Op bezoek bij Giele Slachmuylders, de oudste inwoner van Leest
Giele Slachmuylders werd te Hombeek geboren de 18e januari 1865 in de Bankstraat. Nu woont die goeie, brave man op de Steinemolenhoeve, (Noot : de geschiedenis van deze hoeve is terug te vinden in deze Kronieken jaar 1347) daar aan het viaduct van de Kapellebaan. In de omgeving kent men hem best als ‘Giele van d’hoef’ ; zo spreekt men ook van Jan en Frans van d’hoef, zijn twee zonen die daar bij hem inwonen. Toen ik er binnen kwam, was Giele bezig met bidden aan zijn Paternoster. Zijn schoondochter –een vriendelijk vrouwtje- zei me dat Giele er veel paternosterkens ‘doorhaalt’ op ’n dag. Ik riskeerde het toch maar, Giele in z’n gebed te storen. Hewel Giele, zei ik, ik ben eindelijk eens afgekomen op verzoek van de ‘grote baas’ om u eens te horen vertellen over de goeie oude tijd. Om het u gemakkelijk te maken zal ik vraagskens stellen. -Ge zijt in Hombeek geboren, hoelang hebt gij er gewoond ? -Tot ik 27 jaar was, dus (ik tel voor hem) tot 1892. -Waart ge toen al getrouwd ? -Ik trouwde op mijn 35 jaar, dus in 1900. Juust. -Hoe zag er de streek uit Giele, in uw jonge tijd ? -Huizen waren er nog niet zoveel. En degene die er stonden waren opgetrokken in stro en leem. Er waren enkele grote boeren en vele kleine boerkens. Op het land won men sloren (koolzaad), vlas, patatten Krüger, industrie, de Deinze-patatten, rode, blauwe en bleekblauwe patatten. De opbrengst was niet zo groot en ze waren niet zo vroeg, dat schol wat. In ’t volle seizoen, als er vele waren, kostten de patatten 5 fr de 100 kg ; de vroege gingen tot 13 à 14 frank. Ik heb eens geweten dat men te Mechelen aan de statie 23 frank betaalde voor 100 kg. -Giele, waren de mensen content in uwen tijd ?Hij richt zijn hoofd op en met een kordaat ‘J A !’ wil hij zeggen : ‘veel contenter dan nu’. De mensen waren meer bevriend met elkaar, voegt hij er aan toe, ze konden elkaar beter betrouwen. -Kreegt ge altijd roggebrood ? -In de week wel, maar ’s zondags kregen we elk één witte boterham. -In welk jaar hebt ge de eerste velo zien bollen en hoe zag die er uit ? -In 1870, ik was toen 5 jaar oud. Het waren andere velo’s dan nu : een klein wiel van achter, een groot wiel van voor ; freins waren er niet aan. -Hoe moest gij dan remmen als ge de berg afreedt ? -Ge moest dan maar wrikkelen met uw voorste wiel, van links naar rechts tot ge stil stond. Ge stond op een zijstuk aan ’t achterste wiel met uw ene voet, ge duwde uwe velo vooruit en intussen sprong ge op uw zadel …
Er waren ook houten velo’s, zegt Giele lachend, zonder banden : men maakte zich banden van koorden en van versleten zelen van windmolens, zelen dus waarmee men de zakken op en af had getrokken. Weinig mensen konden zich de luxe permitteren van een velo. We gingen dan maar te voet, naar Londerzeel, naar Willebroek, naar Mechelen, naar O.L. Vrouw Waver, vooral als ’t kermis was…Voorts bleven we thuis de zondag en wij kegelden, schoten doel met 20 man (die de roos schoot, kreeg de hele pot : 20 centen) of we gingen vissen. Als we van huis gingen, dan moesten die van 14 à 16 jaar voor de donkerte terug thuis zijn. Die van 16-20 jaar mochten al wat langer weg blijven, maar er werd toch achter hun ‘veren’ gezeten. In de zomer mochten we langer wegblijven (volgens de klaarte), in de winter iedereen binnen te 7 uur ’s avonds.
-En het ‘verkeren’ Giele ? -Wel dat ging niet zo straf als nu. Eens per week, de zondag, mochten we eens naar elkaar toe. Het gebeurde wel eens, als men weinig werk had, dat men er ook in de week al eens op af trok. De koppels mochten bij mekaar blijven tot de ouders gingen slapen. -Werd er vroeger veel gedanst ? -In alle staminees zat er toen een harmonicaspeler om polka, wals, kwadrille, scottisch te begeleiden. Als de jongens alleen waren, dansten ze met elkaar, de meisjes deden in dat geval hetzelfde. Voor elke dans moest men 3 centen betalen, wat gelijk stond met een streep (glas) bier. Soms mochten de meisjes daar ook eens van drinken. -In een juninummer van verleden jaar, heeft Victor Van den Bempt iets verteld over het ‘loten’. Weet gij nog iets over die tijd, Giele ? -Ik ben geen soldaat moeten worden, omdat ik me er uit had getrokken : twee van m’n broers hebben een remplacant kunnen vinden, mits te betalen natuurlijk. De ouders van een soldaat trokken per maand 10 frank, terwijl de soldaat zelf een ‘solde’ had van 15 centen ; daarvan moesten ze o.a. de blink kopen om het paardengetuig te poetsen. Enkel de ouders die niet al te welstellend waren, trokken die 10 frank. Het gebeurde wel eens dat iemand aan zijn gebuur zijn hond verkocht (waarvoor hij anders 2 frank belasting moest betalen…) ; zo werd hij dan gerekend bij degenen die voor hun zoon-soldaat konden trekken, omdat hun financies niet hoog genoeg meer stonden. -Wel, Giele, gij zijt hartelijk bedankt omdat ge ons zo bereidwillig te woord hebt gestaan, en ook gij, Frans en Louis, die nu en dan een handje hebben toegestoken. Tot ’n volgende keer ! De Interviewer.” (Noot : Jan De Decker)
Willem Jan Dagobert ‘Giele’ Slachmuylders was te Hombeek geboren op 18 januari 1865 en hij overleed te Leest op 12 september 1962, hij was 97 geworden. Giele was gehuwd met Maria Rosalia Lauwens van Zemst-Laar. In 1894 had hij, als enige Leestenaar, een jachtbrief afgeleverd gekregen (GA).
“De goede vader is heengegaan. God heeft hem getrouw bevonden in het vervullen van zijn plicht. Als oudste inwoner van het gewest was zijn leven één offer, één gebed, vooral tijdens de laatste maanden, wanneer hij zijn einde nabij wist. Gelaten, tot het einde is hij de weg gegaan zoals Gij, o Heer, hem had bevolen. Hij was eenvoudig, hartelijk en oprecht, een voorbeeld voor zijn kinderen. Voor iedereen die hem kende was hij een ware vriend.”
1959 – Zondag 14 juni : Verkeersongeval aan de Koepoort.
“Een scooter, bestuurd door Alf. Polfliet uit Leest, met op de duozitting zijn echtgenote Maria Robijns, kwam zondagnamiddag op genoemde plaats in aanrijding met een personenauto bestuurd door R. Tillemans uit Verrebroek. De twee eerstgenoemden liepen hierbij tamelijk ernstige verwondingen op en moesten ter verpleging naar het O.L.V.-gasthuis worden overgebracht.”
Alfons Polfliet was te Leest geboren op 9 juli 1901 en hij overleed te Mechelen op 10 november 1979. Hij was medestichter en bestuurslid van de Bond der Gepensioneerden Battel.
1959 – 16 juni : Pater Clementiaan O.F.M. vierde de 15de verjaardag van zijn priesterschap
“De Band” van juni 1959 : “Wij kennen onze onderpastoor als een edel mens, een vroom priester, een echte vriend, een noeste werker, een goed hart. Wij betuigen hem onze aanhankelijkheid, onze vriendschap, onze trouw en onze toewijding.” (Foto onderaan)
1959 – Van 21 tot 28 juni : Lourdesbedevaart georganiseerd door de KWB.
Deze achtdaagse periode was de eerste van de 5 waarop KWB-Leest bedevaarten naar Lourdes organiseerde. De andere perioden waren van 30/6 tot 6/7 (7 dagen met een ingelast verblijf te Lyon en een bezoek aan het eeuwfeest van Ars), van 19/7 tot 26/7 (8 dagen) en van 10/8 tot 17/8 (8 dagen). (DB, januari ’59)
1959 – 22 juni : Overlijden van Joannes Baptista DE SCHOENMAEKER.
Echtgenoot van Ursula Peeters. Hij was te Leest geboren op 18 juli 1886 en overleed te Mechelen op 22 juni 1959, voorzien van de sacramenten der stervenden. De plechtige lijkdienst, gevolgd van de begrafenis op het stedelijk kerkhof te Mechelen, vond plaats op donderdag 25 juni te 10 uur in de parochiekerk van het H. Hart. Rouwadres : Auweghemvaart 118 Mechelen. (G.v.M; : 23/6)
Joannes Baptista (“Jang”) DE SCHOENMAEKER (VERDICKT) was een voorkind van Joanna Catharina Verdict (°Leest 12/12/1864 +Leest 28/6/1923). Vader Victor De Schoenmaeker (°Heffen 1/7/1863 +Leest 7/10/1932) aanvaardde hem en gaf hem zijn naam mee. “Jang” huwde voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 13/8/1921 te Berchem (St.-Willibrordus) met Ursula (“Tizzela”) PEETERS die hem één dochter schonk : Mariette, evenals haar moeder een naaister. Ursula was te Bornem geboren op 17 maart 1888 en overleed te Mechelen op 2 september 1969. Het gezin woonde in Battel aan de vaart. Later is Tizzela nog een textielwinkeltje begonnen in Mechelen. Zij was een zus van Ida Peeters, de moeder van Mathilleke De Bruyn uit de Kouter die gehuwd was met Jan Lauwens en van “Rik van ’t Kot” de populaire dirigent van de Blekken. In de familie Lauwens noemde men Ursula ‘Tanteke’.
Jang De Schoenmaeker was een echte kindervriend en bekend om zijn vele fratsen. Zo hield hij ervan de kinderen van alles op de mouw te spelden en gekke streken met hen uit te halen. Als dat gelukt was gniffelde hij binnensmonds, een typisch kenmerk van hem. Hij woonde aan de vaart te Mechelen en reed met bier van brouwerij “Het Anker”. (Foto van Jang en Ursula onderaan)
1959 – 26 juni : Soldatenbrieven van Francois Boey :
Brasschaat 26/6/59 : Het eten is hier goed. Nu onze opleiding gedaan is, zijn we heel wat rustiger. Maandag 29 juni vertrekken we van hier. Ik moet niet naar Duitsland, ik weet op dit ogenblik nog niet waarheen. Ik dank u voor De Band, parochieblad en de Gazet van Antwerpen. Beste groeten aan alle soldaten en vrienden, aan de muzikanten en vooral aan onze Chef van de Koninklijke Fanfare ‘St.-Cecilia’.
Brasschaat 29/6/59 : In mijn nieuwe eenheid vind ik het strenger dan in het opleidingscentrum. Bij het avondmaal zag ik ’n vriend uit Leest, Leo Hellemans. Nog tien maanden geduld en dan ben ik weer daar in dat kleine dorpje Leest. Beste groeten aan al de soldaten uit Leest, aan de muzikanten en aan de Chef, ook aan de Milac.
1959 – 29 juni : Dienstplichtige Leo HELLEMANS vanuit Brasschaat.
“Het wordt tijd dat ik eens aan U ga denken, vooral daar gij reeds van in ’t begin aan mij gedacht hebt door me het ‘Handboek van de Soldaat’ te bezorgen en door mij nu dagelijks een gazet op te sturen. Binnen twee weken is onze infanterieopleiding gedaan en begint de artillerie-opleiding. Een goeie dag aan alle Leestenaren en tot weerziens. Nogmaals hartelijk dank aan Milac.” (Foto van Leo als kind onderaan)
1959 – 29 juni : Naar het Klein Kasteeltje.
Die dag werd Urbain Kerssebeeck (Juniorslaan 25) in het Klein Kasteeltje verwacht voor zijn “drie dagen”.
1959 – 29 juni : Prijsuitreiking St.-Romboutscollege Mechelen.
In de krant van 30 juni 1959 verscheen een verslag van de “Plechtige prijsuitdeling in het St-Romboutscollege”. Wij pikten er de uitslagen van enkele Leestenaars uit :
Oude Humaniora- Diploma’s van derde rang : Jan Verbruggen, Leest.
Moderne Humaniora - Einddiploma’s – Eerste wetenschappelijke –Diploma’s van eerste rang : -Firmin Van den Brande, Leest.
Vijfde Moderne C : -1e pr. : Edward Rottiers, Leest.
Zesde Moderne B : -1e pr. : Roger Silverans, Leest.
Foto’s :
-Pater Clementiaan was 15 jaar priester.
-Jan Baptist “Jang” De Schoenmaeker en zijn echtgenote Ursula “Tizzela” Peeters.
-Links de kleine Leo Hellemans naast zijn oudere broer Alfons, de latere bakker.
-Eduard Rottiers met zijn zusje Viviane op bezoek bij Sinterklaas.