Fouilleren gelijk in oorlogstijd.

We schrijven 1946. Als grensgemeente had Arendonk ook te maken met smokkelarij. Terwijl hun venten met vrachtwagens vol de grens over reden, gingen de vrouwen op hun manier te werk. Zij verstopten de boter en de genever onder hun rokken.
De echtgenotes van plaatselijke douaniers werden ingeschakeld om hun soortgenoten af te tasten. Een goede naam hebben "de Jeannekes" er niet aan over gehouden. Of de smokkelaarsters werden bij de leuvense stoof gezet. Na verloop van tijd druppelde de goei boter langs hun benen naar beneden.
|