In tegenstelling tot de eerste indruk is er een belangrijk verschil tussen slaperigheid of moeheid. Deze twee begrippen worden dikwijls door mekaar gehaald, nochtans gaat het om verschillende biologische toestanden.
Slaperigheid is een normaal biologisch gegeven en maakt deel uit van het dag- en nachtritme. De drang om te slapen is het minst na het ontwaken, bouwt zich op in de loop van de dag, om tegen middernacht zijn maximum te bereiken. Tussen twee en vier uur in de namiddag ondervinden de meeste onder ons ook een verhoogde slaperigheid, dat is normaal, dit gevoel kan wel intenser zijn na een slechte nachtrust.
In essentie wordt slaperigheid door vier factoren veroorzaakt: 1.Je hebt niet genoeg of niet diep genoeg geslapen, bij slaapapneu bijvoorbeeld. 2.Je bent actief om een moment waarop je normaal zou slapen, shiftwerk bijvoorbeeld. 3.Aandoeningen van het zenuwstelsel zoals narcolepsie, ziekte van Parkinson en nog andere. 4.Het gebruik van medicaties zoals benzodiazepines en dopamine agonisten.
Overmatige slaperigheid is geassocieerd met het onvermogen om overdag wakker te blijven, zie ook:dut je overdag gemakkelijk in?. De gouden standaard om dit na te kijken is de Multiple Sleep Latency test (MSLT), een variatie van de Maintenance of Wakefulness Test. Toch worden deze testen niet routinematig afgenomen, tenzij bij mensen met narcolepsie. In de praktijk wordt slaperigheid geëvalueerd door de Epworth Sleepiness Scale.
Moeheid wordt gekenmerkt door een gevoel van uitputting en vermoeidheid, het kan lichamelijk zijn, spiermoeheid of geestelijk, mentale moeheid. Belangrijk is dat moeheid kan verbeteren door te rusten en zonder dat je hoeft te slapen. Je kunt natuurlijk last hebben van moeheid en slaperigheid door mekaar, wat het onderscheid er niet duidelijker op maakt.
Om te meten hoe moe je bent kun je de Fatigue Severity Scale toepassen. Niet akkoord geeft score 1 en helemaal akkoord score 7.
|
Ik heb gedurende de laatste week ondervonden dat: |
Niet akkoord --akkoord |
Mijn motivatie minder is als ik moe ben. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Na inspanningen ben ik moe. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Ik ben gemakkelijk moe. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Moeheid interfereert met mijn lichamelijk functioneren. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Moeheid veroorzaakt dikwijls problemen voor mij. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Door mijn moeheid kan ik geen volgehouden inspanningen aan. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Moeheid interfereert met het volbrengen van taken en verantwoordelijkheden. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Moeheid is een van de 3 meest storende klachten. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Moeheid interfereert met mijn werk,familie of sociale leven. |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Totale Score: |
Copyright Lauren B. Krupps.
Om je score te kennen tel je alle cijfers op en neem je een gemiddelde door te delen door negen. Een gemiddelde van 4 of meer (dus meer dan 36 punten) word beschouwd als abnormaal moe.
Wie last heeft van overmatige slaperigheid of moeheid klaagt dikwijls over een gebrek aan motivatie of neemt minder initiatief. Als gevolg krijg je dan soms de verkeerde diagnose van depressie opgeplakt, eventueel behandeling met antidepressiva, terwijl de oorzaak van de slaperigheid onbehandeld blijft.
Als je lijdt aan een niet zo duidelijke depressie, ook wel een gesluierde of atypische depressie genoemd, kan dikwijls een overmatige slaperigheid op de voorgrond staan, wat de juiste inschatting van de diagnose niet vergemakkelijkt.
Overmatige slaperigheid of moeheid heeft een grote weerslag op je dagelijks functioneren. Alle aspecten van je leven worden erdoor aangetast, niet alleen kun je minder af, ook je alertheid, intieme relaties en vriendschappen lijden eronder.
Bij narcolepsie wordt medicatie gebruikt om je wakker te houden, zoals amfetamines, methylphenidraat (rilatine of conserta) en modafinil (provigil). Dit laatste is niet alleen toegestaan voor de behandeling van narcolepsie, maar ook bij overmatige slaperigheid bij shiftwerk gebonden slaapproblemen of slaperigheid bij slaapapneu waarbij al CPAP wordt toegepast.
bron: medscape
|