Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kronieken van Leest
    bij Mechelen
    22-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1911 – 6 maart :  Gebruik makend van de inhuldigingsfeesten van de nieuwe pastoor,

                werd een inbraakpoging gedaan bij de kinderen Van den Sande uit de Grote

                Heidestraat.

                De inbreker werd echter verrast en nam de vlucht zonder buit.

                “De kinderen Van de Sande zijn ouderlingen, doorgaande als welstellende

                burgers...” (GA)

     

    1911 – Zaterdag 18 maart – Gazet van Mechelen :

     

                                Overstromingen in den omtrek van Mechelen.

                “Door de aanhoudende regens in de laatste dagen zijin de Dijle, Nethe, Zenne en

                 Rupel tot hun hoogste waterpeil gestegen en zijn weiden en velden op den buiten

                op verschillende plaatsen onder water gestroomd.

                Sedert dinsdagavond is de toestand uiterst erg in de omstreken der Lage-Zenne.

                Te Eppegem en omstreken zijn de rievierbewoners verplicht een gedeelte van de

                nacht te waken daar het overstroomde water woningen en stallingen bedreigt.

                In verschillende huizen is het water reeds binnen gedrongen en een aantal

                meubelen vlotten buiten op de overstroomde watermeren, die zich links en rechts

                ook te Leest en Hombeeck hebben gevormd.

                Tusschen Eppegem en Vilvoorde zijn de weiden in eene ware zee herschapen en is

                het water zoo verre het oog maar reikt.

                Woensdag was die toestand nog merkelijk verergerd. Donderdag was er enigszins

                verbetering...”

     

    1911 – Zondag 19 maart – Gazet van Mechelen :                              

     

                                       VELODROOM BATTEL.

     

    “De opening van den nieuwen velodroom van “Mechelen-Battel”, is vastgesteld op 17 april, tweede Paaschdag, met een koers van 100 kilometers, voorbehouden aan beroepsrenners.

    Men zal zich dus voor de eerste maal in Mechelen aan eene zeer belangrijke koers mogen verwachten, want men is reeds in onderhandeling met de beste renners van het land.”

     

    In 1911 telde België 42 door de Belgische Wieldrijdersbond erkende velodrooms.

    Het succes van de velodroom van Walem moet stimulerend hebben gewerkt op nog andere Mechelse sportliefhebbers.

    De idee groeide in een herberg aan de Oude Leestsebaan 63, uitgebaat door Theofiel De Rooster. Enkele vaste klanten  opperden de mening ook in Battel een eigen velodroom te bouwen.

    De oplossing kwam vlugger dan verwacht : op een stuk grond in bezit van de familie De Rooster, en juist gelegen naast de herberg, plaatselijk gekend als de Warande, zou de velodroom worden gebouwd.

    Er werd een raad van beheer samengesteld bestaande uit de gebroeders Victor en Teofiel De Rooster, maalder Florent Verelst, E. Nagels en A. De Rooster, die de handen uit de mouwen staken en zeelf eigenhandig de velodroom zouden bouwen.

    Zo meldt Gazet van Mechelen in januari 1911 dat Mechelen binnenkort een velodroom zal hebben te Battel op initiatief van een “comiteit”. Gehoopt werd dat de werken tegen februari zouden voltooid zijn. Hieruit blijkt dat de bouw reeds aangevangen was in 1910.

    Op 20 februari lezen we : “de werken aan de nieuwe velodroom van Battel gaan goed vooruit ; de grond- en afsluitingswerken zijn geëindigd, nu nog de aanleg van de cementbaan”.

    Op 2 april 1911 werd de piste opengesteld voor de renners als “vrije oefening”.

    De officiële opening vond plaats op tweede paasdag 17 april 1911 met een koers voor beroepsrenners van eerste kategorie, over een afstand van 100 km.

    En opdat niemand in Battel en omstreken onwetend zou zijn van wat die dag stond te gebeuren, zou de opening worden aangekondigd door grof geschut en door een prachtig “concerto” van de plaatselijke harmonie.

    Voor die eerste wedstrijd boden zich acht renners aan. We kennen ook de uitslag :

    1. Charlot, 2. Pelote, 3. Jos Spiessens, 4. Michels en 5. Werbrouck.

    Charlot was een Algerijn, hij was de lieveling van de Mechelaars.

     

    Op zondag 30 april was er een koers voor beginnelingen, op 6 mei  een koers achter zware “motocycletten” en op 14 mei een koers voor onafhankelijken.

    Op zondag 16 juli werd er opnieuw een koers voor beroepsrenners georganiseerd, een drieurenkoers waaraan ook Charlot zou deelnemen.

    Het eerste uur werden er 38,850 km afgelegd en het laatste uur 35,200 km.

    De Bomenaar De Voeght won voor Mechelaar Fons Spiessens. Charlot gaf op.

     

    Het volgend jaar in 1912  op tweede paasdag heropende de velodroom met een acht-urenkoers voor beginnelingen per ploeg en met 500 fr. aan prijzen, wat op 7 juli gevolgd werd door een drie-urenkoers op Amerikaanse wijze.

    Op 22 juli kon men de deelname melden van Cyriel Van Houwaert, de “koning der wielrijders” , hij  was een heuse vedette die de rond van Frankrijk had gewonnen.

    Maandag 12 mei 1913, tweede Sinksendag opende de velodroom met een Grote Prijs Francois Empain voor beginnelingen, waarvoor Empain een prijs van 40 fr ter beschikking stelde.

    Francois Empain herhaalde die geste met een tweede grote prijs Empain op 26 juli 1914, waarvoor 40, 25, 15, 10, 7,5 en tweemaal 5 fr aan prijzengeld werd voorzien.

    De  inschrijving moest gebeuren op de velodroom zelf aan 1 fr, of 1,5 fr de dag van de koers.

    Met de oorlog viel alle aktiviteit stil.

    De Duitsers braken trouwens de omheiningen van de velodroom af, om de brug over de Zenne, die door het Belgische leger was vernietigd, te herstellen.

    Maar reeds in mei 1919 kon de velodroom opnieuw zijn deuren openen.

    Op 12 mei met een drie-urenkoers voor beginnelingen en met een klassering ieder half uur ; en op 26 mei met een ploegkoers over 80 kilometer.

    Op maandag 5 april 1920 reed men een achtervolgingskoers met motoren, met slechts twee deelnemers, evenals een 50 km koers voor beginnelingen en 25 km voor motoren. In dat jaar waren er nog koersen op 18 april, 9 en 24 mei.

     

    De velodroom takelde langzaam af tot hij uiteindelijk volledig verdween.

    Op die plaats kwam later de hoeve van Clement De Rooster, die zijn woonhuis inrichtte in de ruimte van het vroegere café “In de Velodroom”.

    (F.V. in GvM-30/5/1986)

     

    1911 – 2 april : Op de pastorij werd in 3 kamers een planken vloer gelegd, nieuwe ramen

                en dakgoten geplaatst. Prijs : 925,88 frank.

     

    1911 – 23 mei : Moties van de gemeenteraad :

                “De Raad sluit zich bij éénparigheid aan bij het Wetsvoorstel tot volledige

                vervlaamsching der Hoogschool van Gent, nedergelegd in zitting van vrijdag

                24 maart 1911, en dringt er op aan, datdit voorstel zoo spoedig mogelijk in

                behandeling genomen en tot Wet gemaakt worde tot grooter zedelijk en stoffelijk

                heil van het Vlaamsche volk.”

     

                “De Raad sluit zich bij éénparigheid aan bij het Wetsvoorstel nedergelegd door

                Mr de Limburg Stirum en andere betrekkelijk de nieuwe schoolwet, aan de

                huisvaders de volle vrijheid latende de school te mogen kiezen waarin zij

                verlangen hunnen kinderen opgevoed te zien, en tevens den wensch uitdrukkende

                dat het ingediende wetsvoorstel onmiddellijk tot Wet gemaakt worde.” (DB-1957)

     

    1911 – Vrijdag 26 mei – Gazet van Mechelen :

     

                               Groote Betoging te Leest.

                “Aanstaanden zondag 28 mei, zal er te Leest eene groote betooging gehouden

                worden voor de vervlaamsching der Gentsche  Hoogeschool.

                Ten 3 ure, zullen de sprekers : MM. Alf. Olbrechts, Dr P. Tack en Em. Verheyen

                aan de brug afgehaald worden door de maatschappijen van het dorp.

                Daarna grijpt er eene meeting plaats in de gemeenteschool, welke zal voorgezeten

                Worden door onze koenen Vlaamschen strijder, M. J. Bernaerts, burgemeester en

                provinciaal raadslid.

                Aan volk zal het zeker niet ontbreken.”

     

    1911 – Woensdag 31 mei : Gazet van Mechelen :

                “Verleden donderdag vertrok uit het gasgesticht te Mechelen een luchtballon van

                ingenieur Van Battel en 2 personen.

                Hij dreef over Hombeek, Leest, Willebroek en Puurs op 1.900 m hoogte.

                Om 13u45, 3 uur later, kwam hij neer te Liesele om er iemand af te zetten,

                nadien steeg hij tot 4.200 m.

                Dan ging het via Temse, over Zele, Donck, Overmeire  om  rond 17u25  aan

                te  leggen te Zele”.

     

    1911 – Donderdag 1 juni – Gazet van Mechelen :

     

                          De Vlaamsche Meeting te Leest.

                “Ten 3 ure, werden verleden zondag de Mechelse sprekers aan de grensscheiding

                der gemeente, door de twee fanfaren van Leest afgehaald en gulhartig

                verwelkomd door burgmeeester Bernaerts.

                Daarna greep in de meisjesschool een prachtige meeting plaats, gevolgd door een

                talrijk en aandachtig publiek. Een wensch werd gestemd om zoohaast mogelijk de

                hoogeschool van Gent te vervlaamschen en verzonden naar de Kamers van

                volksvertegenwoordigers.

                Daarna bedankte de burgemeester de sprekers die zoo klaar en duidelijk den

                eisch der Vlamingen hadden toegelicht.

                Vele handtekeningen werden na de meeting verzameld en aan iedereen zal

                aanstaanden zondag de gelegenheid worden gegeven, zijn handteeken daar nog

                aan toe te voegen, onmiddellijk na de hoogmis op het gemeentehuis.”

     

    1911 – In augustus dat jaar ontving de burgemeester een naamloze briefkaart waarin een

                21-jarig meisjes beticht werd van vruchtafdrijving. (GA)

     

    1911 – 23 september – “Eene Vlaamsche vrouw van 107 jaar.

                Op 8 october van dit jaar wordt moederken Diddens van Duffel 107 jaar.

                Zij kan nog een gedicht opzeggen waarmede zij in 1818 den 1ste prijs behaalde

                in de school van Leest bij Mechelen.

                Zij kan nog zingen en zelfs dansen. Onlangs zei zij al lachend : dat Sint

                Pieter haar vergeten had hierboven te roepen.

                Van hare 5 kinderen leeft er nog één.”

                (De Volksstem)

     

    1911 – 7 oktober – Gazet van Mechelen :  Onze Eeuwelinge.

                “Het 106-jarig geboortefeest van Mevr. Diddens wordt hier dus gevierd.

                Zaterdag 7 october aankondiging van het feest door grof geschut.

                Zondag 8 october om 11 ure, aanbieding van het geschenk der geburen,

                gedragen door 4 maagdekens, aangeboden door ’t feestcomiteit.

                Om 14 u optocht van den stoet door de straten der gemeente van al de

                deelnemende maatschappijen gevolgd door de maagdekens, dragende een

                geschenk, gegeven door moederken Diddens aan het gemeentebestuur,

                omringd door de leden van ’t feestcomiteit.

                Om 16 ure aanbieding van het geschenk op het gemeentehuis, om 18 ure

                algemeene verlichting door geburen, van 19 tot 20 ure serenade aan de woning

                der jubilarisse.

                Om 21 ure prachtig vuurwerk in het park van den erevoorzitter heer Marcel

                Gevers, vrijen toegang voor het publiek.

                Na ontbinding van den stoet bij A. Mariën verloting der premien en uitdeling

                van het geld bij Henri Van Loven.”

     

    1911 – Zondag 10 oktober – Gazet van Mechelen : (Bijz.briefw.)

     

                                         De Alleroudste der Belgen.

     

                “Duffel maakt zich gereed om buitengewoon het nieuw feest van moeder Diddens

                te vieren die op 8 october a.s., het 106-jaar zal bereiken.

                Moeder Diddens is geboren te Leest in 1805, zij huwde in het jaar 1827 met

                Willem Diddens, dewelke overleed te Duffel in 1885.

                Geholpen door hare twee dochters beijverde zij zich tot het landbouwvak op eene

                grote pachthoeve, tot de ouderdom van 87 jaren.

                Een harer dochters, Melanie, 71 jaar oud, nog in leven, omringt hare moeder met

                de tederste zorgen, ’t is wel hieraan te danken, het langdurig leven der

                Duffelschen schat. Altijd is moeder vrolijk, ja zelfs geestig en opgeruimd.

                Het oog nog levendig en hare beenen redelijk zwak om deze goede vrouw toe te

                laten nog dagelijksche wandelingen (bij goed weder) in haren hof te doen,

                hetgeen zij zoo zeer bemint.

                Wilt ge moeder Diddens de zeldzame vrouw zien, gaat dan op zondag 8 october

                aanstaande naar Duffel.”

     

    1911 – 15 oktober – Gemeentekiezing.

                Aftredende leden : Jaak Bernaerts, August De Ruysscher, Victor Diddens,

                Marcelin Lemmens en Jan Baptist Verbergt.

                Lijststemmen : Lijst nr. 1 : 398

                                         Lijst nr. 2 : 183

                Ongeldige stembrieven : 14.

     

                Bekomen stemmen door :

                Lijst nr. 1        Stemmen                    Lijst nr. 2         Stemmen

                Bernaerts J.            430                   Buuschot                 203

                Diddens V              407                   De Wit                     200

                Selleslagh J.           392                    Lemmens                207

                Vanden Brande K. 405   

                Verbergt J.B.          415

     

                Een overduidelijke overwinning voor de partij van de burgemeester.

     

    22-02-2012 om 07:29 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1911 – Dat jaar werd Mathilde Feremans uit Kalfort Puurs aangesteld  tot tijdelijke

                vervangster van Juffer Nees, die langdurig ziek was.

     

    1911 – Op  6 maart werd pastoor Beuckelars ingehuldigd.

                Pastoor Beuckelaers zou 35 jaar lang de pastoorsfunctie waarnemen.

                Onder hem kwam er gasverlichting in kerk en pastorij. Voordien waren het

                petroollampen. Electriciteit kwam er slechts in 1925.

                Hij liet ook de kerk herschilderen, volgens het plan van de Brusselse architekt

                Steyaert, in kleuren die het binnenzicht van de kerk zo typisch maakten : in rood.

                Ook de pijlers waren toen knalrood. Frans Huys uit Heffen voerde de

                schilderwerken uit.

                Op 6 augustus 1946 verliet pastoor Beuckelaers de parochie.

                Hij stierf te Mechelen op 23 oktober 1948 op 87-jarige leeftijd.

     

                Florentine Moyson in LG, blz.247 over haar Plechtige Communnie :

                “We moesten van pastoor Beuckelaers allemaal in het zwart zijn. Het was zijn

                eerste jaar op de parochie en hij wilde geen luxe. Daar werd nogal over

                gemekkerd en het jaar nadien draaide hij bij...”

                Ouderen wisten nog momkelend te vertellen hoe zij als schoolbengels in de hof

                van  de pastoor aan de appelen gingen zitten. Eens ging pastoor Beuckelars hen

                achterna tot in de school. Maar meester De Leers zei hem : “Dat doen mijn

                leerlingen niet !”

                “Wij hadden thuis  appelen genoeg,” vertelde J.B. Mees, “daar deden wij het niet

                voor. Het was meer voor het avontuur, om stoer te doen, om je te bewijzen

                tegenover de andere jongens.

                Wat ik van pastoor Beuckelaers nooit zal vergeten is de brooduitdeling na de

                begrafenis van rijke mensen, zoals de Empains. Dat was toen zo de gewoonte.

                Na de mis deelde de pastoor of soms iemand van de familie  kleine of

                grote broden uit, en witte broden hé, een ongelooflijke luxe.”

                Volgens Julia Van Hoof(geboren 24/7/1901)en Jan Baptist Mees (23/9/1902) had

                de pastoor, toen hij op oudere leeftijd was gekomen, de gewoonte om tijdens zijn

                wandelingen met zijn hoofd naar beneden, binnensmonds te mompelen : “arme

                mensen zijn schelmen, arme  mensen zijn  schelmen...”

                Hijzelf was van rijke afkomst : familie Beuckelaers = koekjesfabrikanten.

                Zijn familie bezat in Leest verschillende eigendommen.

     

                Pastoor Beuckelaers was ook een moedig man. Op 3 juli 1915 ontving hij via

                burgemeester Bernaerts volgend schrijven van “d’Heer Prasident der

                Zivilverwaltung der Provincie Antwerpen” :

                “...het is gebeurd dat de sleutel van den kerktoren aan eenen Officier, die deze

                tot dienstelijke doeleinden wilde besteden, door den pastoor met de woorden

                geweigerd werd : “Je ne donne pas la permission de se servir de mon église

                pour faire des observations contre mon pays.”

                Deze houding van den pastoor is onaannemelijk.

                Ik verzoek u in evereenstemming met de pastoren uwer gemeente aanwijzing

                te geven, dat de toegang tot de kerktorens ieder tijd aan militaire personen

                toegestaan wordt. Ik moet u doen opmerken dat in geval van weigering de

                toegang met geweld zal moeten verkregen worden en tegen de tegenstrevende

                personen streng zal voorgegaan worden.

                            Der Prasident der Zivilverwalting, I.A.Bormann”.

               (GA-3/7/1915)

     

     

    1911 – 6 maart : Gazet van Mechelen (editie van 9/3/1911)

     

                PLECHTIGE INHALING VAN DEN NIEUWEN PASTOOR;

     

    “Verleden maandag, 6 maart, was het feest, volop feest, in de vreedzame gemeente Leest, gelegen op slechts enkele boogscheuten boven het gehucht Battel, een buitenkwartier van Mechelen.

    ...

    Sinds een achttal dagen was aan de parochianen dier gemeente, de blijde tijding gebracht, dat zijne Eminentie de Cardinaal Aartsbisschop, hun een nieuwe herder had geschonken en wel de zoo gunstig gekende pastoor Beuckelaers, der parochie Langeveld bij Ukkel, en dadelijk togen de vrienden van Leest, geleid door hunnen volksgevierden burgemeester , M. J. Bernaerts aan het werk, stelden eene feestcommissie aan, sloegen de handen eensgezind samen, stelden zich aan den arbeid en –wij herhalen het nogmaals- vormden en zetteden ineen, op 8 dagen tijd, eenen stoet, die aller verwachting heeft getroffen, en waarvoor men in steeden weken en maanden nodig zou hebben, om tot zulken uitslag te koomen.

    Dit overschoon resultaat is te danken aan de algemeene eensgezindheid en de goede verstandhouding die er op den buiten heerscht.

    ...

    Het was den verleden maandag, dat de flinke en ievervolle werkers, zoo machtig groot in getal, voor slechts eene gemeente van 1700 inwoners, hunne uitgewerkte feestplannen, de duizenden toeschouwers zouden verrassen.

    Rond 2 ure, stroomde het volk van Mechelen, Battel, Hombeeck, Heffen, Tisselt, Blaesvelt en Capelle opden Bosch , in dichte scharen naar het lieve dorpje, dat gansch in feestdos was gestoken.

    Van in den morgen bulderde reeds onafgebroken het kanon, om den heuglijken dag, heinde en verre aan te kondigen.

    Alom waren praalbogen, met  gepaste jaarschriften opgetimmerd, en geen enkele wooning, zoo nederig of klein, of het had zijn eigenaardige versiering, waartusschen een overgroot getal burgershuizen met heerlijken optooi uitstraalden.

    Heilwenschen en dichterlijke ontboezemingen in allen eenvoud weergegeven, den nieuwen herder gebracht, prijkten bijna boven elke woning. Het gaf de algemeene en eensgezinde gemoedstemming weder van het volk, dat zijnen geestelijken lieder bij zijn intrede in de parochie hartelijk “Welkom” heette. Wat kon of mocht men meer verwachten ?

    De innige verkleefdheid, de liefde en hoogachting hunnen vroegeren afgestorven pastoor, M. Verbist, immer trouw geschonken, zou thans overgaan op den feesteling van heden.

    Dit doorstraalde in alles, wat men bij deze overschoone inhaling ontwaarde en kon waarnemen. In zulke goede en verblijdende omstandigheden, zou weldra de verwelkooming van den Zeer Eerw. Heer Beuckelaers plaats grijpen.

    Ontvangst van den nieuwen herder.

    Rond half drij was de beweging overgroot op den steenweg die van Leest naar Capellen-op-den-Bosch leidt. Gansch deze baan, bijna drie kwaart uur tot aan de grens van het reeds genoemde dorp, was met denneboompjes bepland.

    Duizenden en duizenden toeschouwers bevinden zich op dezen weg, alsook de prachtige stoet, die zich naar den “Stijnenmolen” op de uiterste grens had begeven, alwaar de eerste ontvangst zou plaats grijpen.

    Welk heerlijk zicht die lange verre kronkelende baan, gansch bezet door eene opeengepakte menigte, waartusschen in alle schakeering van kleuren een overgroote stoet, zich in de verte beweegt. En nog immer wordt die stroom grooter en grooter.

    Eindelijk bulderen opnieuw de kanonnen : het is het sein der aankomst, en inderdaad, daar verschijnt het rijtuig dat de Zeer Eerw. Heer Beuckelaers en de andere Z.E.Heren Goidts, pastoor-deken, Goossens, pastoor te Heffen, Kanunnik Beuckelaers, getuigen van den nieuwen herder, aanvoerdt.

    Het muziekkorps heft het vaderlandsch lied aan, de menigte juicht toe, en bij het uitstappen neemt de heer burgemeester Bernaerts het woord, in naam van het gemeentebestuur, de bevolking, en tevens ook van den kerkraad, en wenscht den nieuwen pastoor hartelijk welkom in zijne nieuwe parochie.

    Na den heer burgemeester verwelkommen hem de hoofdonderwijzer in naam der gemeenteschool en de heer Moyson, in naam der fanfare “Arbeid Adelt”.

    In hartelijke bewoordingen bedankt de heer Beuckelaers de drij vertegenwoordigers van gemeente, kerkraad, gemeenteraad en fanfare en belooft hun zijne beste krachten ten pande te stellen voor het geestelijk en stoffelijk belang zijner nieuwe parochie.

     

    Alsdan zette de stoet zich in de volgende orde in beweging om dorpwaarts te trekken :

    1. Postiljons; 2. Hoornblazers; 3. Groep, dragende de vaderlandsche en pauselijke kleuren; 4. Ruiters te paard; 5. Fama met amazonen; 6.De Gemeentemaagd; 7. De foor van Parijs, wagen; 8. De doelschutters; 9.Ste. Cecilia; 10. Fanfare St Cecilia; 11. De drij Goddelijke deugden; 12.Koekbakkers, wagen; 13. De edele graanoogsters, groep te paard; 14. De bolgilde; 15. De jachtgodin, groep te paard; 16.Ambachtswagen; 17. De Zoetigheid, groep te peerd; 18. Maagden te paard; 19. Duivenmelkers, wagen; 20. De Katholieke Bond; 21. Fanfare “Willens is Kunnen”; 22.De vier gebroeders; 23. De melkhandel; 24. De congregatie van St Joannes Berchmans; 25. De kipidos, te paard; 26. St. Sebastiaansgilde; 27. De liedjeszangers, wagen; 28.Opsinjoorken, met lijfwacht en gazetdragers; 29. De vier jaargetijden, groep te paard; 30. De aalmoes, groep te paard; 31.De zottigheid, groep te voet; 32. Herderinnen; 33. Landbouwwagen (Bist); 34. Koningin Elisabeth van Hongarije, maagd der rozen; 35. De twaalf maanden, groep te peerd; 36. Een dorpsherberg, wagen; 37. Het fortuin; 38. Koningin Elisabeth; 39.Jonkehid der gemeente,groep; 40. De vriendschap, groep te peerd; 41. Aalbrecht en Isabella; 42.De vlucht naar Egypte; 43. De schoolkinderen; 44. Bloemtuigdraagsters; 45. Fanfarenmaatschappij “Arbeid Adelt”; 46. De Godsgeleerdheid; 47. Maagdekenswagen; 48. St Nikolaes en St Pieter, met hun gevolg; 49. De vier Evangelisten; 50. HH.MM. Koning Albert en Koningin Elisabeth; 51. St Jan en het kind Jezus; 52.Strooiende maagdekens en engelen; 53. Sleuteldraagster; 54. De eerw. Heer Pastoor, omringd van eenen eerewacht; 55. Plaatselijke overheid; 56. Kerkfabriek; 57. Armbestuur; 58.Maatschappij Oud-Soldaten.

     

    Het was vier ure, als deze frissche en lange stoet in het dorp aankwam, en men naar de kerktoog, alwaar de ontvangst en aanstelling thans gingen plaats grijpen.

     

    In de parochiekerk van Leest.

    Op dit oogenblik luiden de klokken en bulderen de kanonnen.

    In de kom van ’t dorp is het bijna onmogelijk om door te komen. ’t Is eene ware menschenzee, zooverre het oog draagt.

    De ordediensten worden vooral goed waargenomen door de oud-soldaten, bijgestaan door den veldwachter, die te samen opperbest dien dienst hebben geregeld en de orde hebben handhaafd.

    Aan de afsluiting der kerk is het thans de onderpastoor die den nieuwen herder hartelijk welkom heet, vervolgens een jongen der gmeenteschool.

    Bij den ingang in de kerk, worden hem de sleutels der kerk, onder eene lieve aanspraak afgegeven.

    Voor allen heeft de nieuwen herder een hartelijk woord van dank, en terwijl het orgel in “brio” reeds een zegemarsch aanheft, trekt de buitengewoone groote menigte, de prachtig versierde kerk binnen, die in eenige ogenblikken overkropt is van toeschouwers, en waarvan duizenden genoodzaakt zijn buiten te blijven.

    Dadelijk wordt het “Veni Creator” aangeheven, waarna de plechtige aanstelling plaats heeft en de gebruikelijke seremoniën na de aanstelling volgen.

    De Zeer Eerw. Heer Deken Goids, pastoor der O.L.Vrouw over de Dijle, beklom daarna den kansel en deed tot die overgroote massa volk, nagenoeg de volgende toespraak :

    Beminde parochianen van Leest. Over eenige weken hebben wij het droevig schouwspel bestatigd van den diepen rouw, waarin uw gemeente lag gedompeld, door het afstervan van uwen diepbetreurden herder, die hier meer dan 40 jaar lang, als onderpastoor en pastoor had gearbeid aan het heil der zielen, en opeens aan uwe liefde werd ontrukt.

    Begaafd met eene uitmuintende inborst, eene groote dienstvaardigheid en eene heilige godsvrucht, was hij waarlijk een priester volgens het hart van God.

    Aan den Heer alleen is het bekend, wat al ongelukkigen hij onderstand heeft verleend; wat al smarten en ellende hij heeft gestelpt en wat al tranen van noodlijdenden en weduwen hij heeft opgedroogd.

    ’t Is geweten tijdens eene besmettelijke ziekte, wat hij gedaan heeft in dien akeligen toestand, voor hen, die aan dien zorgen waren toevertrouwd van deze voorbeeldigen priester. Men vond hem gedurig neergeknield voor het H. Tabernakel in het gebed verslonden, in overweging met zijnen God. Hij, die vurige dienaar van Maria, die goede en voorbeeldige priester werd u ontnomen en zijn stoffelijk overschot werd in den gewijden grond uwer gemeente begraven en zijne schoone ziel zal, zoo hopen wij allen, reeds bij den Heer, het loon zijner werken hebben ontvangen.

    ...

    Door zijn afsterven waart gij weezen geworden zonder geestelijke geleider, doch Zijne Eminentie zond u een nieuwen Herder.

     

    Wat de E.H. Verbiest voorheen voor u is geweest, zal thans de nieuwe pastoor voor u worden. Hij zal u alles schenken wat tot uw geestelijk welzijn noodig is.

    Hij komt niet in naam van een prins, maar in den naam van de Allerhoogste.

    Hij zal u leeren de naam van God beminnen en vereeren. Hij zal uwe kinderen onderwijzen en onderrichten in de leering des Heeren.

    Niemand zal aan zijne bezorgdheid ontsnappen. Op den predikstoel zal hij u uwe plichten voorhouden; in den biechtstoel zal hij voor uwe arme ziele een geneesheer wezen, en als een vader zult gij uit zijnen mond vernemen, wat gij te doen hebt op uwen levenswandel om als ware christenen te leven. Hij zal met overgroote blijdschap de zondaars ontvangen die op het goede pad willen wederkeeren.

    Dagelijks zal hij onder het H. Misoffer, wanneer hij het Lichaam en Bloed van Christus ten Hemel opheft, voor u bidden voor jong en oud, voor arm en rijk, voor allen zonder eenige uitzondering.

    Hij is u nog niet bekend, doch gij zult hem leeren kennen. Hij heeft gewerkt in eene nieuwe parochie, waar hij zoo eindeloos veel goed heeft gesticht.

     

    Gij hebt hem ontvangen, zoo prachtig en zoo heerlijk als men een nieuwen herder kan ontvangen. Iedereen heeft hem willen zien en leeren kennen. Welnu thans kent ge hem. Eenieder van u zal bij hem mogen aankloppen. Zijne edelmoedigheid is groot.

    De zieken en noodlijdenden zullen in hem een grootmoedigen weldoener vinden. De armen zal hij met liefde steunen. Al wie lijdt en treurt zullen in hem een waren vader, een echten en goeden vriend ontwaren.

    Hij komt tot u in naam van den Almachtige. Gij zult naar hem luisteren, zijne woorden aanhoren en tevens zijne vaderlijke raadgevingen volgen.

    Gij zult hem bijstaan en helpen bij het onderwijs uwer kinderen. Weet het wel, de zending van den priester is eene verhevene zending. In het doopsel van Christus klonk er reeds eene stem uit den hemel die zegde : “Aanhoort Hem”.

    Bij de hemelvaart van Jezus, zegde de Verlosser tot zijne apostelen : gaat en onderwijst alle volkeren in Mijnen naam, hen onderwijzende wat ik u geleerd heb en die u aanhoort, aanhoort Mij : die u versmaddt versmaadt Mij en versmaadt mijn Vader die in den Hemel is.

    De priester is de afgezant des Heeren, dus hij is de vertegenwoordiger van God zelf. Luister naar hem, en het zal u in alles wel gaan.

    ’t Deed mij goed aan ’t hartje, uit den mond te vernemen van den heer burgemeester uwer gemeente, bij de ontvangst op de grens wanneer hij tot den nieuwen herder de volgende woorden sprak : Hier in de gemeente Leest gaat iedereen hand aan hand om te werken en te ieveren voor de stoffelijke en zedelijke belangen der bevolking.

    Mochte het zoo nog lange jaren duren voor het geluk en de welvaart dezer gemeeente.

    We gaan God bedanken voor deze weldaden en het “Te Deum Laudamus” ten hemel aanheffen.

     

    Na deze schoone kerkelijke plechtigheid was het ontvcangst op de pastorij, waar ’s avonds de muziekmaatschappijen eene serenade brachten.

    Verlichting en vuurwerk sloten deze luisterrijke inhaling.

    Wij eindigen met den welgemeenden kreet : “Lang leve de Eerw. Pastoor Beuckelaers” en ook “Lang leven de vrienden van Leest ! Zij hebben puik en rijk gefeest !”





    22-02-2012 om 07:25 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1911 – Dat jaar startte Jan Huysmans met een limonadefabriekje op het dorpsplein.

                Limonade was toen een nieuwigheid. In de café’s werd enkel bier geschonken.

                Jan Huysmans, die in 1908 vanuit Battel naar Leest was verhuisd, vestigde zich

                eerst  in de herberg “In de Toekomst” op het Dorpsplein, alwaar

                achteraan de eerste limonade werd gefabriceerd.

                Deze limonade werd uitgedragen met paard en kar en het paard moest telkens

                langs de voordeur en door de herberg, binnen  en buitengelaten worden.

                Rond 1930 kocht Nante De Prins de woning aan. Hij betaalde er 27.000 fr voor

                en  verbouwde ze tot beenhouwerij.

                In 1913 kocht en sloopte Jan Huysmans, aan de overzijde van de dorpsplaats,

                het oude “Knippershof” en bouwde er de herberg met fabriekje “In de Proef”.

     

                In de hals van de limonadeflesjes zat een “marbel” (knikker) en door de druk

               hield  de marbel het flesje gesloten. Om te drinken  moest men de knikker  

                indrukken zodat het gas ontsnapte en men de limonade kon uitschenken.

                De naam van de limonadefabriek stond op het flesje : “In de Proef” naar hun

                gelijknamige herberg.

                Gedurende  de oorlogsjaren, 1914-1918, moest moeder “Toor” (Victoria

                Coosemans) zelf met de limonade rondrijden omdat vader Huysmans aan het

                front  zat.

               

                Jacob Albert Huysmans in “De Band” 1979 en april 1980 :

                “Jaak Huysmans, zoon uit de “Vlashandel” wijk de Knip, kocht in 1839 het

                grootste deel van het erfgoed “In den Sleutel” op den “Klaasberg” (zo werd

                vroeger de Dorpsplaats genoemd naar de patroonheilige) en herschikte hier toen

                het oud trapgevelhuis, dat in jaarankers 1473 vermeldde, tot een herberg.

                Het werd het lokaal van doelschuttersverenigingen “Het Knippershof”.

                Jaak Huysmans had twee ongehuwde zonen “Fikke” en “Janneke Knip”(Viktor

                en  Jan Baptist) . Deze laatste bracht wekelijks op een kruiwagen zijn eigen

                scheppingen van pleisteren “beeldjes” voor verkoop naar de Mechelse

                voddenmarkt. 

                Na het verscheiden van deze twee zonen, kocht Jan Huysmans, wiens vader een

                kozijn was van hogervermelde Viktor en Jan Baptist, na sloping van dat gasthof,

                een nieuwe herberg met daarbij een winning voor frisdranken, genaamd “In den

                Proef”. 

       

                “... bij bestellingen van suiker aan een Mechelse limonadefabrikantje, was mijn

                vader daar bevriend geraakt en door deze man kreeg mijn vader raad en

                inlichtingen en vestigde een winning voor frisdranken onder het kenmerk “In de

                Proef”, weldra geroemd door de aanbieding van haar vermaarde produkten in

                originele recipiënten met een magisch sluitmiddel.

                Het werd een zilveren eigen taak.

                90%  der ingrediënten was onbezoedeld bornwater.

                De verbruikersprijs was toen in de herbergen 10 centiem voor zulk een

                Frisdrankje”.

     

                In 1924 schafte Jan Huysmans zich een wagen aan.

                De tweede op de gemeente, de eerste was eigendom van “den Blokmaker”.

                (Piessens)

                Enkele jaren later (in 1926), vroeg en verkreeg Jan Huysmans de toelating

                van  het Schepencollege om “twee elektromotoren van I en van ½ PK te

                stellen en te benuttigen ter plaetse te Leest, nr.5, in zijn werkhuis aan de

                woning palende, en dienende tot het veraardigen van limonaden.”

                De machtiging werd verleend voor dertig jaar.

     

                Albert “Bert” en Alfons “Fons” Huysmans zetten de zaak van hun vader voort

                tot in 1972.

     

    22-02-2012 om 07:19 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1910 – Dat jaar bezat het dorp Leest vier petroleum-lantaarns. Ze werden in de winter

                door de veldwachter aangestoken. (GA)

     

                Bevolkingscijfer 1910 : 1640.

     

                Enkele jaarwedden van gemeentepersoneel in 1910 :

                Klokkenluider Lodewijk Hellemans ontving voor die taak 50 fr en 50 fr voor het

                onderhouden  van het torenuurwerk.

                Grafmaker Florent Troch 60 fr en Juffrouw Caroline Nees 1900 fr.

                Dit vanaf 1/1/1910. Voordien moesten ze het doen met respectievelijk 32 fr voor

                het  klokkenluiden, 35 fr voor onderhoud aan de torenklok, 25 fr voor de

                grafmaker en 1800 fr voor onderwijzeres Nees. (GR-6/9/1909)

     

                Het gemeentebestuur verklaarde dat er in de gemeente in 1910 “geene

                gediplomeerde vroedvrouwen verblijven” en dat de bevolking bij bevallingen

                beroep deed op bakersvrouwen of op de geneesheer van Hombeek of Tisselt

                omdat de gemeente niet over een geneesheer beschikte.

     

                In de gemeente verbleven 21 personen die werkzaam waren in “staatsdiensten”.

                (GR-24/11/1910)

     

     

    1910 – Zondag 12 juni 1910 – Gazet van Mechelen :

     

                                             Het Onweder van Woensdag.

                “’t Is waarlijk droevig om zien welke overgroote schade het onweder dat verleden

                woensdag namiddag over LEEST, Heffen, Heyndonck, Blaesvelt, Thisselt en

                Battel heeft gewoed, aldaar heeft aangericht.

                Nu ziet men maar eerst de overgroote verwoesting. Men had in de eerste

                oogenblikken nog het gedacht geopperd, dat na wat droog weder alles weer op

                zijn effen zou komen, doch dit zijn thans overgroote teleurstellingen.

                Het geknakte graan ligt thans te vergelen en te verdrogen, de erwten zijn als

                afgemaaid en de aardappelen die zoo schoon op ’t veld stonden afgerukt en in den

                grond omgewoeld, door de ijsbollen, die als hagel  nedervielen, ter grootte van

                grootte duifeieren.

                Gansche streken zijn hier voor den toekomstigen oogst totaal vernield, en men

                vraagt zich af, wat deze zoo erg geteisterde landbouwers in de toekomst moeten

                gaan doen, zoo voor hen als voor hun vee.

                Wij hebben kleine pachters, bij het aanschouwen van al die schade en vernieling

                zien weenen als kinderen, wijl zij onder tranen uitriepen : wat moeten wij toch nu

                gaan aanvangen ? Zonder hulp is het niet mogelijk dat wij deze schade te boven

                komen !

                ’t Is te hopen dat er aan hogerhand zal aangeklopt worden om vanwege het

                gouvernement eene schadeloosstelling te bekomen.

                Er is nood, groote nood, en in die omstandigheden moest er geholpen worden.

                Wij bevelen ten zeerste deze geteisterde landbouwers aan in de bemiddeling onzer

                geachte Senators en Volksvertegenwoordigers om voor hun ten beste te spreken,

                in Kamer en Senaat, om de tusschenkomst te bekomen van het Ministerie.

                Laat ons hopen dat dit zal gebeuren.”

     

               Meer dan 100 boeren richtten  een “vertoogschrift” aan de Kamer van

                Volksvertegenwoordigers, waarin zij om een speciaal ondersteuningskrediet

                verzochten, evenals de opheffing van de grondbelasting voor 1910 voor alle

                getroffen gebieden. (GA-14/6/1910)

     

    1910 – 4 september – Gazet van Mechelen : Duffel : zeldzaam feest.

                “Het schoone en nijverige Duffel met zijne prachtige kerk en toren, zijne heerlijke

                landerijen, enz...

                valt de eer te beurt, tusschen zijn inwoners, de oudste vrouw van gans het land te

                tellen.

                Moederken Diddens, zoo noemt men de ouderlinge, zal op 9 oktober aanstaande,

                105 jaar worden.

                Groote feesten worden te dien gelegenheid op touw gezet.

                Het feestcomiteit werkt ieverig en heeft het goed gedacht opgevat den heer J.R.

                Walgrave, kunstschilder alhier, als feestbestuurder te benoemen.

                Deze heer houdt zich ieverig bezig met de samenstelling van eenen prachtigen

                stoet en wie de kunstzin van heer Walgraeve kent, weet dat hij iets zal tot stand

                brengen, waardig van eene gemeente als Duffel.”

     

    1910 – Zondag 11 september 1910 – Gazet van Mechelen : (Bijzondere Bijdrage)

     

                                      Duffel : Gezegenden Ouderdom.

                “Moederken Diddens, die op 9 october aanstaande 105 jaar wordt, is nog altijd

                frisch en gezond en mag zich waarlijk in een gezegenden ouderdom verheugen.

                Zij begeeft zich, geleund op den arm harer dochter, nog dikwijls ter kerke, om den

                Gever van alle goed te bedanken voor de uitzonderlijke gunst haar geschonken.

                Het is van deze gunstelinge dat heel Duffel spreekt, waarvoor men werkt en

                zwoegt en een feest voorbereidt dat aan de vreemdelingen zal tonen, op welk

                luisterrijke wijze de Duffelaren hunnen 105 jarige, de oudste vrouw van gansch

                het land, weten te eeren en te vieren...”

     

    1910 – 18 september : Gazet van Mechelen :

     

                                       Moederken Diddens.

                “Op 8 october a.s. zal hier de oudste vrouw van gansch het land  en misschien

                ook de kloekste, de gezondste en de best bewaarde van al de honderdjarigen

                buitengewoon gevierd worden.

                Buiten de 105-jarige moeder Diddens bezit deze gemeente nog een tiental 90-

                jarigen, allen zeer wel te pas en waartusschen nog een r....enz...”

     

    1910 – 10 oktober – Gazet van Mechelen :

     

                Moeder Diddens’ 105de verjaardag te Duffel gevierd.

                Wij zijn gisteren moederken Diddens gaan helpen feesten, het vrouwken met haar

                eindeloosen adem, dat wij over 5 jaar reeds als eeuwelinge hebben begroet.

                De brave ziel is weinig veranderd sinds haar tienden kruisken, en alles laat

                verhopen dat wij haar binnen 5 jaar zullen mogen proficiat wenschen over haar

                elfde...ten minste als wij het beleven.

                Want ’t is altijd de jongste niet, die staat mag maken op de langste nacht.

                Wie zal er bijvoorbeeld voorzien hebben dat van ’t gezegend drietal, dat wij

                voor vijf jaar aan mevrouw Diddens ‘ haard leerden kennen de jongste dochter,

                niet de oude moeder, naar den hemel zou gaan ?

                Doch is Seraphine heengetogen –op 63 jaar, maar- zegt de jubilarisse met een

                zucht- Melanie bleef, eene nog kloeke zeventigjarige thans, en nooit heeft de

                eerbiedwaardige ouderlinge kunnen ondervinden dat zij maar één bewaarengel

                meer heeft.

                ...

                ...De Mei werd geplant, het jaarschrift aan den gevel geklopt, de peerden

                geroskamd die in den stoet moesten, de triomfklokke geluid en de grove stemmen

                van gelost tot in de naburige dorpen te laten weten welke een glorieuze datum

                over de bloeiende bakermat van Killiaan gekomen was.

                ...”

     

    1910 – 14 oktober : Gazet van Mechelen : Duffel – Ongelooflijk.

                “Ongelooflijk groot was de toeloop van volk om de feesten der 105-jarige van

                Duffel te zien en onbeschrijfelijk de geestdrift en toejuichingen op moederkens

                doortocht.

                Om dan iedereen het genoegen te verschaffen dat minzaam menschke –en echt

                koddig ding – te komen bewonderen is de gemeenteoverheid met het Feestcomiteit

                overeengekomen om den stoet nogmaals te doen uitgaan op 16 October, dinsdag

                van jaarmarkt kermis.

                Merk wel aan dat dit wondervrouwke weer gansch den stoet zal volgen.”

     

    1910 – Schepen die aanlegden aan de kaaien van de Zennebrug te Leest – Periode 1910.

     

    Datum       Naam v.h            Inhoud v.h Lading      Komende  Ledig  Naam v.d.  Kaai van

                        schip                  schip          schip         van            naar    schipper

    12/10/1910 Lewie Kop          49 ton     40 t kolen    Boom      Boom   Lowie Kop  Apers

    05/11/1910 Marie Jozef         57 ton     57 t kolen    Boom      Boom   De Bruyn    Apers

    10/12/1910 Twee Gebroeders 40 ton    32 t steen     Traag     Heindonk Boschmans Apers

    15/12/1910 Jozefien               49 ton    32 t steen  en  Boom  Boom   Nante Bosman Apers

                                                                        pannen

    19/12/1910 Jozefien               49 ton      32 t steen     Boom     Boom Nante Bosman Apers

    22/12/1910 Jozefien               49 ton      32 t steen     Boom     Boom Nante Bosman Apers

    24/12/1910 Jozefien                49 ton     32 t steen     Boom     Boom Nante Bosman Apers

     

    Betaalde vergoedingen voor het lossen aan de kaai van Apers Jozef – Jaar 1910:

                                                                                                                      

                                                                                                                         Fr Ct                                                                                                                     

    December 12  gelost 30-duizend stenen aan 5 centiemen                            1, 50

    “                12 gelost pannen en vorsten                    

    “                17 Doren Teughels Hombeek steen 32-duizend                         3, 20

    “                21 Doren Teugels Hombeek steen 32-ton duizend                     3, 20

    “                22 Doren Teugels Hombek steen gelost  32-duizend                  3, 20

    “                24 Doren Teugels Hombeek steen gelost 32-duizend                  3, 20

    “                12 Tist Beulens een schip steen 32-duizend en pannen               3, 20

    (originelen eigendom Eddy Apers+ details andere jaren)

    22-02-2012 om 07:13 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1909 – “De kaairechten bedroegen 0.10 c per ton gelost  of geladen op de lengte der

                kaaimuren ; bomen betalen à.25 c.

                Mest, beir of andere vetten voor den landbouw, zijn vrij van recht.

                De rechten zijn dubbel, bij geval de waren meer dan eene maand op de kaai

                blijven.” (GA)

     

    1909 – Gazet van Mechelen – zaterdag 2 januari 1909 :

               

                                     Eene Dievenbende op strooptocht.”

     

                Eene bende dieven heeft in den nacht van woensdag op donderdag eene

                verkenning gedaan in den omtrek van Mechelen, Battel en Leest.

                De schelmen schijnen eerst naar Leest te zijn gegaan om vervolgens naar Battel

                en Mechelen te komen afgezakt.

                Hunne ondernemingstocht heeft ditmaal een weinig weg van het vermaard

                kluchtspel “Robert en Bertrand” of de Lustige Bandieten.

                Men oordele liever : het was rond half twee in den nacht als de dieven eene ruit

                uitsneden en binnenbraken in de woning van Jan Verschueren Leest-Heide.

                Hier vertoefden zij niet lang en was de buit van weinig betekenis.

                Zij vertrokken al vlug naar de woning van Jan Smets, Leest-Dorp, het was alsdan

                bijna 2 ure. Smets is de stoker van M. Van Diepenbeeck, brouwer te Mechelen.

                Hier eveneens kropen zij langs het venster binnen en gaven een kort bezoek en

                trokken weer heen, zonder eigenlijk te vinden wat zij graag verlangden.

                Het was kwart over 2 ure als zij bij Arnold Teughels aanlandden.

                Hier waren ze volop aan hun werk binnen het huis, als vrouw Teughels, door een

                gerucht gewekt werd en dadelijk een luchtgat opende in den planken vloer der

                slaapkamer, dat uitgaf in de herberg en waardoor zij alles kon zien wat er

                beneden plaatsgreep.

                Zij zag drij personen met licht weg en weer lopen en fluisteend tot elkander

                spreken. De vrouw wist genoeg. Opeens riep zij door het luchtgat naar beneden :

                “Hé, schiet maar ! Schiet maar !” Juist alsof zij dit tegen haren man riep.

                Eén der bandieten blies in zijn haast het licht uit, en heel de ploeg verdween

                langs het venster.

                Ze hadden in haast hunnen buit vergeten.

                Van hier ging het regelrecht naar Battel...enz.

                ...de politie van Mechelen heeft daarover donderdag morgen een onderzoek

                ingesteld en de rechterlijke politieagenten Neutiens en Van Ginsbergen zijn per

                velo naar Battel en Leest geweest, om alles ter plaatse te gaan waarnemen.”

     

    1909 – 30 januari – Gazet van Mechelen : Een Man Versmacht.

                “Men meldt ons uit zeer geloofbare bron, dat de werkman De Meyer, wonende te

                Leest, die alle dagen naar Brussel gaat werken, aldaer woensdag door het

                springen eener buis, versmacht is geworden.

                De dood was oogenblikkelijk. Nadere inlichtingen ontbraken.”

                (Gvm-zaterdag 30/1/09)  

     

    1909 – In dat jaar maakte de fanfare “Arbeid Adelt” een merkwaardige uitstap.

                Bestemming van de reis was Antwerpen, meer bepaald het Bestendig Festival,

                en  men ging er naartoe per “plezierboot”, langs de Zenne. (DB-1/5/1958)

     

                1909 gaf 12 lotelingen voor de militielichting.

     

    1909 – 1 januari : Vanaf heden kreeg veldwachter Isidoor Constant Van Hoof 100 fr

                meer jaarwedde : “overwegende dat de tegenwoordige jaarwedde van 800 franks,

                de geringste is van al de gemeenten van ’t kanton.”

                De jaarwedde van de gemeentesecretaris bedroef 1000fr,  die van

                hulponderwijzeres  Mathilde Hellemans 1300 frank.

     

    1909 – Vanaf 1 januari werden de “keurrechten op het slachtvleesch” als volgt

                samengesteld :

                paarden, ezels, muilezels, stieren, ossen, koeien en vaarzen per hoofd : 2,50 fr.

                Kalveren, schapen, varkens per hoofd : 1,00 fr.

                Lammeren, geiten en speenvarkens per hoofd : 0,50 fr.

                Die keurechten werden niet geheven voor dieren afgemaakt of gestorven

                tengevolge van ziekte of ongeval, wanneer die dieren toehoorden aan

                inwoners van Leest. (GA)

     

    1909 – 16 januari : Brief van het Leestse gemeentebestuur  gericht naar dat van

                Mechelen :

                “Wij nemen de vrijheid Uwe welwillende aandacht in te roepen betrekkelijk den

                slechten toestand der wegenis tusschen Battel en de grens onzer gemeente, en

                bijzonderlijk aan de woningen langsheen dien steenweg op de warande.

                Aangezien er op die plaats hoegenaamd geene grachten bestaan loopt het water

                der daken naar den weg, die veel lager is dan de nevenstaande woningen en

                landen, en het moet er blijven, door gemis aan afleidingen.

                Op het hoog gedeelte nabij den molen, worden de zoomwegen bij den minsten

                stortregen weggespoeld, en de stenen worden blootgezet aan het water, wat het

                wisselen van rijtuigen bijna volkomen onmogelijk maakt.

                In dezen toestand zou kunnen voorzien worden zonder grote onkosten, met op het

                hoog gedeelte van de bergen, eene grondlaag af te halen, en deze aan te brengen

                langs den kant van Leest, zou men dus verhooging bekomen in het laag gedeelte,

                en te meer de tegenwoordig bestaande beklimming verminderen...”

                Honderd jaar later spreken oudere Leestenaars nog spottend van de “Battelse

                Bergen”.

     

    1909 – 14 februari : Brand in de Blaasveldstraat.

                Ditmaal moest de “havermeyt” van August Verbruggen er aan geloven.

                Kwaadwilligheid werd niet uitgesloten en de gendarmerie werd belast met het

                onderzoek. (GA)

     

    1909 – 4 april : Vermoedelijke stichtingsdatum van de onafhankelijke toneelvereniging

                “Eendracht en Vrede”

                Eerste voorzitter was A. Moyson, secretaris Meester J. Dumond.

                De vereniging werd gesticht in zaal Sint-Cecilia bij het echtpaar Theodoor

                (Dorreke) Van den Heuvel – Maria (Suska) Steenackers. (later herberg

                De Drij Gapers).

                Guido Hellemans baseerde zich voor deze datum van stichting op een

                Reglement van 4 april 1909 (De Band-oktober 1985).

                De vereniging werd ontbonden rond 1921-22.

                Volgens Alfons Hellemans zouden een aantal jongere leden verzocht hebben

                om eigenhandig een toneelstuk op te voeren voor zichzelf en met het

                beschikbare materiaal. Het bestuur weigerde maar de jongeren hielden voet

                bij stuk. Dit zou aan de basis van de ontbinding gelegen hebben.

                Op zondagen 25 december 1921 en 1 januari 1922 vond het laatste optreden

                van “Eendracht en Vrede” plaats.

                Op 19 en 26 februari speelde de nieuw opgerichte toneelvereniging Rust Roest

                voor de eerste maal, eveneens in de zaal van Theodoor Van den Heuvel met niet

                minder dan zes oudspelers van Eendracht en Vrede in hun rangen.

                In 1920 hadden reeds afgescheurde leden van Eendracht en Vrede “De Moedige

                Vlamingen” opgericht, een afdeling van de muziekmaatschappij Sint-Cecilia.

                Zij speelden in de zaal “de Boerenhandel” bij P. Van den Eede.

                Deze toneelvereniging werd in 1929 ontbonden.

                (Guido Hellemans in DeBand  oktober 1985)

     

    1909 – 8 april : Hoofdonderwijzer Dumont ontving, uit handen van de  burgemeester,

                het kruis van 1ste klas voor bewezen diensten in het onderwijs gedurende meer dan

                35 jaar.

     

    1909 – 25 april :

                “Op zondag 25 april omtrent half elf ’s avonds keerde den genaamden

                Huybrechts Jan, arsenaalwerkman, wonende Scheerstraat, huiswaarts en

                gekomen tot op den hoek der haag van den hof van Ivo Jacobs, is hij aangerand

                geweest door twee manspersonen.

                Een der mannen bracht hem drie sneeden toe waarvan eenen over den arm en

                twee over de borst, doch het kleedsel alleen is doorsneden.

                Huybrechts heeft zijne aanranders niet kunnen herkennen.

                De gendarmerie werd belast met het onderzoek.” (GA)

     

    1909 – 7 juni :

                “Omtrent 10 ure voormiddag is er door 30 ruiters van het regiment artillerie

                onder bevel van eenen onderofficier van het regiment schutterij te Mechelen

                in garnizoen, door het graan en den klaver gereden geweest op het land in

                huur bij Lauwens Jan Piet, landbouwer Winkelstraat Leest.

                Landbouwer Lauwens diende klacht in en de schade bedraagt volgens zijne

                schatting 40 frank .” (GA)

     

    1909 – 26 juni : De laatste brand van een hele reeks vonds plaats in het karhuis van

                August Boey uit de Kleinheidestraat.

                Gelukkig konden de vlammen tijdig geblust worden.

                Ook hier was kwaad opzet in het spel, maar ditmaal had men een verdachte,

                de genaamde F.V.K. uit Heffen.

                De afloop van deze zaak bleef ons verder onbekend, maar de pyromaan was

                waarschijnlijk onschadelijk gemaakt want Leest bleef een hele tijd gevrijwaard

                van branden.

     

    1909 – 15 augustus : Bij Theophiel Verschueren uit de Scheerstraat werden voor de

                tweede keer deze week kippen gestolen.

     

    1909 – 28 augustus : Passage uit een brief van burgemeester Bernaerts gericht aan de

                arrondissementskommissaris :

                “...in Leest is er weinig of geene leurhandel daar het hoofdbedrijf landbouw is.

                Voor het algemeen worden de leurders zeer slecht gezien en gehouden door de

                bevolking, en ook op ongunstige wijze ontvangen door de inwoners, dewelke de

                leurders voor het groot deel als nietsdoeners en spioenen aanzien...”

     

    1909 – 18 december : De weduwe Van Moer, “barreelpachtster op den steenweg Battel-

                Thisselt”, werd een vermindering van 90,65 fr toegestaan op haar pachtprijs

                omdat het verkeer een drietal maanden was omgeleid richting Mechelen.

                Per jaar betaalde ze 1170 fr aan de gemeente.

    22-02-2012 om 07:09 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1908 – Dat jaar werden er 13 lotelingen ingeschreven voor de militielichting.

     

                Opcentiemen : 67 op de grondbelasting, 65 op het patentrecht. Verder werd er

                door de gemeente geen andere belasting geheven dan de “barreeltol” die 1.195 fr

                (via verpachting) opbracht.

     

                Het aantal ingeschreven provinciekiezers voor de kiezing van 1908 bedroeg 316,

                goed voor  591 stemmen.

     

                “In de gemeente verblijft er slechts 1 beeldhouwer, met name Victor Huysmans,

                wonende Dorpsplein, dewelke dit beroep seders lang niet meer waarneemt..”

                (GA)

     

    1908 – 12 januari : Pro Justitia –

                “Wij Jaak Bernaerts, burgemeester-ambtenaar van politie der gemeente Leest...

                Op zondag twaalfden januari laatst omtrent 8u45 es avonds bezoht ik de herberg

                “De Groene Linde” gehouden door Frans Van Hoof te Leest Dorp alwaer den

                genaamden Frans Beullens, landbouwer wonende te Leest Kleinheidestraat,

                mij voor leugenaar en ezel schold. Aangezien Beullens in staat van dronkenschap

                verkeerde, heb ikzelf de herberg verlaten.”    

     

    1908 – 20 februari – Pro Justitia

                Voor Jaak Bernaerts verscheen  de 51-Jarige Judook Eugeen VERBRUGGEN,

                landbouwer en herbergier uit de Tisseltbaan volgende verklaring afleggen :

                “Op zondag den 16e dezer maand, omtrent  10ure30 ’s avonds is den genaamden

                Jan Frans DE RUYSSCHER, landbouwer, oud 20 jaren, wonende te Leest

                Tisseltbaan nr.1 in mijne herberg gekomen in staat van dronkenschap.

                Ik heb aan De Ruysscher doen opmerken dat mijne herberg aan hem verboden

                was door de onderzoeksrechter van Mechelen, en hem verzocht hebbende de

                herberg te verlaten, heeft De Ruysscher de volgende woorden geuit :

                “nu ziet ge me nog, maar in het kort zal uw geheel huishouden schreien.”

                Tussen half twaalf en twaalf ure dezelfde dag is De Ruysscher weder in mijne

                herberg gekomen en den drank is hem nogmaals geweigerd...

                Getuigen waren maalder Leonard Lauwers en landbouwer Theophiel Van Aken.  

     

    1908 – 22 februari : Er ontstond opnieuw een brand in de gemeente. Ditmaal was de

                landbouwer Victor Corneel De Greef uit de Tisseltbaan het slachtoffer.

                Zijn woning, schuur en stal werden gedeeltelijk vernield. (GA)

     

    1908 – Vijf dagen later maakte Gazet van Mechelen alweer melding van een brand te

                Leest :    Leest – Hoeve afgebrand.

                “Verleden zaterdag namiddag is alhier gansch de hoeve in asch gelegd van den

                landbouwer Spoelders.

                De bewoners waren op het veld aan ’t werken, als het vuur uitbrak.

                Een hevige stormwind vuurde de vlammen nog meer aan.

                Wanneer er hulp opdaagde, stond reeds heel de woning, stal en schuur in

                lichtelaaie vlammen.

                Er was bovendien gebrek aan water en vandaar dat er bijna niets is kunnen

                gered worden.

                Meubelen, oogst, vee en landbouwersgerief zijn door de vlammen vernield.

                De schade beloopt verscheidene duizenden franks !” (GvM-27/2/1908)

     

    1908 – 19 maart : De gemeenteraad besloot de Tiendeschuurstraat te “herleggen met

                kassei van betere hoedanigheid, op eene breedte van 3 meter.” (voordien was

                de breedte 2,5 m)

     

    1908 – 2 april : Proces Verbaal

                Voor burgemeester Bernaerts verschenen :

                -Frans Florent Huys, landbouwer en beëdigd jachtwachter, 43 jaar, wonende

                te Leest Koeistraat die verklaarde als volgt :

                Op zondag 29 maart laatst omtrent half tien ’s avonds stond ik op straat, aan

                de deur der herberg van weduwe Goovaerts Winkelstraat alhier, en ik hoorde

                den genaamden Antoon Eduard Absillis, werkman wonende Leest Dorp, zeggen

                “Als den Huys, mij bedoelend, hem dierf ammenderen, dan zal ik hem schieten

                dat de darmen uit zijn lijf zullen vallen.”

                -Alfons Van Riet, landbouwer en beëdigd jachtwachter, 27 jaar oud, wonende

                Hombeek Pikkery, Rechtestraat verklaarde dat Antoon Eduard Absillis het

                volgende gezegd heeft :

                “Wie zit er in de Zenne, Huys dien rossen duivel, ik gaan met den lichtbak en als

                gij er nog durft aanmaken dan zal ik u allebei omverschieten. Absillis heeft mij

                gepakt en wij zijn tusschen de stoelen gevallen, den baas der herberg heeft hem

                vastgegrepen en terwijl heeft Absillis mij tusschen de benen geschupt.

                Buiten zijnde riep Absillis op baas Fierens : zet hem buiten, ik zal hem met mijn

                mes van onder tot boven openschorpen, dit zal zijn leven kosten.”

                Geuigen hiervan : Landbouwer Florent Fierens uit de Koeistraat,  landbouwer

                Antoon Leemans uit de Tiendeschuurstraat, werkman Emiliaan Fierens uit de

                Tiendeschuurstraat, landbouwer Jan Spruyt uit de Winkelstraat en landbouwer

                Frans Fierens uit de Koeistraat.       

     

    1908 – 16 april : Bewoners van de Koeistraat, de Scheerstraat en de Grote Heide

                vragen het gemeentebestuur om kiezelwegen.

     

    1908 – 21 mei – Proces Verbaal

                “Voor ons Jaak Bernaerts, burgemeester, ambtenaar van politie der gemeent

                Leest, verschenen :

                -Leonie Cooremans, dienstmeid, oud 20 jaren, wonende Leest Scheerstraat

                en Van denr Elst Jan Baptist, werkjongen, oud 14 jaren, wonende te Leest

                Scheerstraat, dewelken verklaarden :

                I. de eerstgemelde, gezien te hebben dat Schaerlaken met zijne sloef, Nuytkens

                sloeg en hem volgde tot den herberg van Vloeberghen.

                II. de tweede gemelde gezien te hebben dat Schaerlaken met zijnen sloef

                Nuytkens sloeg...”

     

    1908 – 16 september : Staatstelegram voor “Secrétaire communale Leest”

                “Prière faires savoir  urgence si Joseph EICH Allemand 17 ans réside encore

                à Leest, et chez qui – discretion –

                       Procureur Roi Coppens”.

     

     

    1908 – Op 29 november rond 06u30 ontstond  er brand in de woning van Jan Baptist

                Lauwens, een fabriekswerkman, Kapellestraat nr.1.

                Ditmaal zou er geen kwaadwilligheid aan de basis liggen. (GA)

     

    1908 – 10 maart : Rechtbank van Mechelen : Wildstropers te Leest.

                “S. En H. van Leest, welke aldaar met eenen lichtbak hadden gejaagd verschenen

                voorde rechtbank welke hen veroordeelde elk tot acht dagen gevang, en S.

                daarenboven tot nog 200 fr boete of eene maand gevang.” (GvM-10/3/1908)

     

    22-02-2012 om 07:06 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1906 – Gazet van Mechelen – woensdag 10 oktober :

     

                Duffel : de honderdeneenjarige vrouw.

                “Maandag vierde moederken Diddens haren geboortedag, zij telt nu 101 jaar.

                Eene plechtige mis van dankbaarheid woonde zij bij om 7 ure en trad ten H.

                Tafel.

                ’s Avonds om 8 ure, werd haar eene serenade gegeven door de maatschappij

                “de Volksvrienden”, terwijl de heeren voorzitter en bestuursleden haar kwamen

                gelukwenschen.

               Moederken Diddens, zeer opgeruimd, hief een liedje aan en nodigde de heeren

                tot een rondedans.

                Eenige oogenblikken later was het de maatschappij “Sint Cecilia” met de

                gemeenteoverheid welke eene serenade bracht.

                Na de gelukwenschen uitgedrukt door den heer Burgemeester heeft zij uit volle

                borst gezongen : “Lang zullen zij leven !”. “

     

    1906 – 8 december : Rijksveearts Van Passen uit Willebroek werd als gemeentelijk

                vleeskeurder aangesteld, dit in vervanging van Dhr Slachmuylders.

     

    1907 – Aantal lotelingen : 14.

     

                België spande in 1907 de kroon in Europa door één drankgelegenheid per 35

                inwoners te tellen. Leest bezat 52 herbergen.   

     

                Het “Bureel der Kerkmeesters” was als volgt samengesteld:

                Voorzitter P.A.Cnops, schatbewaarder P.Ed. Vloeberghen, secretaris Aug. De

                Ruyssscher.

                Kerkenraad : Aug. Cnops voorzitter en Aug. De Ruysscher secretaris.

     

                In 1907  rond 06u30 (datum niet bekend) bemerkte de 21 jarige

                meubelmakersgast Victor Stevens uit de Kouter, in de Zenne nabij de brug,

                een lijk drijvende in het water.

                Victor Stevens haalde er een haak bij en trok het lijk aan de kant.

                Het bleek het lijk van een man te zijn, gekleed in werkklederen en met klompen

                aan de voeten.

                Later geidentificeerd bleek dat het ging om zekere Corneel Verschaeren, een

                62-jarige dagloner uit Mechelen (Auwegem Winket Spreeuwenhuis nr. 31)

                en echtgenoot van Theresia Steemans. (GA)

     

    1907 – 6 juli – Pro Justitia

                Voor burgemeester Bernaerts verscheen de 37-jarige jachtwachter en landbouwer

                Pieter Jan Van der Elst uit de Scheerstraat als getuige van een burenruzie :

                “...aan de gendarmen heb ik gezegd als volgt. Stephanie Huysmans zegde aan

                Sophie Cnops : “gij zijt voor den hem, want anders zoudet gij uwen poef bij mij

                komen betalen.” “Gij weet,” zegde Sophie Cnops hierop, “met welk uwen man

                in het gasthuis heeft gelegen.” Ik heb aan de gendarmen gezegd bij de

                ondervraging dat ik verder geenen tijd had om nog langer te spreken daar ik

                moest gaan werken...”

     

    1907 – 27 juli – Pro Justitia

                “Voor ons Jaak Bernaerts, burgemeester, ambtenaar van politie der gemeente

                Leest, zijn verschenen :

                I. Maria Josepha STEENMANS, landbouwster, wonende te Leest Winkelstraat

                10, echtgenote Victor De Hondt, die verklaarde als volgt :

                Op donderdag 27 juli laatst omtrent 5 ure middag, terwijl mijne zoon met mij

                op het land werkte, heeft de genaamde Seraphina SPRUYT, en de meid haars

                vaders, beginnen te roepen, de pastoor is ook aan ’t patatten steken, ge hebt de

                weezen bedrukt. De knecht van Spruyt, den genaamden Desmedt Jan, is begonnen

                met steenen te werpen, en heeft mij een blessure op den buik geworpen.
                Op heden 27 juli hebben de knechten van Spruyt mij nogmaals uitgescholden.

                2. Frans Emmanuel DE HONDT, student, wonende te Leest, Winkelstraat 10,

                verklaarde dat dochter Spruyt bovenvermeld, de meid en de knechten hem

                spotsgewijs toeroepen : de pastoor is ook aan ’t patatten steken, ge hebt de

                weezen bedrukt, ik heb den genaamden Desmedt met steenen naar mijne moeder

                en mij  zien werpen, waarvan een steen mijne moeder op den buik trof.

                Op heden 27 juli kwam ik rond 6 ure ’s morgens, met een kruiwagen klaveren

                van het land, en zijnde aan de woning Spruyt kwam Jan Spruyt naar mij, ik zette

                mijnen kruiwagen ten gronde en Spruyt heeft mij bij de keel gegrepen zeggende

                “gij zijt wel dat ge voor uwen man niet goed zijt”. Daarna terugrijdende kwam

                Jan Spruyt mij nogmaals tegemoet zeggende : “ge moet niet bang zijn, ik zal niets

                meer doen”, dit is door mijne moeder gehoord geweest.

                Den genaamden Frans Jan Fierens, landbouwer te Leest, Koeistraat en zijne

                zoon en Francisca Van den Heuvel, echtgenote Peeters Louis, Winkelstraat

                zouden eenige getuigenissen van bovenvermelde feiten geven. Dagelijks worden

                de beide klagers door het huishouden Spruyt en de kinderen bespot.
                Van hetgene voorgaat hebben wij opgemaakt het tegenwoordige procesverbaal

                hetwelk na lezing getekend door ons en de verschijners.”

     

    1907 – 9 september : “De nacht van 9 op 10 september zijn er in de gemeente twee

                graanmijten in brand gesteken op het land van Frans Theodoor Lauwers,

                landbouwer uit de Bist.

                Een dezer meyten was geplaatst tegen den gevel der schuur, en eene derde meyt

                nabij staande heeft ook vuur gevat.

                Den brand is niettemin kunnen uitgedoofd worden dank aan den moed en

                schranderheid van gewekte geburen.

                Geene de minste inlichtingen kunnen gegeven worden. De graanmyten waren niet

                verzekerd en de schuur en woning zijn gespaard gebleven.

                De gemeente werd waarschijnlijk geteisterd door een pyromaan want verder lezen

                we :

                “Tusschen zondag en maandag laatst is er een strooiselmyt in brand gestooken

                aan de woning van Eugeen Verbruggen, herbergier uit de Thisseltbaan, waarvan

                de daders ook onbekend zijn.

                Beide branden schijnen aan kwaadwilligheid toe te schrijven zijn.” (GA)

     

    1907 – 12 september : Gemeenteraad :

                “Gezien de vragen gedaan door de doelschuttersmaatschappijen “HOOP EN

                MOED” en “DE JONGE LEERLINGEN”, strekkende tot het bekomen van

                toelagen, om de onkosten te helpen bestrijden van prijsschietingen, welke zij in

                1908 voornemens zijn te geven, ter gelegenheid der viering van hun 25 jarig

                bestaan, besluit de Raad éénparig aan ieder der maatschappijen een toelage te

                verlenen van 25 fanks..”

     

    1907 – 21 december : Jan Baptist Verbergt en Marcelin Lemmens legden de eed van

                trouw af, als nieuwe gemeenteraadsleden, in handen van burgemeester Bernaerts.

                Pieter Pingnet, onderpastoor, werd benoemd tot lid van het Weldadigheidsbureel

                en Jaak Fl. Troch tot gemeentegrafmaker in vervanging van F.L.Troch.

                De jaarwedde van de grafmaker bedroeg 25 frank.

    22-02-2012 om 07:05 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1906 – Alfred OST schilderde dorpsfort van Leest

                “Leest had al voor en nog veel jaren na 1800 een soort van hoofdstraat

                met 10 huisjes, deels 6 neringdoeningen, waarvan 5 met een winkeltje en op het

                erf van een boerderijtje, drie Marollenketen.

                Op de hoek Dorp-Kouter, woonde een halve eeuw later, de kolenhandelaar.

                Op een perceel tuin voor zijn huis, liet die Meulemans een schuur bouwen,

                waardoor de dorpsplaats het uitzicht kreeg van een vesting, met enkel

                toegang van amper vier meter breed, tussen de schuurgevel en gevel aan

                de overzijde van de herberg “In de groene linde”.

                Dat is duidelijk te zien op een akwarel van Alfred Ost uit de jaren +/- 1906.

     

                Samen met A. Ost maken we een wandeling aan “De Plaetse”.

                Enkele witgekalkte huisjes staan keurig in ’t rond. Ze vormen de Dorpsplaats

                van Leest.

                Het typisch Leests kerktorentje steekt boven de huisjes uit. Er gaat een indruk

                uit van landelijkheid en rust.

                (Karel Soors in de periodiek Ost-Info nr.40 , herfst 1994.)

     

                Alfred Ost (°Zwijndrecht 1884, +Antwerpen 1945) was voor de eerste

                wereldoorlog een aanhanger van het anekdotisch realisme : hij gaf dit echter

                dikwijls een symbolische dimensie.

                Onder invloed van de oorlog werd zijn werk gekenmerkt door een diep sociaal

                medeleven. 

                Ost ontwikkelde zelfstandig een kunst die losstaat van de grote esthetische

                problematiek van zijn tijd. Hij beeldde landschappen, figuren, bloemen en

                vruchten uit, maar bij voorkeur koos hij dieren, vooral trekpaarden, als thema.

                (Grote Nederlandse Larousse)

                In 1902 verhuisde het gezin Ost naar Mechelen . Hier brak het kunstenaarstalent

                van Alfred Ost volledig open. Hij volgde lessen schilderkunst aan de academies

                van Mechelen en Antwerpen.

                Typisch voor zijn werken tijdens deze Mechelse periode was de

                volksverbondenheid  met folkloristische trekken en pittoreske facetten, soms licht

                karikaturaal en hekellustig.

                (Alfred Ost 2003 – Biografie)

     

    1906 – “De prijs van eenen werkdag tot herleiding der hulp in onderhoudsdagen voor het

                jaar 1906 beloopt fr : 1.20.”

     

    1906 – Dat jaar werden door het “Bureel van Weldadigheid” 13 gezinnen volledig en 15

                tijdelijk  ondersteund.

     

                Werd gemeentesecretaris August Van den Bossche benoemd “tot het doen der

                aanstaande landbouwoptelling”.

     

                Telde de gemeenteschool 116 jongens voor 2 onderwijzers en de gemengde

                school 236 leerlingen voor 4 leerkrachten.

     

    1906 – “Het getal buitengewone opcentiemen door de gemeenteraad gestemd voor 1906

                is als volgt : grondbelasting 60, de gewone opcentiemen belopen tot 7. Te samen

                67.

                Personele belasting 58, de gewone opcentiemen zijn 7, samen 65.”

     

    1906 – Gazet van Mechelen – vrijdag 9 februari :

                Leest – Een Aardig Vermaak.

                “Dinsdag middag rond één uur, waren eenige bedronken lotelingen, alhier nog

                op zwier, en nabij de herberg “In de Warande” gekomen, staken zij eenen hoop

                aspergiën loof in brand, die aldaar nabij een hondenkot opeen gestapeld lag.

                In een oogwenk stond dit dorre loof in lichtlaaie vlammen, en dreigde den hond

                levend te verbranden.

                De lotelingen gingen bij het zicht van dit gevaar op de vlucht.

                De eigenaar en voorbijgangers kwamen toegelopen om het vuur uit te dooven.

                De schelmen zijn gekend en proces verbaal is tegen hen opgemaakt.”

     

    1906 – 12 maart – Gazet van Mechelen : “Springvloed met storm veroorzaken

                overstromingen in het Scheldebekken. Een dijkbreuk in het Zennegat met zware

                schade in Battel en Walem. Hombeek blijft grotendeels gespaard door deze

                dijkbreuk.” (KH)

     

    1906 – 15 maart : De gemeente Leest wordt “aangewezen tot het leveren van 4 gewone

                trekpaarden, bij op oorlogsvoetstelling des legers”.

     

    1906 – Gazet van Mechelen – zondag 15 juli :

     

                                           VELO ONGEVAL.

                Verleden donderdag ’s avonds, rond 7 ure, kwam de genaamde Neutjens Joannes,

                oud 29 jaar, brouwersgast en wonende te Leest (Heyken), in de Arme Clarastraat

                gereden per velo, als juist een gerij in deze smalle straat kwam aangerend.

                Neutjens werd van zijn rijwiel gesmeten en tegen den grond geslinged en bekwam

                erge wonden aan arm en hoofd.

                Men heeft het slachtoffer de eerste zorgen toegediend bij M. Rodhain, door M.

                Verhelst en later met een rijtuig naar Leest overgebracht.”

     

    1906 – 20 september : Brief van Burgemeester Bernaerts :

                “Op donderdag 20 september omtrent 4 ure namiddag is er door brand vernield

                eene graanmijt toehoorende aan Desire Slachmuylders, landbouwer alhier

                Capellebaan.

                Uit het onderzoek door den veldwachter gedaan is gebleken dat deze graanmijt

                in brand gesteken is door drij minderjarige kinderen of beter gezegd door Jan

                Juliaan Lauwens, oud 5 jaren, dewelke daartoe is aangezet door twee andere

                kinderen : Jan Karel Stevens, ook 5 jaren oud en Slachmuylders Emiel, kinderen

                wier ouders allen wonen te Leest.

                Wat aangaat de ouders der kinderen, dezen hun gedrag, leven noch zeden laten

                niets te wenschen gedurende hun verblijf in deze gemeente.

                Wat de waakzaamheid betreft deswegens kan ik melden dat kinderen in dezen

                ouderdom als bovenvermelden, gewoonlijk medegeleid worden naar het veldwerk,

                bijzonder in den verloftijd der school.

                Vader Slachmuylders heeft alhier verbleven van 28 juni 1894 tot 14 september

                1901, en heeft zich kortelings hier teruggevestigd.

                Vader Stevens,hovenierswerkman, verblijft in de gemeente sedert 20 februari

                1894.  

                En de weduwe Lauwens-Verhoeven verblijft hier sedert haar geboorte en mag met

                haar 7 minderjarigen als een voorbeeldige landbouwster doorgaan.”

                (getekend : de burgemeester van Leest, J.Bernaerts)

     

    22-02-2012 om 06:55 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    1905 – Gazet van Mechelen – Donderdag 25 oktober 1905 :

     

                “Door ene koe gedood.

                Verleden zaterdag avond, leidde pachter Verstrepen van Leest, eene koe van de

                weide naar huis en had de leikoord om de hand gewonden.

                Onderweg ontmoette hij een automobielrijtuig dat gedurig signalen gaf.

                Het dier doordit lawaai verschrikt begon eensklaps te springen en te loopen en

                daar Verstrepen het leizeel niet kon lossen, dat door het trekken der koe al

                vaster en vaster ging, werd hij omverre geworpen en over den straatsweg meer

                dan 500 meters verre gesleurd.

                Ten laatste kon hij de koord met een mes doorsnijden, doch hij had zulke

                verschrikkelijke kwetsuren aan het hoofd bekomen dat hij eenige ogenblikken

                later den geest gaf.

                Men had hem in eene herberg binnen gedragen, doch het was reeds te laat.

                Verstrepen was 40 jaar oud en laat eene weduwe met verscheidene kinderen

                achter.”

     

    1905 – 16 november : De gemeenteraad besloot het kaairecht aan de Zenne vast te leggen

                op 10 centiem de ton en 25 ct per geladen of geloste boom.

                Er werd een taks geheven van 100 fr per jaar, op de “zangherbergen” (café

                chantants) , 50 fr per dag op tenten en  barakken of andere lokalen gebruikt voor

                danspartijen.

                “Orgels, orchestrions en automatieke speeltuigen tot het houden van danspartijen

                gebruikt” waren goed voor 5 fr per dag.

     

    1905 – “Op dinsdag 28 november in de voormiddag is de genaamden Joseph Scheers,

                werkman, Brusselschensteenweg nr 172 te Mechelen woonende, omtrent 5 ure

                ’s morgens, aangerand geweest.

                En dit omtrent den herberg  van Pieter Jan Nuytkens in de Thisseltbaan.

                Scheers was rijdende met zijn trapwiel naar Mechelen.

                De aanranders waren twee zwart gemaakte personen. Hij  heeft twee slagen

                gekregen, de lanteern van zijn rijwiel hebben zij beschadigd en onbruikbaar

                gemaakt, doch hij heeft zijne aanranders niet kunnen herkennen.

                De veldwachter werd belast met het onderzoek.” (GA)

     

    1905 – 30 november – Uit een brief van Burgemeester Bernaerts tot zijn ambtsgenoot van

                Mechelen :

                “Bij deze doen wij u kennen dat er langsheen de steenweg van Battel naar Leest

                op den weg langs den kassei veel grond weggespoeld is tengevolge der laatste

                regens.

                Derwijze dat de sluitstenen van den kassei dreigen om te vallen.

                Dientengevolge...verzoeken wij u vriendelijk van zonder verderen uitstel de

                nodige herstellingen aan de zoomwegen van bedoelden steenweg te willen doen

                uitvoeren. Den onderhoud van het bed van den kassei is tot onzen last, maar

                geenzins dien der zoomwegen...”

     

    1905 – 14 december : De gemeenteraad keurde enkele veranderingen goed aan het

                gemeentehuis : het secretariaat diende vergroot en het “gevang” verplaatst,

                “derwijze dat dit laatste van de straat verwijderd zou worden”.

                In dezelfde raad verkreeg de maatschappij “Oud-Wapenbroeders” een  toelage

                van  300 fr voor de inhuldiging van hun vaandel.

     

    22-02-2012 om 06:51 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1905 – Gazet van Mechelen – 4 oktober :

     

                Maria Theresia “Moederke” DIDDENS – 100 jaar.

     

     “Zij die gedurig zeggen dat zij geen honderd jaar zouden willen worden, moeten zondag eens naar genoemde gemeente gaan, om te zien hoe zwakweg nog, moeder Diddens hare tien kruiskens draagt.

    Dt is geen honderdjarige, dat is iemand die hoogstens tachtig lenten heeft beleefd, ja lenten, want zooveel winters kunnen er onmogelijk over haren omgebogen rug zijn gekomen.

    Zij gaat en staat nog, bezoekt wekelijks de woon van O.L.Heer haren besten vriend, de Eenigste die haar overleefde.

    Haar verstand is nog zo frisch en jeugdig, haar gestel zoo ongedeerd, dat de tijd die er zijnen tand aan waagde, de moeite toedroeg.

    Rond 1 uur gisteren belden wij aan het renteniershuisken, krakend van netheid binnen en buiten, waar de brave eeuwelingen eene welverdiende rust geniet in het zoo zorgvuldig gezelschap van hare twee overgebleven kinderen.

    Moeder was slapen, zegde mij juffer Serafiene, dat deed ze dagelijks : reeds voorzagen wij een mislukte reis, maar als de eerzame dochter hoorde dat het moeders “Gazet” betrof, moesten wij ons zetten en er hielp geen tegenstribbelen om uitstel, wij zouden moeder zien en spreken.

    Een ogenblik later stond ze daar, met klinken en navorschenden blik den journalist aankijkend en hem eindelijk een hand toestekend bij een vriendelijk woord van welkom.

    Vertrouwelijk, genietend onze kerschversche maar toch innige genegenheid, hebben we dan saam gelachten, verteld, gefilosofeerd en, rechtzinnig gezeid, vergeten dat de vrouw die voor ons zat meer dan tweemaal zoo een lange levensdraad werd toegemeten dan ons

     

    tot nu toe werd verleend, en wij die dikwijls over onze jaren pruttelen !

    Zij deed haar eerste communie in ’t jaar 16, ’t ellendigste jaar der verleden eeuw.

    “De patatten rotteden op ’t veld en ’t koorn schoot op,” zegt ze, “dan was ’t hongersnood, de mensen liepen ’t veld op en vielen dood van honger !”

    Nog dieper daalt zij in den voorraad harer herinneringen :

    “In ’t jaar 14 waren de Pruisen hier, ’t was ruw volk, ze sprongen in den stal met blooten sabel en kapten en kerfden als duivels... en als Pius VI gevangen was door Napoleon dat hij door de koude werd gesleurd en de soldaat die bij hem was zijnen mantel op hem lei.”

    Als wij haar vragen of zij het kasteel van Antwerpen heeft weten beschieten, lacht zij ons spottend toe, alsof wij nieuws van over 14 dagen zouden gevraagd hebben.

    “Wel, wel, ’t kasteel van Antwerpen en gehoord ook, de kanonschoten : drie jaar heeft er Chasse opgezeten, maar de Franschman heeft hem weggejaagd.”

    - Het doet me toch plezier dat ge gekomen zijt, zegt de oude, en vat onze hand.

    Wat ik liefst lees in uwe gazet, dat is van Keizer Frans Jozef en weet gij waarom ? Omdat hij ook bieën houdt.

    Zij is er altijd voor geweest voor de bieën, haar vader hield er, haar man heeft er gehouden, zelfs weet ze nog een dichtje, dat ze zong op tienjarigen ouderdom, gerucht makende met eenen ketel, om den beoogden zwerm te doen in den korf dalen, hoor :

    En ik bezweer u, koning der bieën,

    Dat gij zult komen vullen in ’t gras.

    Om te geven honig en was

    Om Gods altaar te versieren.

    Dit alles werd zoo klaar uitgedrukt, zoo gemakkelijk in der ouderlingen geest ontworpen, dat wij verschoonbaar zijn, zoo wij soms de vrouw die voor ons zat, van “haarzakkerij en kerstzaken” hebben verdacht.

    Maar hare hooge jaren zijn vastgesteld niet door de kerven die de tijd op de schors haren levensboom sneed, de engel der vernieling behandelde haar als een troetelkind, maar door het doopboek van haar geboortedorp LEEST  waar zij op 8 october van ’t jaar 1805 het eerste levenslicht aanschouwde.

    Hare ouders waren landbouwers. Zij trouwde op 32-jarige leeftijd den vader harer twee overgebleven kinderen en leefde er 48 jaar mede in vree, geluk en trouwe plichtsbekrachtiging.

     

    De landbouwstiel die nu, zoowel als in Abel’s tijd, de aangenaamste is in Gods oogen, verschafte haar brood.

    Zij won vijf kinderen waarvan nog twee leven, Melanie en Serafiene, die moeder, zij verklaren het ons in allen eenvoud, “veel liever zien dan hun eigen leven”.

    “Gezond is moeder altijd geweest, buiten eens dat zij door den wreden typhus aan den boord van ’t graf werd gebracht”.

    En nochtans hebben wij gewerkt, verzekert de brave eeuwelinge denkend op die talrijke binnengehaalde oogsten, op die duizenden ketels melk in den stal gewonnen, over dat gedurig kampen tegen regen en wind, tegen de grillen van elk seizoen en de wisselvalligheden der zoo angstvolle broodwinning.

    Het werk, integendeel, deed haar goed zekert ons die moedige bespiedster harer huiswegen, de sterke vrouw van het evangelie, de moeder die goed geweest zijnde voor hare ouders, in hare twee kinderen – mijn twee kwezelkens blaast ze ons in ’t oor – twee engels treft.

    “Voor ’t overige zijn wij altijd christelijk geweest mijnheer,” zegt ons ’t moederke. “Altijd hebben wij samen den rozenkrans gebeden, ons volk naar de diensten laten gaan, langs daar ben ik gerust.”

    Zij toont ons haren leidsman van over tientallen jaren, haren zwartgebeierden stevigen rozenkrans die haar noch onder dag of nacht verlaat.

    Zondag – de goede ziel is er wat bang voor- komt de burgemeester van Leest haar gelukwenschen en zal de geestelijkheid en de wet van Duffel medefeesten met het heele dorp, dat algemeen moeder Diddens eert en acht.

    In ’t klooster werd zij al ontvangen en wij moeten mede met haar tot de slaapkamer, waar de reeds verkregen geschenken staan te pronken.

    Bij het vertrek heeft moeder haar glas dubbel garsten tegen onzen beker gestooten en gedronken op het heil van ons blad.

    Zelfs heeft zij ons beloofd erbij te zijn als de Gazet haar eeuwfeest viert. Want grappig is zij wel moeder Diddens. Zoo vertelde mij iemand dat zij hem verleden week nog had gezegd : “Nu spoed ik mij naar huis om te zien of mijne kinderen reeds te huis zijn, de dag van heden kan men er geene zorg genoeg voor dragen.”

     

    Wij vragen hier die drij zo voorkoomende hertelijke lieden verschooning, door ons gazetgebabbel aan meer dan honderd duizend lieden verteld te hebben, hoe braaf zij zijn.

    Eene zoo wondere eeuwelinge als degene die wij heden bezochten, daarmede moesten onze lezers kennis maken.”

     

    1905 – Gazet van Mechelen  - 9 oktober 1905 :

     

    HET HONDERDSTE JAAR VAN MOEDER DIDDENS,

    TE DUFFEL GEVIERD.

     

    “Van verre reeds, toen wij heden naar deze bevolkte gemeente stoomden, kwam de gepaleerde kerktoren ons tegemoet geloopen en zwaaiden de vlaggen en wimpels zijner gothieke spits ons welkom toe.

    Zoo stond hij daar in feestdos, en zag men thans in het zoo vaak door partijen verdeeld en gesplitst Duffel eene eendrachtige gemeente : allen, van minst tot meest, wilden moeder Diddens huldigen op den eersten dag van de tweede eeuw, die sinds deze morgen voor haar is aangevangen.

    Overal staken nationale, Duffelsche (rood en geel) of pauselijke vlaggen uit venster of dak. Jaarschriften waren er bij dozijnen, dichten bij de macht, en daarmede niet tevreden, hadden vele lieden hunne gevels met gemaakte – of veldbloemen versierd.

    Langs de Waarloos- Kerk- en Kiliaanstraten, langswaar de stoet in den nanoen moest voorbijkomen, had men sperren gepland, verbonden door ringen van gekleurd papier en veldgroen.

    Het weer verdient een pluimken, maar de zonne die nu en dan een pruilend gezichtje zette, deed regen vreezen, en zelfs kwamen tweemaal de regenschermen voor den dag. Doch alles bepaalde zich bij dat dreigement en enkele druppeltjes, die den milden gouden zonnelach, welke tijdens den heelen stoet aanhield, zoveel te hartelijker een aangenamer maakten.

    Wij gingen nogeens moederken groeten en werden er ontvangen als een harer kinderen : geerne vergaf zij ons dat wij verleden Woensdag heel haar leven aan het klokzeel hadden gehangen, en de eenvoudige schuchterheid van haar verdienstelijk bestaan haaden schuw gemaakt.

     

    Om elf ure, bij kanongebulder en klokgelui, werd de eeuwelinge naar Gods huis gevoerd, in een prachtig rijtuig met twee paarden.

    Voor haar gingen de heren gemeenteraadsleden van Leest – haar geboorteplaats – en Duffel, de flink gekostumeerde pompiers, en een vijftigtal onschuldige blonde kinderkopjes, als van engeltjes opgesierd, gekruld met moederlijke zorg en moederlijken trots.

    Zij deden bloemen regenen waar zij voorbijzweefden en schenen om ter schoonst met de zon te doen, welker stralen alles in goud en schittering zetteden.

    De kerk kon met moeite de aanwezigen bevatten : heel Duffel was daar om God te danken om die uitmuntende weldaad, in den persoon van moeder Diddens het dorp verleend.

    De hoogmis werd met zes heeren gezongen, en voltrokken te midden der diepste ingetogenheid.

    De Eerw. Heer Pastoor, na het Evangelie richtte van den stoel der waarheid het woord tot de jubilarisse.

    Hij verklaarde het woord Salomon’s : “De ouderdom ligt op den weg der

    rechtveerdigheid “ –en wist zijne parochianen en aanhoorders te ontroeren door de toepassing welke hij aan deze spreuk gaf, en de les die hij er voor ouders en kinders wist uit te halen.

    Na een Te Deum, den Heere uit volle borst toegezongen, en door die kerk vol geloovigen beaamd, werd de gevierde terug naar hare woon gereden, terwijl hare levensloop op het aria der Brabaconne voor de kerk vertolkt, aan 5 centen te krijgen was.

    Om half vier, brachten al de steen- en aardewegen die tot Duffel leiden, ongelooflijk veel volk aan. Ook de treins en stoomtrams losten er ontelbaren af, en toen de stoet in beweging kwam, waren koppen in plaats van kasseien te zien ter Kerkplaats, Kerk en Killiaanstraten.

    De stoet was uit een 70-tal maatschappijen samengesteld, en oneindig beter dan ’t geen men gewoonlijk te zien krijgt.

    De klassieke wagen van den landbouw ontbrak er weliswaar, maar in plaats van die verbeelde dorschende, boterende en drinkende boeren, had men ’t huwelijk van moeder Diddens over 68 jaar en de vier wagens der vier jaargetijden.

    De TROUW, een opgediende tafel, waar bruid en bruidegom, benevens een tiental genoodigden, het zich heerlijk lieten smaken, en zongen als om spijs, deed iedereen hartelijk lachen, maar wat nog meer opziens baarde, waren dat veertigtal prachtig uitgedoste deernen, zoo lief van uitzicht als blakende van gezondheid, die, gravinnen en

    Hertoginnen verbeeldende, daar zoo statig voorbijreden als waren zij voor die waardigheid in de wieg gelegd...

    Een woord over de prachtige rossen die zij bereden : peerden van duizenden frank.

    Vooral boer Delaet met zijne vier gemedailleerde hengsten, kreeg ongelooflijk veel bijval.

    De lentewagen werd voorafgegaan door maagdekens die seringen droegen, de wagen zelf was bijzonder gelukkig opgevat en verbeeldde eene meersch in hellend vlak met natuurlijke zoden belegd, en duizenden lentebloemen bestipt.

    Voor den zomerwagen droegen maagdekens rozen ; ook de leden van de flinke turnafdeling, broederlijk aaneengesnoerd door kransen van rozen, leverden het aangenaamst vertoon op : dat was nieuw en waarlijk “gevonden”.

    Vergeten wij niet dat een drietal muzieken van Duffel en Leest dat alles vervroolijkten met hunne opwekkendste deuntjes, en het volk op ieder ogenblik zijne vreugd door handgeklap te kennen gaf.

    Voor den Herfstwagen droegen lieve meisjes, in processiekostuum, chrysantemums, en op het gerij werd de wijnoogst verbeeld.

    De winter werd voorafgegaan door meisjes die sparretakken droegen, en op het gerij zaten een twintigtal kabouterkens van tussen 3 en 8 jaar.

    Als gedacht en opvatting, rekening houdend van de beperkte middelen, overtroffen die wagens al hetgeen wij tot hiertoe zagen, en gelijk wie dat alles ineen heeft gezet, hij haalt er de meeste eere van.

    Volgden nog de reuzen. Cupido, de Vier Heemskinderen en het rad van avontuur.

    Van policie of gendarmen spreken wij niet, de orde die nergens gestoord werd, moest dus niet ter hulp gekomen worden.

    Op ’t raadhuis, waarvan moeder Diddens flink de 15 treden beklom, waren de gemeenteraden van Duffel en Leest vergaderd.

    Drie schoone treffende redevoeringen werden er uitgesproken die alle drij iets beduidden, en zich niet bepaalden bij zeggende woorden.

    Burgemeester Bernaerts van Leest, bracht haar een vergulde hanglamp, en zegde hoe blij haar geboortedorp was haar te mogen als eeuwelinge groeten.

    Dokter D’Hoog gaf haar, in naam der commissie, een zilveren theeblad met bijhoorigheden, en roemde haare braafheid en het deftig voorbeeld dat heel hare levensloop opleverde.

    Als het handgeklap een weinig bedaard was, stond moederken, die men zooëven den titel van “moeder der gemeente” gaf, recht, en de handen saamleggend, sprak ze :

    “’t Is te veel, en veel te schoon, en al hetgeen dat ge komt te zeggen, maar..dat ik toch maar de vrede hier in Duffel kon brengen...”

    Gouden wensch, moeder Maria-Theresia. Indien hij verhoord wordt, is de schoone gemeente van 8.000 zielen – een stad gelijk – waar de twistappel, eilaas, in te vele hoven bloeit, u veel verschuldigd.

    Toen moederken weer buiten kwam en op de verheven stoep de bevolking groette, lachend, bevallig, vriendelijk, gelijk zij dat over 99 jaar zou gedaan hebben op den arm harer moeder, ontstond eindeloos gejuich en geroep uit de menigte welke de ruime plaats zoo dicht bezette dat men slechts nog hoofden zag.

    Om 7 ure was het verlichting en om 8 ure vuurwerk.

    Alles is ten allerbest afgelopen en zeker staat den dag van gisteren aangetekend bij de gevierde nevens haren eersten communiedag als de twee schoonste dagen der 36.500 die God haar verleende.

    Eere aan Duffel, die haar op zoo eene voorbeeldige manier eene plicht wist te kwijten. Eere aan de gevierde, en hare twee bewaarengels, die God voor eene hele eeuwigheid bij moeder mogen laten.”

    22-02-2012 om 06:48 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1905 – 21 mei : Ter gelegenheid van 75 jaar België werd er te Leest een groot festival

                voor muziekmaatschappijen georganiseerd door de fanfare “Arbeid Adelt” en met

                de medewerking van het gemeentebestuur.

                Om 14 u werden de afgevaardigden van de maatschappijen ten gemeentehuize

                ontvangen en daarna werd er door burgemeester Bernaerts een

                gelegenheidstoespraak  gehouden “betrekkelijk ’s lands onafhankelijkheid en ons

                vorstenhuis, gevolgd door eenen heildronk aan zijne Majesteit den koning.. Dit

                feest is gevolgd geweest van algemeene verlichting en vuurwerk.”

     

                Bij die gelegenheid werd de nieuwe  standaard van de fanfare “Arbeid Adelt”

                ingehuldigd.

                Burgemeester Bernaerts :

                Mijnheeren, vergadert in de gemeente Leest, een dorpje waar land- en werkman

                leeft, met hart en ziel verkleefd aan den godsdienst en zeden zijner vaderen,

                vereenigd, om samen door vreugdetonen en volksfeest, bij de inhuldiging van

                onzen Nieuwen Standaard te vieren het 75-jarig bestaan van België’s

                onafhankelijkheid, zoo weze mijne eerste vreugdekreet : Leve de Koning !

                Andere dorpen zijn ons voorgegaan, andere nog zullen volgen met hunne

                blijdschap lucht te geven, bij het herdenken van het jaar 1830.

                ’t Jaar 1830, toen wij een juk afschudden dat ons te zwaar op de schouders woog,

                ’t jaar 1830 toen voor ons de eerste maal de zon van vrijheid scheen op onzen

                geliefden vadergrond.

                Dank aan die mannen van hou en trouw en vrome wilskracht, aan die mannen

                die aan God en hun land verknocht, immer voor ’t oog hadden dat : rust roest,

                en dat arbeid adelt ; aan die mannen die met onverschrokken moed, door

                eendracht sterk hebben getoond dat hij de vrijheid wou en won, de fiere

                Vlaamsche leeuw.

                Dank aan de dapperen, die goed en bloed voor die vrijheid pand stelden.

                Aan hen hulde van vurige dankbaarheid en liefde !

                Tot in den jongsten dag wezen hunnen namen met erkentelijkheid en eerbied

                herdacht.

                Mijnheeren, wat schoons, grootsch en nuttig er sedert toen door onze Vorsten is

                tot stand gebracht, is u allen bekend.

                Kunst, wetenschap, handel en nijverheid zijn zoo zeer ontwikkeld, gevorderd,

                en hebben ene zoo reusachtige uitbreiding genomen, dat vreemde Natiën, niet

                alleen met verbazing, maar zelfs met scheelziende blikken, onzen vooruitgang

                bewonderen.

                Overal mogen wij met fierheid spreken over onze landelijke instellingen.

                Hij leeft gelukkig de Belg, gesteund en gesterkt door godsdienst en plichtsbesef;

                hij begrijpt wat eerbied is en wat trouw en verkleefdheid vermag aan Vorst en

                vaderland.

                De Standaard, Mijnheeren, onzer muziekmaatschappij die zich bij deze

                plechtiging voor de eerste maal ontplooid heeft voor leuze : “Arbeid Adelt”.

                De Koning, onzen beminden vorst, laat geene gelegenheid voorbijgaan, zonder

                door raad en daad, die schone zinspreuk van onzen standaard te bevestigen.

                In alle omstandigheden toont Hij, dat Hij den landelijken arbeid hoog schat, en

                hem op eene bijzondere wijze genegen is.

                Wij zien Hem, op alle groote tentoonstellingen ons vee en onze voortbrengselen

                bewonderen den vooruitgang van onzen veestapel gemoedelijk bestatigen, en

                iedereen aanzetten, tot verbetering van dien nationalen rijkdom, die eene, om zoo

                te zeggen de eenigste levensbron is, van ons volksbestaan.

                Mijnheeren, ik acht mij gelukkig U allen mijnen hartelijken dank toe te sturen,

                voor uw welwillend antwoord aan onze uitnodiging.

                Uwe tegenwoordigheid bij deze nationale vreugdefeest, toont uwe

                vaderlandsliefde en verkleefdheid aan het Vorstenhuis, uwe aanwezigheid is een

                bewijs hoe zeer ge waardeert dat op onze dagen de gevoelens van

                vaderlandsliefde niet genoeg kunnen aangemoedigd worden.

                Mijnheeren, ik drink op de vriendschap, op de eendracht in ’t bijzijn en bijzonder

                van elke maatschappij in ’t algemeen onder al de maatschappijen hier aanwezig.

                Ik bid U, Mijnheeren, de gevoelens mijner dankbaarheid te deelen, en ze te

                brengen tot hulde van eerbied en liefde aan onze dappere strijders van ’t jaar

                dertig, aan de nagedachtenis van den 1e koning der Belgen en aan den vorst die

                ons heden bestiert.

                Moge God hem nog vele jaren voor België’s heil besparen...

                Leve de Koning ! Leve het Vaderland !”

     

    1905 – 28 mei : Jan Baptist Maes werd lid van het Weldadigheidsbureel benoemd, in

                vervanging  van de overleden Jan Lodewijk De Ruysscher.

     

                Openbare verpachting van het tolrecht “op den buurtsteenweg van Battel langs

                Leest naar Thisselt voor 2 jaar mits 1075 fr per jaar aan Pelagia Coosemans,

                de weduwe van Joseph Van Moer.” (GA)

     

    1905 – 9 juni  - GvM : Diefstal in de werkhuizen van de Heren Dessain te Mechelen

                “In de zaak van diefstal van 150.000 fr. Geld, aandelen en zegels enige weken

                geleden is het parket afgestapt bij de herberg van Albert Goovaerts in de

                Winkelstraat (waar de rovers die dag langs geweest zijn). Het parket vergezeld

                van de betichten vertrekken nu (vanuit Leest) naar Hombeek-Heike en stappen af

                in de herberg van M. Van Ingelgom.

                De betichten (Torfs en Herreys) worden in tegenwoordigheid gebracht van de

                twee dochters Van Ingelghem, de moeder en Emiel Van De Rijck allen wonende in

                de gemeente en die morgen aanwezig in de herberg. De dochters en Van De Rijck

                verklaren dat er die morgen vier personen, vreemd aan de gemeente waren

                binnen gekomen en koffie met boterhammen hadden  genuttigd.

                Torfs zei dat dit de waarheid is maar Herreys blijft loochenen.

                Rond 4 uur in de middag vertrekt het parket opnieuw naar de gemeente Leest en

                Hombeek-Heike. Ditmaal waren het Torfs, De Nijs en Van Engelen die hier

                tegenwoordig waren. Men verlaat de herberg van Goovaerts en men vertrekt naar

                Hombeek-Heike naar de herberg van Van Ingelghem.

                Dezelfde ondervraging geschiedt hier ook door het parket tussen de getuigen en

                betichten, doch hier geraakt het spel volop in gang. Torfs die alles wil bekennen

                zegt op zeker ogenblik tegen De Nijs : ik heb van u 2.000 fr gekregen in twee

                briefjes van 1000 fr. En 45 fr. Kleingeld hetwelke ik heb laten wisselen bij M.

                Kempeneers te Brussel en voor dit geld moest ik zwijgen en zo ik niet zweeg zei

                Herreys, zullen wij u de nek afsnijden.

                Hiermee eindigt het onderzoek te Hombeek-Heike.” (KH)

              

                Uitspraak over de inbraak en diefstal in krant van 17/12 : Torfs kreeg 10 jaar

                opsluiting en 10 jaar ontzegging van zijn burgerrechten. Herreys, De Nijs en

                Van Engelen eveneens 10 jaar gevang en eeuwige ontzetting uit hun

                burgerrechten  en Lorio en De Campenaere 5 jaar opsluiting en evenveel jaar

                ontzetting uit hun burgerrechten. (KH)

     

    1905 – 30 juli : Nog in het teken van de 75e verjaardag van België had er op zondag

                30 juli een Te Deum plaats.

                Deze plechtigheid werd bijgewoond door de mandatarissen van de gemeente,

                door de leden van het Bureel van Weldadigheid en Kerkfabriek en door de

                Maatschappij der oude soldaten.

     

    1905 – 31 augustus : Ook de “uitdeling der prijzen” in de gemeentescholen was in een

                speciaal kleedje gestoken.

                Op 31 augustus werd deze plechtigheid voorafgegaan door “vaderlandsche

                cantate en gevolgd  van een feestmaal de kinderen der scholen aangeboden.”

     

    1905 – 1 oktober : De viering van de 75ste verjaardag werd besloten met volksspelen.

                Die hadden plaats in de Alemstraat en de Kleinheidestraat.

    22-02-2012 om 06:46 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1905 – In 1905 werden door het Bureel van Weldadigheid van Leest 11 gezinnen

                volledig en 24 tijdelijk ondersteund.

                Voor de lichting 1905 waren er 22  lotelingen ingeschreven.

     

    1905 – De 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid van België gaf te Leest aanleiding

                tot verschillende manifestaties en feesten (zie verder per datum).

                Deze organisaties kostten 912,94 fr waarvoor de gemeente een krediet stemde van

                600 fr. De provincie kwam tussen voor 125 fr en het verschil werd gedragen door

                de fanfare “Arbeid Adelt”.

                Ook werden er bijdragen verleend aan de handboog- en bolmaatschappijen.

     

    1905 – Gazet van Mechelen – 2 februari 1905 : “TWEE WONINGEN AFGEBRAND

                Dinsdag morgen rond 5u30, is er brand uitgebarsten in de hofstede van Jan

                Absillis. Het vuur was ontstaan in de keuken.

                Op eenige oogenblikken stond gansch het gebouw in lichtlaaie vlammen.

                De bewoners hadden alle moeite om zich in haast aan het vuur te onttrekken.

                De vlammen namen zulke groote uitbreiding dat de aanpalende woning van den

                werkman Hendrik Van Hoek, ook weldra in brand stond.

                Het vuur aangewakkerd door een hevigen wind maakte verschrikkelijke

                verwoestingen, en niettegenstaande de hulp die van alle kanten opdaagde, werd

                de hofstede gansch in asch gelegd en heeft men van de huismeubelen, oogst en

                landbouwgerief, niets meer kunnen redden dan het vee.

                Ook de woning van den werkman is totaal afgebrand.

                De schade is overgroot en beloopt verscheidene duizenden franken.

                Voor Jan Absillis is er verzekering. De wooningen behooren toe aan den heer

                Ooms van Mechelen.

                Hoe het vuur is aangekomen, weet men niet te zeggen.”

     

    1905 – 7 februari  - Gazet van Mechelen –10/2/1905 :

                                              “De begrafenis van den heer Lod. De Ruysscher.

                Verleden dinsdag voormiddag, ten 10 ure, heeft in de parochiekerk van den H.

                Nicolaus de plechtige lijkdienst plaats gehad van den heer Lod. De Ruysscher,

                ondervoorzitter van het Vincentius a Paulogenootschap, schepen van den

                gemeenteraad en voorzitter van het Weldadigheidsbureel.

                Buitengewoon was den toeloop van de menigte, die er aangehouden had den

                alomgeachten volksvriend aan de liefde van zijner familie ontrukt, nog een laatste

                hulde te brengen.

                Arm en rijk, landbouwer en burger, heer en werkman, waren in den lijkdienst

                tegenwoordig.

                De kerk was veel te klein, om de overgroote menigte te kunnen bevatten.

                Op het kerkhof werd eene roerende redevoering uitgesproken door den heer

                burgemeester, waarin hij al de deugden afschetste van den geachten overledene.

                De nagedachtenis van den dierbaren volksvriend, M. De Ruysscher, zal lang in

                dankbaar aandenken blijven der inwoners van Leest, waar hij zoovele jaren

                gearbeid heeft voor het welzijn en het geluk der gemeente.

                Hij ruste in vrede en dat God hem het loon schenke den braven en rechtzinnigen

                christen weggelegd.”

     

                Ludovicus De Ruysscher was geboren te Kapelle o/d Bos op 1 oktober 1830 en

                overleed te Leest op 4 februari 1905.

                Hij was gehuwd met Maria Francisca Verhulst.

                De grote toeloop op zijn begrafenis was geen toeval : hij was bijna 36 jaar

                ondervoorzitter van Vicentius a Paulo, 27 jaar raadslid en 23 jaar schepene.

     

    1905 -  “Op zondag 19 maart rond 9 ure ’s avonds is den genaamden Jan Briat, metser,

                wonende Thisseltbaan, gesteken in het linkerbeen.

                Dit had plaats aan de herberg van Victor Geerts in de Kleinheidestraat.

                Als vermoedelijke dader wordt opgegeven zekeren August Fierens, fabriekwerker,

                wonende te Blaesvelt Broekstraat en geboren te Leest op 10 september 1879.

                De gekwetsten werd verzorgd door Mijnheer dokter Van Assche van Hombeeck.”

                (GA)

     

    1905 – 23 maart : Het hoofd van de “niet werkdadige” Burgerwacht heeft benoemd en

                aangesteld :

                1) als Sergeant-Majoor : Viktor Jaak Lauwers, landbouwer Leest.

                2) als Tamboer : Joseph Frans Huybrechts, werkman uit Leest. (GA)

     

    1905 – 20 maart – Gazet van Mechelen :

     

                 LEEST – BLOEDIG GEVECHT;

                Gisteren zijn een ploeg jongelingen met opzet van Blaesveld naer de gemeente

                gekomen om te twisten.

                Gansch den namiddag hadden hier en daar opstootjes plaats.

                Rond 10 ure werden de vechters buiten eene herberg gezet en nu begon de

                groote slag. Al spoedig lag een slachtoffer ten gronde, Priat 27 jaar oud, die

                door een messteek in den onderbuik getroffen werd. Het vechten was uit..!

                Het slachtoffer verkeert in bedenkelijke toestand.

                Het parket is verwittigd.”

     

    1905 – 23 maart : Victor Diddens werd eerste schepen in vervanging van de overleden

                Jan L. De Ruysscher.

     

    1905 – 29 april : Inhuldiging van het vaandel van de soldatenbond “Voor Vorst en

                Vaderland”.

    22-02-2012 om 06:43 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1904 – 21 april : De gemeenteraad besloot eenparig :

                “Een eeuwigdurende vergunning van begraafplaats toe te staan op het

                gemeentekerkhof van Leest, tot het maken van eenen grafkelder en begraafplaats

                voor Mijnheer en Madame Bayoz, Mijnheer en Madame De Marré-Gerardi, en

                hunne kinderen en afstammelingen, van zeven meters vierkant grond, op

                voorwaarde dat er gestort worde in de gemeentekas van Leest, de som van 700

                franks, en in de kas van het plaatselijk Weldadigheidsbureel degene van 350 fr.”

     

                Op dezelfde gemeenteraad werd een bestek goedgekeurd van “den steenweg van

                Heffen naar Leest”, voor 178.840 frank.

     

    1904 – Gazet van Mechelen – 2 september :  “EEN SUKKELAAR BESTOLEN

                De genaamde V., wonende te Leest, had enkele dagen geleden vlas gekocht en

                had dit in de Blaesveldse beemden te drogen gelegd.

                Verleden zondag was alles verdwenen. Een onderzoek ingesteld door de

                veldwachter van Blaesvelt bracht aan het licht dat de dieven richting Heyndonck

                waren ingeslagen. De garde van deze gemeente werd verwittigd en weldra had

                men den hand gelegd op den vlasdief.”

     

                Dezelfde dag in dezelfde krant:

                “Bij landbouwer Rumold Lodewijk Neefs werd bij een zijner runderen koolziekte

                vastgesteld.

                De Opziener-veearts schreef hem, bij monde van het gemeentebestuur, volgende

                maatregelen voor : ontsmetting van den stal, mest wegnemen en verbranden, den

                stal kuischen en daarna afgieten met kokend water alsook met een mengsel van

                pheniekzuur Braillol ok kopervitriool sulfate de fer 5%.

                De dieren gedurende 10 dagen opsluiten, het is voorzichtig de melk gedurende

                10 dagen te koken.

                Verder werd hem gevraagd zijn dieren jaarlijks te laten inenten, zoniet zou hij

                geen vergoeding krijgen bij een 2de geval.”

     

                En ook : “Kasseiers die tussen Hombeek en Leest aan de steenweg werkten zijn

                dinsdag (30 augustus) aan slag geweest. Een hunner, de genaamde L. heeft een

                messteek bekomen in de zijde. Men heeft de gekwetste met een berrie naar de

                hoeve gedragen, alwaar hij op logist was. Dr. Van Assche heeft de gekwetste

                de nodige zorgen toegebracht.” (KH)

     

    1905 – Stichting van de maatschappij  “Voor vorst en vaderland” (zie foto)

                De bond “Voor Vorst en Vaderland” werd in 1905 door de toenmalige

                veldwachter Constant Van Hoof en door Constant Spiessens gesticht.

                Niet veel later telde de maatschappij 100 leden.

                Het eerste bestuur bestond uit volgende personen : Frans Cnops, Jan Beullens,

                Frans De Hondt, Jan Verbergt, Frans Lauwers, Jacobs en voorzitter Constant

                Spiessens van de Heide. Later werd Corneel Cnops, die men “de kolonel”

                noemde, voorzitter.

                De leden werden in uniform gezet en droegen in feestkledij een mooie kepi (de

                zogenaamde “sjako”) en een kleine staf die gekleurd was met de nationale

                driekleur.

                Hun vaandel werd tijdens een groot festival op het dorpsplein door de kolonel van

                de Artillerie te Mechelen  aan de voorzitter overhandigd, die het dan overgaf aan

                Jozef Solie, vaandeldrager.

                Dit vaandel berustte samen met dat van de toenmalige Gildebroeders bij

                burgemeester Bernaerts. Tijdens de oorlog 1914-1918 werd het aldaar door de

                Duitsers gestolen.

                Voor 1914 vormde de maatschappij, in uniform, de erehaag rond het H.

                Sakrament tijdens de processies.

                Hun teerfeest ging door bij Noldus Teughels in “De Rozelaar”.

                Op 8 november 1955 mocht de maatschappij zich “Koninklijke” noemen.

                Toen zag het bestuur er als volgt uit : Erevoorzitter : Louis De Wit.

                Voorzitter: Victor Diddens. Bestuursleden : Corneel Solie, Jef Van Beersel uit de

                Vinkstraat, Rik Spoelders uit de Kouter en Albert Van den Brande uit de Grote

                Heide.  (DB-1955) 

                Victor Diddens uit de Warande die Jef Solie had opgevolgd als voorzitter bleef dit

                tot aan zijn dood in 1973.

                Nog even bleef de vereniging voortleven onder het voorzitterschap van zijn

                weduwe Pauline Van Boxom, maar in 1977 ontbonden de “oud-soldaten” hun

                vereniging en de meeste overblijvende leden werden lid van de N.S.B. 

    22-02-2012 om 06:40 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1903 – 18 november : Frans Beullens werd, in vervanging van de overleden Jan Baptist

                De Maeyer, gemeenteraadslid.

     

                Anselms Jédrie  (J.A. Huysmans) in De Band van februari 1981 onder “Salut  en

                de  Kost” over deze Frans Beullens :

                “Bij de “Witte Netelhoeve” van Tist Beullens, werd later het tweede hoeveke

                gebouwd voor zijn broer Sooi. Men zei van dezen, dat hij maar de helft van het

                alphabet meester was, toch bracht het dien tot Schepen der Leestse

                gemeenteraad.

                Rond dit tijdstip kwamen de boerenkrisisjaren : drie frank voor honderd kgr.

                patatten aub en vijf en zeventig centiem voor een glas bier, merci...

                Mijn schoonvader Louis De Rooster en de schepenen Sooi (Frans) Beullens en

                Prospeir Busschot, komen op een nacht van een bestuursvergadering der fanfare

                Sint Cecilia, en onderweg, even over de Molenbeek, zei mijn schoonvader :

                “Vrienden, wij boerkens, wij moeten eraan, wij zijn te oud om nog te leren, zoals

                dat jong volk van Rik Verbeek, met hun selder en tomatenserren, maar wij met

                onze riek en gaffel, wij kunnen niet beter dan gaan wild toeken voor de kost !” 

                ...

                “Wette wat Louis,” zei Sooi Beullens, “in den hof hebben wij voor keukengebruik

                een honderdtal spruitstruiken staan, en eergisteren was ik in de Mechelse

                Botermarkt, en daar zag ik een wijveke, achter een paar bakskens spruiten staan,

                die door mekaar verdringende huisvrouwen werden gewild. Ik vertelde zulks thuis

                en stelde voor : we gaan de onze ook trekken ! En ze lachten mij wel eerst uit,

                maar  gisteren, na samen drie uren werktijd, waren wij al klaar !

                En vandaag reed ik met van achter op mijn fiets een baaltje gekuiste spruiten

                naar Mechelen, en bracht drie honderd frank thuis !...”

                “Reken maar,” zei kabouter Beullens.

                Later zei mijn schoonvader eens : “Ze mochten voor dien Beullens, om zijn

                pioniersvondst , in de Bist een standbeeld op zijn spruitenveld zetten, en onder

                aan de voet erbij gebeiteld : “Hij leerde ons Leestenaars spruiten telen”. “

     

                Frans (Sooi) Beullens (°Leest 22/6/1857, +Leest 5/8/1931) was een zoon van

                Pieter Joannes en van Marie Rosalie Verlinden.

                Hij huwde een eerste maal te Hombeek op 7 juli 1881 met Maria Victoria Neefs

                die hem 13 kinderen zou schenken.
                Sooi Beullens hertrouwde te Leest op 14 mei 1895 met Joanna Maria De Hertogh

                die hem op haar beurt 14 kinderen schonk.

                Bij de geboorte van zijn 25ste kind (Albert) werd de toenmalige koning Albert

                peter.
                Frans "Sooi Beullens bewoonde de "Witte Netelhoeve" in de Bieststraat.
                Een eeuw voordien behoorde dit hof aan het gezin Johannes De Laet-Anne Marie
                De Laet.
                In 1727 stond op die plaats het "huys en hoff" van Antoon Fiereman.

                   

     





    21-02-2012 om 16:36 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1902 – 13 oktober – Gazet van Mechelen :

     

                                         GEZONDMAKING DER ZENNE

    “De heeren Hanssens, burgemeester, Nowé en Debacker, schepenen, F. Campion, gemeenteraadslid, Vankelecom, secretaris en Hauwaert, bouwkundige van Vilvoorden ; Le Blus, schepene van Mechelen ; Van Kelst, burgemeester van Elewyt; De Roye de Wichem, burgemeester van Eppeghem; Bombergen, secretaris van Hofstade ; De Saeger, burgemeester van Hombeeck, Haesaerts, schepene van Rumpst; Sterckx, burgemeester van Sempst;  Coenen, burgemeester van Weerde, vergaderd op het gemeentehuis van Vilvoorden, op donderdag 18 september 1902, te 2 ure namiddag, na mededeeling ontvangen te hebben van het Verslag der Zeevaartinrichtingen dat handelt over de werken van gezondmaking betrekkelijk den loop der Zenne, na beraadslaging, hebben met eenparigheid op het voorstel van M. Campion, de volgende dagorde gestemd : 

    Overwegende, dat de rivier der Zenne beneden het zoogezegde gesticht van klaarmaking te Haren, eenen zetel van verpesting vormt, die bijzonder nadelig is aan de belangen der aanpalende gemeenten;

    Dat zelfs verscheidene gemeenten op afstand der rivier gelegen door den toestand lijden ;

    Dat in 1866 er aan de stad Brussel voor 9 millioen toelagen verleend werden om de Zenne gezond te maken, zoodanig dat de gemeenten aan den lageren loop gelegen niet meer zouden te klagen gehad hebben en zij in plaats van besmet en walgelijk water, een zuiver en schadeloos water zouden bekomen hebben ;

    Overwegende, dat de stad Brussel hare verplichting niet vervuld heeft voor wat de zuivermaking van het water der stadsbeken betreft en dat de aanpalende gemeenten der Zenne, beneden Haren, nog altijd meer dan ooit besmet blijven door de verpestende en doodende uitwasemingen ;

    Dat de klachten, die in 1866 reeds zeer talrijk waren, nu algemeener, ernstiger en meer gerechtvaardigd zijn ;

    Dat inderdaad de afdrijving der vuilnissen van een groot deel van den Brusselschen omtrek, die vroeger langs de opene Zenne plaats had, hedendaags gebeurt door eenen gesloten afloop tot Haren, waar men aan de rivier de bedorven stoffen teruggeeft, wier nadeelige invloed zoveel te grooter is, daar zij bij gebrek aan aanraking met de lucht geene enkele zuivering ondergaan hebben ;

    Overwegende dat, alhoewel de ondergeteekenden het gezamentlijke ontwerp der haveninrichtingen goedkeuren, het nochtans plaats geeft de welwillende aandacht van het Staatsbestuur op een deel der werkten te trekken, dat voor onloochenbaar gevolg zou hebben den tegenwoordigen toestand nog te verergeren ;

    Dat men inderdaad voorstelt de wateren der kleine Zenne in den scheepdok der Saincteletteplaats te brengen, om ze in het Zeekanaal te laten vloeien. Dat daarenboven de wateren van het klimmen der Molenbeek te Laken, de vijvers van het Koninklijk Domein  en van den Buikgracht te Neder-Over-Heembeek insgelijks rechtstreeks in het Zeekanaal zouden gebracht worden ;

    Dat het ontwerp ook de afdrijving bevat langs eene nieuwe vergaarbeek, der besmette wateren van de gemeenten Anderlecht, St Jans Molenbeek, Laken en St Pieters Jette ;

    Dat deze wateren der stadsbeken volgens het ontwerp der Zenne zouden vloeien beneden de spoorbrug van Laken, in afwachting dat een nieuwe afloop tot Haren zou gebouwd worden ;

    Overwegende  dat uit de aanneming van dit ontwerp zou voortspruiten dat de Zenne na van een groot deel van haar zuiver water beroofd te zijn meer dan ooit besmet zou worden beneden Haren, met al wat haar nog zou kunnen bederven ;

    Om deze beweegreden :

    Teekenden krachtdadig verzet aan tegen den ongelukkigen toestand waarin de gemeenten van den benedenloop zich bevinden, en verzoeken vriendelijk het Staatsbestuur het ontwerp te willen volledigen, door eene oplossing te vinden, die van aard weze om aan de inwoners der belanghebbende gemeenten voldoening te geven ;

    Duiden als afgevaardigden bij de overheden aan : MM. Hanssens, burgemeester van Vilvoorden ; Le Blus H., schepene van Mechelen ; de Roye de Wichem A, burgemeester van Eppeghem ; Haesaerts G.A., schepene van Sempts,; Coenen L., burgemeester van Weerde ; en Hauwaert J., bouwkundige te Vilvoorden en gelasten hen dringende voetstappen aan te wenden, om in den korst mogelijken tijd eene voordeelige oplossing te bekomen.

    De afgevaardigden in het Komiteit vereenigd, hebben aangedjuid als voorzitter M. Hanssens, burgemeester van Vilvoorden en als secretaris M. Coenen, burgemeester van Weerde.

    Het Komiteit  heeft de toetreding gevraagd der gemeenten Haren, Neder over Heembeek, Machelen, Heffen, LEEST, Heyndonck, Terhaeghen, Boom, Waelhem, Duffel en Lier.

    Verscheidene gemeenteraden hebben eene beslissing in dien zin genomen.

    De heer Gouverneur der Provincie Brabant heeft zijne hulp beloofd.

    Ten einde de rechten te doen gelden bij het Staatsbestuur, heeft het Komiteit de Heeren Senators en Volksvertegenwoordigers uitgenoodigd tot eene vergadering die zal plaats hebben op woensdag 15 october om 11 ure, op het paleis der provincie te Brussel.”

     

    1902 – “Op zondag 2 november rond 5 ure namiddag is alhier in de gemeente, aan den

                gemetsten afsluitingsmuur van ’t kerkhof een steunpilaar gedeeltelijk afgebroken

                door vier jongelingen van Stuivenberg onder Mechelen.

                Een der daders werd door koster Hellemans aangehouden.

                Het is de zoon der dochter van zekeren persoon van Stuivenberg genoemd

                “de Pender”.

                Een andere medeplichtige moet Van der Meulen genoemd zijn. De gendarmerie

                stelde een onderzoek in.” (GA)

     

    1903 – Het getal ingeschrevene lotelingen voor de nationale militie voor de lichting

                1903 bedraagt 15.

     

    1903 – “In Leest worden geen veemarkten gehouden.” (brief aan de Gouverneur)

     

    1903 – In 1903 staken enkele vooraanstaanden van Blaasveld en omstreken hun hoofden

                bijeen en stichtten een vee- en paardenverzekering.

                Voor Willebroek waren dat Eduard en Xavier De Jonghe, voor Blaasveld

                burgemeester  Alb. Lefebvre, Louis en Frans Van Baelen, voor Hombeek J. Van

                Doren en voor Leest burgemeester Jaak Bernaerts.

                (’t Vaartland-nr.3 1977)

     

    1903 – In de nacht van 20 op 21 februari is er een poging tot inbraak gedaan in de Sint

                Jozefskapel. Het slot en de deur werden beschadigd maar er werd geen diefstal

                geconstateerd.

     

    1903 – 15 maart – Gazet van Mechelen : Leest – Poging tot diefstal

                “Eén dezer nachten heeft men ingebroken in de woning van de wed.Selleslagh.

                De schelmen zijn echter teleurgesteld moeten vertrekken, want de bazin had

                ’s avonds te voren de tooglade met het geld naar hare slaapkamer genomen,

                zodat ze zonder buit zijn moeten vertrekken. Het schijnt dat men vermoedens

                heeft op zekeren persoon.”

     

    1903 – 9 april :  Rond 15u30 vonden Lodewijk Hellemans, 31-jarige koster en Karel   

                Huybrechts, werkman van 61, beiden wonende te Leest, op de oever van

                de Zenne aan “de Bleukens” het lijk van een pasgeboren kind.

                Ze brachten het naar het gemeentehuis.

                Het kindje was geheel naakt zou volgens onderzoek ongeveer 40 dagen

                in het water gelegen hebben. Het lijkje was in staat van ontbinding.

                Er waren geen hoegenaamde tekens die tot identificatie zouden kunnen

                leiden. tjeDe leesthkostermen op de Zennedijk aan de Bleukens het naakte lijkje

                van een baby van het mannelijk geslacht. Het werd naar het gemeentehuis

                overgebracht.

                (Uit : Burgerlijke stand Leest Overlijdens 1903 Akte 11)

     

    1903 – 16 april : Jozeph Selleslagh, een landbouwer uit de Tisseltbaan, werd lid van het

                bureel van Weldadigheid, dit in vervanging van Karel Van den Sande. (GR)

     

    1903 – 9 mei : “De gemeentescholen worden vanaf maandag voor 14 dagen gesloten,

                tengevolge van het bestaan der Roodekoorts, dit op verzoek van geneesheer

                De Becker.

                De klassen worden gewit met een mengsel van kalk en phenique water.

                De banken en schoolmeubelen behoorlijk gezuiverd en de schoolbehoeften

                verbrand.” (GA)

     

    1903 – 10 mei : “Omtrent half twaalf ’s avonds, terwijl de genaamden Joseph Croes en

                Joseph Scheers, werklieden woonende te Mechelen Battel, huiswaarts keerden,

                werden zij ter plaatse Kleinheidestraat, rechtover de woning van De Borger,

                tegen het lijf gelopen door zekeren Frans Selleslagh, landbouwer te Leest

                Kleinheidestraat, welke begon te tieren.

                Selleslagh smeet zijn rijwiel ten gronde, trok een revolver uit zijn zak en loste een

                schot op de genoemde twee personen, zonder hen te treffen.

                Croes heeft Selleslagh een slag met de hand toegebracht waarna deze laatste zijn

                rijwiel opgenomen heeft en zich begeven heeft naar de woning van Constant

                Fierens, herbergier Kleinheidestraat.

                Deze Fierens heeft Selleslagh zijn wapen afgenomen om verdere onheilen te

                voorkomen, den revolver was alsdan nog voorzien van scheuten met kogels.

                De volgende dag heeft de veldwachter op zijne dagronde, van het gebeurde

                kennis gekregen en het wapen in beslag genomen alsdan nog voorzien van een

                schot.”   (GA)

     

    1903 – 14 mei : De gemeenteraad werd er door de provinciegouverneur op gewezen dat

                de gemeentescholen overbevolkt waren.

     

    1903 – 18 juli : “Bij Koninklijk Besluit van den 18 juli 1903 is de medalie van 3e Klas

                toegestaan geweest aan :

                1) Jan Briat, metser, wonende te Leest en

                2) Pieter Jan Teughels, smid, wonende te Battel onder Mechelen,

                voor het redden van eenen drenkeling inden loop van 1903 te Leest”. (GA)

     

    1903 – 8 september - Gemeenteraad   verzoek om eretekens :

                “Mr Frans Lodewijk Troch, daglooner, geboren te Leest den 8 mei 1834, en

                er wonende, de bediening van gemeente grafmaker waarnemend sedert 1 januari

                1861 en ze voortdurend nog wxaarneemt. Dat dezen persoon van goeden naam en

                faam is, dat hij altijd in zijne bediening werkzaam, belangloos en zelfopofferend

                is geweest. Hij (de Raad) stelt dus voor aan Zijne Majesteit den Koning te

                smeken, aan dezen verdienstelijken man te vergunnen de Medalie van 1e Klas

                ingesteld door Koninklijke Besluiten van 21 juli 1867, 23 october 1882 en 15

                januari 1889.

                Overwegende dat genoemde Frans Lodewijk Troch zijne bediening met

                nauwgezetheid en op eervolle wijze waargenomen heeft besluit de Raad de

                Koning te smeken...

     

                M.M. 1) Wauters Lodewijk, geboren te Leest, den 28 februari 1835, lid van het

                bureel van Weldadigheid sedert den 19 september 1877.

                2) Jan Dumont, geboren te Orsmael Gussenhoven, den 21 november 1851,

                hoofdonderwijzer der gemeenteschool sedert den 9 november 1878.

                3) Piet Edward Vloeberghen, geboren te Leest den 21 augustus 1832, lid van de

                kerkfabriek sedert den 4 april 1874.

                Dat deze drij personen van goeden naam en faam zijn.

                Dat zij altijd in hunne bedieningen werkzaam, belangloos en zelfopofferend zijn

                geweest.

                Hij stelt dus voor aan Zijne Majesteit den Koning te smeken aan deze

                verdienstelijke mannen te vergunnen de Medalie van 3e Klas...”

     

    1903 – Schoolbevolking op 5 oktober :

                Gemengde school :

                Klas van de hoofdonderwijzer : 56 leerlingen

                Klas van de hulponderwijzer : 70 leerlingen.

                School voor meisjes :

                50 leerlingen.

     

    1903 – 7 november : “Omtrent half twaalf des avonds is er schade toegebracht geweest

                aan de woning van Henri Theodoor Van den Heuvel, herbergier en winkelier

                dorp “In den Belle Vue” aan de kerk.

                Men heeft stukken pannen en stenen op de deuren en slagvensters geworpen,

                terwijl de bewoners te bed waren.

                Zekeren Emiel Nagels van Battel Auwegem Warande zou een der daders zijn.

                De gendarmerie werd belast met het onderzoek. (GA)

     

    21-02-2012 om 16:27 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1901 – Gazet van Mechelen 13 december 1901 :

     

                HOEVE AFGEBRAND

                “Dinsdag middag is de hoeve afgebrand van M.E. Wouters in de Winkelstraat.

                Alles is in de vlammen omgekomen. Alleen de meubelen waren verzekerd.

                De schade is overgroot. Oorzaak van het vuur onbekend.”

     

                             De STEENOORDHOEVE in de Winkelstraat.

     

    Ongeveer halfweg de Winkelstraat staat de boerderij van de familie Schillemans. De huidige gebouwen werden er gezet door de voormalige eigenaar en bewoner Victor De Boeck. Dit gebeurde in 1902 nadat hij de resten van de uitgebrande hoeve had gekocht van Jozef Wauters.

    Georges Herregods kon,(DB-Mei 1981)

     aan de hand van de rekeningen van de kerkfabriek (aanvang rond 1600), de achtereenvolgende eigenaars en bewoners terugvinden. Op de hoeve stond namelijk een kleine cijns van 4 stuiver, 1 oord jaarlijks aan de kerk te betalen.

    Jan Peeters was eigenaar voor 1617, zijn erfgenamen bleven er tot in 1631.

    Willem Bulens woonde er rond 1631. Jan Bulens volgde hem op van 1539 tot 1673.

    Cornelis Bulens woonde er van 1681 tot 1700.

    Jan Verspreeuwen kwam de cijns betalen van 1700 tot 1720.

    Anthoen Vermerchtem verbleef op de “Steenoord” van rond 1721 tot na 1728.

    Hij was kerkmeester op de parochie en gehuwd met Joanna Vleminckx.

    Op het plan van Jan Van Acoleyn was de boerderij goed voor 320 roeden.

    Buiten zijn boerderij bezat Anthoen Vermerchtem nog 4 bunders, 1 dagwand en 35 roeden.

    Anthoen Hertogh zat op de hoeve van rond 1746 tot 1768.

    Gulielmus Van Seghvelt van rond 1769 tot op het einde van de eeuw.

    Petrus Fierens rond 1820.

    Carolus Wauters rond 1833. Hij was de zoon van Antoon en van Anna Monica Bulens. Hij werd geboren op 17 mei 1792 en huwde Isabella Leemans. Carolus Wauters overleed te Leest op 31 augustus 1872.

    Na Carolus Wauters woonden op het “Steenoord” twee broers en een zuster, allen ongehuwd : Jozef, Louis (die schepen was en voorzitter van het weldadigheidsbureel) en Melanie Wauters.

    Nadat het woonhuis was afgebrand, in december 1901, verkocht de familie Wauters de rest van de hofstede aan Victor De Boeck, om zich een herenhuis te bouwen op de Kouter rechtover het parochiehuis. (waar later aalmoezenier Herregods zou verblijven)

    Victor De Boeck, die gehuwd was met Antonia Spoelders, herbouwde het woonhuis. De oude schuur van de vroegere boerderij stond er nog. Ze had 8 grote pijlers en dateerde uit 1716. Dat jaartal stond gegrift in een van de drie beuken balken. De schuur werd door Alfons De Boeck afgebroken. Achteraan, tussen schuur en woonhuis, stond vroeger een karhuis, dat begroeid was met klimop.

    Na Victor De Boeck bleef zijn zoon Fons op de boerderij. Hij was gehuwd met Henriette De Prins.

    In 1962 kwam de boerderij in handen van Rene Schillemans-Maria Alsenoy.

     

    1902 – “De prijs van eenen werkdag, voor de onderstanden ten huize verleend, voor ‘t

                jaar 1902, wordt voorgesteld op fr : 1,10.” (GA-6/6/1901)

     

    1902 – In 1902 kregen de muzikanten van de fanfare Sint Cecilia een pet aangeboden

                waarvan de kostprijs voor de fanfare op 2,50 fr/pet beliep.

                (GvM,12/10/1979)

     

    1902 – Secretaris Van den Bossche blijft behouden als “agent opsteller voor de

                landbouw optelling voor 1902.”

     

    1902 – De toelage van de provincie voor het lager onderwijs voor het dienstjaar 1902

                beliep 591 fr.

     

    1902 -  In de gemeente verblijven “geene personen welke de noodige machtiging bezitten

                om geneeskundige vakken uit te oefenen”.

     

    1902 – De schoolbegroting voor het jaar 1902 beliep 120 fr, hetzij 2 fr per leerling.

     

    1902 – In april vroeg de gemeente, in het kader van de komende wetgevende kiezing

                van 29 mei, een aantal oproepingsbrieven aan, hetzij :

                -voor 210 kiezers met 1 stem, -voor 110 kiezers met 2 stemmen, -voor 100

                kiezers met 3 stemmen.

     

    1902 – 13 april : Gemeenteraadslid Victor Diddens  legt de eed af in handen van

                burgemeester Bernaerts, als nieuwbenoemde patentzetter.

     

    1902 – 21 april : “De genaamden Guillielmus Huybrechts, werkman aan den ijzeren weg,

                wonende te Leest, heeft een ongeval gehad met den trein van de Maatschappij

                Mechelen-Terneuzen.

                De plaats van het ongeval schijnt te liggen tussen statie Thisselt-Blaesvelt en de

                woning van Huybrechts. De ongelukkige werd in het gasthuis van Mechelen

                opgenomen.” (GA)

     

    1902 – 22 mei : De Kantonale Inspecteur dringt aan tot de inrichting van een nieuwe klas

                bij de gemeenteschool :

                “De Raad, overwegende dat onze gemeentescholen bijgewoond worden door een

                middelmatig getal van 60 leerlingen voor de klas van Mr Dumont ; een

                middelmatig tal van 70 à 75 leerlingen voor de klas van Mr Moons en dat het

                hoogste getal leerlingen der klas van Jufvrouw Moons beloopt tot 50 ; dat de

                inrichting van het onderwijs tot heden goed voldaan heeft en dat met een juiste

                verdeling toe de passen van de ouderdommen voor het bijwonen der scholen, het

                maximum wettelijk niet zal overtroffen worden.

                Zoo is de Raad van gevoelen dat het inrichten eener nieuwe klas bij de

                gemeentescholen , hem dunkens, heden niet dringend is.” (DB-1958)

     

    1902 – 8 juni : Is verdwenen uit de ouderlijke woning de genaamde Victor Jan Verbeeck,

                landbouwer, oud 16 jaar. Wonende te Leest en zoon van August Verbeeck en van

                Susanna De Blick. Hij werd geboren te Leest op 30 maart 1886.

                Zijn persoonsbeschrijving : lengte 1 m 56, zwart haar en wenkbrauwen, grijze

                ogen, kleine neus, baardeloos struis voorkomen.

                Kledingsstukken waarvan hij drager moet zijn : groen geperkte klak, groenachtige

                broek en vest, bruin geperkte veston, grijs hemd, schoenen met riemen en grijze

                kousen. (GA)

     

    1902 – Brief gemeentebestuur van 10 juli : “...in onze gemeente bevinden zich geene

                blinden noch doofstommen.”

     

    1902 – 11 augustus : “Om 3 ure ’s morgens is er aan de woning van den smid Louis

                Spiessens weggevoerd geweest : de twee wielen met toebehoorten van eenen

                wagen dewelke teruggevonden zijn in het Spoor van den Ijzerenweg van Mechelen

                op Terneuzen alhier op omtrent tien meters van den overgang aan den steenweg

                naar Thisselt.

                Omtrent 4 ure ’s morgens zijn drij personen die Willebroeck moeten bewoonen

                binnengekomen in de herberg van Louis Steenmans Blaesveldstraat alhier, doch

                niet eene dezer drij is erkend ; zij zijn vervolgens gegaan bij Petrus Jan De

                Muyer en de weduwe De Muyer Thisseltbaan, waar zij naar melk vroegen.

                De gendarmerie stelde een onderzoek in.”  (GA)

    21-02-2012 om 11:30 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    1901 – EEN AREND GESCHOTEN – (GvM-24/2/1901)

                “Men komt ons te melden, dat M. Verlinden-Coenraets, een dezer dagen, tusschen

                Heffen en Leest, op de boorden der Zenne een arend heeft neergeschoten.

                De grote roofvogel van het Zuiden hier aangeland, was juist bezig met eene duif

                op te peuzelen, als hij het schot tot belooning in de hersenen ontving.

                Hij meet niet minder dan 1,30 meter.

                Men zal dien prachtigen vogel laten opvullen.”

     

                53 jaar later herhaalde deze geschiedenis zich, toen jachtwachter Remi Spoelders

                een visarend neerschoot met in zijn bek en klauwen een karper van 750 gram.

     

    1901 – 6 maart :

                “Het livret en de militaire kledingsstukken van den verlofganger Karel Lodewijk

                GEERTS, militiaan van 1894 van het 8e Linie regiment, zijn op 6 meert 1901

                vernield bij het afbranden van zijne woonplaats.

                Dientengevolge zal dezen verlofganger de heerschouwing slechts in

                burgerklederen en zonder livret kunnen bijwonen.”  (GA)

     

    1901 – In 1901 deed het gemeentebestuur van Leest “eene nummering der woningen”.

     

    1901 – Gazet van Mechelen – zaterdag 9 maart 1901 :

      

                LEEST – VERSCHRIKKELIJKE BRAND

                “Woensdag avond zijn alhier op de Leestse hei, drij werkmanswoningen totaal

                afgebrand. De brand is begonnen omtrent half zes, en rond 7 ure lag alles in puin.

                Men weet niet hoe het vuur is aangeraakt. De schade beloopt op ruim 5.000 fr.”

     

    1901 – Gazet van Mechelen – zondag 31 maart 1901 :

               

                GROOTE BEGANKENIS –

               

                “Op den 2den Paaschdag heeft te Leest de groote begankenis plaats ter eere van

                den H. Cornelius, wiens bijstand aldaar in de parochiekerk, sedert jaren, onder

                een grooten toeloop van geloovigen wordt ingeroepen.

                De diensten zullen dien dag geschieden als volgt : om 6, 7, 8, 9 en 10 uren

                worden de missen gecelebreerd ter eere van den H. Cornelius.

                Het lof zal plaats hebben in den namiddag om 3 ure.”

     

    1901 – Gazet van Mechelen – 13/4/1901 :

     

                PRACHTIG CONCERT

                “Ter gelegenheid der opening van het prachtig Speelhof in het lokaal “Het

                Paard” te Battel bij den heer Moons, zal er op zondag a.s. om 5u30 een

                luisterrijk concerto plaats hebben door de fanfarenmaatschappij”Arbeid Adelt”

                van Leest, onder het kundig bestuur van den heer J. Van Aken.

                Het zal er dus aan geene toeschouwers en kunstliefhebbers ontbreken.”

     

    1901 – Gemeenteraad 18 april :

                “Overwegende dat den winter van 1900-1901 langdurig geweest is en ingezien

                den prijs der kolen zeer hoog was, en dat ten dien gevolge de sommen in de

                schoolbegrooting van 1900 voorzien voor verwarming der gemeentescholen

                onvoldoende zijn om de gedane uitgaven te dekken, besluit de raad eenparig :

                er wordt buitengewone toelaag verleend voor die verwarming te weten : aan

                den heer Dumont, voor de gemeente gemengde school van vijftig frank ; en aan

                Juffrouw Nees, voor de gemeentemeisjesschool, van vijf en twintig franks”.

     

                In dezelfde  raad werd het plan en bestek goedgekeurd, betreffende het ontwerp

                van “den steenweg van Hombeek naar Leest”.

                Lengte van de steenweg : 3221 m waarvan 1500,5 m onder Leest viel.

                Kostenraming : totaal 125.763 fr. Daarvan had Leest53.093 fr te dragen.

     

     1901 – GvM- 3 mei 1901 : K. Slachmuylders uit Leest behaalde een 3de prijs in een

                veeprijskamp te Mechelen. Goed voor een prijs van 100 fr.

                In de jury zat de Leestse burgemeester Jaak Bernaerts.

     

    1901 – 18 mei : De Mechelse familie Breckpot kreeg van het Leestse gemeentebestuur

                toestemming : “tot het maken van eenen grafkelder op 3 meters vierkant grond

                op ’t gemeentekerkhof alhier. De vrager verbindt zich aan de gemeente te betalen

                de som van 300 franks, en daarenboven een gift te doen aan ’t Bureel van

                Weldadigheid der gemeente van 150 franks.

                Overwegende dat het kerkhof eene grootte heeft van 45 a 75 c en dat het

                middelmatig getal overlijdens beloopt tot omtrent 30 per jaar...”

     

    1901 – 6 juni : De weduwe Joseph Van Moer-Coosemans verkreeg voor twee jaar, mits

                870 fr per jaar, het tolrecht “op den steenweg van Battel naar Thisselt langs

                Leest”. (GR)

     

    1901 – Op dinsdag 22 oktober hadden er verschillende vechtpartijen plaats in de

                Winkelstraat, in  en aan de herberg van Alexander Goovaerts.

                “Zekeren Louis Van Dam, landbouwer alhier Koeistraat is aangerand geweest

                door den genaamden Briat Jan, metser en herbergier Thisseltbaan te Leest.

                Verscheidene andere personen zouden slagen bekomen hebben...” (GA)

     

    1901 – 31 oktober : De inwoners van Leest werden verzocht om aan rupsenzuivering

                te doen. Dit werd twee maal afgekondigd na de zondagse mis.

                Personen die in gebreke bleven werden persoonlijk ten huize verwittigd door de

                veldwachter.  (GA)

     

    1901 – “Op zondag10 november is er in de gemeente gevochten geweest in en aan de

                herbergen van Jan Pieter Lauwens en Karel Vleminkx, Winkelstraat.

                Door de navermelde personen van Mechelen : Van den Camp Jan,

                beenhouwersgast te Stuivenberg, Van Winge Emiel, werkman bij Suetens,

                stadsraap mestpachter van Mechelen en wonende te Stuivenberg en Absillis Jaak,

                werkman op Stuivenberg.

                Eerstvermelden persoon is in het gemeentegevang opgesloten tot waarborg der

                rust.

                In den nacht tusschen zondag en maandag moeten de twee laatstvermelde

                personen , vergezeld van Van Winge Eduard en Louis, landbouwers te

                Stuivenberg, in het dorp geweest zijn.

                De kas dienende tot aankondiging der wettelijke afkondigingen geplaatst aan

                ’t gevang is van den muur gebroken en beschadigd geworden.

                Terplaatsing der vechting is een mes gevonden geweest, en den persoon die

                Opgesloten geweest is was ook drager van een mes.” (GA)

     

    1901 – Op 23 november deed burgemeester Bernaerts een aanvraag om twee gendarmen

                te bekomen voor de komende gemeentefeesten van zondag 8 en maandag 9

                december. De vraag was gericht aan de bevelhebber van degendarmerie te

                Mechelen.

     

    21-02-2012 om 11:27 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1900 – 1 september : Mathilde Hellemans werd onderwijzeres in de meisjesschool van

                Hombeek, toen nog in de Bankstraat gesitueerd. Ze verving de ernstig zieke

                Julie Lemesle. (KH)

     

    1901 – Leest telde dat jaar 52 “tempels van Bacchus”.

     

    1901 – Dat jaar werd een nieuw politiereglement door de gemeenteraad goedgekeurd.

                Burgemeester Jaak Bernaerts, schepene Henri Bernaerts en de raadsleden Jan

                Baptist De Maeyer, Theophiel Verschueren, Jan Frans De Prins, Victor Diddens

                en  August De Ruysscher waren, met secretaris Van den Bossche, aanwezig op

                deze raad. Hierna enkele artikelen :

     

                artikel 1.  De openbare plaatsen alwaar men drank verkoopt zullen alle dagen

                worden gesloten te elf ure ’s avonds en het blijven tot vier ure ’s morgens.

                artikel 9. Niemand zal schuilplaats mogen geven aan landloopers of bedelaars,

                onvoorzien van paspoorten, aan hem onbekend.

                artikel 10.  Het is verboden in drankhuizen, schouwspelen te laten vertoonen, of

                te laten dansen, zonder bijzondere machtiging van den Burgemeester of van den

                Schepene die hem vervangt.

                artikel 12.  Niemand zal gewapend aan eene danspartij mogen deelnemen. De

                militairen alleen zullen zich gewapend in openbare schouwspelen mogen

                begeven.

                artikel 13.  Alle soort van dobbelspel (jeu de hasard) of loterij is strengelijk

                verboden.

                artikel 15. Kluchtspelers, kwakzalvers, goochelaars en dergelijken zullen op

                geene openbare plaatsen mogen hun bedrijf uitoefenen zonder toestemming der

                plaatselijke overheid.

                artikel 16. Het is verboden de straten te doorloopen al zingende of met muziek,

                behoudens bijzondere vergunning der Policie.

                artikel 17.  De leiders van beeren, apen of andere wilde dieren, worden op geene

                openbare straten of wegen gedoogd, om eenige vertooning te doen.

                In alle seizoenen zullen de rondzwervende honden gedood worden. Zullen als

                rondzwervende honden aanzien worden, de honden die niet vergezeld zijn.

                artikel 18. Het spel met den kolf, het schieten met vuurwapenen en met bogen,

                het werpen met steenen, slingers en sneeuwballen, wordt op de straten en wegen,

                en in de nabijheid derzelve niet gedoogd.

                artikel 19. Het kletsen met de zweep of ander geluid, hetwelk de peerden zou

                kunnen doen verschrikken, wordt, behoudens van wege de voerlieden op eene

                betamelijke wijze verricht, verboden.

                artikel 20. Alle Scherminkels (charivaris) zijn om welke oorzaak het zij, ten allen

                tijde verboden.

                artikel 21. Het wordt de leurkramers of rondzwervende kooplieden verboden aan

                de deuren te kloppen of te bellen, om hunne koopwaren te verkoopen.

                artikel 22.  Het is verboden op de straat iets te werpen of neder te leggen, dat

                stinkende uitwasemingen zou kunnen veroorzaken of de luchtgezondheid

                benadeelen, behalven het mest en het vet voor den landbouw bestemd, hetwelk

                dezelfden dag moet vervoerd worden.

                artikel 24. Alle uitverkoopers van drank, zullen gehouden zijn pissijnen te maken,

                in dier voege, dat de waters niet afloopen op den openbaren weg. De pissijnen

                zullen bij tijds gezuiverd worden, om geenen stank te veroorzaken.

                artikel 25. Het is verboden binnen ’s huis konijnen, bokken of geiten op te

                voeden.

                artikel 46.  Het is verboden zich aan een voortloopend rijtuig vast te houden of het

                te beklimmen.

                artikel 49.  De schouwen der woningen zullen moeten eene hoogte hebben van

                eenen meter boven het dak, en derwijze gemetseld zijn, dat zij met geen hout in

                aanraking komen. De schouwen niet in steen gemetseld, zullen nimmer mogen

                hersteld worden, maar wel bij de eerste noodzakelijkheid van herstelling, opnieuw

                in steen moeten opgebouwd worden.

                artikel 60.  Het is verboden kemp of vlas te laten rotten, of na de rotting te laten

                droogen, op minderen afstand dan 25 meter van de woningen.

                Het rotten van vlas of kemp wordt niet toegelaten dan in stilstaande waters, die

                geene gemeenschap hebben  met beken, rivieren of andere levende waters der

                gemeente.

                artikel 61. Het is verboden zich te baden in de nabijheid van woningen of

                openbare plaatsen, en op andere plaatsen dan die welke door het gemeentebestuur

                zullen aangewezen zijn.

                artikel 64. Het is verboden in openbare straten of wegen gebreken of wonden te

                toonen, om alzoo het medelijden der voorbijgangers te wekken.

                artikel 70.  De overtredingen der bepalingen van dit reglement voor dewelke door

                de wetten of reglementen van algemeen of provinciaal bestuur geene straffen zijn

                bepaald, zullen gestraft worden met eene boet van eenen tot vijftien frank, en eene

                gevangzitting van eenen tot vijf dagen, gezamelijk of afzonderlijk uit te spreken.

                Bij hervalling binnen het jaar, zal het maximum van een of/en ander kunnen

                toegepast worden. (GA-GR-21/2/1901)

     

    1901 – Militiekantoor Willebroek – Loting van donderdag 24 januari.

                Voor Blaesvelt zijn er   15 lotelingen

                Voor Heffen                  18

                Voor Heyndonck            7

                Voor Hombeeck            23

                Voor LEEST                  19

                Voor Ruysbroeck           25

                Voor Thisselt                  17

                Voor Willebroeck          110

                “ ’t Zij 234 lotelingen. Er zijn uitgestelden van vorige jaren.

                Het hoogste nummer is dus 277. Het laagste is 44.” (GvM-24/1/1901)

     

                De lotelingen van Leest met hun nummer :

                1. Busschot Gaston Emilius               nr. 183

                2. Cuypers Bern. Aug.                                   nr. 179

                3. De Muyer Frans Lod.                     nr. 241

                4. De Smedt Corn. Aug.                     nr. 116

                5. Diddens Jan Frans Constant          nr.  51

                6. Hellemans Alfons M.J.E.                nr. 100

                7. Huysmans Guil.Fr.Alf.                    nr. 272

                8. Janssens Frans                               nr.  81

                9. Lauwers Frans Leonard                 nr. 108

                10. Piessens Karel Hub.                     nr.  61

                11. Pollaert Arn.Leop.                                   nr. 152   

                12. Selleslagh Karel Frans                 nr. 265

                13. Teck Frans Lod.                            nr. 253

                14. Van Aken Petrus Jan                    nr. 145

                15. Van den Bossche Pet.Frans         nr.  99

                16. Van den Heuvel Petrus Jan          nr. 114

                17.. Van Linden Karel                        nr. 235

                18. Verbeeck Benediktus                   nr. 136

                19. Vloeberghs Cornelius Isidoor      nr. 206

                (GvM-26/1/1901)

    21-02-2012 om 11:23 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1899 – LEEST – ERG ONGEVAL

                “Een dezer dagen was het kind van den koster, oud 2 jaar, mede naar ’t zolder

                gegaan en wanneer het bijna op den hoogsten trap stond, sloeg eensklaps de

                valdeur toe en het arme schaapje zijn handje zat tusschen de zware sluiting.

                In haast kwam men toegesneld om het uit zijnen neteligen toestand te redden,

                doch men vreest dat drij zijner vingeren zullen verloren zijn.”

                (GvM – 26/11/1899)

     

    1899 – 6 december : Eerste optreden van de nieuwbakken fanfare in café “Het Kruispunt” 

                (kruispunt van de Juniorslaan-Vinkstraat, in 2000 de woning van Paul en Renilde

                Van Roy-Segers).

                Onder leiding van dirigent Louis Verbeeck voerden twaalf muzikanten hun

                eerste stapmars uit. Ze was speciaal door de dirigent gecomponeerd om hulde

                te brengen aan een Mechelse geldschieter van St. Cecilia en kreeg de passende

                naam “Hulde aan Mr. Matthijs”.

                Het was in de vroege namiddag van de toenmalige tweedekermisdag.

                Café “Het Kruispunt” werd toen uitgebaat door Isidoor Constant Van Hoof.

                Hij was de allereerste muzikant van “St.Cecilia”.

     

                Toen “die van Stuyvenberg” in 1900 ruzie kwamen zoeken in Leest wou

                Burgemeester Bernaerts de rellen stopzetten. Op het punt het onderspit te delven

                werd hij uit de nood geholpen door Isidoor Constant Van Hoof. Door dit dappere

                en moedige optreden werd deze laatste datzelfde jaar nog aangesteld als

                veldwachter te Leest, ondanks het feit dat hij toen lid was van de andere fanfare.  

                Hieruit kan men opmaken dat het in die tijd bij de Leestse fanfares in noofdzaak

                om de muziek ging.

                Van “Het Kruispunt” trok de fanfare toen in optocht naar de “Belle Vue” en de

                herberg “St-Cecilia” in het dorp, het latere   café “De Drij Gapers”.

                In de beginjaren van de fanfare paalde aan dit café een feest- en danszaal. De

                eerste Lokaalhouder van de fanfare St.-Cecilia was Theodoor Van den Heuvel.

     

    1900 – Te Leest woonden 1545 mensen, onderverdeeld als volgt :

     

                                                               mannen vrouwen totaal                                                                                                                                   

                a) 55 jaar en ouder                  115       98           213

                b) tussen  15 en 55 jaar           405      366          771

                c) jonger dan 15 jaar                291      270         561

                hiervan waren ongehuwd :

                a)                                               26        15           41

                b)                                              245     196          441

                c)                                              291     270           561

     

                -315  Leestenaren waren volledig analfabeet (“ konden lezen noch schrijven”)

                -In de gemeente stonden 274 huizen. (DB-1/7/1957)

     

    1900 – Isidoor Constant Van Hoof wordt veldwachter, dit in opvolging van Jan Baptist

                Bauwens.

                Constant werd te Leest geboren op 13 maart 1865 en hij overleed er op 3 oktober

                1924 . In 1890 was hij getrouwd met Maria Theresia Geerts eveneens uit Leest, 

                “zij werd door iedereen zeer geacht omdat eene groote vrees Gods haar bezielde

                en niemand sprak van haar eenig kwaad”, dixit haar doodsprentje.

                Het echtpaar kreeg 10 kinderen.

     

                Van Constant Van Hoof vertelt men dat hij dit ambt had bekomen na zijn

                spontane bijstand aan burgemeester Bernaerts, toen “die van Stuyvenberg” hier op

                een kermis waren komen ruzie zoeken en vechten.

                De burgemeester bemoeide zich ermee, maar stond weldra op het punt het

                onderspit te delven. Toen riep hij tot de omstanders : “In de naam der wet : wie

                wil mij helpen ?” Constant Van Hoof sprong hem bij en werd achteraf garde.

                (LG, blz.124)

                Isidoor Constant Van Hoof zou dit ambt blijven uitoefenen tot 1924.

                In 1954 werd zijn kleinzoon Victor de laatste veldwachter van de autonome

                gemeente Leest.

     

    1900 – ARBEID ADELT

                “Maandag namiddag bracht de fanfaren maatschappij Arbeid Adelt van Leest, die

                het puik der gemeente tusschen hare leden telt, aan den Z.E.H Pastoor, ter

                gelegenheid van zijn naamfeest St. Jozef, eene prachtige serenade.

                In hartelijke woorden dankte de Z.Eerw. Herder, het bestuur en de leden van de

                maatschappij Arbeid Adelt, voor dezen blijk van hoogachting en toegenegenheid,

                en hij drukte de hoop uit dat de maatschappij nog lange jaren, in vooruitgang en

                in bloei, tot ieders genoegen mocht blijven voortbestaan.

                Na nog eenige vroolijke aria’s te hebben uitgevoerd, trokken de muzikanten onder

                het uitvoeren van pas redublés naar hun lokaal, alwaar ze nog gezellig, op de

                meest vriendschappelijke wijze zich vermaakten.”

                (GvM-22/3/1900)

    21-02-2012 om 11:21 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Amelie Portael, in 2009 :

    “Toen mijn man Fons (nvdr : Alfons Hellemans) en ik in 1960 de bakkerij overnamen van Albert Piessens, wisten we niet wat ons te wachten stond. “De bakkerij van de Blekken was overgegaan in handen van de Sussen”, dat ging onmiddellijk rond in het dorp.

    Bij Fons waren ze inderdaad Sussen. Al die heisa kreeg nog een staartje want de vaste brooddrager van “Beire” Piessens, Julleke Vloeberghen, weigerde voor ons te rijden.

    Hij wilde niet voor “Sussen” werken. Wij zaten direct met een levensgroot probleem.

    Onze volgende gast, een jonge Mechelaar, viel serieus tegen en uiteindelijk is Vic Verschuren ons uit de nood komen helpen. Maar dat was ook een Blek en toen is “Maria van Finne” (noot Maria Verschuren)  als een razende furie onze winkel binnengevallen :

    “Waarom smijtte gij nen Blek buiten voor nen anderen Blek ?...”

    Wist ik veel van Sussen en Blekken, ik kwam van Peulis...

    “Nieke Frut”, ook een Blekken-sympathisante, kwam altijd om de asse van onze oven en die zeefde ze dan uit en met al wat bruikbaar was bakte ze haar fritten op het Dorpsplein.

    Wij kregen van andere Blekken in de “Root” het verwijt dat de Sussen (wij dus)  putten veroorzaakten aan de achterkant van die huizen en toen hebben we die met onze asse wijselijk gedempt, maar toen deden we Nieke te kort...

    Ooit kregen we van Blekken een vraag om patekens te bakken voor het teerfeest van St. Cecilia. Gaarne gedaan. Maar toen Gobien, de bakker uit de Juniorslaan dat vernam begon hij dat ook te doen. Dat jaar zaten de Blekken met een dubbele portie patekens op hun teerfeest...

    Ik weet ook nog dat de garde afgesproken had met de ongeduldig wachtende Blekken buiten het gemeentehuis. Van achter het raam in het gemeentehuis trok hij een aantal keer ostentatief aan zijn sigaret, het aantal zetels dat de Blekken hadden veroverd...

    Ik heb ooit nog de woning van Nest De Win zien bekogelen met tomaten...”

     

    Emiel Polfliet vertelde in 1977 :

    “Ik herinner het mij als was het gisteren, het was in ’52, de dag van de verkiezingen, in de mis van halfzeven en pastoor Coosemans stond op de preekstoel. Plots begon hij over de verkiezing te praten en vroeg tamelijk rechtstreeks niet voor de “Blekken” te stemmen. Toen is mijn grootmoeder (Colette Van Praet-De Prins)            verontwaardigd rechtgesprongen en heeft letterlijk gevraagd : “Mijnheer Pastoor, zijn wij dan geen kristelijke mensen ?”     

    Waarop de pastoor het antwoord schuldig bleef en hij verliet de kansel en zette de mis verder alsof er niets was gebeurd. Nog even was er spanning in de kerk toen mijn grootmoeder ter communie ging. Heel de kerk keek ademloos toe, maar de pastoor behandelde haar net zoals

    de andere communicerenden en legde de H. Hostie op haar tong.

    Onmiddellijk na die mis staken enkele “Blekken” spontaan de koppen bij elkaar en verzamelden in een mum van tijd enkele tientallen muzikanten van hun fanfare  St.-Cecilia. Die zijn dan dezelfde dag uit dankbaarheid bij mijn grootmoeder  thuis, in de Alemstraat, een serenade gaan spelen.”

     

    Stan Gobien  daarover in zijn boek “Leest in Feest” :

    “Op zondag 12 oktober 1952, de dag van der verkiezingen, deed er zich een incident voor dat een grote weerklank kreeg en niet alleen in Leest. Een van de twistpunten was de herstelling van het dak van de kerk geweest. De pastoor, toen Z.E.H.Coosemans, had zich moeten uitsloven en smeken om het dak hersteld te krijgen. Eerst wou de Kerkfabriek van Leest tussenkomen voor 75.000 frank maar die zag daar van af en uiteindelijk moest de gemeente opdraaien voor het totale bedrag. De pastoor kon het vermoedelijk niet langer verdragen dat de Blekken nu rondbazuinden dat zij prima hadden gezorgd voor de herstelling van het dak van de kerk. In de vroegmis tijdens de preek vloog hij uit naar de kandidaten op de lijst van St.-Cecilia en hij noemde de kandidaten van de “Ware Leestenaar”, “ware leugenaars”. In die tijd waren de meeste Leestenaars trouwe kerkgangers en deze uitspraak vanaf de preekstoel viel niet in goede aarde bij de Blekken. De mannen zaten bleek van woede hun kwaadheid te verbijten, maar ze bleven als versteend zitten. Slechts één vrouw, in Leest “Peit Klet” genoemd, de moeder van Nante De Prins, stond recht en onderbrak de pastoor. Ze zei dat de pastoor het recht niet had haar zoon, die op de lijst van de Blekken stond, een leugenaar te noemen. De pastoor was een ogenblik verbouwereerd maar dat was genoeg om een hele chaos te ontketenen in de kerk. De mannen die daar een paar ogenblikken geleden stilletjes en met schrik op hun stoel zaten, wisten maar al te goed wat er ging gebeuren  als ze niet handelden. Ook zij stonden recht en begonnen hardop te protesteren. De aanhang van de Blekken deed mee en ook de neutrale kerkgangers vonden het ongehoord wat de pastoor zei. De Sussen daarentegen waren het met de pastoor eens en er ontstond een echt tumult.  Waarschijnlijk zag de pastoor in dat hij de zaak niet meer baas kon. Hij stopte zijn preek. Een groot aantal Blekken verliet uit protest de kerk. Ze gingen niet naar huis maar verwittigden onmiddellijk alle medestanders. Velen onder hen gingen de volgende missen bijwonen. Naar verluidt hadden heel wat Blekken aardappelen op zak gestoken en hadden ze afgesproken deze naar de preekstoel te gooien indien de pastoor deze netelige kwestie nog ter sprake durfde te brengen. De pastoor zweeg in de volgende missen in alle talen over het maar langzaam hersteld dak van de kerk…

    Pastoor Coosemans moest ook zijn stem gaan uitbrengen en deed dat na de hoogmis. Heel wat Blekken stonden hem op te wachten. Bij zijn tocht naar de gemeenteschool waar de verkiezing werd georganiseerd, werd hij gehoond en beschimpt. Vanaf toen werd hij door de Blekken beschouwd als een Sus…

    Na de verkiezingen is hij zijn verontschuldigingen gaan aanbieden bij de kopmannen van de Blekken. Hij verklaarde dat hij zich het hoofd op hol had laten brengen door de pamfletten van de Sussen en dat hij het niet zag zitten dat er ooit ‘socialisten’ in het Leestse gemeentebestuur zouden zetelen. Later heeft hij zich niet meer gemengd in de dorpspolitieke strijd.”

     

    21-02-2012 om 11:17 geschreven door Marcel Van Hoof

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/05-12/05 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 18/03-24/03 2024
  • 11/03-17/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 05/02-11/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 23/10-29/10 2023
  • 09/10-15/10 2023
  • 25/09-01/10 2023
  • 11/09-17/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 14/11-20/11 2022
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 12/07-18/07 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!