WINDHONDEN RENNEN IN HINDELOOPEN
Het was in het begin van de vijftiger jaren dat er op het voetbalveld, achter de zeedijk, een wedstrijd voor windhonden georganiseerd zou worden. Op een zaterdagmiddag was het zover, met prachtig weer en veel publiek werden de voorbereidingen getroffen. De starthokken werden opgebouwd, lijnen uitgerold met de kunsthaas, waar de honden achteraan moesten hollen, een drukte van belang. Het belangrijkste waren natuurlijk de honden; de sterke forse Greyhounds en de kleine meest geel gekleurde Engelse Whippet's. De eigenaren, meest op klompen, liepen zenuwachtig heen en weer. Wij stonden er met de neus bovenop, want hondenrennen zag je niet iedere dag en tenminste niet in Hindeloopen. Nu was er ook nog in Hindeloopen een hondenkenner bij uitstek namelijk Jan Amsterdam. Maar, nu lag zijn kennis meer bij mollen(honden) vangers dan bij windhonden. Jan ging tussen ons instaan, keek misprijzend naar de Whippet's en merkte op, dat zijn Hekkie gauw zo snel was dan deze kapstokjes. Een van de hondeneigenaren hoorde dit en zei dat hij dan die hond maar eens op moest halen, dan wilden ze dat wel eens zien! Jan wilde nog zeggen dat de specialiteiten van Hekkie mollen en bunzings waren en dat het geen echte Engelse Tipper was, maar geen pardon, ophalen geboden de mannen. Jan liep weg en kwam even later met Hek terug. Toen Hekkie bij de dijk neerliep, was wel te zien, dat hij de meeste mollen al gevangen had in zijn leven. En de enige overeenkomst die hij met de Whippet's had was de gele kleur. Jan en Hekkie werden luidkeels door de speaker aangekondigd en door het publiek met een ovatie ontvangen. Hekkie trof het niet, vonden wij, want hij moest direct al tegen de grote snelle Greyhounds. Alsof hij tegen de Whippet's wel een kans had gemaakt. De starter vroeg nog aan Jan of hij hem ook een paar meter voor de finish wilde laten starten. Maar Jan, negeerde deze opmerking en zei: Wacht maar heren, as d'r east de gang mar het. De Greyhounds werden gemuilkorfd en kregen de dekjes met rugnummers op. Jan vond dit voor Hekkie niet nodig; Hij bijt alleen op de haas en de Hielpers kenne 'm er wol ut. De spanning op de dijk was voelbaar, maar Jan wuifde geruststellend naar het publiek. De honden werden achter in de starthokken geduwd en Jan fluisterde tegen ons: As Hek no de utgang mar sogt. De starter telde tot drie, de hokken werden (aan de voorkant opengetrokken en de meute stormde op de kunsthaas af, maar tot onze ontsteltenis was Hekkie er niet meer bij: die kwam even later weer achter uit het hok. En zette flink de pas er in, maar wel in tegenovergestelde richting van de baan. Het kon niet uitblijven natuurlijk bij de glooiing kwam hij de Greyhounds tegen die onmiddellijk afremden en zich op Hekkie stortten. Maar Hekkie niet gehinderd door muilkorf en rugnummer, hapte om zich heen dat het een lieve lust was. De hondenmannen renden met de klompen in de hand op de vechtende kluwen af en toen er één met z'n klomp dreigend naar Jan zwaaide, draaide deze zich om en zei: t wod mien tied, Hek komt straks wol.
Bron: Uus LikjeWraald Oktober 1999 Verteld door de toen nog jeugdige toeschouwer. Jeddy Klaaren.
|