een tweedehands autotje. Ze was er dan ook zeer zuinig op. Elke week een goede wasbeurt en natuurlijk elke ochtend gelijk na het opstaan even snel kijken of de auto een goede nachtrust had gehad. Maar o wat een strop, wat een pech, op zekere ochtend kwam deze inwoner bij haar autootje en zag dat het zijraam van de auto stuk was. Bij een nadere inspectie viel het al snel op dat het raam niet per ongeluk was stuk geslagen. Nee, er waren duidelijke sporen van breekwerk. Dus leek het de inwoner duidelijk dat er sprake was moedwillige vernieling en inbraak. Nadat de eerste schrik over was werd dan ook snel de politie gebeld, want ‘de politie is ook mijn vriend’ en ‘die politiepet past ook mij vast wel’ zo dacht die inwoner. En zo dacht die inwoner verder, als ik mijn vriend de politie niets laat weten kunnen zei ook niets doen.

    Maar och wat jammer nu, de politie zag geen aanleiding actie te ondernemen. De reactie van onze vriend de politie kwam er in het kort op neer dat men wel aangifte mocht doen maar dat er verder niets mee zou worden gedaan. De politie had voor dergelijke futiliteiten geen tijd. En de kans dat men de dader(s) zou kunnen vinden waren zeer gering.

    Epiloog:

    De inwoonster zag na deze reactie van onze vriend de politie geen aanleiding officieel aangifte te doen. Wat vervolgens tot gevolg had dat:

    De politie een inbraak minder op papier had.
    Het politiekorps daardoor recht had op meer geld.
    Het politiekorps het minder druk had.
    Dit een vrijbrief betekent voor de misdadiger(s)
    De inwoonster een illusie armer is.

    Naar aanleiding van een auto inbraak in de zomer van 2003


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een kwestie van fatsoen

    Een kwestie van fatsoen

    In Hindeloopen was een nieuwe dominee komen wonen. Een paar huizen vanaf de pastorie van de dominee woonde Meine Meindersma met zijn vrouw. Meine, was doorgaans wat ruw in zijn taal gebruik en, zo was algemeen bekend, moest hij niets hebben van kerkelijke- en geloofszaken. Zijn vrouw, ook niet erg kerkelijk, sukkelde al enige tijd met haar gezondheid en was bedlegerig zoals men dat toen noemde.

    Toen de dominee bijna twee weken in Hindeloopen woonde werd hij aangesproken door twee buren van Meine. Zij zeiden tegen de dominee; “wij weten niet of u het weet maar bij uw bijna buren” , wijzend naar Meine zijn huis, “gaat het niet zo goed”. “Het zou misschien wel eens goed zijn dat u daar op visite ging”. “Een goed gebed komt daar vast wel van pas.

    Nadat ze dit de dominee hadden verteld hielden zij van achter de gordijnen goed in de gaten of de dominee hun advies ook opvolgde. Nu, ze hoefden niet lang te wachten. Dezelfde middag om drie uur voldeed de dominee aan zijn plicht en ging op huisbezoek bij Meine en zijn vrouw. Pas om half vijf verliet hij de woning van Meine

    Nadat de dominee de deur van de pastorie weer was ingegaan liepen de beide tipgevers van de dominee zo snel ze konden naar Meine die nog in deur stond. Na wat onschuldig praat over het weer vertelde Meine dat dominee op bezoek was geweest. Dat was de gelegenheid voor beide buren om te informeren hoe het bezoek was verlopen. De oudste van de twee tipgevers vroeg zo onschuldig mogelijk, “en heeft hij ook gevraagd om met jullie te bidden”. Het antwoord van Meine op deze vraag was “nee hij heeft zijn fatsoen gehouden”.

    Dit verhaaltje werd mij heel lang geleden voor waar verteld.
    Dus mocht het niet waar zijn dan lieg ik "in commissie".


    » Reageer (0)



    In deze kolom info over mijzelf en diverse contact mogelijkheden
    Foto

    Foto

    Ik ben Henk Smid en woon in Hindeloopen. Ben gepensioneerd. Mijn  hobby is het verzamelen van verhalen, gedichten, beeld matriaal  en alles wat met mijn geboorteplaats Hindeloopen te maken heeft. Ook schrijf  ik af toe zelf verhaaltjes of gedichten. Graag laat ik door middels van dit blog u mee genieten van alles over Hindeloopen.

    Naast mijn foto mijn logo. Op het loge ziet de beide broers Lyme en Jelle Liemes. Zij waren beiden van "Smid" en hadden een smederij in Hindeloopen.  Zij namen in 1815 beiden de naam Smid aan als achternaam. In het logo smeden de beide broers deze naam.
    Foto

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Dropbox Indien u grotere bestanden (b.v. een leuk verhaal) van uw vaste schijf wilt sturen gebruik dan deze dropbox.

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Een interessant adres?

    Startpagina !

    Blog als favoriet !



    Laatste commentaren
  • Stadsomroeper (Jan Bielsma)
        op De stadsbel
  • De laatste drop is de boterknop (John)
        op De laatste drop is de boterknop
  • Gastenboek
  • leuk

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Eerst een raap, dan een schaap, dan een koe. Zo gaat onze Jantje naar de galg toe.
                      ***
    De waarheid en niets anders dan de waarheid. Helaas, soms is het beter deze niet uit te spreken.
                      ***
    De grote bult is voor de landheer. De restanten zijn voor mij. Dat is mijn winst.
                      ***
    De vloed tilt alle schepen op. (Wijlen president Kennedy)
                      ***
    We meten alles met onze maten. Maar wist u dat slechts 19% van de wereldbevolking blank is.
                      ***
    De laatste drop is de boterknop.
                      ***
    Gelijk hebben is één ding, maar gelijk krijgen is iets anders.
                      ***
    Discussiëren over geloof en politiek geeft koude harten en heette hoofden.
                      ***
    Arbeid adelt maar adel arbeid niet.
                      ***
    Geld maakt niet gelukkig. Maar het wel hebben van geld hoeft ook niet ongelukkig te maken.
                      ***
    Wie meer rechten neemt dan hem toekomt gebruikt het recht van een ander.
                      ***
    Wie zijn gat uit leent moet zelf door de ribben ……
                      ***
    Veel beloven maar weinig geven doet velen in vreugde leven.
                      ***
    Water is net als geld. Het is oneerlijk verdeeld.
                      ***
    Als het tegenzit krijgt een koe geen kalf. Als het meezit kan de stier wel kalf krijgen.
                      ***
    De hoop sterft als laatste.
                      ***
    Iets proberen wat mislukt is beter dan niet geprobeerd en je hele leven lang roepen, had ik het maar geprobeerd.
                      ***
    Ik heb het nog nooit geweten wat goed was, want toen ik jong was wisten de ouden het. En nu ik oud ben weten de jongen het.
                      ***
    Ook een afgesneden tak bot weer uit.
                      ***
    Een geslonken maan wast weer tot vol.
                      ***
    Loon naar werken?
                      ***
    De enige manier om niet te werken is een ander voor je laten werken.
                      ***
    Werken kost helaas veel vrije tijd.
                      ***
    Het geloven begint, waar het weten ophoudt.
                     ***
    Een wetenschap is zeker. Een geloof is wat iemand denkt zeker te weten.
                     ***
    .Als de schuur vol hooi is, de kelder gevuld met aardappels en weckflessen. Het kolenhok gevuld met kolen en brandhoutverzuchtte de boer "Laat nu de winter maar komen. Ik ben er klaar voor".
                     ***
    Arm of rijk, een ieder kan er heel en schoon bij lopen.
                     ***
    Geen mens is onmisbaar. Maar de één wordt wel meer gemist dan de ander.
                     ***
    Trouwen is houen.
                     ***
    Oud worden is mooi, maar oud zijn valt niet altijd mee.
                     ***
    Als je jong bent wil je elkaar niet missen. Als je oud bent kun je elkaar niet missen.
                     ***
    Verliefd worden komt je over. Liefde moet groeien. Maar haat wordt gekweekt.
                     ***
    Iedere baby is zonder zonde geboren.
                     ***
    Brood doet wonen.
                    ***
    Zolang twee kinderen vechten om een snoepje. Zolang zal er oorlog zijn.
                   ***
    Kan niet ligt op het kerkhof. Wil niet ligt er naast.
                   ***
    Een kromme ….. piest ook.
                  ***
    Veel jonge meisjes vinden paardrijden mooi. Maar als ze zelf bereden worden vinden ze het vaak onnozel
    geklooi.
                  ***
    Aan het erf kun je zien hoe het in huis is.
                  ***
    De weg van de minste weerstand is niet altijd beste.
                  ***
    De tijd zal ons leren wie gelijk heeft.
                  ***
    Gelijk hebben is een ding. Maar gelijk krijgen is iets anders.
                 ***
    Wie niet wil gebruikt vaak het excuus"Kan niet".
                 ***
    Een meisje van een jaar of tien uit een grote stad is te logeren bij haar tante in Hindeloopen. Op een mooie dag gaan ze naar het strand. De hele middag speelt het logeetje in het water en het zand. Op een gegeven moment vraagt ze "tante, hoe laat gaat het hier dicht"?
                 ***
    Wie de mens leert kennen, gaat van dieren houden
                 ***

    Neem een handvol droog en ruil zand in de hand. Knijp deze met zand gevulde hand krampachtig dicht. Gevolg; Bijna al het zand glipt u door de vingers en u blijft over met een praktisch lege hand. 

    Neem nu wederom een handvol zand in de hand. Knijp nu deze met zand gevulde hand niet stijf dicht. Houdt de hand ontspannen en span uw vingers niet. U zult merken dat u nu veel meer zand in de hand houdt.

    In het leven gaat het vaak gelijk als met deze handvol zand. Leef krampachtig en u zult merken dat er weinig overblijft. Degene die meer ontspannen leeft, ‘t leven neemt zoals het is, zal in zijn leven meer bereiken en meer plezier beleven.

    Naar aanleiding van een verhaaltje in de Libelle 

                    ***



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!