1982 Maart : in de
Schoolkrant van de Stedelijke Lagere
School, Ten Moortele 2 Leest stond het personeel van de school vermeld :xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Klastitularissen
:
1ste klas
: Mw. Monique De Winter
2de klas
: Meester Jan Teughels
3de en 4de
klas : Meester Aloïs Hendrickx
5de klas
: Mej. Frieda Aerts
6de klas
: Meester Stan Gobien
Taaklerares : Mw. Denise Lauwers
Bijzondere
Leermeesters :
Katholieke
godsdienst : Meester Frans Sablain en Zuster Josée Booten
Niet-confessionele
zedenleer : Mw. Rita Van den Eynde
Lichamelijke
opvoeding : Mw. Linda Van Quathem
Muzikale opvoeding :
Mw. Marleen Van Mossevelde
Onderhoudspersoneel
:
Mw. Rosalie Hermans.
In de
Schoolkrant nr. 1 jaargang 3 (december 1982) publiceerde Rita Van den
Eynde, bijz. leermesteres N.C.Z. een
definitie van het vak Zedenleer :
Wat is zedenleer ?
Een vak dat anders is dan alle andere. Het is niet
gebaseerd op een hoop van buiten te leren feiten maar op de ondervindingen,
ervaringen en de noden of behoeften van de kinderen zelf. De bedoeling van de
lessen moraal is kinderen te vormen tot kritisch denkende volwassenen die het
leven met al zijn vragen en problemen- aankunnen en die zelf een oordeel
kunnen vormen over de gebeurtenissen in het leven. Daarom zal de leerkracht
moraal nooit zijn mening opdringen maar samen met zijn leerlingen zoeken naar
mogelijke oplossingen.
Wat is goed ? Wat is slecht ? Wat mag ? Wat mag niet ?
En dan vooral
WAAROM ?
In de lessen moraal staat de mens centraal (en dus
niet een abstract gegeven of een bovenaardse macht).
1982 Maartnummer
van De Band : LAAT LEEST LANDELIJK
Volgens een recente studie die het platteland
bekijkt, moet het de wil zijn van de dorpsbewoners zelf om hun dorp leefbaar te
houden. Zij moeten het dorp willen beleven en er de nodige inspanningen voor
over hebben. Dat is één van de slotbeschouwingen uit een omvangrijke studie
Leefbaarheid en ontwikkelingskansen van platteland en kleine kernen, verricht
door LISO de Limburgse Raad voor Samenlevingsopbouw.
Deze studie sluit aan bij een vernieuwde aandacht die
bestaat voor de plattelandsgebieden.
Uit de studie komt naar voor dat de mogelijkheid tot
bouw of woongelegenheid van bepalende
aard is voor de leefbaarheid van het
dorp. Deze beslist immers over het al dan niet blijven wonin in het dorp van
jonge dikwijls dynamische mensen.
Inbreiding (het opvullen van openingen in de
dorpskom) lijkt het meest geschikt, in zover het dorpskarakter blijft en men
geen verstedelijkingseffect krijgt. In de studie worden een aantal voorstellen
geformuleerd met betrekking tot een meer dorp-vriendelijk beleid.
Er wordt bv. gewezen op de noodzaak aan elementaire
handhaving van steunpunten in de sociaal-culturele onderbouw, met name
dorpsschool, dorpswinkel, dorpscafé, dorpzaal en dorphuis.
In een dorp zoals Leest moet het leefmilieubeleid een speciale aandacht krijgen. Vooral de
rustige landelijke sfeer moet gevrijwaard worden. Grootschalige
woonuitbreidingsgebieden, pretparken, enz. moeten geweerd worden uit deze
landbouwgemeente. Wel is een gecoördineerde en grootschalige aanpak nodig,
zoals wandelwegen, mooie dorpsgezichten, enz., om de vele kleine toeristische
bezienswaardigheden als een geheel te kunnen aanbieden.
De fusie-overheid wordt gevraagd zich te bezinnen over
de werking van de kleine kernen en deze niet laten wegkwijnen ten voordele van
groter fusiedorpen.
Dit is het hart onder de riem voor een kleine gemeente
als Leest die haar landelijk karakter ziet verloren gaan bij groots opgezette
woonstuitbreidingen, grootscheepse aanpak van verbreden en betonneren van mooie
landwegen en dreven.
Nemen we de woonuitbreiding langs de Kouterweg eens op
de korrel. Het M.G.W. (Mechelse Goedkope Woningen) wil een 100-tal sociale
woningen bouwen op de hooggelegen landbouwgrond te Leest, percelen 232, 243,
245, 246, 248, 248. Deze plaats is landschappelijk waardevol voor onze gemeente
en bestaat uit beste landbouwgrond, sinds de middeleeuwen in cultuur gebracht.
De woonuitbeiding komt in de onmiddellijke nabijheid
van het herenhuis (Voet), de Sint Jozefskapel en het boerderijtje van Denijn,
dat samen een mooi dorpsgezicht van Leest uitmaakt. Op het gewestplan is dit
gebied woonuitbreidingsgebied. Natuurlijk volgt daaruit dat alle grenzen
gelegen tussen Kouterweg Kerkweg en Dorpsstraat in de toekomst zullen
opgevuld worden met woningen als de uitbreiding een feit wordt.
Het MGW is nog geen eigenaar van alle gewenste
percelen en de stad heeft afgezien van de aankoop van perceel 234 en 231 .
Jaren terug heeft de Landelijke Gilde Leest tegen de verkaveling gereageerd,
maar nu is het stil geworden rond deze woonuitbreiding. Dit biedt een kans om
samen : Leefmilieu en land- en tuinbouwers de handen in mekaar te slaan voor
een eensgezind standpunt. De Landelijke Gilde van Leest en tevens het
Schepencollege kregen een brief met het standpunt van Salem.
Leefmilieu
Leest.
1982 Maart : Onze dorpsgenote HILDE DHOLLANDER opende
DAMESKLEDINGWINKEL
Mode
C, O.L.Vrouwstraat 86 Mechelen.
Exclusiviteit van het merk CENACHERO,
ook grote maten.
(Advertentie in De Band)
|