Een perzikboom en een pruimelaar geven al jaren weinig of zelfs geen vruchten. De pruimelaar ontnam daarbij aan de serre de voormiddagzon. Beide zijn nu geveld en gekort. Ik kreeg hulp en we konden ons goed verwarmen. Gelijktijdig heb ik een oude forsythia de kans gegeven om, op de plaats waar de perzik stond, een nieuwe bloei op te bouwen. Hij werd vorig jaar helemaal tot de grond terug gesnoeid. We zien wel wat ervan komt. Ik heb er zorg voor gedragen om geen vervroren grond in te werken. De bodem was oppervlakkig toch beenhard vervroren. Bij de werkzaamheden vroor het niet.
De pruimelaar was de dikste van de twee maar veel stelde het nog niet voor.
Eén grote kruiwagen hout was de opbrengst plus dan nog de takken.
Het leverde wel putten op; hier deze van de kerselaar.
Die van de pruimelaar waarvan je duidelijk kan zien hoe dicht hij bij de serre staat.
De put van de fosythia die ik uithaalde. De grond rond de forsythia werd goed aangedrukt, de grond in de diepte begoten. Een deel van de plant was dood maar het nog levende overblijfsel krijgt nu zijn kans in de put van de perzik.
Het met balken verhoogde deel, dat achter de perzikboom lag, heb ik verwijderd. Daardoor is de struik een beetje aangeaard . Zo kunnen de groene scheuten rechtstreeks wortel vormen in de grond. De putten van de pruimelaar en die van de fosythia zal ik maar terug vullen na de complete dooi.
|