DE KWÊK
In 1992 bestond de ijsclub van Hindeloopen 125 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum werd een boekje uit gegeven. Hierin stonden enkele leuke anekdotes over de alom bekende Hindelooper Hielke Zweed alias DE KWÊK.
Hielke Zweed: Een kleurrijk voorzitter.
Het ziet er naar uit, dat de geest van Hielke Zweed in lengte van jaren boven de Hylper ijsclub blijft zweven. Dat juist hem die eer te beurt valt, komt door twee redenen. In de eerste plaats om zijn intrigerende persoonlijkheid en ten tweede de tijdsomstandigheden. Voor de club was dat laatste heel belangrijk. Zweed was de eerste voorzitter, die in een overgangs periode fungeerde. In het begin der jaren vijftig kwam er nieuw elan in de club. Voorheen zat het bestuur evenmin stil, maar het waren slechts incidentele hoogtepunten. Hoewel in Hindeloopen nooit sprake was van enig standsverschil, kwam er ook een einde aan de bepalende inbreng van de plaatselijke bovenlaag. Bovendien brak er een periode aan met een ambitieuzere opzet van het winterprogramma. Toch komt Zweed niet de eer toe als vernieuwer de geschiedenisboeken in te gaan. Want zijn opvallende rol, waarvan de feiten in het Ijsselmeerstadje nog steeds van vader op zoon worden overgeleverd, kwam, doordat zijn naam regelmatig verbonden werd aan intriges en achterklap. Onnodig, maar de persoonlijkheidsstructuur van Zweed stond nu eenmaal een succesvolle bestuursperiode in de weg. Aan zijn organisatorische kwaliteiten lag het niet. Ook stond hij als lid van de Hylper gemeenschap zeker niet op een zij spoor. Het manco school in zijn contactuele eigenschappen. Populair wist hij zich nauwelijks bij iemand te maken. Zweed was zich dat ook wel bewust, maar hij weet dat aan een voortdurende vorm van miskenning van zijn persoon.
Dat hij de post van voorzitter wenste te verkrijgen, lag ook in de lijn van zijn eerdere activiteiten.Het was voor hem een uitdaging, om zich een vooraanstaande rol in het Hindelooper bestuursleven toe te eigenen. Voordien gingen zijn voornemens in rook op. Twee pogingen om in de jaren dertig als lijstaanvoerder van een plaatselijke politieke partij een zetel te verwerven, liepen op een fiasco uit. Dat hij in het begin der jaren vijftig werd benoemd als voorzitter van de ijsclub, hield dan ook wel enige risicos in. Maar iemand, die zich met de nodige ambities naar voren schoof, kon zeker rekenen op krediet van de leden en als hij zich daarnaast nog waar kon maken, werden zijn minder goede persoonlijke eigenschappen op de koop toegenomen. De problemen, die zich zouden aandienen, kwamen vooral van degene, met wie Zweed matig overweg kon. Zij probeerden de visserman- koopman, waar dat maar kon, onderuit te halen. Veel moeite kostte hen dat niet. Zweed wond zich na elke verdachtmaking mateloos op en had geen enkel zicht op het feit, wanneer al of niet serieus aan zijn positie werd getornd.
Na één jaar voorzitterschap kwamen de eerste problemen al in de openbaarheid. Behoudens de voorzitter waren op één na alle bestuursleden opgestapt. Er werd zelfs gedreigd een tweede ijsclub op te richten. De soep was gelukkig niet zo heet als zij werd opgediend. Uiteindelijk kreeg Zweed weer het vertrouwen van de ledenvergadering die het bestuur tot het aantal voorgeschreven leden aanvulde.
Daarna trad voor Zweed een succesvolle periode in. De jaarvergadering in 1952 was het hoogtepunt in zijn bestuurscarrière. Hij werd grote meerderheid van stemmen voor een nieuwe ambtsperiode benoemd. Eén der aanwezigen vergeleek zijn optreden zelfs met kapitein Kurt Carlsen van de Flying Enterprise.( Kurt Carlsen was een legendarische kapitein die zijn zinkend schip niet wenste te verlaten) De voorzitter kreeg namens de vergadering als symbool voor zijn betoonde ijver een gele dahlia op de borst gespeld. Volgens de notulist was de voorzitter zo ontroerd, dat hij geen genoeg woorden van dank kon uitspreken.
Helaas voor Hielke Zweed bleven verder hoogtepunten uit. Donkere wolken pakten zich samen. De jaarlijkse bijeenkomst van 1953 werd namelijk voor hem een traumatische ervaring. Aanvankelijk leek er niets aan de hand te zijn, want tijdens het eerste gedeelte zette de voorzitter de vergadering moeiteloos naar zijn hand. Maar tijdens de pauze liep het helemaal mis. De zaaleigenaar had via een bandrecorder de openingsrede van de voorzitter opgenomen. Volgens de notulen draaide de gastheer tijdens de pauze de rede weer af met daarbij
vele vreemde bijgeluiden, van hanengekraai. Een zwaardere belediging kon men de voorzitter niet aandoen.
Volgens de overlevering moest Zweed zich op een avond tijdens de Tweede Wereldoorlog hals over de kop in veiligheid brengen voor de bezetter toen, hij zich niet aan de regels van de Sperrzeit (voor een bepaalde tijd niet meer op straat mogen zijn) hield. Hij verstopte zich op het erf van boer Ykema in een kippenhok. Dat hij met dat feit altijd weer werd geconfronteerd, viel hem zwaar. Een van de ijsclubleden was er kennelijk in geslaagd, ongemerkt bij de opnamen de gewraakte geluiden in te spreken.
De opzet van het anonieme lid slaagde helemaal. De stemming in de bijeenkomst sloeg helemaal om. De voorzitter weigerde nog een woord uit te brengen en gaf de leiding over aan de secretaris. Zweed hervond zich pas weer tegen het einde van de vergadering. Tot opluchting van de zaal was hij in staat het slotwoord uit te spreken en iedereen welkom thuis te wensen. Tevens wenste hij de extremistische kraaiers succes. Dit incident werkte nog lang na. De secretaris vroeg zich in het verslag af, of de dissidenten op deze wijze zouden proberen de ijsclub over de kop te gooien. Maar neen, als stonden er honderd samen, Zweed is en blijft daarom voorzitter! Zelfs de redacteur van de Friso merkte dat de emoties naar aanleiding van de historische vergadering hoog waren opgelopen. Twee correspondenten boden een verslag aan. Om beschuldigingen van partijdigheid uit te sluiten, werden ze beide geplaatst.
De rampspoeden voor Zweed bleven gestaag doorgaan. In de december vergadering van 1954 was het weer de beurt aan de voorzitter voor de periodieke aftreding. Er voltrokken zich verrassende ontwikkelingen. De Mede-bestuursleden zagen weinig heil in een herverkiezing van Zweed. De leden lieten hem eveneens als een baksteen vallen, waardoor hij merkbaar teleurgesteld zijn afscheidsrede afstak. Lyrische bewoordingen doorspekten zijn rede: De broek is geknipt. Of ze te nauw is of te wijd, dat zal later blijken! Zweed zag dus een complot om zijn invloed op het ijsgebeuren te breken. Maar het is redelijk te veronderstellen, dat zich vooraf wel het een en ander moet hebben afgespeeld, dat verhoudingen in het bestuur hadden verziekt. Aantekeningen van bestuursvergaderingen, die dat kunnen tonen zijn er helaas niet, Maar het jaarverslag van secretaris bevat enkele passages, die de strubbelingen beschrijven. Het werd Zweed ondermeer aangerekend, dat hij bij de prijsuitreiking van beljeien ( beljeien=wedstrijd met paarden voor een areslee) schitterde door afwezigheid. Al met al had Zweed met zijn eigenzinnige opstelling, die voortgang van het winterprogramma belemmerde, het ongenoegen van de ijssportliefhebbers over zich heen gekregen.
Hielke Zweed ging niet bij de pakken neerzitten. Enkele weken later liet hij een ingezonden schrijven in de Friso plaatsen met een aantal pittige opmerkingen. Het valt te betwijfelen of de ex-voorzitter er iets mee opschoot. De redactie bekorte het stuk en schrapte gedeelten, die met namen en veronderstellingen geen corrigerende pretentie kunnen laten gelden. Het jaar daarop probeerde hij met een kort ingezonden schrijven de teloorgang van de ijsclub aan te tonen, dat hij enkele afleveringen later zou laten volgen door een stuk in poëtische vorm:
Als een stuurloos schip, met onverstand bevaren, Drijft Hielpens ijsclub op de baren. De kas is leeg, de leden weg, Wij hebben hier ook altijd pech. De kruik kan lang te water gaan, Maar als ie breekt, dan heeft de ijsclub afgedaan.
Of het al dan niet door de publiciteit kwam, Zweed kreeg nog een kans de bestuurlijke top te bereiken, hetgeen wellicht veroorzaakt werd doordat het beleid van het bestuur, ondanks zijn inzet, de achterban niet aanspraak. De vergadering in december 1957 kreeg dan ook een chaotische bestuursverkiezing. Zweed vestigde, tot schrik van de andere bestuursleden, de meeste stemmen op zich. Zij legden zich niet bij de situatie en degradeerden hem na onderling beraad tot baancommissaris. Secretaris Wiggert .Y. Amsterdam. bleek het diplomatieke taalgebruik uitstekend te beheersen, want in de notulen schrijft hij dat Reitje Glashouwer tot voorzitter werd benoemd vanwege de hoge leeftijd, die Zweed al heeft. Zweed was voor een voldongen feit geplaatst, vandaar, dat hij de eer aan zich zelf hield. Hij vond, dat het bestuur de reglementen aan haar laars lapte, voelde zich verongelijkt en stelde zijn functie ter beschikking. Zijn hoop een waardig rentrée had hij nog niet opgegeven. Eind 1959 plaatste hij nog een ingezonden stuk in de Friso. Het was even wel zijn laatste stuiptrekking. De respons, waar hij in eerder jaren op kon rekenen ontbrak geheel. Dat zal hem het meeste pijn hebben gedaan. Regelmatig zag hij van uit de leugenbank merkbaar gefrustreerd toe, hoe zijn opvolgers bij ijsfeesten de touwtjes in handen hadden. Zweeds rol daarin was definitief uitgespeeld.
Bron: Jubileum boekje ijsclub In dit boekje staan meer mooie verhalen
|