1985 1 juni Gazet van Mechelen : Knipoogje
Een nieuw rolluik dat nieuw blijft,
wat kan je nog meer wensen. Een publiciteitsbord dat we aantroffen in het
centrum van Leest liegt er duidelijk niet om. Rolluiken bieden nieuwe
mogelijkheden wanneer ze uit plastiek zijn vervaardigd.
Wanneer we althans de aanprijzingen
op het (ijzeren) gevelpaneel mogen geloven.
Aan het voeren van dergelijke reclame
op een centraal en opvallend punt in zijn huisgevel, verdient de Leestse
bewoner van dit pand waarschijnlijk wel een extra centje. Maar die
bijverdienste is klaarblijkelijk lang niet voldoende om van de houten
blaffeturen af te stappen en de
overschakeling naar het plastieken rolluik te maken.
Of is de man zélf niet overtuigd van
de voordelen die een nieuw rolluik dat nieuw blijft, te bieden heeft ?
FoJ
Waarna Frans Susse Teughels zich
aangesproken voelde, zijn pen ter hand nam en volgende satire neerschreef, die
hij publiceerde in De Band van juni 1985 :
In t Mechels blad, op t eind van
mei,
schreef een reporter vrank en vrij,
helemaal niets naar mijnen zin
met n knipoog slaat laster t beste
in.
Op d eerste blik was ik verbaasd
van de foto niet, maar wel er naast,
over doude plaat die jaren op de
dorpsplaats hing
alsof t alleen om centen ging,
van een rolluik dat eeuwig nieuw zou
blijven
en t verschil van blaftuurkens zo
geestig om te schrijven
wordt in dit rijmstuk niets beslecht,
maar van dat geld moest direct recht.
k Nam t spreekmachien, t stond juist
naast mij.
Na een tijd kwam t lijntje vrij.
Toen zhoorden waarvoor het was
kwam er een zucht tis weer ambras.
t Was niet de eerste keer is toen
gebleken
maar de directie die was niet te
spreken.
De andere dag nogmaals verzocht,
dezelfde man zei dat t niet mocht.
Toen hij schadeloosstelling vernam
schoot hij uit een andere kram.
Als een koning voeldk mij, zo rijk,
want k kreeg twee stemmen te gelijk
hallo, hallo kwam het spontaan,
nu kwam t alleen maar op de juiste
aan.
k Vertelde nog eens mijn geval,
voor mij niet mnheer, maar ten zal
voor de Fons zijn, hoorde ik hem
zeggen
en direct de hoorn neerleggen.
Hallo klonk t nogmaals in mijn
oren,
Iets minder scherp dan tevoren.
k Heb aan die vent dan heel oprecht
gewoon mijn meningske gezegd.
Dat hij gekrenkt had mijne eer.
Waarom dan ? vroeg de andere weer.
Mijn oude vak is mij nog lief,
maar de reclame is negatief,
en zon annonce kost wel wat
zeker in t midden van uw blad.
Had ge de lens noordwaarts gericht
kwam dafgetakelde kerkmuur in t
gezicht.
Noord-oost had ge de brokken baan
maar zulks durft de Fons niet aan.
Wij Leestnaars moeten kunsten maken,
om zonder brokken in Battel te raken.
Al wat gij schrijft dat staat U vrij,
misschien hoort hier die knipoog bij.
Daarom mens durf ik het wagen
aan U schadeloosstelling vragen.
Hoeveel dan kwam het van de andere
kant
die vraag vond ik dan heel plezant.
Zeggen we honderd-duizend bonen.
Chantage brulden de vibronen.
Ach mensen lief wat klonk dat stug
maar snel hervatte ik terug
Stort die somme aan Zennevallei,
alles voor hen, geen frank voor mij.
Zo niet, komt ge dan later nog eens
kijken,
zal op die blikvangende gevel
prijken
-Zeg beste mensen wist ge dat
-Ons Mechels krantje is een
roddelblad-.
Frans Teughels, Dorpplaats 24 Leest Mechelen.
|