1983 5
juni : Chiro aanwezig op
eucharistieviering moeder Stinne
Die zondagnamiddag kwam de chiro
mee eucharistie vieren om hun bivakmoeder
moeder Stinne te bedanken.
Justine De Hondt was op 24 maart
1895 geboren en op 16 mei 1983 overleden.
Zij huwde in 1920 met Corneel
Solie.
Moeder Stinne was reeds bivakmoeder
in de jaren 1950-56, dat was in de periode van
onderpastoor Stanny De Decker. Ze
was er bij in Velm, Baarle-Nassau en
Warnant.
Toen de chiro in 1970 op zoek was
naar een derde kookmoeder viel de toen
75-jarige Stinne met veel plezier
in. En ook de daaropvolgende bivakken in
Koersel-Stal, Zutendaal, Bastogne
en Bocholt was zij van de partij.
(DB, augustus 83)
Justine
Stine De Hondt was te Kapelle-op-den-Bos geboren op 24 maart 1895 en overleed
in het rustoord Den Kerselaere te Heist-op-den-Berg op 16 mei 1983, drie
weken voor de chiro haar kwam herdenken.
1983
Zondag 5 juni : Hengelkampioenschap
K.F. St.-Cecilia
Op de visvijver van de Humbeekse
Lijnvissers.
Winnaar werd Vic De Maeyer en
daarmee de eerste hengelaar die dit kampioenschap
driemaal wist te winnen.
(Toeters en Trompetten, nr.4 van 1983)
1983 11 en 12 juni : Op
bezoek bij Frank De Prins in Soest
Eindelijk
was het er eens van gekomen ! We zouden onze collega-chiroleider Frank De Prins
eens gaan bezoeken in het verre Duitsland, waar hij momenteel zijn legerdienst
klopt.
Hij
had ons uitgenodigd om op 10, 11 en 12 juni naar de opendeurdagen van de
kazerne ADAM in Soest te komen. De 4de Compagnie Médicale waarbij
hij toebehoort, zou er een wijntent uitbaten en je kon er naar de militaire
demonstraties komen kijken of in de Möhnesee gaan zwemmen of zonnen.
Met
zes leiders (Willem Van Linden, Dirk Peeters, Paul Van Roy, Dirk De Smet, Frans
Lamberts en Bart Lauwens) zouden we uiteindelijk naar Soest reizen tot we het
bericht hoorden dat Frank waarschijnlijk op boerenverlof naar huis ging
komen. Op vrijdag 10 juni kregen we pas het nieuws dat dit verlof aan Frank
geweigerd was en dat hij ons zaterdagmiddag in Soest verwachtte.
Die
zaterdagmorgen om O7u15 hebben we dan met twee autos de lange tocht aangevat.
Met de Willem en de Dolf aan het stuur togen we richting Antwerpen om daar,
langs Turnhout over Venlo de Duitse grens te overschrijden. In Nederland
pauseerden we even om onze patatten af te gieten en onze stramme beenspieren
even uit te strekken, want er lagen nog vele kilometers voor de boeg. In
Duisburg staken we de Rijn over en zaten we weldra volop in het Ruhrgebied. In
het Duitse Essen werd het tijd om te essen en hebben we in een plaatselijke
kroeg onze lekkere-van-thuis-meegebracht-boterhammetjes opgegeten. Gesterkt
door deze maaltijd reden we verder om door de flessennek van Dortmund
richting Kassel te vorderen. Aan het bord Auffahrt Soest sloegen we af om
zonder problemen aan de kazerne Adam te arriveren. De Willem wou daar al direct
binnenrijden, maar de nuchtere milicien van piket wees er ons op dat alleen
voertuigen met een Duitse nummerplaat de kazerne mochten binnenrijden. Die
hadden we juist niet bij ons, dus parkeerden we onze wagens in de graskant. Aan
de ingang van de kazerne zagen we blij verrast Gerd, de zus van Frank en hun
tante. In hun gezelschap zijn we naar de kamer van onze milicien getrokken,
die ons allerhartelijkst welkom heette. Het eerste wat hij in onze pollen
duwde waren ettelijke sloefen sigaretten van verscheidene merken.
Omdat
het bijna middag was, stelde Frank ons voor om eens een aperitiefje in de
wijntent te bezigen om daarna een bezoekje te brengen aan het restaurant.
Terwijl Frank naar de refter trok, deden wij ons te goed aan het uitstekende en
goedkope eten dat ons voorgeschoteld werd. De Belgische keuken en de Lamot
smaakte ons goed.
Nadien
kregen we van Frank een rondgang door de kazerne en we kregen het vermoeden dat
hij niet bijster veel wist over al het tuig dat er stond, maar dat is
begrijpelijk, Frank is een ambulancier en die moeten veel wachten en rusten
tijdens de manoeuvers.
Nadat
we nog even de wijntent bezocht hadden, trokken we met gans onze bende,
inclusief Gerd en hun tante, naar de Möhnesee. Dat is een groot stuwmeer waar
een heleboel attracties aan verbonden zijn zoals roeien, surfen, zwemmen,
zonnen, zeilen, enz.
Tijdens
onze wandeling op de stuwdam zagen we daar ook een heleboel Belgische miliciens
met hun liefje, vrouwtje, ouders of vrienden wandelen en de drukke sfeer van de
kazerne ontvluchten.
De vrienden vonden een slaapplaats bij
een Duitse boer waar ze hun tenten opsloegen onder een Kastanjerbaum in zijn
tuin. Ze bezochten de vestigingsmuren van de oude Hansestad en namen deel aan
een wijkfeest van Belgische families en hun buren en een laatste bezoek aan de
wijntent.
De terugreis verliep zonder problemen.
(Verslag van Willem, Dirk P., Dirk D.S.,
Paul, Frans en Bart in DB van juli 1983)
1983 11
juni Gazet van Mechelen : Voor de wandelaars.
Het Kapellekenspad te Leest
Deze wandeling bestaat uit twee trajecten.
Vertrek voor beide routes aan de Sint-Annakapel. Het eerste traject is ongeveer
4 km lang. Het bijkomende traject is nog eens 6 km.
Vertrek aan de Sint-Annakapel aan de Mechelbaan
bij de Zenne.
In 1913 werd op deze plaats een nieuwe kapel
gebouwd. Tot voor drie jaar stond hier een wondermooi houten St.-Annabeeldje in
een typisch Mechelse stijl 16e eeuw.
Het werd echter laffelijk gestolen en is thans
vervangen door een keramiekbeeld van de hand van aalmoezenier Herregods. Dit
kapelletje was de vertrekplaats voor de bedevaart naar Scherpenheuvel. Voor de
gevel staat een prachtige linde.
Het wapenschild van Mechelen staat op het bruggewelf
over de Sint-Annakerk.
Langs de Mechelbaan togen we de Zenne over. We
volgen echter onze weg voorbij het Brughuis, een oude dorpsherberg en
stamcafé van veiling- en groentenboeren.
We trekken voorbij de pastorij links. De
westergevel laat de ouderdom van dit gebouw aan belangstellenden kennen. Aan de
herberg t Hoekske draaien we de kasseibaan rechts in (Molenstraat).
Langsheen de vloeibeemden van de Zenne bereiken we
de Sint-Apolloniakapel, deze heilige werd aanroepen tegen tandpijn en
tandkwalen. Deze kapel werd door bereidwillige handen gerestaureerd in 1977. De
keramiek (ook van G. Herregods) geeft de legende weer van Sint-Apollonia.
Vervolgens wandelen we links de Vinkstraat in.
Bewonder rechts van u de vallei van de
Molenbeek (ook Aabeek genoemd). Aan huisnummer 49 slaan we naast de boerderij
rechts een veldweg in. Deze weg loopt naar de Molenbeek.
In deze omgeving werd eertijds in diepe greppels
vlas geroot.
We volgen de weg verder langsheen het canadabos, naar het hoger gelegen
Hertsveld.
Hier treft men echte zandgrond aan waarop voor 50
jaar vlas en graan verbouwd werden. Door de bemesting en structuurverbetering
wordt hier nu veelvuldig aan tuinbouw gedaan.
Het Hertsveld ligt 7 tot 9 m boven de
zeespiegel.
De naam Hertsveld komt van Herdgang en Herdschap. Beide woorden duiden op een
gebied van woeste grond (met bos,open vlakten, heide naar verwilderd gebied).
We volgende de aardeweg tot aan het kruispunt (9 m
hoogtepunt).
Vanop dit punt kan men de kerk van Heffen en de
kanaalbruggen van Willebroek,Tisselt en Kapelle-o-d-Bos waarnemen. Achter u
ligt de watertoren van Leest.
Keuze
Hier kan men de keuze maken : ofwel de korte
wandelweg (links) nemen ofwel de grote route volgen rechtdoor.
Voor de korte Kapellekensweg , gaan we de weg
links en komen terecht op de Juniorslaan aan het kapelleke van de
Boerinnengilde. Beschrijving verder in tekst.
Aan voormeld hoogtepunt (9 m) begeven wij ons
verder tot op een asfaltweg de Hertstraat genaamd. Deze weg moeten we links
inslaan. Aan het eind draaien we rechts de Blaasveldstraat in. Aan de
driesprong gaan we rechtdoor. Rechts van ons ligt de hoeve van de familie
Bernaerts die het jaartal 1864 draagt.
Zo bereiken we de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van
Bijstand. Deze kapel werd in 1901 opgericht door de familie Bernaerts.
Merkwaardig is wel dat de kruisweg in deze kapel in drie talen is opgesteld
(Engels,Spaans en Frans). Het klokzaal wordt nog steeds getrokken bij het
overlijden van een der buren.
Aan de kapel vervolgen we de weg links, een
aardeweg die uitloopt op de Blaasveldstraat en die we even links opvolgen. Deze
omgeving wordt Zuurbos genoemd vanwege de zure grond in de laagten en
beemden. Op onze rechterkant merken we een dreef die we dan ook inslaan.
Eertijds liep deze dreef vanuit Blaasveld-Broek
langs de Rendelbeekhoeve (Kleine Heide) naar het Expoelkasteel in Hombeek.
Jammer genoeg is er op de dreef een huis gebouwd, bij voornoemde kapel. Deze
dreef bevat een mengeling van bomen en planten, meestal eik, braam, els, berk,
zelfs brem. Wie oog heeft voor de grondsoort merkt dat die hier heel wat
zwaarder is dan op het zandig Hertsveldgebied.
De dreef loopt uit op een baantje. Hier kan men
een keuze maken : ofwel de dreef blijven volgen, ofwel het betonbaantje volgen.
Straks komen beiden terug samen.
Wanneer we de dreef volgen tot het einde kunnen we
rechts een weg volgen die uitkomt op de betonbaan.
We bevinden ons nu in het gebied Geuzenhoek
genaamd, officieel Grote Heide.
We gaan 100 m rechts het betonbaantje op, waar we
dan links het veld ingaan.
De veldweg loopt over de Zwarte Beek en buigt om
naar de grote baan voor Tisselt die we links in de richting van het dorp
opgaan. Op de linkerkant ontmoeten we het kapelleke van O.L.Vrouw van Hofland.
We volgen dan de Juniorslaan, richting Dorp, tot voor de spoorweg, waar we
rechts indraaien in de Lindelaan, na een kleine bocht in de baan zien we rechts
een oud gebouw.
Dit is een resterend gedeelte van de Augustijnenhoeve die toebehoorde aan de
Orde der Augustijnen en verpacht werd.
In de verte zien we de Rendelbeekhoeve. We gaan
links de spoorweg over en vervolgen de weg. We bevinden ons hier op het gebied
Rennekouter, een hoger gelegen plaats die vroeger zandig en onvruchtbaar was.
Op de veldweg nemen we de splitsing links om langs een lugustrum-haag de
Juniorslaan te bereiken.
Rechts van de kapel van de Boerinnengilde volgen
we de Tisseltbaan.
We gaan terug over de Molenbeek. Plaatselijke
bijnamen doen er aan herinneren dat eertijds het getij langs de Zenne ook hier
waarneembaar was. Voorbij de beek vervolgen we de weg op een betere asfaltbaan
die rechts afdraait. We komen op de Rennekouter.
Rechts van ons staat een langgerekt gebouw : de
Jezuietenhoeve wat eveneens een pachthof was. Voor 50 jaar was hier een
herberg De Wip genaamd.
We nemen de eerste veldweg links die in de
Elleboogstraat komt en naar het Hof ter Haelen leidt. Dit was vroeger een
leenhoeve.
Wanneer we verder gaan komen we aan een kruispunt
waar het mooi-onderhouden kapelleke van O.L.Vrouw van Fatima prijkt (1945).
De asfaltbaan rechts van het kruispunt draagt de
naam Tiendeschuurstraat.
We volgend de Kouterweg links en passeren links de
doornhaag.
Een kasseiweg brengt ons tot bij de
Sint-Jozefkapel aan de Dorpsstraat, wellicht de oudste kapel van de gemeente.
Ook deze kapel kreeg een opknapbeurt.
We kunnen nu de Dorpsstraat volgen om het centrum
en de kerk te bereiken. Het dorpsplein is omgeven door een stoere romaanse
kerktoren en een hoogopgetrokken gemeentehuis van Leest.
Een pintje of drankje in het dorpscafé is nu wel
biezonder genietbaar.
Fotos :
-Sint-Annakapel
-Sint-Apolloniakapel.
|