LEEST-HEIDE KERMIS…zonder mosselen maar met muziek.
“De eerste weken van juli werden er over de Leest-Heidekermis allerlei geruchten verspreid : er zouden geen mosselen zijn en daarom ook geen kermis op de Heide ! De mannen van de Leest-Heide kunnen alles arrangeren en tegen dat het bij hen kermis is, zijn de mosselen gereed al moeten ze die uit Australië laten afkomen !
Maar op vrijdag, 12 juli waren er werkelijk geen mosselen te eten op de Heide ! Als ’t geen Zeeuwse jumbomosselen kunnen zijn, maken ze er op de Heide geen klaar. Ze willen er niet weten van ersatzschelpen uit Denemarken, Canada of van waar dan ook. Voor degenen die toch waren afgekomen en die toch honger hadden, werd er biefstuk met frieten opgediend en dat smaakte ook !
Ondanks de vakantieperiode waren er heel wat muzikanten aanwezig op de concertuitvoering. We hebben een schatting gemaakt en hadden de organisatoren gevraagd een dertigtal stoelen klaar te zetten en gelukkig kwamen we daarmee niet toe. De organisatoren waren uiterst tevreden met de talrijke opkomst van muzikanten en vergezellende ereleden. De voorzitter van SKR Leest dankte in zijn openluchttoespraak de muzikanten voor hun bijdrage aan de kermis op de Heide en herinnerde eraan dat er destijds nog repetitie werd gegeven op de Leest-Heide in de garage bij ‘Mieke van Rik van den Do’. De muzikanten kregen vanwege SKR Leest een drank aangeboden wat op applaus werd onthaald.
Het gebracht programma viel deze keer bijzonder goed in de smaak van de luisteraars ! Geen concoursstukken, maar meezingers dat moesten ze hebben op de Heide ! En ze kregen het ook ! Spijtig toch van die mosselen, maar ja…ook op de Heide kunnen ze niet alles hebben !” (“T&T”, september ’96)
1996 – Zondag 11 augustus : Fietstocht van de fanfare
“In vergelijking met de twee vorige fietstochten waren er door omstandigheden zo’n twintig deelnemers minder. Het weer zal er voor iets tussen gezeten hebben, maar ook nog de vakantie.
Al bij al is het toch nog een gezellige tocht geweest. We houden eraan de ontwerpers van de fietstocht, Alice en Marcel, van harte te danken en we danken eveneens de medewerkers die zijn opgetreden als begeleiders.
Volgend jaar organiseren we opnieuw een fietstocht, maar meer dan waarschijnlijk zal die georganiseerd worden in mei of begin juni.” (“T&T”, september ’96)
1996 – 12 augustus : Overlijden van Jan ‘Zjangske’ De Borger – ere-muzikant van de K.F. St.-Cecilia
Jan De Borger was te Tisselt geboren op 10 oktober 1917 en hij overleed in het A.Z. “Ten Bosch” te Willebroek op 12 augustus 1996. In het dagelijkse leven was hij bierhandelaar en daarom werd hij door sommigen ‘den Atlas’ genoemd omdat het bier dat hij verkocht die merknaam had.
“Gij waart vrolijk en zacht van aard want vriendschap lag in uw kaart. Je kende ach zovele vrienden en wist voor elks wat te vinden. En toch had je in uw hart een plaatsje vrij, dat bestemd was voor ons allen. De bezorgdheid, kalmte en warmte die we bij U vonden blijven ons steeds bij en met U verbonden.” (Uit zijn gedachtenisprentje)
Jan De Borger was gehuwd met Mariette Colpin (°Leest 25/11/1920, +Mechelen 25/11/2006).
“Op zaterdag, 17 augustus ll., heeft onze vereniging in de St.-Niklaaskerk te Leest met muziek afscheid genomen van Jan De Borger. Op de bandopname met treurmuziek die in de kerk werd afgespeeld, heeft Jan nog meegespeeld…
Met dit afscheid zetten we ook een punt achter een tijdperk in onze fanfaregeschiedenis : Jan was de laatste ere-muzikant die nog voor 1940 heeft meegepeeld met onze vereniging
(Noot : onder dirigent Ferdinand Verbeeck). Dit betekent dat we nog enkele ere-muzikanten hebben die na de tweede wereldoorlog in onze vereniging zijn van start gegaan.
We hebben Jan vrij goed gekend vanaf ongeveer 1960. Destijds speelde hij eerste bugel in de nog echte fanfarebezetting onder leiding van Rik De Bruyn. Jan was toen ‘chef de pupiter’ van de eerste bugels, een vrij grote instrumentengroep die ongeveer een vijf- tot zestal muzikanten telde. Hij was toen een onafscheidelijke vriend van Louis Verschuren (‘de Witte van den Do’), de ‘chef de pupiter’ van de solo bugels. Zij kenden nog de deuntjes van vroeger en een van hun lijfstukken was : “Wat je naam was, die ben ik vergeten…”. Op de terugreis van muziekwedstrijden of uitstappen werd er op de autocar nog verder gemusiceerd en dat deuntje werd dan getoeterd en door de niet-muzikanten uit volle borst meegezongen.
Nadat hij definitief in de fanfare was gestopt, vroeg hij of er voor hem geen bugel op overschot was in de fanfare. Met de omschakeling naar een meer brassbandbezetting was dat geen probleem. Zo amuseerde Jan zich nog op zijn eentje in de Grote Heide, door dagelijks nog wat te musiceren voor zijn plezier. Zijn verlangen naar fanfaremuziek en naar zijn instrument moeten dus groot geweest zijn…
Jan had omstreeks 1930 zijn muzikale opleiding in Tisselt gekregen bij de Kon. Fanfare ‘Concordia’. Toen hij in Leest is komen wonen, sloot hij zich aan bij onze vereniging. Jan is muzikant gebleven tot 1989, maar ook daarna was hij steeds aanwezig op alle organisaties van onze vereniging, op muziekconcerten, uitstappen en vieringen. Ter gelegenheid van de tweedaagse restaurantdagen waren hij en zijn echtgenote veelal ook twee dagen ingeschreven.
Jan is steeds een actief lid geweest van onze vereniging. Toen de fanfare destijds de muziek-wedstrijden inrichtte, was hij steeds een van de medewerkers, ofwel werkte hij in de feesttent ofwel trad hij op als begeleider van deelnemende korpsen en was hij ‘dèlegé’ zoals dat destijds werd genoemd.
Jan was een eenvoudig man, maar een bijzonder verdienstelijk lid van onze vereniging. Zoals velen van zijn generatiegenoten probeerde hij er steeds voor te zorgen dat er weinig moeilijkheden waren in de vereniging en wees hij degenen die hun fanfareplichten verzuimden op een vriendelijke manier terecht.
Jan De Borger was een waarachtig en waardig muzikant én ere-muzikant van ‘St.-Cecilia’ Leest en wij zijn dankbaar dat we zulke leden hebben gehad en nog hebben.” (“T&T”, september ’96)
1996 – Juninummer “Toeters en Trompetten” : Juul VLOEBERGHEN(Foto’s onderaan) “Juul Vloeberghen was de zoon van Eugeen. Alle kinderen van Eugeen hebben muziek gespeeld in de fanfare : Jef, Juul en Frans. Jef Vloeberghen was daarbij nog een lange tijd penningmeester. Ook Juul was toen bestuurslid en wijkverantwoordelijke voor de Heide. Daarbij was hij feestleider ten tijde van de eerste Ceciliafeesten. Juul werd ‘Julleke’ genoemd en woonde op het Rennekouter, later de Lindelaan en nu de Kloosterhoeveweg.. Zo goed als alle bewoners van die straat waren destijds lid of muzikant van de fanfare. Juul Vloeberghen was een graaggeziene figuur in Leest en zelfs ver daarbuiten. Hij was gehuwd met Hortense Verschuren, de dochter van de Witte. Zijn twee zonen, Eugeen en Ludo, hebben ook een tijd muziek gespeeld in de fanfare. Eugeen was zelfs een buitengewoon talent. Aanvankelijk speelde Juul althoorn en hij mocht destijds de eerste noten spelen in ‘1812’ samen met onder andere Fak Verschuren en de Ferre. Het bekendst werd hij echter als grote tromspeler. Hij kon daarop zulke korte en droge knallen geven dat de medemuzikanten van hun stoelen opvlogen. Dikwijls kreeg hij daarom onder zijn voeten van de dirigent. Tijdens de optredens was hij destijds speciaal gekleed om op de groskès te kloppen. Juul had dan namelijk een tijgervel op zijn buik hangen. Met de aankoop van het eerste kostuum werd er besloten dit kledingstuk er ook bij te nemen, want het moest opvallen als er werd deelgenomen aan stapmarsenwedstrijden. Juul vervloekte het tijgervel bij optredens in de zomer, maar tijdens de wintermaanden trok hij dat met plezier aan. Als er iets speciaals te doen was voor het slagwerk, dan was Juul daarvoor de aangewezen man. Zo trad hij op als smid in de ‘Aambeeld-polka’, schoot hij het kanon af in ‘1812’ en had hij ook de hoofdrol in tal van andere attracties. Juist zoals zijn vader had Juul nog veel andere hobby’s. Hij kon goed overweg met het ‘vogelpikken’, kon zijn man staan bij het pandoeren, maar het liefst van al was hij misschien wel wielertoerist. Met Marcel Segers moet hij zo ongeveer bij de eerste wielertoeristen van Leest zijn geweest en samen hebben ze destijds duizenden kilometers afgelegd. Op het Rennekouter organiseerden Juul, Frans De Bruyn, Frans Lamberts en Karel Lauwens destijds op de zondagen een soort van buurtfeesten. Het waren eerder ontspanningsmomenten waar er van alles en nog wat werd verteld, waar naar populaire muziek werd geluisterd en waar er werd ‘bak geschoten’. En als ‘Monne’ De Prins dan nog langs kwam, was het een feest voor groot en klein ! Juul was een man waarop men in de fanfare en in de geburen kon rekenen en die op een gewone manier kon zorgen voor plezier. Spijtig genoeg is hij veel te vroeg overleden…”
1996 – Juni – “Van Toeters en Trompetten” : Van Bugel naar Bas… “Hendrik Verschueren heeft het opgegeven om bugel te spelen. Hij zat daar meestal alleen en hij is niet graag eenzaam. Hij speelt nu bas en als ze allemaal op de repetitie zijn, zitten ze met z’n zessen er heel diepe pedaalnoten uit te halen. Er zijn twee soorten bassen : in Mi-b en in Si-b. Wie er precies wat speelt, kunnen we niet horen. Ze klinken allemaal laag. De dirigent had bij het begin van zijn aantreden gehoopt op zes bassen en een van zijn eerste wensen is dan nu al waargemaakt… Hebben we dan geen muzikanten meer die de bugelpartituur spelen ? Natuurlijk is er Marcel Schippers nog, maar toch heeft Gunter Peeters zijn cornetje ingeruild voor een bugel en dat schijnt ook mee te vallen.”
1996 – Juni : Jaarlijks lidgeld K.F. St.-Cecilia Tijdens de maand juni werd het jaarlijks lidgeld opgehaald door de wijkverantwoordelijken van de fanfare. Ereleden betaalden 500 fr., muzikanten, leerlingen-muzikanten, ere-muzikanten en vaandrigs betaalden niets. Ook voor de weduwen en weduwnaars van muzikanten en ereleden was het lidmaatschap gratis. (“T&T”, juni ’96)k
1996 – Zondag 30 juni : Hengelkampioenschap K.F. St.-Cecilia Geschikt viswater werd gevonden in het Mechelse Vrijbroekpark. De fanfare trok 1.500 BEF uit voor de geldprijzen. Het inschrijfgeld bedroeg 100 BEF voor kinderen tot 14 jaar en 150 BEF voor de andere deelnemers.
Warre De Maeyer…eindelijk ook eens hengelkampioen en…ruim verdiend.
“Voor het eerst in zijn lange vissersloopbaan heeft Warre De Maeyer het hengelkampioenschap van de fanfare gewonnen. In het verleden was hij ook steeds dicht geëindigd maar meestal moest hij zijn broer laten voorgaan in de eindstand. Nu is dat het omgekeerde.
Omstreeks 13 u. daagden de eerste hengelaars en supporters op aan het chalet in het Vrijbroekpark. Het was niet zo’n best weer : het waaide wat hard en er was regen voorspeld. Gelukkig bleef een echte regenbui achterwege, maar koud was het op sommige momenten wel.
Om 13.30 u. zou de wedstrijd begonnen worden en dat gebeurde ook ondanks het feit dat een paar niet verwachte deelnemers nog kwamen opdagen. Voor deze wedstrijd had onze vereniging het ‘voorwatertje’ gehuurd. Dat is zowat het privé viswater van de Parkvissers. Het schijnt dat ze daar extra veel vis hebben uitgezet en het zal ook zo wel zijn, want vermoedelijk krioelt het er van slijmerige brasems.
Er werd gevist in twee reeksen. Aanvankelijk was het vooral Etienne Caron die er een flink tempo op nahield. Hij nam tijdens het eerste halfuur een haast niet meer te overbruggen voorsprong en toen sloeg het noodlot toe. Tijdens een van zijn pijlsnelle manoeuvres met zijn supermoderne vislijn schoof een van de stokken het voorwatertje in. Met zijn schepnet heeft hij zo goed als heel dat watertje afgezocht en een half uur voor het einde van de wedstrijd kon hij terug vissen. Helaas, de opgelopen achterstand tegen de nieuwe kampioen was toen al te groot geworden. Ook Jos Peeters en Victor De Maeyer sleepten de brasems tegen een hoog tempo naar de kant. Tijdens de tweede reeks ving Warre De Maeyer maar liefst 9,3 kg vis. De anderen verbleekten er bij en er waren er ook die tijdens de tweede reeks geen visje meer konden verschalken.
De wedstrijdjury gaf de volgende officiële resultaten vrij en daartegen werd geen bezwaar aangetekend :
1.Edward De Maeyer, kampioen 1996 2.Jos Peeters, vice-kampioen 3.Victor De Maeyer 4.Hans Verschueren 5.Etienne Caron 6.Stan Gobien 7.Gunter Peeters 8.Jaf Lauwers 9.Jan Frans Absillis 10.Chris Gobien 11.Franky Lauwens 12.Kamiel Verschueren 13.Wouter Verschueren 14.Kristof De Maeyer 15.Elke Verschueren.
Tijdens het jaarlijks banket werd de nieuwe kampioen gehuldigd en werd hem de wisselbeker ‘Bert Robijns’ overhandigd.
We danken Wannes Robijns, een bekend oud-hengelaar en gewezen internationaal,die als enige sponsor optrad.” (“T&T”, september ’96)
Foto’s : -Juul Vloeberghen. -Hortense Verschuren, zijn echtgenote. -Edward “Warre” De Maeyer, viskampioen 1996.