Een weekje vacantie aan de Vlaamse kust was dit jaar twee dagen regen, 1 dag Boudewijnpark, 1 dagje in de duinen, 2 dagen aan het strand en dan nog een braderij bezoeken. Overal kostte de Blonde Leffe meer dan 3 euro, 50 eurocent om te plassen, was de grootste hoop van de cafébazen knorrig, trapte men in hondenpoep en was er uren in de omtrek geen parkeerplaats te vinden. Gelukkig hadden we de kleinkindjes bij; en die maakten er een keigoeie vacantieweek van. ...Ondanks alles.
Eén van de laatste herinneringen aan de tweede wereldoorlog inArendonk is een bunker aan het kanaal Dessel-Schoten. Eigenlijk is het niet meer dan een zwaar verstevigd betonnen hok van een meter vijftig bij een meter vijftig. Op de buitenkant van de bunker zijn er met behulp van een soort grote soeplepel betonnen dopjes opgezet. Waarvoor?...Ik zou het niet weten!. (klik op de foto.)
De vacantie is bijna voorbij. En daarmee ook de drukte op de Europese wegen. Ook aan de massale emigratie van mijn Nederlandse buren komt daarmee een einde. Ik heb ze zien rijden en ben ze tegengekomen: Gelijk de Hunnen, de Noormannen en onze Germaanse oosterburen in vroeger tijden Europa overspoelden, maar dan in omgekeerde richting, zo trekken mijn hollandse vriendjes in een laattijdige inhaalbeweging Oost- en Zuid-Europa binnen. Als colonnes werkmieren, in eindeloze slierten en rijen. Met sleurhutten achter hun wagens- kerrevens, zeggen mijn vrienden daartegen - in alle maten en vormen. Volgestouwd met pa en ma, familie en ouwe oma, trekken ze richting Pyreneeën,Salou en andere kampeerterreinen. Eens aangekomen kapen zij het eerste beste caféterrasje, bestellen de hoogstnodige consumaties en geven de kelner van dienst een uitgebreide fooi. O wee, de garcon of serveuse die daarin trapt. Vanaf het moment dat de fooi is overhandigd wordt het bedienend personeel gegijzeld en het café aangeslagen: Het caféetje wordt voor veertien dagen een hollandse enclave. "Nou Piet en Toos, lekker gesellich hé !!" Niet gehinderd door enige talenkennis of een beginnende vorm van wellevendheid komen mijn vrienden te voorschijn op de onmogelijkste plaatsen: In een speciaal voor passagiersboten aangelegde zijarm van het meer van Annecy - compleet verboden voor alle ander vaarverkeer - duikt plots een gehuurd motorbootje op, met allemaal hollandse kapiteins aan het roer. "We motte terugvaren Joop..." In de historische binnenstad van Albertville, verboden voor alle gemotoriseerd verkeer - zelfs de bakkers en beenhouwers moet alles te voet aanslepen - komen Kees en Sjaan hun autookes draaien. Eindeloos zijn de verhalen.... ...En dan, eindelijk is de vacantie voorbij en keert de rust weer: de plaatselijke middenstand kan starten met puin ruimen en herstellen van de opgelopen depressies.En de volgende invasie opnieuw bang afwachten !!!!