1985 Vrijdag 24 mei : Kermisconcert Kon. Fanfare
Sint-Cecilia.
Dit concert ging door in zaal
Sint-Cecilia, begon om 20 uur en was het enige concert
dat gesubsidieerd werd door de stad
Mechelen.
(Omzendbrief van de fanfare van
17/5/85)
1985 Zaterdag 25 mei : Grote Finale Benelux Play-Back
Kampioenschap
Tijdens de voorbije Leestse
Volksfeesten kwamen alle kandidaten voor de play-
back wedstrijden aan bod. Uit deze
voorwedstrijden werden de finalisten
geselecteerd en die kwamen op 25
mei in het Sportcentrum tegen elkaar uit.
Presentatie was in handen van Micha
Marah.
1985 25 mei : Viering 40 jaar priester Frans Lornoy
Mijn
roeping als priester ligt in de kerk.
Op
zaterdag 25 mei viert onze Pastoor zijn 40 jaar priesterschap met een speciale
misviering en daarna receptie in het parochiehuis.
Ja,
zegt hij, schrijf maar dat alle parochianen daarop uitgenodigd zijn, niet enkel
degenen die in de parochiale werken ingeschakeld zijn, maar alle mensen van
Leest zijn er welkom.
Geboren
in Geel, op 12 april 1921. College in Geel tot zijn 18e jaar en dan
van 1939 tot 1945 in het seminarie. Op 27 mei 1945, met 92 man, priester gewijd
door Kardinaal Van Roey. De tijd van het rijke roomse leven.
Mijn
roeping als priester is eigenlijk heel stillekens gekomen, tijdens heel mijn
humaniora, reeds vanaf mijn plechtige communie. Thuis baden ze er voor, een
priester in de familie hebben was een eer en een genade. Maar ook de zeer
degelijke en hoogstaande leraars die ik op het college had, hebben mijn roeping
versterkt. En er was ook het klimaat van de kristelijke Kempen, met de Abdij
van Tongerlo.
En
hoe was uw seminarietijd, gans de oorlog was je in het seminarie ?
Wij
waren jonge mannen, hadden veel eetlust en er was weinig eten, enkel het eten
van de bonnetjes, dus wij hadden dikwijls honger. Af en toe verdween er een
seminarist, wat ermee gebeurde hebben wij nooit geweten. Veel last van de oorlog
zelf hebben wij niet gehad, slechts 1 nacht heeft de bezetter het seminarie
opgeëist, dan zijn wij bij burgers gaan slapen.
In
september 1945 wordt Frans Lornoy benoemd als leraar aan het
St.Rombouts-college in het voorbereidend jaar het 7de zoals men
toen zei. Hij blijft er 7 jaar.
In
april 1952 onderpastoor in Tildonk, waar hij na 5 jaar weggaat om in mei 1957
onderpastoor te worden in O.L.Vrouw over de Dijle, 9 jaar lang.
Dat
waren schone jaren. Ik had er de zielezorg in de Sint-Jozefskliniek : dopen,
zieken begeleiden. Ik heb er veel miserie gezien, maar ook veel opbeuring en
groot geloof van gewone mensen. Daar kon je echt priester zijn en ik heb er
veel voldoening aan gehad.
Op
12 juni 1966 wordt Frans Lornoy als pastoor in Leest ingehaald. Wij bladeren in
het album met de fotos : wat zagen wij er toen nog allemaal jong uit !
Hoe
ik in Leest terecht gekomen ben. Wel je bent 40-45 jaar in de fleur van je
leven. En dan kijk je uit naar een pastoorschap. Ik had zo al eens hier en
daar uitgekeken, maar ik was telkens te laat. En toen kwam Leest vrij en ik
werd er benoemd. Ik kende Leest niet. Ik ben er aan begonnen.
Is
de aanpassing gemakkelijk verlopen, van de stad naar de buiten ?
Op
mijn 40 jaar priesterschap is er in de Kerk méér veranderd dan in de 400 jaar
ervoor (sinds Concilie van Trente). Wij waren gevormd en opgeleid voor Mis en
Sacramenten. Na de oorlog verlangde men echter dat wij de spil gingen zijn in
de vele sociale organisaties en moesten wij minstens een parochiehuis bouwen.
Zijt
ge hier werkelijk graag in Leest ?
Ik
ben hier altijd graag geweest in Leest. Ik heb de zaken niet geforceerd, stapje
voor stapje ben ik altijd vooruitgegaan. Het kerkgebouw is in orde, daarvoor
ben ik de kerkfabriek en ook het vroegere gemeentebestuur van Leest dankbaar :
de toren en het uurwerk werden vernieuwd, een derde van het dak is ook nieuw,
de stoelen, de verlichting, wij mogen zeggen dat onze kerk in orde is.
Met
het verenigingsleven liep het niet steeds van een leien dakje.
Neen,
het bracht allemaal zijn lasten en zorgen mee. De meisjesschool die van
Huldenberg moest overgenomen worden. Toch beschikt het verenigingsleven hier nu
over mooie lokalen: het klooster kwam erbij en de parochiezaal werd
gemoderniseerd. Ik heb meegeholpen aan het geven van kansen, van mogelijkheden
voor de vele verenigingen van Leest.
Uw
grootste ontgoocheling ?
Dat
het aantal misgangers met de helft is teruggevallen. Dat zoals de Kardinaal het
zegt wij echt nog gelukkig leven met kristelijke waarden en dat voor zovelen
deze waarden niets meer zeggen. Dat doet pijn, dat geluk niet meer kunnen
doorgeven.
Hoe
ziet ge de toekomst van de Kerk dan ?
Och,
ik heb gene schrik. Eerst en vooral zijn er de leken, zij zullen veel zelf
moeten doen en doen het reeds in de organisaties. De priester zal er dan zijn
voor 2 of 3 parochies, maar hij zal zich dan bezig houden met het echt
priesterlijk werk, met het echt godsdienstige.
Die
40 jaar vieren, is dat je afscheid aan Leest ?
Neen,
waarom vraag je dat ? Ik wil hier graag zoalang mogelijk blijven in Leest.
Volgend jaar ben ik 20 jaar in Leest. Ik wil je wel al wat vertellen wat er dan
gaat gebeuren, maar ge moogt het nog niet verder vertellen. Er staat heel wat
te gebeuren.
Wij
vragen de pastoor ook om een anekdote, iets speciaals dat hij tegengekomen is.
Hij vindt zo niets. Hij roept de Pater om hulp.
Ja,
dat is nu ook 25 jaar dat ik de familie Van Aken ken. Samen met mij, is ook de
Pater in Leest gekomen. Dus wees er maar gerust in. Leest valt nog niet zo rap
zonder priester.
Wat
betekent voor u het Pausbezoek ?
Ik
zal het bezoek van de Paus actief meemaken. In Gent en ook in Koekelberg zal ik
het geluk hebben van met de Paus de mis mee te mogen celebreren. Ook zal ik
aanwezig zijn in de oecumenische dienst in de Kathedraal in Mechelen. Het
pausbezoek is voor mij dus wel belangrijk.
Het
is al over de middag geworden. Wij drinken ons derde glas wijn uit. Het is de
dag van de eerste communie. De kerk zat volledig vol. (DB, mei 1985)
En die dag vierde Frans Lornoy zijn
40-jarig priesterschap in de kerk te Leest, nadien had in Ons Parochiehuis
een receptie plaats.
De parochiale verenigingen maakten van
deze gelegenheid gebruik om hun herder in de bloemen te zetten. De mis werd
opgeluisterd door koor en fanfare en de homilie werd verzorgd door Kan. De
Backer. De talrijke gelovigen die de mis hadden bijgewoond, trokken nadien
stoetsgewijs en begeleid door de Kon. Fanfare St.-Cecilia naar de parochiezaal.
Louis Vloebergh mocht als voorzitter van
het feestcomité de reeks speeches laten openen door Fons Verbruggen. De
voorzitter van de kerkfabriek sprak in naam van alle parochianen zijn lof uit
over hun pastoor en schetste zijn levensloop als priester : een eenvoudige
sympathieke man, bezeten door een merkwaardige goedheid en liefde, vooral voor
zwakken en minderbedeelden. De ziekenzorg is dan ook iets wat voor Frans Lornoy
van primair belang is.
Natuurlijk hadden alle parochiale
verenigingen gezorgd voor een passend geschenk. De spitsvondigheid van pater
Van Aken leidde tot het ludiek onthullen van een meesterwerkje : een ikoon.
Pastoor Frans Lornoy was duidelijk onder de indruk van dit prachtig geschenk.
(Gazet van Mechelen 29 mei 1985)
Als jonge knaap liep Frans Lornoy school
in het college te Geel, zijn geboortedorp.
Na zijn 18de bracht hij 6
jaar door in het seminarie. In 1945 werd hij dan priester gewijd. Dat gebeurde in de
katedraal van Mechelen door kardinaal Van Roey.
In september van datzelfde jaar werd hij
benoemd als leraar aan het Sint-
Romboutscollege. Hij bleef er zeven jaar.
In april 52 onderpastoor te Tildonk
waar hij na 5 jaar wegging om in O.-L.-Vrouw over de Dijle onderpastoor te
worden.
Op 12 juni 1966 werd hij pastoor in
Leest en samen met hem kwam ook pater Van Aken in Leest postvatten.
Pastoor Lornoy wees er in Gazet van
Mechelen (2 mei) op dat het niet alleen zijn viering was van 40-jaar
priesterschap, maar tevens die van vele anderen die samen met hem werden
gewijd. Velen onder hen kwamen nog regelmatig samen om hun wijding te vieren.
Ongeveer 60 priesters van het bisdom
Antwerpen en Mechelen-Brussel zouden op
5 juni om 11 uur een eucharistieviering bijwonen in de katedraal te
Mechelen, als dank voor en herinnering aan hun wijding 40 jaar geleden.
40
jaar priester
Dat
hij er jong en fris uitziet, het mei-seizoen verlaat hem niet.
Zijn
levensloop met zijn accenten, zij hadden plaats in volle lente.
Geboren in april werd hij; zijn priesterwijding : einde mei.
Tussen
toen en nu vandaag, staat hij bij de vierde statie;
met
zes jaar leraar op zijn maag, viel Tildonk in zijn jonge gratie.
Maar
dat hij met een boontje zat, voor die fameuze Dijle-stad,
daar
kan niet aan getwijfeld. Hij keerde terug zo einde mei
in
de parochie Lieve Vrouwe. Hij kon vandaar dan overschouwen,
waar
hij zijn schaapsstal op zou bouwen.
t
Geschiedde zo op 12 juni zes-enzestig, dat hij in Leest als Herder werd
gevestigd.
Wat in de tussentijd geschiedde, wij brengen het nu graag ter ore.
Dat ons geen leugen mocht bekoren als wij hem deze lofzang bieden.
Had al gehoord van Posse Leest voor ons het grootste kerk-feest-
Het
was bijna begankenis, toen t zaterdags op 1 april, in Sint-Corneel zijn
offer-til
een
kieken werd gevonden; en hij onrustig met de vraag :
of
volgens procédé en tijd, dat beeske zou moeten bevrijd.
Gelukkig
deed de echte nar, gewetensvragen uit de war,
met
het kaartje aan de poot voor Sint Corneel geschie Gods wil,
doe
mij niet dood; t is 1 april.
Als
menig stoel door memel-vlijt, ze zakten door devote poten.
De
tand des tijds vond hem bereid, om toen de zit-stoelen te kopen.
Gemakkelijk
is het nu te zitten, maar zit hij nu niet met de vraag :
zit
nu de memel in de mensen ?
Uit
het voorzicht van de kerk, verdwenen kniel en eigen stoelen;
Is
toen daarmee t geloof gaan koelen : uit
het oog, weg uit ons merg ?
Een
parochie met een zaal, betonnen vloer, en koud en kaal.
W.C. en andre watergangen had hij vrij vlug laten vervangen,
en
in de zaal ne propere vloer, dat was zijn eerstvolgende toer.
In
zo een zaal past dan een toog, die kwam reeds klaar voor dat hij wist
dat
menig woord t model betwist; want
t is voor t plas-lokaaltje dringend
die
moet doorheen toog-hangers wringen.
Meer
dan die gelukten toog was de verwarming eksteroog.
Hij
liet daarom de aardgas binnen en kan nu stoken naar zijn zinnen.
Met
pastorij en kerk en zaal komt nog geen einde aan t verhaal;
Want
ook de school en t nonnenklooster prijken op zijn herders-rooster.
Sinds
voor elkeen pensioen bestaat werd t nonnenklooster toeverlaat.
Voor
kaarters en voor kinderheil, voor Vevoc en voor Boerengilde,
Voor
catechese onderwijl, voor alwie er bijeenkomst wilde.
Want zelfs de mutualiteit en Spaarkas krijgt er zijnen tijd.
Eens
de Zusters op en juu kreeg hij de school op het menu.
Moest
daarbij menig-malen tellen : de centen, kindren en mazout;
en
met chauffage-knoppekes spelen ; -geen tijd dus om zich te vervelen.
Dit staat wellicht niet in een boek : voor wie het werk : de kerk is,
de
zieken en ook doude mensen, of mensen met een muizenis;
bij
wie, ondanks het noen-gesuizel de avond-uil in dogen duizelt
en
bovendien het tienen luidt dan gaat zijn dag-kaars..poef en uit.
Is
het nu bijna ook zo laat ?
We
houden U vandaag niet tegen, we zeggen schol, en : blijf nog even,
Want
50 jaren priester wenken, voor iemand op een pastorij..
10
jaarkes kunnen er wel bij.
Dit wensen U, wij met ons allen, of zit Gij nog met toekomst-plannen ?
(DB, juni 1985)
En
dan was er nog de viering van pastoor Lornoy. Gans Leest bracht hulde aan
priester Frans Lornoy met een plechtige eucharistieviering ter gelegenheid van
zijn 40 jaar priesterschap. Reden genoeg voor vele parochiale verenigingen en
andere groeperingen om er weer eens een feest van te maken. Dat is men in Leest
toch al gewoon.
Talrijke
gelovigen woonden de mis bij die opgeluisterd werd door het zangkoor en onze
fanfare. Het optreden was zeer geslaagd. Onze kerk heeft een fantastische akoestiek
en daar maakt onze fanfare gretig gebruik van om mooie muziek te maken.
Kannunik De Backer had dit ook opgemerkt en sprak alle lof uit over onze
muzikanten en hun prestatie.
Na de kerkviering trok iedereen onder begeleiding van ons muziekkorps,
stoetsgewijs naar de parochiezaal. De pastoor werd overstelpt met gelukwensen,
cadeaus en een reeks speeches van aanwezige prominenten. Sint Cecilia
omlijstte dit gebeuren met pittige feestmuziek.
(Toeters en Trompetten, jaargang 5,
nr.3)

|