De vergeten fokxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De zeilsport is eerst in de twintiger jaren van de vorige eeuw bereikbaar geworden voor een groter deel van de bevolking. Daarvoor was het alleen voor de elite. Vooral de 16m2, een ontwerp van Hendrik Bulthuis uit Burgum heeft daaraan bijgedragen. Ook in de dertiger jaren waren er in Hylpen begenadigde zeilers. Ik zal er een paar opnoemen. Foppe Stallmann, Hanke Dikkes, en Piet Amsterdam, de zoon van Harring Amsterdam, die in die tijd de Hindelooper meubelzaak had. Dit in het gebouw waar nu Gauke en Gretha actief zijn. Hanke bouwde zelfs zijn eigen zeilboten.
Ook is in de dertiger jaren het wedstrijdzeilen op grote schaal begonnen. Met name de Sneek week heeft daaraan een grote bijdrage geleverd. De Sneekweek werd georganiseerd in de derde week van augustus, waarbij dan de woensdag de topdag was. De organiserende commissie had dan de motorboot van Ate Wiggert, genaamd de Volharding, vastgelegd als commissie schip. Dit hield dan in dat Ate Wiggert zich al vroeg in de woensdagmorgen in Sneek moest melden, vervolgens de noodzakelijke zaken moest inladen, waarna vervolgens de tocht naar de Snekermeer volgde. Maar erger nog. Normaliter vertrok men dinsdagmiddag om 14.30 uit Sneek en kwam men om 17,30 uur na drie uur varen in Hylpen aan. Alleen en uitsluitend werden bederfelijke zaken nog gelost. Hierbij te denken aan vlees en ijsstaven die de slagers nodig hadden voor de koeling in de ijskasten. Alle andere zaken, zoals kruidenierswaren en meel voor de bakkers werd eerst op woensdag morgen gelost. In dit geval werd echter tot laat in de avond daags tevoren alles gelost en de volgende morgen vroeg vertrokken naar Sneek.
Hanke Dikkes had in die tijd verkering met Stien, zijn latere vrouw, die woonde in Heeg. Hanke zou ook op de bewuste woensdag op de Sneekermeer acteren. Echter hij zag een buitenkansje, ging daags tevoren met de zeilboot naar Heeg en had met Ate Wiggert de afspraak gemaakt tijdig op een zekere plaats te zijn, zodat hij verder slepend via Sneek op de Snekermeer kon komen. En aldus geschiedde. Echter Tjeerd Dikkes, de vader van Hanke , wilde mede genieten van de prestaties van zoonlief en had met Ate Wiggert afgesproken mee te gaan en was dus s ochtends vroeg op tijd op de loswal aan de Zeilroede. Alles liep gesmeerd volgens plan en afspraak. In Heeg aangekomen met de Volharding gooit Hanke een sleeplijntje over en laat zich onbekommerd slepen. Onderweg begint hij de luiken en plunjezakken open te maken en voorbereidingen te maken voor de zeilwedstrijden. Hij is voortdurend onzichtbaar bezig in de zeilboot, opent luiken en sluit ze vervolgens weer. En uiteindelijk resulteert dit in de constatering dat hij een niet onbelangrijk stuk gereedschap is vergeten, namelijk de fok. Een stuk gereedschap zonder het welke je onmogelijk een zeilwedstrijd met goed gevolg kunt afmaken. Een schrik maakt zich van hem meester. Tjeerd Dikkes staat bij Ate Wiggert op het achterdek en hoort de volgende schreeuw:
Hanke: fear iek hev de fokke ferjetten (Vader ik heb de fok vergeten)
Tjeerd Dikkes , die zich uiteraard ten opzichte van Ate Wiggert daardoor uitermate ongemakkelijk voelde, antwoordde:
iek skemje my dat iek dyn faar bin (Ik schaam me dat jou vader ben)
Verteller: Wiggert Amsterdam (Wiggert en Bettie)
|