Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

BLOG ZOOM

In deze kolom info over mijn blog en over Hindeloopen
Foto
Mijn blogs
  • Hylper volksverhalen
  • Gedichten
  • Toen en Nu
  • Geschiedenis verhalen
  • Puzzels
  • Straatnamen in Hindeloopen
  • ????
  • Eigen verhalen
  • Bijnamen in Hindeloopen
  • Foto albums
    Andere interessante links over Hindeloopen
  • Fam Blom GP TV
  • Blog van Anske Smit
  • Uw kerstkalkoen uit HIndeloopen
  • Hindeloopen 1940- 1945
  • Gesproken tekst in het Hylpers
  • Verhalen rond het IJselmeer
  • Wandeling door Hindeloopen
  • Beelden Hindeloopen van waddenacademie
  • Oud Hindelooper maakt scheepjes in de fles
  • Beelden van HWG
    You Tube filmpjes
  • Hindeloopen
  • Belslydjeien
  • IJsbergen-Kruiend ijs
  • RTN Filmpjes
  • Omrop SW
  • Gert Jan Groenedijk
  • Gerke de Jong
  • NCRV Film 1963 Deel 1
  • NCRV Film 1963 Deel 2
  • Sinterklaas intochten Hindeloopen
    Oude polygoon filmpjes
  • Noordzeevisserij
  • Film keuze
  • Bewegende panorama beelden
  • Street view
  • World Panoramic Photograhy
  • Foto
    Foto
    ****Wor iis op earde en laand to viinden-- Dot zok en koninginne het--Jo't iin jer dwaan en leeten-Altiid op rogt en oenrogt let****
    Links op de foto de vlag en rechts het wapen van Hindeloopen. In de lichtkrant het eerste couplet van het volkslied van Hindeloopen. Hindeloopen ligt in het ZW van de provincie Fryslân aan het IJselmeer en is één van de Friese elfsteden. Het heeft een rijke cultuur historie, een eigen dialect en een bijzondere eigen klederdracht.
    Sinds 1225 was Hindeloopen een zelfstandige gemeente. Met de herindeling van 1 januari 1984 verloor Hindeloopen haar zelfstandigheid. Samen met Hemeleumer Oldefaert. Stavoren en Workum vormden ze de gemeente Nijefurd. Per 1 januari 2011 fuseerde Nijefurd met de gemeenten
    BolswardSneek, Wûnseradiel en Wymbritseradeel tot de gemeente Sudwest Fryslan.

    Hoe kom ik Hindeloopen

    Per boot via het IJsselmeer.
    Met de trein via de lijn Leeuwarden-Stavoren.
    Voor een route over de weg  klik op onderstaande link van ANWB routeplanner en de weg naar Hindeloopen wordt u gewezen.

  • ANWB route planner
  • Het weer in Hindeloopen

    Een dagje Hindeloopen? Maar u wilt weten hoe het weer is. De Friese weerman Piet Paulusma vertelt u welk weer er te verwachten is.

  • Het weer met Piet Paulusma
  • Foto
    Foto
    Hierboven de vlag en het wapen van de gemeente Súdwest Fryslan. De gemeente Súdwest Fryslan  is op 1 januari 2011 ontstaan uit een fusie van de gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradeel.  Súdwest Fryslan is gelegen in Zuid West Friesland. De gemeente heeft cica 82.000 inwoners en een oppervlakte van 815,97 km2 , onderverdeeld in 433,09 km² land en 382,88 km² water. Hiermee is het qua totaal oppervlakte de grootste gemeente van Nederland. Als enkel naar de landoppervlakte gekeken wordt moet het de Noordoostpolder laten voorgaan. Voor meer over de gemeente Sudwest Fryslan verwijs ik graag naar onderstaande gemeentelijke website.
  • Gemeente Súdwest Fryslan
  • Foto
    Inhoud blog
  • Twee Sinterklazen
  • Te weinig of te licht
  • Een grote boodschap van een kilo
  • Mopje?
  • Met vlooien op reis
  • SV Hielpen kampioen?
  • Het rijbewijs
  • Een verwarrende familienaam
  • Een gebit als vangst
  • Douche achter de dijk
  • Technische nieuwsgierigheid
  • De maan voorbij varen
  • De aanhangmotor
  • De Verkeerde kerk
  • Spraakverwarring
  • Een sterk staaltje
  • De verdwenen melk
  • Die goede oude tijd?
  • Een sterk verhaal
  • Zwaardgevechten
  • Klik op Bijlage Staat altijd bovenaan
  • Een wandeling over de dijk
  • Brand en storm als teken van God.
  • De penalty's
  • De groente boer
  • Douwe Brouwer
  • De vergeten fok
  • De lage (te) spoorbrug
  • De slager en de pruim
  • 2 Verhalen over vissers
  • Twee verhalen van Jan
  • Herineringen aan het (oude) station
  • Enkele reis Amsterdam
  • Een waterpas
  • De Bhagwan
  • Het roomse leven in Hindeloopen
  • Het kleine paradijs
  • De huisarts
  • Een goede buur
  • Op de pof
  • De buiten gesloten brandweerman
  • Uilke Annes van Hindeloopen
  • Een meisje van tien
  • Ut de leugenbank van 1900
  • De aak met de witte zeilen
  • Onze vriend de politie
  • Een kwestie van fatsoen
  • De Hindelooper Kaaig
  • Het schip met geld
  • Haantje de Voorste
  • De waaghals
  • Een anstige nacht
  • Een sprookje
  • Gemaal
  • Grappen
  • De postbode
  • Paarden op hol
  • Goedkope aardappelen
  • Vogelflappen
  • Een onweersbui
  • De pinksterkronen
  • Mijn visie
  • Dure grap
  • De macht der gewoonte
  • De tijd
  • Hoe waait de wind
  • Politie
  • De vlag op de tonnenpraam
  • Het herstel van een voetbal
  • Het veulen Dorien
  • De Smok
  • Verboden te vissen
  • De witte spreeuw
  • Anekdote Haanmeer
  • De slimste en de dominee
  • It Tontjen om
  • Het Workumer Nieuwland (aanvulling op
  • Slootje springen
  • Een zwevende kiezer
  • Een speciale redding
  • Hekkie
  • Windhoos
  • Een probleem van een politicus
  • Eierzoeken
  • Een waarschuwing
  • Verloting met koffie
  • Nou nou
  • Grapje
  • Een grote paling
  • Schoon
  • Drop
  • Een oud mopje
  • Wat is het nut
  • Een zwerfhond
  • Waar aan vasthouden
  • Ho maar
  • Welke trein
  • Hielke Zweed
  • Grootbeeld TV
  • En daar lagen we
  • Een droom
  • Een lekkere pruim
  • Auke Wiebes
  • Zuiderzee als vreugdebron
  • De stadsbel
  • De laatste drop is de boterknop
  • Drie verhaaltjes over koppigheid
  • Filmopnamen
  • Een scheldende haan
  • De oude schicht
  • De Pluimveehouder
  • Hondenkar
  • In octaaf flugger
  • Vrouwe justitia
  • De kostkokeploech
  • It hoentjen en in boazig wief
  • It Spoak op 'e Hon
  • Een poep verhaaltje
  • In bornegrapjen/Een kindergrap
  • Ame Gijs
  • Geld stinkt niet
  • Niet een ieder is slecht
  • Ode aan het toilet
    Foto

    "Er bestaat geen enkele reden om niet gelukkig te zijn, maar we bedenken wel duizenden excuses. " Auteur: Bert Hendriks
                       
    ***
    "Niets is linker dan voor rechter spelen." Auteur: Carla Pols
                       
    ***
    De eerste dode in elke oorlog is het gezond verstand." Auteur:A. den Doolaard, schrijver.
                        ***
    "Van een schouderklopje is nog nooit iemand geblesseerd geraakt." Auteur:Leo Beenhakker, voetbaltrainer.
                       
    ***
    "Verschans u in tevredenheid, want dat is een onneembare vesting." Auteur:Epictetus
                       
    ***
    "Dromen kan een mens alleen, maar leven kan hij slechts met anderen." Auteur onbekend
                       
    ***
    Wees een zonnestraal, je medemensen hebben er behoefte aan." Tegeltekst
                       
    ***
    "Ik mokte omdat ik geen schoenen had, totdat ik een man tegenkwam die geen voeten had." Chinees gezegde
                       
    ***
    "Zo lang ik leef wil ik sterven van geluk." Auteur: Harrie Jekkers, Nederlands cabaretier en schrijver
                       
    ***
    "Wat u weggeeft, verliest u niet." Auteur:Pater Henry de Greeve, Nederlands katholiek priester
                       
    ***
    "Het is beter een kaars te ontsteken dan te klagen over de duisternis." Chinees gezegde
                       
    ***
    "Wie slechts droomt over morgen, verspilt vandaag." Auteur:Billy Joel
                       
    ***
    "De kleinste daad van vriendelijkheid is meer waard dan het grootste voornemen." Auteur: Onbekend
                       
    ***
    "Het goede woord op het juiste moment is als een gouden appel op een zilveren schaal." Bijbeltekst
                       
    ***
    "Van een schouderklopje is nog nooit iemand geblesseerd geraakt." Auteur:Leo Beenhakker
                       
    ***
    Er is maar één religie. Dat is de liefde. Eigen spreuk
                       
    ***
    "Dromen kan een mens alleen, maar leven kan hij slechts met anderen."Auteur onbekend
                       
    ***
    "Laat Kerstmis gebeuren diep in je hart, opdat de liefde moge branden als een zon in de kerstnacht, sterk genoeg om heel het nieuwe jaar te verlichten." Auteur:Phil Bosmans
                       
    ***
    De vloed tilt alle schepen op. Auteur: Wijlen president Kennedy
                       
    ***
    We meten alles met onze maten. Maar wist u dat slechts 19% van de wereldbevolking blank is. Auteur onbekend
                       
    ***
    De hoop sterft als laatste. Russisch gezegde
                       
    ***
    Ga nooit hen zonder te groeten. Ga nooit heen zonder een zoen. Wie het noodlot zal ontmoeten, kan het morgen niet meer doen.

    Ga nooit weg zonder te praten. Dat doet soms een hart zo pijn. Wat je s’morgens hebt verlaten, kan er s’avonds niet meer zijn. Auteur onbekend
                       
    ***

    Hylpen likje stea oen it Yselmor
    mijn
    Welkom in Hindeloopen. Welkom bij mijn digitaal boek over Hindeloopen.


    mijn

    Hindelooper volksverhalen

    Zie ook andere blogs in linker kolom

    Ik wens u veel kijk- en leesplezier


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oude schicht

    DE OUDE SCHICHT

    Het was april 1945. We waren jong, 24 jaar en ‘t liep tegen de bevrijding. We hadden een akelig laatste oorlogsjaar achter de rug. Spertijd van ‘s avonds acht tot ‘s morgons vier uur, je kon niks.Wij hadden ver­kering van l940 tot 1945 en zijn in sept ‘45 getrouwd. We woon­den bij vader in, zodoende had die man verzorging en wij goed­koop wonen. Enfin, om kort te gaan planden mijn vriendin (Marij van Willems Ruurdje) en ik om op onze fietsen met oude banden naar Sneek te gaan. Marij had daar een schoonzus­ter wonen, die een vriendin had die kon permanenten. Na be­handeling (ik was vroeger blond) zei Marij: Je lijkt wol een “kiesjen”(schaap met kleine krulletjes). ‘s Middags ging haar schoonzuster mee terug. Het plan was over Hommerts ­Jutrijp te fietsen en dan over­steken bij Gaastmeer naar het Heidenskip. De Duitsers waren op de terugweg naar hun Heimat. Paarden stalen ze uit het land, fietsen werden in beslaggenomen. We kwamen een vrouw tegen die liep te huilen, ze zei: Nu heb ik m'n nieuwe fiets de hele oorlog op zolder gehad en nu stelen die rotmof­fen hem om te vluchten. Goed, nu waren wij blijkbaar aan de beurt. We kwamen twee Duitse soldaten tegen die ons aanhiel­den. Marij had een bewijs om de fiets te mogen houden van haar zuster die baker was en de fiets van haar schoonzuster hoefden ze ook niet. Ik had een oude fiets van m’n broer, we noem­den hem “de oude schicht” maar hij fietste lekker licht. Enfin, ze kwamen bij mij terecht en zei­den we moeten dit fahrrad. Ik zei waarom die van mij (hij had al een andere bij zich, (ook gepikt). Hij zei, ik moet nog weit vom hier. Ik zei, het kan me niks sche­Ien wat je moet, ik loop ook niet van Jutrijp naar Hylpen, voor mijn part ga je de ganse welt aus. De andere soldaat fluis­terde me in (in het Duits) “geef hem nou maar, hij is een hoge ome en schiet je ter plekke dood!” Ik dacht, dat zou ook wat zijn, de oorlog doorgekomen en nu nog dood, dan moet hij ‘m maar nemen. Maar ik zei: “waarom moet je mijn fiets, je hebt er al een gestolen”. Hij zei “het gaat om de gepektreger”, daar moest zijn tas op. Ik zei: “goed, dan ruilen we” en ik ging op de andere fiets terug. Ik heb m’n oude schicht wel even na­gekeken. Toen ik thuiskwam zei m’n vader: “och, je hebt wel een knappe ruil gedaan, een lucht­band en een cussyband”. Zo is het toch nog wel aardig goed af­gelopen. Dit was april 1945.

    Bron: Uus Likje Wraald December 2001
    Verteld door J.v.Tuinen


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Pluimveehouder

    DE PLUIMVEE HOUDER

    Van oudsher is Hindeloopen een stadje van visserlui, ambachts­lieden en gewone arbeiders die hun geld verdienden met hard werken. Maar net als overal waar land is te vinden waren er natuurlijk ook mensen die hun brood verdienden met het houden van allerlei soorten vee

    Zo woonde er in Hindeloopen een pluimveehouder. Gemaks­halve noem ik deze pluimveedeskundige hier Wieberen. Naast het nodige pluimvee had deze Wieberen ook een paar koeien en een paard. Op zekere dag was Wieberen met het paard in een weiland een eindje buiten Hindeloopen aan het werk. Maar helaas, het paard dat niet al te mak was, schrok plotseling ergens van en sloeg op hol. Nu is het algemeen bekend dat een op hol geslagen paard toch heel vaak een hem bekende route volgt. Ook het paard van Wieberen galoppeerde linea recta richting de boerderij die in Hindeloopen stond. Maar ja, een ieder zal begrijpen dat er met een stuurloos op hol geslagen paard wel eens iets mis gaat. Het paard van Wieberen raakte 100 meter voor de boerderij in een sloot.

    Maar op dat moment wist Wieberen daar nog niets van. Hij was nog lopend onderweg naar huis en nog niet op de hoogte van het feit dat zijn paard vlak voor de stal gestrand was. En gezien het op hol geslagen paard rechtstreeks richting boerderij was gegaan was hij in de vaste veronder­stelling daar zijn paard te zullen aantreffen. Het verwonderde hem dan ook enigszins dat hij onderweg een aantal mensen aan een te water geraakt paard zag trekken. Toen Wieberen enige tijd werkeloos bij het te water ge­raakte paard bleef staan kijken merkte iemand van de omstan­ders op; “No Wieberen sòst do yk jitte 'r us mei helpe om dien hingst út wetter te heljen”. (Nu Wieberen zal jij ook nog eens mee helpen om jou eigen paard uit het water te halen)

    Hierop reageerde Wieberen verbaast: “O ys dot myn hingst, yk toat dot die allang thus wied. Hy likket no heel oars . Yk hee um naat herkend”. (O is dat mijn paard, ik dacht dat die allang thuis was. Hij ziet er nu heel anders uit Ik had hem niet herkent) Dit lokte natuurlijk enige kritisch opmerkingen uit. Hierop rea­geerde Wieberen vanuit de grond van zijn hart; “Nim mar fan my oen dot os ut un kip west he dot yk ut wol sient he” Neem van mij maar aan dat als het een kip geweest was ik het wel gezien zou hebben)

    Maar hiermee was het verhaal van Wieberen zijn paard nog niet afgelopen. Dit kreeg nog een vervolg.

    Zoals al verteld was het paard van Wieberen niet al te mak. En het hiervoor vertelde voorval van het op hol slaan deed hier natuurlijk geen goed aan. Een paar weken later besloot Wiebe­ren dan ook het paard te verkopen. Het paard werd ver­kocht aan een hem bekende paardenkoopman. Deze nam het paard mee naar de vee­markt in Leeuwarden waar hij het paard verkocht aan een hem be­vriende koopman.

    Nu was in die tijd een (werk)paard een onmisbaar dier op een boerderij. Wieberen besloot dan ook om gelijk een ander paard te kopen op de markt. Na enig zoeken vond hij daar een paard wat hem wel geschikt leek.Na enig loven en bieden kocht Wieberen dit paard. De plaat­selijk vrachtrijder kreeg opdracht de nieuwe aan­koop thuis te brengen en op stal te zetten. De volgende dag toen een van de buren op visite kwam in de stal maakte de buur de opmerking: “Yk mênde dost do un niie hingst kaipe hest”. Ik meende dat je een nieuw paard had gekocht)

    Ja, ja, U begrijpt het al. Wieberen had, zonder dat hij het in de gaten had, zijn eigen paard via de tweede koopman op de markt voor honderd gulden meer terug gekocht.

    Bron: Afgezien van enige toegevoegde details
    is dit verhaal mij voor waar verteld


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hondenkar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                    

    VROEGER VOOR DE KAR NU IN DE KAR



    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In octaaf flugger

    Drie korte verhaaltjes over "it korps" in het Hylpers.
    Mogelijk volgt nog eens een vertaling.

    DE SLACHWORKER

    Us korps het ek wol es fan jin dêgen wurop alles slagget. Só waard op in kónkoers in best stik músyk jûnd. Alle leaden wieden tyge goo op dreaf. Spytichgenoch wied de slachworker eigenlik het te goo op dreaf. Hy rekke helendal yn ferfoering en jooch mei de klopper jitte in harden klap op de graete tr6mme dê't it stik al út wied.

    Dit fôrfal waard naat licht opnómd. Ealkeneen wied fan rnening dot só’n ofwyking fan de partytuer punten kostje soed by de beoardealing. By de bekend­mekking fan de útslach deech blyken dot men it te sómber ynsiend hee. De jury hee it forfal oen ‘t eend fan it stik búten beskouwing lot. Se tôten neffens jerre rapport, dot de man dy't de graete tróme betene, tidens de útfoering oen syn fôr­ealders stooch te tynken.

    IN OCTAAF FLUGGER

    De basbliezer hee it alla breve-teaken oensiend fôr de gewoane fouwerkwartsmaet. Hy wied jitte mar op in kwart fan 't stik de't de oaren de helt al ôfworke heeën. De dyrekteur slooch ôf sooch de "sûndaer oen en see:

    "Myn beste man, Jy binne der lang n't by".

    Dot hee de basblezer yn de twisketiid ek tróch krygen en hee syn antword al klaer:

    “Yk hew al yn ‘e gaeten het der oen mankearet dyrekteur, yk mut in oktaaf flugger".

    SOENDEN

    It korps sol nel it kónkoers tó en it ys te begrypen dot der hard oen worke wordt ó6m it kónkoersstik só go as moaglik ys, yn 'e macht te kriien. By de leste repetysje ys de dyrekteur toch jitte naat tefreaden:

    "As der op it kónkoers krekt só spyle wordt as faniend, den hove jime naat op in earsten priis te rekkenjen.Yk soed fórstell wolle óm op sendetemôrn in ekstra repetysje te haalden. Lete we naat te let begónne. Hó lyket jimme haelwei èalven?

    De altblezer abbelearet tjian. Ys dot naat bet ryklik betiid, dyrekteur? Yk sol nei serke en haelwei èalwen ys de tênst jitte naat deend". "Tókómme sende hove jimme naat net serke, seit de dyrekteur, "want as'me dit stik goo kenne den binne alle sûnden jimme ferjûnd!"

    Bron: Deze verhaaltjes komen uit “Hylper stikjes” (1977)
    Voor meer van deze verhaaljes verwijs ik graag naar “In octaaf flugger” van Gosse Blom.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrouwe justitia
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

       


    VROUWE JUSTITIA


    Het museum ‘de Hidde Nijland’ stichting deed in vroegere jaren dienst als gemeentehuis oftewel raadhuis, zo men het in die tijd noemde. In die jaren was dit de plaats van waaruit de burgemees­ters (er waren toen meerdere burgemeesters) en de vroede vaderen (een soort gemeenteraad) Hindeloopen be­stuur­den. Ook werd in die tijd daar recht gesproken. Het beeld van vrouwe justitia, boven de ingang, herinnert nog steeds aan dit feit.

    Weet u.
    Waarom vrouwe Justitia een blinddoek voor heeft ?
    Waarom vrouwe Justitia in de linker hand een weegschaal heeft ?
    Wat het zwaard in de rechter hand symboliseert ?


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kostkokeploech
    Klik op de afbeelding om de link te volgen



    Verhaaltje in het Hylpers.Mogelijk volgt nog eens een vertaling in het Nederlands.

    DE ‘KOSTEKOKEPLOECH’

    Roend 1900 henne weard er yn Hylpen een ploechjen jonge mannen en jin nêmen se de ‘Kostekokepleoch’. Ûnder oaren wierden derby: Bertus Stallmann, Seekle Smid, Gerard Huttinga, Tleard Dikkes en Hendrik Kuipers. De leste wwaerd troch de oaren Henry nême.

    Siendetemiddes of siendetemoarns hellen jê jem een kostekoke en al ploezjendewei kuieren se nei it Haichsaand. Jê wierden yn it besit fan un aalden revolwer en der ekseseren jê mei: het losse stenen op it hoafd en den wierd it ‘Fier!’ Fan één fan dizze mannen kryge iek it forhael oer It Mordnershoafd.

    Lang lieden, op een hierstichen dei mei haelstormweer, rekke er een skipjen op ‘e butenste banken foar it Haigsaand. It waerd oer de earste bank henne slynd en it rekke moerefest op ‘e twadde. Der waerd it troch woeste baeren útinem slynd en de skipper rekke oerboard. En ‘e liete fan de dyk seeten in laandrotten it spektaaikel oen te sên en mei dot de man by it hoafd oenspeelde geengen jê er henne. Mar jê skoerden him de poenge ut ‘e henden en trappen him op ‘e fingers. De forklomme man moast los lete en hy fordrunk by ‘It Mordnershoafd’.

    Bron:De ‘Kostekokeploech werd door Arend Blom verteld
    in het Hindelooperde maandelijks blad ‘Uus Likje Wraald’van dec-1997.

    N.B. Locatie van het verhaal is ongeveer waar de weg tussen Schuilenburg en Molkwerum een bocht maakt en waar de spoorlijn het dichts bij de rijweg komt. Deze bocht wordt dan ook wel de moordenaars bocht genoemd.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.It hoentjen en in boazig wief
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Let op: Voor niet Hindeloopers zal onderstaand verhaal in het Hindelooper taal (sorry dialect) moeilijk te lezen zijn. Bij een bezoek aan Hindeloopen zou u deze gevelsteen kunnen opzoeken. En vraag dan een Hindelooper naar dit verhaal.


    UT FERHOAL OER IT HOENTJEN EN IN BOAZIG WIEF

    Ut wierd een kaalde Maertske dei met de wiend út ut Noord-Westen. Wie seten met in man of saan (zeven) yn ‘e Lu. De mannen seten het to húverjen want oerdel trè groaden dat tes oen ‘e kaalde kaant. Iek hef al us erder seit dat de mannen naet fúle mear bie to sotten hewwe. Je hewwe gin flesk mear op ‘e ribben want je binne hest allegar oan ‘t Montignaccen en dan falt die ut flesk so mar fan ‘e boenken (beenderen). Omdat se allegar fermeagerje wodde de sinnen er ek neat better op. Bie tiden binne de hearen frie het nörtsk (knorrig). Iek tienk dat derom ut proat ek naet fule foor stelde. Ajax heet krekt oene kont krege fan SpartakMoscow met 3-1, Ut soe de oare deis wur rienne (rege­nen), Ut wierd so weet yn ‘t Iaand, doe koost naet op’e bouw for­keare, ensf. ensf.

    Jimme kenne dus wol nei goan dat er naet fule fleu­righeit (vrolijkheld) to bespeuren foal. Iek toat “Het mut iek hir langer, iek goan neit Grietjen”. Mar op dat solde moment stepte der een likje man yn ‘e Lu mei moai donker krollich (krullig) hier. “Moarn mannen mei ik hjir wol efkes sitte?” Der woad het grom­mele dat gin nee en gin ja betekenje koast. De man deeg krekt of mork er ut naet. “Wat is dat Hylpen dochs een moai doarpke” see er, en dé skoaten de hearen wekker.”Hielpen ies een stee” see één. “Jo komme jir seker net ut ‘e buert?” “Nim mie net kwalik”, see de man, “Ik bin skoalmaster yn Wains (Warns) en ik hie better witte moatten”. Iek soog oen sien aigen dot er ut met sin seit hee om de hearen op te ruien. “Siog” see er “ik fersamrnelje folksferhalen en no haw ik hjoed een prachtig ferhael oer Hielpen heart”.En dé fertolde er sien ferhoal;

    Oen ‘t begin fan ‘'e Boerren op nummer 44 sit een aparte gevelsteen ien ‘e moere. Der steet een hoentsje op en een engelekopjen (engelkopje) en der nest oen elke kaant een fleugeltje. Heel lang lieden wenne der ien dat hûs een seekaptein met een heel boazich (bazig) wief. Len ‘t boppelocht sogst de ofbeelding fan een skip as oentienken oen die Hielper kaptein. De man hee een stree min libben bie dat skene wief. Jo wierd skytskeen en ailtiet poetste se op ‘e flier en op ‘e meubels om. Alle wie­ken wer ut solde. De man mogt naet mei de learsen (laarzen) yn ‘e hus komme en as er wete kloan hee den moast er him yn ‘t kaalde hok forkloalje. Op een kear koam de man thus nei dat er 6 wieken op see omswalke hee. Hie hee een groate swarte hoent bie him want die hee er met een skipbreuk fan in oar skip redden. Dat beest wierd so op sien niee boas gesteld rekken dat hie wiekte naet fan sien siide. De man en de hoenjen wier­den beide trochweet (doornat) en dat fremde wief woed hem er naet ien hewwe. Mar dé see de man, “as de hoent er naet yn mei den wol iek er ek naet ien”. Hie geeng werom net sien skip en dat wief toat; “die ies er moarn wol wur”. Mar nee, hie koam naet, en een wieke letter jitte naet. Hie wierd met sien hoent wur fut sielt (gezeild) en hie bleef jieren en jieren wei.Hie sielde fan haiven net haiven en fan laand net laand, maar naet wur werom nei Hielpen. Ut frouminske kreeg heel erg spiet. Faik seet se to goelen en geleidelik oen woad jo een heel oar minske. Fule sefter en met mear begrip foor oare minsken. De hoop op de weromkomst fan ‘e kap­tein he se hest al opjoent. Mar ien een tistere noat yn ‘e hierst (herfst) dee ‘t er een tokke sudwester­storm oer Hielpen jege met haigel en rienbuien, woad er op jerre doar slient. De frou deeg de doar epen en der stoog jerre man. De kloan hangen him ien flad­den (flarden) bie ‘t lichem del, en de gro­ate swarte hoend weet en smoarch, stoog nest him. De frou soog de smoargens naet en jo foal jerre man ien ‘e iermen. Ek de hoent kroepte se oen en jo swarde (zwoor) dat de man en de hoent ut beste plak kriee soeden ien jerre hus. Het bliekte no. Op 'e thusreis nei Hielpen wierd ut skip flak foor Hielpen ten oender geesen ien ‘e storm en de hoent hee de man swemmende wei ut libben redden De man farde noait wur ut en hjè libben mei de swarte hoent jitte heel lang en gelokkich.

    De likje skoelmester ut Weans (Warns) geeng stoan en frege; “hoe fiene jimme dit ferhael”. De hearen stogen er ferslend bie en wisten naet het se sizze moasten. Dè geeng groate Foppe stoan en die see; “Wiebe Griet het ut altiet at seit, Waens (Warns) ies machtig”.

    Bron: Ut ferhoal fan in Hontjen en in bozig wiif word in vele fariaties verteld. Deze versie is overgenomen uit Uus Likje Wraald van April 1998. Verteld door MCB


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.It Spoak op 'e Hon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het volgende verhaal is in het Hylpers geschreven. Misshien volgt nog eens een Nederlandse vertaling.                       
    HET SPOAK OP' E HON

    Hael Hinleppen wéar bidoesd. Liëd, jin 't wol en daede rôat oean doasten, wêaren om só mar to sizzen, binaauwd en skrutel, al wooden jè 't naat wette. Foral de bon en joenge fanen doasten in 'e skimeriênd hest naat op strete komme. Oeral waad stol oer de saik praete. Et like wol in 'e foârtid tô wezzen, dê't Hinleppen jitte wallen en pôatten hee en dê 't wol eres en troep seròòvers of fetkâipes opdège om tô ban­nen en to formodjen. Wéar et meskeen stormwéar ef haig wetter, as de wolken fan sês­koem troch de loft flaigen; als de gôaten uutskaikele wodde môasten, om gin saalt to krijen in 'e wetterbak? Ja, et kôast wol erg stormje om de likje stê; wenéar jin broezjende baren al haiger en haiger bi de dik op klauterje, dolrolje, wurkomme, de eene effet d' óare; wenéar jè altîd méar en altîd méar en altîd haiger bi de silsklippen opstiege, oer de dîk henne rolje en ji for de futten wrimelje! Ô, het ken di wind bolderje in de skostins en fluitje troch de baimen en troch et want fan 'e skippen; wenéar de dakpan­nen bi hêle ritsen holder de bolder fan de huzen waaie en kletsklots op de strete forbri­selje. Mar et stormde naat, al wéar de sommer forbi. Het skêlde er den dogs oean? Dèar wéar al dègen moempele oer fremde, woenderlike sai­ken. Op 'e Hon, de sudweste­like uuthook tan 'e sté wéar et siënd. Et kôam fan.'t serkhof bi de grate serke, geeng de dik op, râan op 'e paelen langs en fordwinde op 'e Hon, in et dêpe wetter fan 'e sé. En paer joenges, jin 't uut 'e iëndskoe­ale koamen, heeën 't siend en goo neikike: 'n wite forskining, di 't had futroan, bi de haige sêpaelen opklautere, dèar op henden en fuften boppe op di smolle roemte en eendjen ròan en dèn wei waad. En nei di tiid heeên méar bon di forski­ning siënd, nâ es op 'e Toeanen, den op ' Nieste, op 'e Aaldweide, ja oeral! Jé wisten er fule fan te fontollen, al pas­ten jê wol op, dot se er naat ticht bi koamen. De graete mênsken heeën er èast de gek mei: Allegaer meraikels, bonne­praet," seeën se. Mar de bon, ek graete joenges, héalden fol dot et wier wèar, en sommigen doasten naat nei de iênd s­koele. De pelisje toat dot et al­legaer forbêlding wéar fan 't joenge folk, en et sinnege him naat, dot hi dèarom no iends alle streten en stêgen troch pandelje môast. De peliske dee iends drok de roente, mar et spoak passe wol op, fier genog fan jir oâf to blieuwen. Hi see: "As 't gin forbêlding is, den is 't en strêk fan 'n kwa­joenge, om de bon bang tâ meikjen. As ik him trapéarje, den sol ik him mei min stok goo ôastrike". Mar hi krige 'm naat, hi soog em nooit, en de bon koamen omtrent elke iend hêlendal fan strêk in 'e huus flënen, omdot jé et spoak siend heeën. Dèar waad ek al fortold, dot graete mênsken et forskinsel ek siend heeën en de drokte er oer waad al graeter. Ja, et bigôast ek al tô spoakjen in sommige huzen. lek slopte dé bi min èal­dere broer op 'e soolder. As wi pas loaien, héaden wi beide faik en môai gerinkel en eend fan uus oaf op 'e soolder, at as fan en belle, di't klingelde. Wi kôasten fan sem naat bigripe, het dot wéar, en dé 't wi et de oare naet wur héaden, fortol­den wi et moans bi de brataffel. Mar féar see: "Allgaer malle praetjes". Dè't wi et alle dêgen folhèalden, see féar: "iek mut fan naete mar es boppe slepe". Féar héade fan sem niks en hee lekker slopt. Et fôarjier koam en in 't huus­himmeljen koâm uus aalde wale, di 't in 'e hook op 'e sool­der stoog, voar 't lèacht en dèarin loâen diggels fan dok­tersflesjes, wur 't de muzen mei sile heeën. Mar dot koam èarst moeanen letter uut! Dèar badde bi uus jitte het en ik en min suster bléauwen allonnig tuus. De doârren wéaren goo sluten en wi seeten stol bi de taffel. Dèar háden wo op eens in 'e gang tjin et kaimersskot en getik, lang en loead, net oft er een kloppe. Wi kiken mekem binaauwd oean, mar geengen dogs nei de gang, ik mei de laampe en de poâk en min suster mei de fêger. Stol wéar et! Dé 't wieden wie driester wod­den. Wéar geeng ik bi de troppen op wur 't et getik van denne koam. En ja dèar seet poes oean de sees knabbele,di 't op sin roende kaant steeg to wippeljen en mei de punt persis tsjin et skot oean tikje kôast, as poes oean de sees knabbele. Sô geeng et naat oeral. Et wimele fan spoake­riën en de meste bléauwen soender opheldering! Oendertwisken dee de pelisje iewerig sin best, om et spoak té pakjen. Soms waaskouwe men hem, dot men et spoak ainse siend hee. Hi er hennem mar fordwind wéar et wur! En de nidege tèner bromde gek trooh sin bêad: "só hewe jimme mi den jitte ek for de gek! Mar ik wol naat langer foâr jimme gek ronne en draive, dot ik er hael kapot fan wod. Jitte één end sol ik et probéarje en dan is 't uut". En só sêker, di leste kéar wéar de beste kéar! De iendskoele koâm uut. Et wéar tige tsêas­ter. Op 't eend fan de skoelstêge sogen de èaste bon, en paer grate fanen, et spoâk. Jè wurom, sé had as se kôasten. de agent steeg bi de skoeldôar. Hi er henne, had, mei de kneppel in 'e fuust. Alle bon him efternei. Et spoâk soog hem, swaaide mei sin stieuwge iermen en sin wit hemd, en tôat meskeen hem bang tô meikjen, net as de bon. Mar Gisbet wéar naat bang! Hi bromde in sin bêad as 'n nidige hoend, see hêl rare wodden en draifde flak op et spoak tô. En dé bigôast en prachstige jachst, sé as ik jitte noait siend hee. Het koast dot seoak ronne. Hadder léauw 'k, as de pelisje. Het waaide en wappere dot wit himd en et spoak hee en swatte brook oean. Dot geeng de Toeanen langs en fule fidder! Et serkhof foarbi, de dik op, nei de Hon en wei wéar et spoak op eens! Wi sogen er èast niks mear fan. Mar de nidige tèner rôan troch, en só waigen wi et ek mar. En dé soogen wi, fier fôar uus uut, dot et wite spoak forôare wéar in en swat bést op fewwer pôa­ten, De agent gripte 't in sin nekfol, bromde forskrikkelik en sloog er dapper mei sin knep­pel los. Et spoak skréawde bi èlke slag: ô aauw! "Ja", see de kwaede tèner, "ik sol di spoak­jen léare. Bilouwest mi, dost et naat wur dwaen sost? Oos gêst dalik mei nei 't hoende­gat". Fan sem, hi bilouwe et, en moacht nei sin êaldes huus gaen, nei dot er éast sin wit himd en sin bezemstok opraipe hee. Et wéar wol het bis­kemjend fôar him, hi wéar gin bon méar! Gelokkig is hi letter en hêle braive man wodden. Hô 't hi heette, wol ik jimme naat sizze, want as hi of sîn femilje dit lezze moach, de sooden jé er lest fan hevve En oem en óar lest oean tô dwaen, hev ik dizze toltjes uut 'e Leugenbank naat oerfontold. Wi mutte en ôar alonnig mar het fortolle, déar ‘t wi plesier ôfte goo mei dwaen kenne. Tink er om

    Bron: Uus Likje Wraald
    Schrijver: Niet bekend
    Verteld door: Reitje Stallmann


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een poep verhaaltje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

                         

    EEN POEP VERHAALTJE


    Dit poep verhaaltje werd mij in vele variaties ver­teld. Wat er wel waar of niet waar van is laat ik hier graag in het midden. Toch meen ik, waar of niet waar, dat deze anekdote over Hinde­loopen niet mag ontbreken.

    In vroegere jaren was het niet ongebruikelijk dat men zijn noodzakelijke behoef­te gewoon ergens in de open lucht deed. Op zich misschien niet eens zo gek. De toenmalige toiletten (zie vorig verhaaltje) waren nu ook niet je van dat. Uiteraard zocht men voor deze openlucht poeperij doorgaans een plekje waar men niet direct gezien werd. Zo had een zekere persoon in Hinde­loopen, die ik in dit ver­haaltje gemakshalve Sietse noem, de vaste gewoonte ‘s a­vonds voor het naar bed gaan zich nog even te ontlasten achter een heg nabij zijn woning. Dit was, on­danks dat een en ander meestal in het donker gebeurde, ook enkele omwonenden opgeval­len. Zij kwamen op zekere dag op het idee om eens een grap met deze achter de heg poepende Sietse uit te halen.

    Vlak voor het tijdstip dat Sietse zijn vaste stekkie achter de heg zou opzoeken verstopten zij zich, gewapend met een schep op een lange steel, achter de heg. Toen Sietse even later zittend op zijn hurken licht kreunend zijn boodschap produ­ceerde, schoven de mannen achter de heg de schop op de steel heel voorzichtig onder Sietse zijn achterste. Terwijl Sietse de laatste resten met een pol vers geplukt gras van zijn achterste veegde en de broek omhoog trok, haalden de mannen de schep met de gepro­duceerde hoop weg. En zonder dat hij iets merkte schoven de mannen op diezelfde schep snel een kippen ei op de plaats waar de afvalhoop van Sietse zou moeten liggen.

    Toen Sietse, verlost van zijn overtollige ballast, huiswaarts wilde gaan, zag hij tot zijn grote verbazing het ei liggen. Toen hij na een nader onderzoek met geen mogelijkheid de verwachte bruine hoop kon vinden mompelde hij: “ik wist wel dat ik kippig werd maar dat ik ook al eieren leg is nieuw”.

    Of Sietse het ei ook mee nam voor consumptie is mij niet bekend. Dat laat ik aan uw fantasie over.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In bornegrapjen/Een kindergrap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen




    IN BONNE GRAPJE




    Iepme en kniepme setten yn un bootjen.

    Iepme falt er ut.
    Wa bliuwde yn ut boatjen sitten ?

    Piet Antwoord: No dot ys maklik. Kniepme!
    Jan: Hirnei kneapt Jan gau yn de earm fan Piet

    Piet vraagt: Wurom kneapst mi yn de earm?
    Jan: Do seest toch fan
    KNEAP ME.

    Vertaling:

    Een kindergrapje

    Iepma en Knijpmaar zaten samen in een bootje.

    Iepma viel er uit.
    Wie bleef in het bootje?

    Piet antwoordt : Nu dat gemakkelijk, Knijp maar!
    Jan: Hierna knijpt Jan snel in de arm vanPiet

    Piet vraagt: Waarom knijp je mij in de arm?
    Jan: Nu je zei toch "knijp maar".


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ame Gijs
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    HET VERHAAL VAN AME GIJS

    Dat water en kleine kinderen niet samen gaan is een bekend gegeven. Ondanks dit gevaar heeft water toch vaak een grote aantrekkingskracht op kleine kinderen. In Hindeloopen, met zijn vele vaarten en sloten, had men om de kinderen af te schrikken daar wat op gevonden. Men had een ver­haaltje bedacht over ame Gijs. Hoe oud ame Gijs was werd nooit verteld. Maar het ame (groot­moe­der) gaf aan dat het om een oude vrouw ging. Ame Gijs woonde in de sloten en vaarten van Hindeloopen. Hoe zij daar kwam en hoe ze daar het leven hield werd ook nooit verteld. Wel werd aan de kinderen van Hindeloopen bij herhaling verteld dat als je bij de sloot kwam ame Gijs je onder water trok. En wat er gelijk achteraan verteld werd was dat je dan nooit weer thuis kon komen. Maar eerlijk gezegd, het werkte niet altijd. Ook in de jaren dat het verhaaltje van ame Gijs verteld werd raakten kinderen te water. Maar dat ame Gijs bij velen in Hindeloopen grote indruk heeft gemaakt en nog altijd aanwezig is blijkt wel uit de vele verhalen over deze legendarische ame die vandaag de dag nog steeds met zekere regelmaat worden verteld.

    Bijgaand een kopie uit Uus Likje Wraald.

    In de tijd dat de kinderen nog na schooltijd op straat speel­den met hoepels en tollen, dus heel lang geleden, woonde er in Hindeloopen, zo ongeveer op de plaats waar nu het huis op de foto staat, een oude vrouw. Deze vrouw werd ame Gijs genoemd. Het kleine huisje waarin zij woonde was niet al te best meer. Het dak was behoorlijk ingezakt, dus het lekte als een vergiet wanneer het regende. Maar ame Gijs was arm en ze bezat niet de middelen om haar huis op te laten knappen. Zij was van een­voudige kom af en had haar hele leven al van een karig loontje rond moeten komen. Haar zwar­te slobberkousen had zij al zo vaak moeten verstellen dat van de oorspronkelijke kous bijna niets meer te zien was, haar eens zo zwarte rok was nu grijs verwassen. Maar denk nu niet dat ame Gijs hierdoor bij de pakken neer ging zitten want dan heeft u het mis. Dit alles deerde ame Gijs niet in het min­ste. Zij haalde de geneugten van het leven uit de kleine dingen, zoals een praatje met de buren of een lekker vers eitje, gelegd door haar eigen kippen. Die kip­pen hield zij zoals voor die tijd gebruikelijk was onder het aan­recht. Maar overdag scharrelden de kippen buiten rond, om hier en daar een graantje mee te pik­ken. Als de zon scheen was ame Gijs meestal buiten te vin­den, want zij liep krom van de reumatiek en de zon verwarmde dan haar oude botten een beet­je. Op die manier kon zij ook de jeugd wat in de gaten houden want die zat regelmatig achter haar kippen aan. De arme beesten waren dan prompt een paar dagen van de leg, en de eieren had zij juist ze hard nodig. Ook de haan was regelmatig het mik­punt van de pesterijen. En dat terwijl dit oude beestje haar eens had gered toen haar huis in de brand stond. Want wat was er gebeurd: een oude theedoek die tegen haar nog warme for­nuis aan had gehangen was langzaam begonnen te smeulen, en dat vuur was overge­sprongen naar de gordijnen. De haan was als een gek te keer gegaan, waarbij zijn poot achter een verdwaalde spijker vast kwam te zitten. Door zijn gekraai werd ame Gijs wakker en kon zo de boel nog blussen voor haar hele huis in lichterlaaie stond. De poot van de haan kon niet meer worden gered dus moest de haan voortaan op een poot door het leven. U begrijpt dat wanneer de kinderen dan weer eens achter de kippen aan gin­gen de haan meestal de klos was want die kon nooit zo snel wegkomen. Als ame Gijs dat zag dan werd ze enorm kwaad want ze had nog altijd een zwak voor het beest. Ze had het dus niet ze op de jeugd staan, wat wel begrijpelijk was in dit geval. Op een dag zat ame Gijs op haar bankje voor huis wat uit te rusten in de lentezon toen er een paar kinderen weer achter de haan aanzaten. Wat was er nu een mooier gezicht voor de kinderen dan zo'n haan op één poot te zien hippen. De haan, ondertussen behoorlijk op leef­tijd, sprong zich letterlijk dood. Ame Gijs had alles te laat in de gaten en sprong toen bijna uit haar vel van woede. Ze rende achter die "rot born" aan onder het uitroepen van allerlei dreige­menten. Bijna had ze er één te pakken maar de jongen trok zich vlak voor de Kattenbrege met een ruk los. Ame Gijs raakte uit haar evenwicht, struikelde en viel voorover in de sloot. Alle kin­deren raakten in paniek want dit was toch absoluut niet de bedoeling. Vlug werden ouders en buren er bij geroepen om ame Gijs te redden. Maar hoe iedereen ook zocht, niemand kon haar weer vinden. En na uren en uren gaven ze het zoeken op. Sindsdien gebeurde het met de regelmaat van de klok dat, wanneer er kinderen te dicht in de buurt van de sloot kwamen, er ineens een grote groene gerimpelde vrouwen­hand uit het water kwam die pro­beerde de kinderen in het water in te trekken. En natuurlijk moet dit de hand van ame Gijs zijn want ame Gijs is de enige vrouw die een onuitsprekelijke hekel heeft aan kleine kinderen. En wan­neer u nu denkt dat ame Gijs een fabeltje is dan heeft u het mis. Vroeger was er een peilschaal vlak achter de dijk bij de Hon (vlak bij de kerk). Deze peil­schaal werd gebruikt voor het opmeten van de waterstanden bij eb en vloed toen het IJsselmeer nog Zuiderzee was. En deze peilschaal was een soort put die door middel van een buis verbonden was met deze Zuiderzee en in deze put zat een hoogteaanduiding. Dus in deze put ging het water op en neer maar omdat er door zee­wier en andere troep regelmatig verstoppingen in de verbinden­de buis waren zat er een ketting tussen de put en het uiteinde van de buis aan de zeekant. Door ze nu en dan het ketting heen en weer te halen werd de buis als het ware geraagd. Maar nu het verhaal waar het over gaat. Wij hebben onlangs nog met mensen gesproken die als kind een reuze respect hadden voor ame Gijs want wanneer ze bij de peilschaal waren en het was een beetje guur weer, dan was ame Gijs in haar element want dan kon je haar in de peil­schaal horen. Dan was ze aan het razen en tieren en smeet ze met haar kettingen (ze was enorm sterk natuurlijk) en je kon wel horen dat ze nog steeds veel verdriet had om haar haan. “Jin rot born", hoorden ze haar dan roepen en uit angst dat zo dan misschien uit de peilschaal kwam deden de kinderen gauw een paar stappen achteruit. Dus kinderen, pas op!

    Foto: Op de plaats van het witte huis op de achtergrond van de foto woonde Amen Gijs. Foto is van Herma Snel

    Bron verhaal: Uus Likje Wraald

    Verteld door: Piet en Els Bakker


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geld stinkt niet

    GELD STINKT NIET

    Geld is gewoon bedrukt papier of stukjes metaal wat in een bepaalde vorm is geslagen en doorgaans bewerkt met bepaalde symbolen. En tegenwoordig is geld soms zelfs alleen maar een aantal cijfers met een € teken op een bankafschrift. Toch spelen deze in principe eenvoudige materialen een grote rol in het menselijke leven. Bij deze een paar kleine verhaaltjes die alles te maken hebben met geld.

    Een penningmeester

    Een plaatselijk vereniging in Hindeloopen bestond uit maar 8 leden. Eén van deze leden werd benoemd tot penningmeester. Zoals gebruikelijk bij de meeste verenigingen vond ook bij deze kleine vereniging eens per jaar een kascontrole plaats. Toen de kascommissie op de afgesproken tijd bij de penning­meester verscheen, haalde deze de bescheiden te voorschijn. Deze bestonden uit een kasboekje, een bundeltje kwitanties en een klein trommeltje met het aanwezige kasgeld. Tot slot kwam de pen­ningmeester nog met de huishoudportemonnee van zijn vrouw aan zetten. Terwijl hij deze portemonnee op tafel legde zei hij tot de beide controleurs “en deze is voor de eventue­le tekor­ten in de kas".

    Tot in detail

    Jaren geleden werd ik secretaris-penningmeester van een pol­der. Een drukke baan was dit echter niet. Het werk bestond uit hooguit twee bladzijden financiële administratie en als het uitgebreid werd gedaan waren er eens per jaar 3 bladzijden notulen te schrijven. Nu is het mij niet bekend hoeveel inkt er voor een dergelijk werkstuk nodig is, maar de vorige penningmeester-secretaris had hiervoor, zo bleek mij uit de administratie, elk jaar een balpen nodig. Hij bracht tenminste ieder jaar vijf en twintig cent voor de balpen in rekening.

    Laat de kas de kas

    De plaatselijke biljartclub zou een dagje met elkaar op reis. Een aantal leden stelde voor hiervoor de gezamenlijke kas gedeeltelijk aan te spreken. De penningmeester ging hier echter niet mee akkoord. Hij stelde voor dat een ieder voor zich de kosten zou betalen. Hij zei “laat de kas maar mooi de kas blijven. Dan hebben we volgend jaar ook nog wat”.

    Drie weken later verdween deze penningmeester echter als een dief in de nacht uit Hindeloopen. Tevens werd toen al snel bekend dat hij nog velen in Hindeloopen geld schuldig was en dat de kas van de biljartclub reeds ver voor de vermaarde uit­spraak allang leeg was.

    Een proef

    Iemand die geld minder belangrijk vindt geeft dit vaak aan door te zeggen “wat moet ik met dat geld, de beesten willen het niet eens vreten”. Volgens het volgende ware verhaaltje heeft een boer in Hindeloopen dit proefondervindelijk uitgeprobeerd.

    Deze boer had in het voorjaar te weinig hooi voor zijn koeien. Hij ging naar zijn buurman waarvan hij wist dat die ruim vol­doende hooi had en vroeg hem “buur kan ik wat hooi van jou lenen. Als ik komende zomer weer nieuw hooi oogst krijg je het terug”. Maar deze buurman met ruim voldoende hooi wilde geen hooi missen. Wel, zo liet hij de buurman met te weinig hooi weten dat hij hem wel geld wilde lenen. Hierop antwoordde de boer met te weinig hooi “het spijt me buurman daar heb ik niets aan. Ik heb het geprobeerd met briefjes van vijfentwintig en met honderdguldenbiljetten, maar mijn koeien willen het niet vreten”.


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet een ieder is slecht
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    NIET EEN IEDER IS SLECHT

    Het is reeds lang geleden dat een heel groot sterk leger met vele soldaten oorlog voerde met vele andere landen. Een heel klein land wat aan het grote land grensde maakte zich echter geen zorgen. Zij zeiden, “wij hebben hun niks misdaan, dus zullen zij ons ook wel niets doen”. Maar dit bleek een misre­kening van de bewoners van dit kleine land. Op een zekere dag in het voorjaar trok het grote sterke leger ook het kleine land binnen. De soldaten van het kleine land deden verwoede pogingen deze indringers te keren. Maar er was geen houden aan. Het grote leger van het buurland had veel meer soldaten en veel meer tanks en kanonnen. Toen de vliegtuigen van het grote leger vele bommen op een van de grootste steden gooide, waar­bij veel doden vielen, gaven de soldaten van het kleine land zich over om meer doden te voor­komen. Hierna verspreidden de soldaten van het grote leger zich over het hele land. In de eerste maanden leken deze soldaten zo slecht nog niet. Ze waren vrij rustig en waren soms nog wel eens bereid de mensen uit het veroverde land te helpen. Maar heel langzaam veranderde dat. Ze werden steeds strenger en verboden de mensen steeds meer dingen. Tenslotte werden vele dingen die zij konden gebruiken gewoon meegenomen. Wie zich hierte­gen verzette werd met een geweer op andere gedachten gebracht of gevangen gezet. Zo gebeurde het op zekere dag dat het grote sterke leger paarden moest gebruiken. Deze paarden haalden ze gewoon bij de boeren weg die deze paarden in die tijd nog voor het werk op het land gebruikten. Of de boeren deze paarden konden missen werd niet gevraagd. En tegenspraak werd uiteraard ook niet geduld. Maar dat ook in dit grote sterke leger niet iedere soldaat slecht was vertelt het volgende verhaaltje.

    Toen het leger paarden nodig had werd soldaat Rudolf er op uit gestuurd om paarden bij de boeren weg te halen. Vorderen noemde Rudolf zijn baas in het leger dat. Maar voor Rudolf was het gewoon stelen. Hij protesteerde dan ook danig tegen deze opdracht. Maar zijn baas, een generaal, zei kribbig “doe snel wat ik je bevolen heb. Als je het niet doet dan schiet ik je dood want aan een soldaat die niet doet wat ik beveel heb ik niets”. Na dit dreigement van de generaal vertrok Rudolf schoorvoe­tend. Bij de eerste twee boeren haalde hij bij ieder een paard weg. De derde boer waar hij op het erf kwam had slechts een oud paard. Daar dit paard hem niet geschikt leek voor het zware werk bij het leger liet hij dat staan. Gelijk na de middag kwam hij bij boer Dimmer. Die had een mooi jong en sterk paard op stal staan. Natuurlijk probeerde boer Dimmer Rudolf op ander gedachten te brengen. Ook het vierjarige zoontje van de boer stond te luis­teren naar het gesprek van zijn vader en Rudolf. Al verstond het jongetje niet alles, hij begreep toch wel dat de soldaat het paard mee wilde nemen. Het paard, wat hij altijd Natie noemde, was echter zijn troetel­dier. Het was in feite zijn vriend. Hij schrok dan ook behoor­lijk toen de soldaat een touw pakte om het paard mee te nemen. Het jongetje begon zachtjes te huilen en stamelde “ik wil Natie niet missen, het is mijn paard”. Na deze woorden van het jochie werd de ‘stoere’ soldaat Rudolf even stil. Hierna vertel­de hij de boer dat ook hij een zoontje had wat ongeveer even oud was als de boer zijn zoon­tje. Sinds de oorlog begonnen was had hij echter zijn zoontje en zijn vrouw niet meer gezien. In al die tijd had hij helemaal niets van hen beiden gehoord. Zelfs wist hij niet of ze nog leefden.

    Nadat Rudolf dit verteld had bleef het enige ogenblikken stil in de stal. Na enige aarzeling gaf Rudolf het touw aan de boer, draaide zich om en verliet met tranen in de ogen zonder paard de stal. Terwijl hij wegliep streelde hij het jongetje over het haar en zei, “jij mag je paard houden”.

    N.B. Het spreekwoord zegt; “Wie goed doet, die goed ontmoet”. Maar of dit spreekwoord ook op ging voor Rudolf blijft een vraag. Niemand heeft na die dag ooit weer iets van Rudolf gehoord.

     


    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ode aan het toilet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ODE AAN HET AL OUDE TOILET

    Het al oude toilet, (ut Husjen) oftewel een klein houten hokje met een ton, stond doorgaans achter op het erf. (wal).Dit onmisbare hokje werd in vroegere jaren in Hindeloopen vaak "Jappe tral lal" genoemd.

    Het bijbehorende rijmpje ging als volgt:

    Jappe tral lal, stead op de wal.
    (Jappe tral lal staat op het erf)
    Hy ys naat fan flesk en naat fan bloo.
    (Hij is niet vlees en bloed)
    Mar tog dweit 'r alle meensken go.
    (Maar is voor alle mensen goed)

    Een historische grap

    Bij sommige ‘husjes’ was aan de achterkant een soort luik waardoor men de ton, als die gele­digd moest worden, kon weg halen. Dit bracht een paar jongens op een idee.

    ’s Avonds in de schemer haalden zij dit luikje weg. Achter de struiken wachtten ze tot iemand naar het toilet moest. Na een half uur wachten zagen ze de dochter des huise naar het toilet gaan. Toen zij goed en wel ter plaat­se zat om haar nood te lenigen slopen zij nader bij. Met een paar lange stengels riet, door het geopende luikje, kietel­den ze het meisje onder haar achterste.

    Een ieder kan, denk ik, wel raden welke reactie dit gaf.



    » Reageer (0)



    In deze kolom info over mijzelf en diverse contact mogelijkheden
    Foto

    Foto

    Ik ben Henk Smid en woon in Hindeloopen. Ben gepensioneerd. Mijn  hobby is het verzamelen van verhalen, gedichten, beeld matriaal  en alles wat met mijn geboorteplaats Hindeloopen te maken heeft. Ook schrijf  ik af toe zelf verhaaltjes of gedichten. Graag laat ik door middels van dit blog u mee genieten van alles over Hindeloopen.

    Naast mijn foto mijn logo. Op het loge ziet de beide broers Lyme en Jelle Liemes. Zij waren beiden van "Smid" en hadden een smederij in Hindeloopen.  Zij namen in 1815 beiden de naam Smid aan als achternaam. In het logo smeden de beide broers deze naam.
    Foto

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Dropbox Indien u grotere bestanden (b.v. een leuk verhaal) van uw vaste schijf wilt sturen gebruik dan deze dropbox.

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Een interessant adres?

    Startpagina !

    Blog als favoriet !



    Laatste commentaren
  • Stadsomroeper (Jan Bielsma)
        op De stadsbel
  • De laatste drop is de boterknop (John)
        op De laatste drop is de boterknop
  • Gastenboek
  • leuk

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Eerst een raap, dan een schaap, dan een koe. Zo gaat onze Jantje naar de galg toe.
                      ***
    De waarheid en niets anders dan de waarheid. Helaas, soms is het beter deze niet uit te spreken.
                      ***
    De grote bult is voor de landheer. De restanten zijn voor mij. Dat is mijn winst.
                      ***
    De vloed tilt alle schepen op. (Wijlen president Kennedy)
                      ***
    We meten alles met onze maten. Maar wist u dat slechts 19% van de wereldbevolking blank is.
                      ***
    De laatste drop is de boterknop.
                      ***
    Gelijk hebben is één ding, maar gelijk krijgen is iets anders.
                      ***
    Discussiëren over geloof en politiek geeft koude harten en heette hoofden.
                      ***
    Arbeid adelt maar adel arbeid niet.
                      ***
    Geld maakt niet gelukkig. Maar het wel hebben van geld hoeft ook niet ongelukkig te maken.
                      ***
    Wie meer rechten neemt dan hem toekomt gebruikt het recht van een ander.
                      ***
    Wie zijn gat uit leent moet zelf door de ribben ……
                      ***
    Veel beloven maar weinig geven doet velen in vreugde leven.
                      ***
    Water is net als geld. Het is oneerlijk verdeeld.
                      ***
    Als het tegenzit krijgt een koe geen kalf. Als het meezit kan de stier wel kalf krijgen.
                      ***
    De hoop sterft als laatste.
                      ***
    Iets proberen wat mislukt is beter dan niet geprobeerd en je hele leven lang roepen, had ik het maar geprobeerd.
                      ***
    Ik heb het nog nooit geweten wat goed was, want toen ik jong was wisten de ouden het. En nu ik oud ben weten de jongen het.
                      ***
    Ook een afgesneden tak bot weer uit.
                      ***
    Een geslonken maan wast weer tot vol.
                      ***
    Loon naar werken?
                      ***
    De enige manier om niet te werken is een ander voor je laten werken.
                      ***
    Werken kost helaas veel vrije tijd.
                      ***
    Het geloven begint, waar het weten ophoudt.
                     ***
    Een wetenschap is zeker. Een geloof is wat iemand denkt zeker te weten.
                     ***
    .Als de schuur vol hooi is, de kelder gevuld met aardappels en weckflessen. Het kolenhok gevuld met kolen en brandhoutverzuchtte de boer "Laat nu de winter maar komen. Ik ben er klaar voor".
                     ***
    Arm of rijk, een ieder kan er heel en schoon bij lopen.
                     ***
    Geen mens is onmisbaar. Maar de één wordt wel meer gemist dan de ander.
                     ***
    Trouwen is houen.
                     ***
    Oud worden is mooi, maar oud zijn valt niet altijd mee.
                     ***
    Als je jong bent wil je elkaar niet missen. Als je oud bent kun je elkaar niet missen.
                     ***
    Verliefd worden komt je over. Liefde moet groeien. Maar haat wordt gekweekt.
                     ***
    Iedere baby is zonder zonde geboren.
                     ***
    Brood doet wonen.
                    ***
    Zolang twee kinderen vechten om een snoepje. Zolang zal er oorlog zijn.
                   ***
    Kan niet ligt op het kerkhof. Wil niet ligt er naast.
                   ***
    Een kromme ….. piest ook.
                  ***
    Veel jonge meisjes vinden paardrijden mooi. Maar als ze zelf bereden worden vinden ze het vaak onnozel
    geklooi.
                  ***
    Aan het erf kun je zien hoe het in huis is.
                  ***
    De weg van de minste weerstand is niet altijd beste.
                  ***
    De tijd zal ons leren wie gelijk heeft.
                  ***
    Gelijk hebben is een ding. Maar gelijk krijgen is iets anders.
                 ***
    Wie niet wil gebruikt vaak het excuus"Kan niet".
                 ***
    Een meisje van een jaar of tien uit een grote stad is te logeren bij haar tante in Hindeloopen. Op een mooie dag gaan ze naar het strand. De hele middag speelt het logeetje in het water en het zand. Op een gegeven moment vraagt ze "tante, hoe laat gaat het hier dicht"?
                 ***
    Wie de mens leert kennen, gaat van dieren houden
                 ***

    Neem een handvol droog en ruil zand in de hand. Knijp deze met zand gevulde hand krampachtig dicht. Gevolg; Bijna al het zand glipt u door de vingers en u blijft over met een praktisch lege hand. 

    Neem nu wederom een handvol zand in de hand. Knijp nu deze met zand gevulde hand niet stijf dicht. Houdt de hand ontspannen en span uw vingers niet. U zult merken dat u nu veel meer zand in de hand houdt.

    In het leven gaat het vaak gelijk als met deze handvol zand. Leef krampachtig en u zult merken dat er weinig overblijft. Degene die meer ontspannen leeft, ‘t leven neemt zoals het is, zal in zijn leven meer bereiken en meer plezier beleven.

    Naar aanleiding van een verhaaltje in de Libelle 

                    ***



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!