Het Turks trouwfeest in de Omnihal. Findik en Silvan zijn van nu af aan een Turks echtpaar. (Foto : Eddy Van Ranst)
1994 – Zondag 18 december :
Turks trouwfeest met bijna 2.000 genodigden in Omnihal In de Leestse Omnihal werd de trouwpartij van een koppel –Silvan en Findik- van Turkse origine gehouden. Speciaal was dat er tussen de 1.500 en 2.000 Turken uit België, Frankrijk, Nederland en Duitsland voor het feest waren uitgenodigd. Een speciaal uitgeruste wagen om kippen te braden werd achteraan de Omnihal opgesteld om alle genodigden van voedsel te voorzien.
GvM (20/12) : “De omnihal is voor de Turkse gemeenschap een echte ontdekking geworden. Hun trouwpartijen vormen nu eenmaal he voorwerp van vele honderden genodigden. Het was dan ook verre van de eerste keer dat er in de hal een dergelijk festijn werd gehouden, dit gebeurt met de regelmaat van een klok. Het personeel achter de toog is het al een beetje gewoon geworden. Nochtans horen we dat het deze keer toch zo ongeveer het grootste feest is. Leest kreeg dan ook iets minder dan 2000 Turken over de (omnihal)vloer. De bruid woont al 8 jaar in Mechelen, maar is in Turkije geboren. Ze spreekt goed Nederlands, volgde de lessen bij de Ursulinen, is 19 lentes jong en luistert naar de naam Silvan. Hij is eveneens van Turkse origine, heeft Findik en is amper 17 jaar oud. De zus van de bruid vertelt dat hij van een andere geboorteplaats is in Turkije. Hij praat immers Turks met een andere tongval, zeg maar een ander dialect. Naar onze maatstaven trouwt het koppel op jonge leeftijd. Naar Turkse maatstaven wordt het als normaal beschouwd.
Honderden kippen Vanaf 16 uur komen de genodigden druppelsgewijs binnenvallen. In dit geval met dikke druppels, want om meer dan 1.500 genodigden te ontvangen moet het vooruit gaan. De zaal is op een goed uurtje volgelopen. Ondertussen zijn de Turkse trommels en fluiten in werking gesteld. Een steeds opnieuw vrij monotoon herhaald getrommel, vergezeld van een al even monotoon gefluit, zet de massa urenlang in beweging. In de zaal wordt langsheen de muren een menselijke cirkel gevormd. Op het tromgeroffel schuift men steeds met dezelfde pasjes vooruit om dan weer achteruit te stappen. Een soort processie van Echternach, zij het in dit geval in een cirkel. Ondertussen worden er massa’s niet-alcoholische dranken geschonken en staat achter de omnihal elk vuurtje van de speciaal uitgeruste kippenbraderij-vrachtwagen op het maximum. Honderden en nog eens honderden kippen dienen immers gebraden. Zij vormen samen met een groentenkrans, Turkse kaas en Turks brood de hoofdbestanddelen van het eetmaal. In de Turkse gemeenschap worden geen geschenken in de letterlijke zin van het woord gegeven. De genodigden geven alvorens te vertrekken aan de bruid of bruidegom geld. Dit geld wordt op de jurk van de bruid en op het kostuum van de bruidegom gespeld. Als we de tappers van dienst mogen geloven, werd bij het vorige Turks trouwfeest meer dan 600.000 frank aan de kleren gehangen. Het kruipt dus niet in je kleren – zo’n Turks trouwfeest.”
1994 – Zondag 18 december : Optreden Leestse fanfare te Blanden “Het laatste buitenshuis-optreden van 1994 was een concertoptreden gesubsidieerd door het Departement Cultuur – Dienst Volksontwikkeling en het werd gegeven in het ontmoetingscentrum ‘Roosenberg’ Oud-Heverlee, vlak bij het ‘Zoet-Water’. Het was een organisatie van de Kon. Fanfare ‘De Weergalm van Meerdael’ uit Blanden. Onze vereniging trad er op vanaf 19 uur. Op verzoek van een aantal muzikanten werd er een autocar ingelegd. Zij verzochten hierom omdat ze hadden vernomen dat er in de buurt van het Leuvense elke dag van het weekeinde W.O.D.K.A.-controle is. Het bestuur heeft hun wens ingewilligd en waarschijnlijk is het best dat we voor een verplaatsing van dergelijke aard steeds een autocar huren, want er waren ook andere ereleden die nu de verplaatsing meemaakten. In de autocar zaten zo’n veertig muzikanten en ereleden. De rest deed het toch met de eigen wagen. Onze jonge muzikanten gaven verstek, meer dan waarschijnlijk wegens de examens en…toch bestond het korps nog uit een vijfendertig muzikanten. Het concert verliep zoals het moest verlopen en we hadden bijzonder veel succes bij het publiek dat grotendeels bestond uit muzikanten en ereleden van Brabantse harmonie-orkesten. Een aantal bestuurders vroegen informatie om ook bij hen op te treden, o.a. de muziekvereniging uit Bierbeek. De autocar was een uurtje later terug dan voorzien omdat er een drinkpauze werd ingelast. Veerle Lamberts die de dag daarop examen Nederlands kreeg, had daartegen geen bezwaar omdat ze toch de stof kende. Er werd gestopt aan café ‘Genen Hoek’ in Oud-Heverlee, uitgebaat door Sonja Buggenhout, een nicht van Maria en Polle (Noot : Maria Buggenhout- Pol Huybrechts) . En het was er plezant, hebben we vernomen ! Iedereen die er bij was, vond het een bijzonder geslaagde avond !” (“T&T”, december ’94)
1994 – Vrijdag 23 december : Kerstkalkoenkaartavond van SKR Leest In het chalet van de voetbalvereniging aan de Zennebrug. (Folder)
1994 – Vrijdag 23 december : “Algemene Muzikantenvergadering” K.F. St.-Cecilia. Er werden twee belangrijke vergaderingen gehouden met enerzijds de ouders van de leerlingen van de muziekschool van de Leestse fanfare en anderzijds met de muzikanten. Het was de bedoeling wat uitleg te geven over de statuten van de vereniging (verschenen in het Belgisch staatsblad onder nr. 21410/86 en opgemaakt tijdens de ‘stichtingsvergadering’ van 20 januari 1986). Daarnaast werden een aantal voorstellen gedaan en konden de aanwezigen hierop reageren.
Besluit en nieuw voorstel “Het lijkt ons het best dat er een aantal werkgroepen worden opgericht die zich specifiek zullen bezig houden met het volgende : -uniformen (ev. een tijdelijke werkgroep). -uitstraling (publiciteit, werving van ereleden en leerlingen). -financiering (tombola, nieuwe fondsen zoeken,…). -materiële inrichting van de infrastructuur ‘St.-Cecilia’. -organisaties (concerten, restaurantdagen, wedstrijden,…). (“T&T”, december ’94)
1994 – 27 december : Nieuwjaarsbrief van de Voorzitter van Sint Cecilia
“Liefste Muzikanten, Beste Ereleden, Een jaar is weer bijna voorbij…! Voor onze vereniging is het een traditie dat we rond de jaarwisseling even stil staan bij datgene wat in het zo goed als voorbije jaar is gebeurd. Het is echter eveneens een tijd waarin we vol verwachtingen uitkijken naar de toekomst en naar het nieuwe jaar.
Laten we even terugblikken op het voorbije jaar 1994 ! We hebben van alles en nog wat meegemaakt ! We hebben in een spreekwoordelijk dal gezeten, maar we zijn er gelukkig terug uitgeklauterd. Sommigen zegden dat er geen sfeer meer was in de fanfare en nu zeggen dezelfde muzikanten dat het weer plezierig is om naar de repetitie te komen. Anderen vonden dat er vlak voor de zomervakantie teveel zwartkijkers waren en ze waren zo fair om zichzelf daar bij te rekenen. Nu zijn er weer plezierige gezichten. Er worden moppen getapt, er wordt na de repetitie terug met de kaarten gespeeld en vooral…er wordt terug gelachen ! Al bij al is het voorbije jaar een jaar van hoogten en laagten geweest. De dieptepunten kunnen we maar best vergeten…Bij de hoogtepunten rekenen we zeker het optreden op het Provinciaal Concerttornooi, waar we de hoogste klassering kregen van alle harmonieën, fanfares en brass bands. Bij dezelfde hoogtepunten rekenen we ook het aantal aanwezige muzikanten op de wekelijkse repetities !
We staan voor 1995 ! Het wordt een nieuw jaar met nieuwe uitdagingen. We willen onze ereleden opnieuw meer betrekken bij onze vereniging ! We willen inspanningen doen om nieuwe ereleden aan te trekken en iedereen kan daarbij helpen ! We willen een historisch palmzondagconcert geven ! We willen voor een nieuw uniform zorgen ! We zijn verplicht om heel wat nieuwe instrumenten aan te kopen ! We willen nog betere muziek maken ! We willen de mensen met onze muziek boeien ! We willen de Leestenaars terug dichter naar de fanfare brengen !... Dit zijn geen hopeloze opdrachten ! Wij kunnen dit alles realiseren indien we er samen aan werken ! We hopen dat we op de medewerking van iedereen mogen rekenen !
Ten slotte houden we eraan u en uw familieleden onze beste wensen aan te bieden voor een gelukkig 1995. Van ganser harte wensen we ieder van u gezondheid, vrede, voorspoed, welvaart en welzijn ! Kamiel Verschueren, voorzitter.”
Enkele voorwerpen die de afgelopen drie jaar werden gevonden op de plaats van het vroegere klooster Leliëndaal. De vorsers ter plaatse, Kris Van Herck en Stefaan De Cock, tekenen hiervoor. (foto Eddy Van Ranst)
1994 – 7 december – G.v.M. : Nog opgravingen tot na 2000 mogelijk
KLOOSTER LELIENDAAL GEEFT LANGZAAM GEHEIMEN VRIJ
“Op de grens tussen Hombeek en Leest aan de Zenne, heeft vele honderdan jaren geleden het klooster Leliëndaal gestaan. Dit klooster is omstreeks 1233 de start geweest voor georganiseerd leven in Hombeek. Plunderingen, verwoestingen, oorlogen en enkele afbraakwerken later zorgden dat er in de 17de eeuw van het klooster nauwelijks nog één steen op de andere bleef staan. Enkele leden van de archeologische vereniging Oud-Mechelen startten 3 jaar geleden met hun eerste opgravingen. Ondertussen zijn al enkele opmerkelijke feiten aan het licht gekomen. Op wetenschappelijke wijze wordt het opgravingswerk verricht. Er is dan ook een permanente interactie tussen geschiedkundige geschriften en het opgegravene. Kris Van Herck en Stefaan De Cock gaven kortgeleden uitgebreid toelichting over de stand van zaken. Een 50-tal personen in de bovenzaal van het gemeentehuis van Hombeek woonden deze voordracht bij op uitnodiging van de heemkundekring Hoembeka van Hombeek. ’s Anderendaags waren we te gast in hun lokalen op het Sint-Romboutskerkhof, of moeten we zeggen in de wijnkelders van dit gebouw, waar de schatten van o.a. Leliëndaal zijn opgeslagen.
Puin, puin,... Drie jaar geleden werd met de huidige eigenaar van de gronden waaronder zich de grondvesten van Leliëndaal bevinden een regeling getroffen. Jaar na jaar zou een bepaald gedeelte van deze gronden gepacht worden. Afspraak is dat telkens na een bodemonderzoek van een deel van het terrein de zaak jaarlijks opnieuw genivelleerd en van gras wordt voorzien. Ondertussen wordt het derde werkjaar ter plaatse afgerond. Vele tientallen putten van twee bij twee meter met een max. diepte van 1,5 meter werden ondertussen gegraven. Een vijfkoppige graversploeg is voor dit huzarenstukje in de weekends en in de vakantieperioden aan het werk. Puin, veel puin en nog eens puin is tot nu toe het lot geweest van de gravers. Omdat de bodem af en toe wat in petto heeft, wordt volgehouden. Ondertussen werd iets minder dan een kwart van het ongeveer 2 ha. grote kloosterterrein onderzocht. Een gedeelte van het klooster zal vermoedelijk verloren zijn. Eind 19e eeuw werd immers op die plaats een bocht uit de Zenne gehaald en voor enkele jaren werden de dijken nog eens aangepast op Sigma-hoogte. De opgravers vermoeden dat een gedeelte van het klooster en van de kerk op deze manier definitief verdwenen zijn door deze werkzaamheden. Na drie jaar is men de bijgebouwen van het klooster, zoals de waterputten, beerputten, gastruimte of keuken voorbij, en begint men nu aan het kloostergebouw zelf.
Vondsten Ondertussen werden enkele belangrijke ontdekkingen gedaan. Een greep uit de voornaamste : een pré-historische uit vuursteen geslepen bijl werd in een middeleeuwse gracht gevonden. Het vermoeden dat in Hombeek-Leest vroeger ook pré-historische nederzettingen zijn geweest, wordt hiermee gesterkt. In een 16de eeuwse beerput werd een haarstreng met een zijdedraad ontdekt. Het gaat hier waarschijnlijk om een rijke novice die toen haar intrede heeft gedaan in het klooster. De zijdedraad wijst erop dat ze een rijke jongedame was. Toen een jongedame haar intrede deed in het klooster, was één van de geplogenheden het afknippen van het haar. In een 16de eeuwse waterput werd een ijzeren zwaard gevonden, een lanspunt van een speer en een kruik uit steengoed met de afbeelding van Philips II. Deze vondsten wijzen dan weer op het feit dat de Spanjaarden ook hier actief zijn geweest.
Watermolen De fragmenten van sluisdeuren, een molensteen en een aflopende riool op dezelfde plaats gevonden, wijzen erop dat er vroeger een watermolen heeft gestaan en gewerkt. Omdat de Zenne quasi geen verval had, werd een stuwmeertje aangelegd (sluisdeuren). De molenstenen werden gebruikt om biermout te malen. Elk klooster had immers zijn bierbrouwerij. Ook zijn er sterke aanwijzingen dat in het klooster ook aan lederbewerking werd gedaan. Een groot aantal ledervondsten wijzen in deze richting.”
1994 – Zaterdag 10 december : Start 11de Kaarttornooi van SKR Leest Met voor 120.000 fr aan prijzen per avond. De eerste prijs was een kleuren TV (incl. teletekst en afstands bediening). Verder tal van elektrische toestellen waaronder microgolfoven, stofzuiger, e.a. De kaartavonden gingen door in zaal Sint Cecilia, Dorpstraat 6 te Leest met aanvang te 20 uur en met een deelnameprijs van 249 fr per persoon per avond. De andere avonden vonden plaats op 14 en 28 januari en 4 en 26 februari 1995. Tevens in de zaal : ‘een prachtige tombola’ onder de aanwezigen. Bij ijzel of sneeuwgang werden de avonden afgelast. (Folder)
1994 – Zaterdag 17 december : Kinderfeest Leestse fanfare. “Voor het kinderfeest waren er dit jaar bijna 60 kinderen en ruim 70 volwassenen. Om 14 u. werd café ‘St.-Cecilia’ geopend en vanaf dat moment kwamen de ouders, de grootouders en zelfs tantes geleidelijk aan opdagen. Stilletjes was het wel niet want de kinderen zorgden voor een ongewone drukte. Het kinderfeest werd ingezet om 14.30 u. De Magic Clown deed goocheltrucs in samenwerking met de kinderen, die vooraan op het matje bij hem zaten. Die kinderen deden bijzonder goed mee. Er waren zelfs ouders bij die zich niet konden bedwingen en die goochelen ook plezierig vinden. In het eerste gedeelte kreeg papa Jacobs een doos over zijn hoofd en daardoor staken niet minder dan 17 messen. En toch was er geen schrammetje te zien toen hij de doos afzette. De toverstokjes vlogen na een tijdje in het rond en iedereen voelde zich een echte goochelaar. Het derde en laatste gedeelte vond iedereen het plezierigste. De kinderen mochten samen met de clown figuren maken met ballonnetjes. Ze knutselden hondjes, kronen, papegaaien, konijnen, indianen, pluimen en valhelmen in elkaar. Ieder kind wou zijn ballonfiguur hebben zodat ze helemaal aan ’t einde van dit feest tijdens het eten nog verder werkten.
Tussen de optredens van de clown toonden de leerlingen-muzikanten van het tweede jaar van onze muziekschool dat ze al heel wat hebben geleerd. Ze speelden meestal in duo’s maar sommigen durfden al een solo-optreden aan. Door de zaal galmden onder andere de tonen van ‘God save the Queen’ en van ‘Jingle Bells’, een typisch kerstliedje. Ondanks het feit dat het een boeiend en gevarieerd programma was, konden de meeste kinderen het wachten-op-wat-er-nog-moest-komen moeilijk verteren. Eindelijk was het dan zo ver. De pakjes werden uitgedeeld en de papieren vlogen in het rond. Bij elk geschenk waren er zelfs pakjes snoep gevoegd. Nadat ieder kind zijn stuk speelgoed had ontvangen, was er voor hen nog een gratis tombola, zodat een aantal onder hen een tweede geschenk in ontvangst kon nemen.
Het feest werd afgesloten met een gezellige koffietafel met op het menu belegde broodjes, koffiekoeken, chocolademelk en koffie. Sommige vaders hadden zoveel dozen mee te nemen voor hun zonen en dochters dat ze nog met moeite buiten geraakten. Iedereen vond het zeker een geslaagde namiddag !” ‘”T&T”, december ’94)
1994 – Decembernummer “T&T” van de K.F. St.-Cecilia : Rubriek Jeugdige Muzikanten
Lien Peters(°18/01/81) “Lien woont in de Molenstraat 7 te Leest en ze is 13 jaar. Ze is lid van de fanfare sedert 1989 en volgde vier jaar notenleer aan de muziekacademie van Willebroek : twee jaar in de wijkafdeling van Tisselt bij onze dirigent Johan De Win, en twee héééél lange jaren bij Mevrouw Vink. Lien speelt cornet omdat het haar werd aangeraden. Het schijnt dat haar is gezegd dat het een goed instrument is om te beginnen. Op dit ogenblik zit Lien in het Scheppersinstituut te Mechelen. Zij krijgt nog 1 lestijd muzikale opvoeding per week, maar ook als middagactiviteit kan men in die school muziek gaan spelen. Op de vraag of ze haar cornet al heeft meegenomen naar school antwoordt ze negatief. Ze rijdt met de fiets naar Mechelen en ze vindt het dan nogal moeilijk om dat kostbare ding mee te nemen. Lien heeft nog bijzonder veel andere hobby’s : surfen, basket spelen, hardlopen, muziek beluisteren, reizen en lezen. Ze moet dus –volgens deze opsomming- een brede kijk op de wereld hebben en over een uitzonderlijk goede lichamelijke conditie beschikken. En die twee dingen zijn eigenschappen van toekomstige virtuozen ! Daarnaast is Lien lid van een jeugdbeweging, met name ‘Chiro Battel’. Alles bij mekaar moet ze dan ook een erg druk leventje hebben. Op de vraag wat haar vrienden en vriendinnen erover vinden dat ze in de fanfare speelt, kan ze moeilijk een antwoord geven omdat ze er niet zoveel over praat. Het plezierigste in de fanfare vind ze meespelen in een tof stuk of ‘carrousel-muziek’. En als ze na de repetitie nog een lekkere boterham met spek kan eten, kan haar vrijdagavond niet stuk. ‘In de fanfare meespelen, vinden mijn ouders interessant voor later,’ zegt ze. ‘Ze vinden dat ik er dan toch al iets van afweet.’ Naast de ‘carrousel-stukken’ in de fanfare houdt Lien van The Levellers, Nirvana, The Police, Paul Simon, Dire Straits, Lenny Kravits en van The Cranberries. In deze reeks zitten ook een aantal vaste (oudere) waarden van de popmuziek, nl. Paul Simon, The Police en Dire Straits. Van deze artiesten hebben wij zelfs nog platen. De anderen zijn voor ons grotendeels onbekenden, maar dat zal wel bij onszelf liggen. Lien vindt dat er verder niets speciaals over haar in het fanfareblad dient te verschijnen.
Wij vinden Lien een lief meisje dat altijd goed oplet tijdens de repetities en als daar wat wordt gezegd. We denken dat ze niet zo graag op straat al stappend muziek maakt. Dat is wel lastig, maar…Volgens onze dirigent had ze het tijdens de zomervakantie en begin september moeilijk en zat ze met het probleem : ‘Zal ik nog naar de fanfare gaan of stop ik ermee ?’ Deze crisis, die wel eens eigen is aan haar leeftijd, is ondertussen voorbij en sindsdien is Lien zo goed als steeds aanwezig op de repetities en op de concerten ! Lien, we hopen dat je het nog lang volhoudt en dat je altijd even blijgezind mag blijven !”
Gerhard Gieselink(°11.12.1977) “Gerhard woont in Ten Moortele 37 te Leest, zowat het laatste huis van deze straat waar ze samen komt met de Vinkstraat. Hij is zeventien jaar en muzikant in de fanfare sedert 1987. Hij volgde de lessen notenleer aan het Mechels Conservatorium en kreeg heel die tijd les van Marcel Sterckx. Toen hij in het derde jaar zat, sloot hij aan bij de fanfare. Hij speelt bariton. Op de vraag waarom hij voor dat instrument koos, antwoordt hij erg origineel :”De ronde welvingen van de bariton deden mij dadelijk denken aan de weelderige vormen van de overbuurvrouw…” Een dergelijk antwoord hadden we niet verwacht en op dat moment waren we eventjes uit ons lood geslagen, zo erg dat we niet durfden doorvragen. We weten echter dat Gerhard zijn bariton met heel veel zorg behandelt…
Op dit ogenblik is hij nog student aan de Muziekacademie in Willebroek. Tijdens de dag is hij leerling aan het Scheppersinstituut te Mechelen en daar volgt hij de 6de LW. Latijn staat op zijn dagelijs menu en daarbij komen per week nog 8 lestijden wiskunde. Hij vindt zijn directeur, de Heer Jef Cools, een bijzonder sympathiek man. Tijdens de terugreis van het voorbije concert in Steendorp zaten we samen in de wagen en we begrijpen best waarom hij deze uitspraak over zijn schooldirecteur er absoluut bij wou vermelden… Op school mocht hij tot in het vierde middelbaar muziek spelen, echter geen bariton. Hij was verplicht blokfluit te spelen. Zijn bariton heeft hij trouwens ook nog niet meegenomen naar school. Zijn hobby’s zijn gitaar spelen, muziek beluisteren en lezen. Het valt op dat de jeugdige muzikanten waarover we tot nu toe in het fanfareblad publiceerden allen in hun vrije tijd muziek beluisteren en…lezen. Vooral dat laatste valt op, nu er toch zoveel geklaagd wordt dat de jeugd haast niet meer leest. Gerhard is geen lid van een jeugdvereniging, maar ook nog muzikant bij Brass Band Willebroek. Op de vraag wat zijn vrienden en vriendinnen erover zeggen dat hij in een fanfare meetoetert, antwoordt hij dat ze een en al bewondering hebben voor zijn daadwerkelijke bijdrage tot het dichten van de generatiekloof. We staan er gelukkig dus niet alleen voor ! Gerhard vindt dat er in de fanfare een goede sfeer heerst. Daarbij vindt hij het er plezierig omdat er het hele jaar door kerstverlichting is. Dit laatste zal zeker door onze technische dienst worden gelezen en waarschijnlijk zullen ze daarom binnenkort voor wat ‘meer watt’ zorgen. Op de vraag wat zijn ouders er over denken dat hij bij de fanfare speelt, zegt hij droogjes weg : “Ik veronderstel dat zij dat goed vinden.” Buiten fanfaremuziek houdt Gerhard nog van opera, blues, jazz en funk. Voor de rest moet er niets meer over hem verschijnen in het fanfareblad.
Wij vinden Gerhard zeker een uitstekende muzikant. Daarnaast blijkt uit zijn antwoorden dat hij zin voor humor heeft en op een originele manier tegen het leven aankijkt. Hou het zo vol, Gerhard !”
1994 – Dinsdag 8 november : Met Ziekenzorg Leest naar het MMT. Om 14u30 theater in het Mechels Miniatuur Theater : “Brieven zonder zegel”. Deelnemingsprijs : 150 frank. (PB, 26/10)
1994 – Vrijdag 11 november : Herdenking Wapenstilstand Leest
“Op de bewuste vrijdag waren er een 35 muzikanten komen opdagen om de Wapenstilstand te herdenken. Deze organisatie is een initiatief van de plaatselijke Oud-Strijdersbond.
Om 09.45 u. trok de stoet met treurmuziek naar de kerk waar om 10 u. de herdenkingsmis werd opgedragen. Hierna volgde een burgerlijke plechtigheid aan het monument van de gesneuvelden in de aanwezigheid van de gemeenteraadsleden August Emmeregs, Louis Vloebergh en Jozef Vloeberghen. De fanfaresecretaris Stan Gobien kondigde de sprekers en de muziekstukken aan. De plechtigheid werd geopend met de neerlegging van de bloemen voor het monument terwijl de cornetsectie van onze vereniging het ‘Te Velde’ speelde. Vervolgens sprak Mw. Josefien Geerts de herdenkingsrede. De fanfare vervolgde met de ‘Vlaamse Leeuw’, omdat al de gesneuvelden die staan vermeld op de herdenkingssteen, Vlamingen en Leestenaars waren en alzo tot de Vlaamse Gemeenschap behoorden. De ‘Laatste Groet’ werd op een gevoelige en indrukwekkende wijze op de cornet gespeeld door Alfons Van Asch. Het officiële gedeelte van deze plechtigheid werd besloten met het ‘Vaderlands Lied’. In een optocht met marsmuziek trok de fanfare gevolgd door de oud-strijders naar café ‘St.-Cecilia’. De verantwoordelijken van de Leestse Oud-Strijdersbond waren uiterst tevreden over het verloop van de plechtigheid en het optreden van onze vereniging. We mochten dan ook oprechte felicitatie in ontvangst nemen.” (“T&T”, december ’94)
1994 – Weekend 12 en 13 november : Bond zonder Naam Naar jaarlijkse gewoonte bood de Bond zonder Naam haar kaarsen, jaarkalenders, boeken, enz. aan, voor en na de missen. (PB 9/11)
1994 – Vrijdag 18 november : Algemene Vergadering Landelijke Gilde Vanaf 19u30 in ‘Ons Parochiehuis’ met als onderwerp van de avond : ‘Humor in het dagelijkse leven’. (PB 9/11)
1994 – 21 november – GvA : Onder Trein “Aan de overweg op de Kapelseweg in Leest reed zaterdagochtend omstreeks half negen een auto onder een trein van de lijn Mechelen-Sint-Niklaas. Als bij wonder kwam de chauffeur, Lucas Selleslagh (28) uit de Witveldstraat in Mechelen, er heelhuids vanaf. Hij liep niet eens een schrammetje op. De snuit van zijn auto werd wel tot schroot herleid. De Mechelse politie deed de nodige vaststellingen. De slagbomen aan de overweg functioneerden normaal.“
1994 – 30 november – G.v.M. : Medailles voor ereleden en muzikanten
KONINKLIJKE FANFARE SINT-CECILIA VIERT FEEST
Het jaarlijks ledenfeest van de K.F. Sint-Cecilia duurde dit jaar 3 dagen lang. De feestelijkheden werden zaterdag ingezet met een misviering in de Sint-Niklaaskerk, ter nagedachtenis van de overleden leden. De teksten, voorgelezen door feestleider Jef Lauwers, stonden volledig in het teken van “Harmonie in leven en samenleving”. De fanfare zorgde voor aangepaste muziek. Bij een ledenfeest hoort een banket en daarvoor was feestzaal Sint-Cecilia de aangewezen plaats. Voorzitter Kamiel Verschueren leidde de sprekers in. Na een overzicht van de activiteiten van het voorbije jaar door verslaggever Ilse Peeters, presenteerde penningmeester Maggy De Borger het financieel verslag. De jaarlijkse restaurantdagen en de Ceciliafeesten zorgen nog steeds voor de voornaamste bronnen van inkomsten, de grootste uitgaven zijn de aankoop van instrumenten en partituren, de investeringen en het onderhoud van de feestzaal en de opleiding van muzikanten. Al met al werd het boekjaar afgesloten met een klein overschot. Secretaris Stan Gobien gaf vervolgens een overzicht van de “vernieuwde start van de fanfare”. In de loop van het jaar werd Johan De Win dirigent. Hij is de kleinzoon van wijlen Rik De Bruyn, die de Leestse fanfare leidde van ’45 tot ’61. Kort na de aanstelling van Johan vond een aantal vroegere muzikanten de weg terug naar de fanfare en kwamen nieuwe leden zich melden. De repetities kunnen nu gemiddeld rekenen op een 40-tal muzikanten en de sfeer is echt kameraadschappelijk. Na het provinciaal concerttornooi, waar zo’n 50 korpsen uit de provincie Antwerpen aan deelnamen, werd de fanfare geklasseerd in ere-afdeling. De secretaris noemde dat een prachtprestatie, aangezien nog geen enkel korps erin slaagde een hogere juryquotering te krijgen. De vereniging blijft zich inspannen om nieuwe ereleden aan te trekken. Vooral op plechtigheden binnen de gemeente moet de fanfare aanwezig zijn, om de binding met de plaatselijke bevolking te versterken. De toekomst ziet er alvast rooskleurig uit.
Eretekens Een ledenfeest is dé geschikte gelegenheid om verdienstelijke ereleden en muzikanten te bedanken. Cecile Van Camp, nationaal secretaris van het Muziekverbond van België, beheerder Van Camp van het Muziekverbond en Raymond De Decker, afgevaardigde van de sectie Antwerpen van dat verbond, namen de uitreiking van de eretekens en diploma’s voor hun rekening. Vijf ereleden werden gehuldigd, twee voor 50 en drie voor 45 jaar. Van de 4 ere-muzikanten, allen minstens 50 jaar muzikant, spant Louis Verschueren de kroon. Hij is al 75 jaar lid, waarvan 65 muzikant. Er waren ook eretekens voor 10 muzikanten , die al 25 tot 45 jaar in de fanfare spelen. Jef Lauwers werd gevierd voor 25 jaar bestuurslid. Ere-voorzitter VicVerschueren, die inmiddels al 50 jaar in het bestuur zit, kreeg naast een ereteken nog de schaal van het departement cultuur van de Vlaamse gemeenschap. Ook Emerance Van den Heuvel werd in de bloemen gezet, meteen het bewijs dat een fanfare neit uitsluitend een mannenmaatschappij is. Zij werd beloond voor haar jarenlange inzet en haar onvoorwaardelijke steun aan de fanfare en de jonge muzikanten. Bij de jeugdige muzikanten en de leerlingen zijn er momenteel trouwens meer meisjes dan jongens. Na de toespraken volgde de trekking van de tombola, ten voordele van het instrumentenfonds en de jeugdwerking. De eerste dag van het ledenfeest werd besloten met een dansavond.
Verder vieren Zondag maakte de fanfare in de namiddag een korte muzikale wandeling door het dorp en de Heide, gevolgd door een feestmaal. Voor de animatie zorgden de leden en de muzikanten zelf en dat bleek geen probleem. Paul Van Roy presenteerde eerst een playbackshow en een cabaretopvoering, de avond werd verdergezet met een gezellig praatje en een dansje. Twee dagen feest was voor sommigen nog niet genoeg. Een 50-tal sportievelingen trok naar Heist-op-den-Berg, om rondjes te trekken op de schaatsbaan. Met nog een feestmaal in zaal Sint-Cecilia, voor een 80-tal leden, werd het ledenfeest definitief afgesloten.
En het verslag uit het fanfareblad “T&T” van december ’94 :
Het jaarlijks banket “Op 22 en 23 november ll. had het jaarlijks banket van onze vereniging plaats. Dat heeft wel wat meer om het lijf dan alleen maar een feestmaaltijd want twee dagen aan een stuk eten en drinken zoals dat heel lang geleden het geval was, kan nu niemand meer. Op zaterdag werd er verzamelen geblazen om 14.30 u. in café ‘St.-Cecilia’. De muzikanten moesten eens niet in uniform aantreden want met de over- of regenjassen die daarover worden aangetrokken, is daarvan toch niet veel meer te merken. In stoet trok de fanfare, zo’n 35 muzikanten, en een zestigtal vergezellende ereleden met marsmuziek naar de kerk. Ook de delegatie van het Muziekverbond van België stapte mee op. De mis voor de overledenen werd opgeluisterd met fanfaremuziek en Jef Lauwers las de teksten. Het geheel stond in het teken van ‘harmonie in leven en samenleven’. Dat thema was uitstekend gekozen in functie van de vernieuwde start van de fanfare maar een aantal muzikanten stelden voor om volgend jaar te spreken van ‘fanfare in leven en samenleven’. Er zijn er nog een groot aantal die harmoniemuziek maar ‘fluitjesmuziek’ vinden. Na de mis trok iedereen op herbergbezoek naar de ‘Rooselaer’. Ondertussen groeide de groep ereleden geleidelijk aan en er kwamen zelfs nog een paar late muzikanten opdagen. Met de feestmars trok het hele gezelschap daarna naar de feestzaal waar van start werd gegaan met het banket om 17.30 u. De voorzitter heette alle deelnemers welkom en leidde de sprekers in. Na het voorgerecht gaf verslaggever Ilse Peeters het activiteitenverslag over het voorbije werkjaar. Maggy De Borger, de penningmeester, nam het financieel verslag voor haar rekening. Tot opluchting van iedereen was er het voorbije jaar geen tekort. Na de soep nam de secretaris het woord. Hij legde uit waarom hij na zoveel jaren was teruggekeerd. Hij maakte daarbij een vergelijking tussen de huidige toestand van de fanfare en deze vooraan in de jaren tachtig. Er is heel wat veranderd ondertussen. In zijn huidige bezetting is de fanfare kwalitatief beter en de sfeer onder de muzikanten is terug zoals hij vroeger was, dat wil zeggen opperbest. Wel maakte hij zich zorgen over de verbondenheid met de ereleden. Met de vernieuwde start van de fanfare was alle aandacht naar de muzikanten gegaan en waren de ereleden misschien wat verwaarloosd. Hij stelde dan ook voor daar in de toekomst werk van te maken en ervoor te zorgen dat de ereleden terug wat meer bij het fanfareleven worden betrokken. Na deze inleiding verleende de secretaris het woord aan de afgevaardigde van het Muziekverbond van België. Deze was uitgenodigd voor de huldiging van verdienstelijke muzikanten en ereleden en bestond uit Cecile Van Camp, nationaal secretaris en de Heer Raymond De Decker, provinciaal afgevaardigde. Beiden waren aanwezig met hun echtgenoot en echtgenote. De Heer De Decker beklemtoonde de kwaliteit van de Leestse fanfare en loofde de gehuldigden voor hun jarenlange inzet waarna werd overgegaan tot de uitreiking van de medailles en diplomas’s. De secretaris vertelde over elke gehuldigde wat typisch is voor hem op fanfaregebied. Sommigen zaten toen al met schrik want het zou kunnen dat hij te persoonlijke dingen openbaar ging maken, maar dat gebeurde helemaal niet.
Herman (Armand) Goovaerts en Robert Van Camp werden gehuldigd voor hun 45 jaar lidmaatschap. Voor 50 jaar erelid waren dat Gust Mollemans, Louis Van Baelen en Jan De Wit. Een aantal ereleden vroegen zich na afloop van de plechigheid af waarom Ferdinand De Prins geen ereteken kreeg. De uitleg is simpel. Ferdinand heeft reeds eerder alle eretekens ontvangen die een erelid kan ontvangen en een tweede keer eenzelfde medaille geven doet het Muziekverbond van België niet, trouwens dat doet geen enkele officiële instantie.Dit neemt niet weg dat we de verdiensten van Ferdinand De Prins niet zouden erkennen, integendeel ! Bij de ere-muzikanten kreeg Constant Van Alsenoy de medaille van ’45 jaar muzikant’ en André Walschaers die van ’60 jaar muzikant’. Beiden zijn ondertussen reeds ere-muzikanten maar hadden nog recht op deze onderscheiding. De beide ouderdomsdekens, Jan De Borger (65 jaar eremuzikant) en Louis Verschuren (75 jaar erelid en 65 jaar muzikant) konden niet aanwezig zijn. Hun medaille werd hen onlangs door een delegatie van het bestuur thuis overhandigd. Muzikanten waren er heel wat om hun medaille te ontvangen.In de categorie ’25 jaar muzikant’ waren dat Franky Lauwens, Edmond Muyldermans, Albert Van Alsenoy, Alfons Van Asch en Michel Van der Planken. Edward De Maeyer en Emiel Van Moer kregen hun ereteken van ’35 jaar muzikant’ en Karel Lauwens dat van ’35 jaar vaandrig’. Hubert De Borger en Rik Lauwens hebben reeds een dienstanciënniteit van ’45 jaar muzikant’. Bij de bestuursleden waren er twee gehuldigden. Jef Lauwerd heeft al 25 jaar dienst als bestuurslid en onze ere-voorzitter Vic Verschueren is al 50 jaar bestuurslid. Deze laatste kreeg om deze uitzonderlijke prestatie de schaal van het Departement Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap. Helemaal niet voorzien was de huldiging van Emerance Van den Heuvel. Zij kreeg dankwoorden en een bos bloemen voor alles wat ze voor de fanfare en de muzikanten heeft gedaan. De secretaris bedankte eveneens Johan Vandeputte en Yves De Wit voor hun bewezen diensten als bestuursleden. Tenslotte prees de secretaris de inzet van Johan De Win, de nieuwe dirigent van de fanfare. Tevens sprak hij de wens uit dat hij het record van zijn grootvader, Rik De Bruyn, 25 jaar dirigent in de Leestse fanfare, ten minste zal evenaren. Daarmee was het afgelopen met de toespraken op deze teerfeesten. Na de hoofdschotel volgde de trekking van de jaarlijkse tombola. De eerste dag van het banket werd besloten met een bal.
Op zondag, 20 november, begon het voor sommigen al vroeg. Zo’n honderdtal ereleden en muzikanten kwamen hun biefstuk eten tussen 11.30 u. en 12.30 u. Wegens omstandigheden –activiteiten van de jeugdbeweging en banketten of recepties van andere korpsen- waren er slechts een vijfentwintigtal muzikanten aanwezig om al wandelend te musiceren in de richting van de Leest-Heide. Het bestuur besloot daarom de verplaatsing met de wagen te maken en enkel in de Leest-Heide-Centrum muziek te maken. Met deze eerder beperkte groep ging dat nog voortreffelijk. Een aantal ex-muzikanten ging de groep versterken maar hun muzikale inbreng dient als te verwaarlozen beschouwd te worden. Na het herbergbezoek op de Heide, waar er in vergelijking veel spuitwater werd gedronken (door de heren), trok de hele groep, dames en heren, met de wagens terug naar het dorp. Daar werd weer muziek op straat gemaakt bij het bezoek aan de overige leden-herbergiers. Na het zondags feestmaal stond er animatie op het programma. We vonden dit het hoogtepunt van de tweede dag. Alle optredens waren tot in de puntjes verzorgd en men kan zich afvragen tot welke prestaties deze mensen in optimale omstandigheden in staat zijn. Het geheel werd gepresenteerd door Paul De Leeuw (Van Roy) in een verstaanbaar ‘Randstad Hollands’ zonder vulgariteiten. Het is al een maand voorbij wanneer we dit verslag schrijven en hopelijk vergeten we niemand van de optredende artiesten te vermelden. Tars Lootens aan de piano zorgde met life-optredens voor het muzikale tussenspel tussen de verschillende optredens. Aan zijn smaak en stijl te horen is hij sterk beïnvloed door de muziek uit de jaren zestig en zeventig, en dat waren toch de gouden jaren van de popmuziek ! Edith Piaf was voortreffelijk in haar imitatie en haar Franse “r” rolde door de zaal zoals we het nooit voordien hadden gehoord. Margriet Hermans gaf een zwaarwichtig optreden weg, heup-en-nog-van-alles wiegend maar toch mooi gesynchroniseerd en zoetgevooisd zingend. Dorus bracht zijn “Figaro” op zo’n weergaloze wijze dat zelfs Pavarotti er een punt aan kon zuigen. De “Grauwe Maandag Compagnie”wist er met de “Vlucht naar Egypte” de spanning in te houden tot het laatste moment. De Max en zijn meisjes brachten een beschaafd erotisch nummer met zwoele zuiderse dansen. Een groep erg leuke meiden waarvan we vermoeden dat ze de “Def Dope Dames” (of zoiets) waren, zocht het in een moderner genre en deed het even schitterend. Mister John (s)Miles, speciaal overgekomen met de TGV onder het Kanaal, bracht deze keer geen “Music” zoals op de Proms maar cabaret van de bovenste plank en wist het publiek in een adembenemende spanning te houden met zijn gedicht “Little John and the Prumetree”, de Engels-Vlaamse versie van “Jantje zag eens pruimen hangen”. Je moet het zelf hebben meegemaakt, want woorden schieten tekort om het hele spektakel op een evenwaardige manier te beschrijven. Geef ons volgens jaar alsjeblieft nog zo’n show en laat het wat langer duren ! Met een vijftiental dergelijke optredens konden we er een uitzonderlijke avond van maken ! Dergelijk amusement van de bovenste plank kleurt maar eerst je dag, en dat zonder televisie ! De jury van de deskundigen koos Max en zijn meisjes als winnaar, maar voor ons waren alle deelnemers winnaars, ieder in zijn genre ! Daarna volgde nog een dansavond die bijna duurde tot in de vroege uurtjes.
Op maandag, 21 november gingen nog een aantal moedigen door. We hebben vernomen dat ze met zo’n twintigtal zijn gaan schaatsen naar Heist-op-den-Berg en dat ze zich ondanks alles goed hebben recht gehouden. Slechts een paar zijn teruggekeerd naar Leest met geknikte knieën en blauwe vlekken op hun achterste. In de zaal hebben deze dapperen dan zelf nog een feestmaal georganiseerd met nog een veertig niet-schaatsers. Daarbij hebben ze nog eens op een kritische wijze de video-opname van het optreden op het provinciaal concerttornooi bekeken en –naar we vernomen hebben- waren de daar aanwezige muzikanten erg tevreden toen ze zichzelf en hun collega-toeteraars aan het werk zagen en hoorden. Alles bij elkaar zijn het dit jaar gewoon plezierige teerfeesten geweest. Het “drinken tot we zinken” van vroegere tijden is er niet meer bij, gelukkig maar ! Plezier maken kan ook zonder daarom overmatig kunstmatige middelen als alcohol te nemen !”
Foto’s : -De verdienstelijke leden en muzikanten van de Leestse fanfare, hier trots pronkend met hun medaille. Zittend van links naar rechts : Raymond De Decker voorzitter van het Muziekverbond van België, Emerance Van den Heuvel, erevoorzitter Vic Verschueren, Cecile Van Camp en M. Meeuws van het Muziekverbond van België. Staand van l. naar r. : Jef Lauwers, Edmond Muyldermans, Edward De Maeyer, Albert Van Alsenoy, Emiel Van Moer, Hubert De Borger, Alfons Van Asch, Robert Van Camp, Rik Lauwens, André Walschaers, Franky Lauwens, Constant Van Alsenoy, vaandeldrager Karel Lauwens, Herman Goovaerts, Louis Van Baelen en Jan De Wit. -Herman (Armand) Goovaerts ontving de medaille van het Muziekverbond van België voor 45 jaar erelid uit handen van provinciaal voorzitter Raymond De Decker. (Foto’s : familie Lauwens-Piessens)
1994 – 5 en 6 november : Rust Roest bracht “De Sunshine Boys” (Foto onderaan) In “Ons Parochiehuis”. Een blijspel van de Amerikaanse succesauteur Neil Simon in een vertaling van Fried Zuidweg en geregisseerd door Guido Hellemans. Deze komedie had ook een trits tragische elementen in zich waardoor het menselijke aspect alomtegenwoordig was.
Personages Willy Kloostermans, gepensioneerd artiest Marcel Verwerft Ben Silverman, zijn neef en manager Christof Mahieu Al Lewis, gepensioneerd artiest Jean-Pierre Berckmans Phil Schaffer, showrealisator Marc Windelen Hedwig, zijn assistente Nadia Lahor Cameraman Raf Scheers Toneelactrice (patiënte) Frauke Vandenwyngaert Toneelactrice (verpleegster Renet) Ria Verschooten Stem presentatrice Kristien Smeekens Mevr. Janssens, verpleegster Renild Pofliet
Achter de schermen Receptie Palmire, Francoise, Marleen, Julia, Germaine, Staf, Jan en Raf Teksthulp Kristien Smeekens en Frauke Vandenwyngaert Grime en kapsels Ann Martens Kostuums Werkgroep Geluidsband Benny Van Humbeeck
Decorbouw Dominiek, Christof, Marc, Sylvia, Geert, Jo, Kurt, Jurgen, Eric, Frauke, Raf, Guido o.l.v. Fik Diddens
Belichting/Techniek Fik Diddens Algemene leiding Guido Hellemans. (‘Rust Roest Ontmaskerd’, G. Hellemans)
1994 – 6 november : 100-jarige Fien deelde geld uit voor ”Goede werken”.(Foto onderaan)
“Het feestcomité “100 jaar moeder Selleslagh” heeft zichzelf ontbonden na het uitdelen van vier cheques van elk 42.000 frank. De uitdrukkelijke wens van de 100-jarige moeder Selleslagh was immers geen bloemen of geschenken te krijgen. Vrijblijvend konden giften geschonken worden voor het missiewerk van Pater De Laet, de melaatsenwerking van Els Duysburgh, de gehandicaptenzorg van Leest en voor Ziekenzorg Leest. De opbrengst hiervan werd zondagnamiddag door de 100-jarige aan de verantwoordelijke van de respectieve “goede doelen” overhandigd. Jef Lauwers zei namens het feestcomité dat het comité zeer vlot had samengewerkt. Het feest voor de 100ste verjaardag van Fien op 19 augustus was dan ook een pareltje. Het feit dat de cheques pas nu overhandigd werden, had alles te maken met het afrekenen van de facturen. De stad Mechelen sloot het rijtje af met haar factuur die pas veertien dagen geleden aan het feestcomité werd overgemaakt.
Alvorens de familie en de afgevaardigden van alle Leestse verenigingen die aan het feest hadden meegewerkt, te weten kwamen over welke bedragen het nu precies ging, werd eerst nog een videoband van de feestelijkheden getoond. Door een technische storing werkte slechts één van de twee televisietoestellen, zodat het voor de achterste rijen gokken werd om te weten wat er gebeurde. Een verkoopstechniek zoals een ander (?), want de video is immers te koop. Men kan door een eenvoudig seintje en onmiddellijke betaling van 500 frank bij Pierre De Wit, de twintig minuten durende videoband bekomen. Het was moeder Selleslagh zelf die nadien de cheques overhandigde. Voor de melaatsenwerking van Els Duysburgh ontving de moeder, Suzanne Duysburgh, 42.000 frank. De voorzitter van de KVG-Leest, Johan Van de Putte, ging zelf de cheque afhalen. Voor Ziekenzorg Leest kreeg Christiane Annaert de cheque aangeboden. Voor de missiewerking van pater René De Laet ging zijn zuster José De Laet even naar voor. Haar broer pater De Laet komt overigens één van de volgende dagen naar huis van Zaïre. Een oogletsel verplicht hem huiswaarts te keren na 44 jaar bijna onafgebroken missiewerk in ex-Congo.” (GvA, 7/11)
Foto’s : -Tweede rij : Guido Hellemans, Fik Diddens, Marcel Verwerft, Ann Martens, Jean-Pierre Berckmans, Kristien Smeekens, Eric Vandenwyngaert, Raf Scheers, Sylvia Van Hoeymissen, Marc Windelen, Benny Van Humbeeck. Eerste rij : Ria Verschooten, docher en haar moeder Nadia Lahor, Renild Polfliet, Christof Mahieu, Frauke Vandenwyngaert, Geert Selleslagh. -Moeder Fien (Delphine Selleslagh-De Wit) en dochter Raf tussen de afgevaardigden van de vier “goede doelen”.
Verantwoordelijken per wijk -Dorp-Oost (Leest-Dorp, Molenstraat, Kouter, Verschuerenlaan, Cecilialaan, Kerkenblokweg) : Marcel Van Loo. -Dorp-West (Dorpstraat, Ten Moortele) : Pol Huybrechts. -Dorp-Zuid (Kouter, Kapelseweg-Hombeek) : Rik Lauwens. -Dorp-Noord (Vinkstraat, Keepstraat, Gorzenstraat,…+ nieuwe verkavelingen) : Ilse Peeters. -Centrum-Zuid (Elleboogstraat, Tiendeschuurstraat, Winkelstraat, Tisseltbaan, Kapelseweg-Leest) : Emiel Verschueren. -Centrum-Noord (Juniorslaan, Blaasveldstraat) : voorlopig nog Emiel Verschueren. -Heide-Noord (Juniorslaan, Kloosterhoeveweg, Hertstraat, Oude Tisseltbaan, Grote Heidestraat) : Rik Peeters. -Heide-Zuid (Kleine Heidestraat, Alemstraat, Aland) : Adrienne Pepermans. -Buiten grondgebied Leest : Kamiel Verschueren.
De Muziekschool van de fanfare…
“Onze vereniging heeft in het verleden steeds erg veel belang gehecht aan de opleiding van jongeren. In vergelijking met 10 jaar geleden is er op dit punt zelfs een grote vooruitgang geboekt zowel op het gebied van de methode, de inhoud van de lessen en de organisatie. Kinderen die naar de muziekschool van de fanfare komen, kunnen ook deelnemen aan andere activiteiten als de jaarlijkse ontspanningsreis (dit jaar naar de Meli in Adinkerke – De Panne), het kinderfeest en de optredens van de fanfare. De lessen zijn volledig gratis. De leerlingen zijn ingeschreven bij het Muziekverbond van België, wat betekent dat ze op dezelfde manier zijn verzekerd als de muzikanten. De leraars die de lessen geven, weten iets af van fanfaremuziek en bekwamen zich nog verder, in vele gevallen door ook nog naar de muziekacademie of naar het conservatorium te gaan. De leerlingen krijgen na verloop van tijd een instrument waarvoor geen huurgeld wordt gevraagd. Het enige wat de vereniging vraagt is dat er zorg voor gedragen wordt. Het goedkoopste instrument kost al ongeveer 40.000 BEF. Als u de lijst op de volgende bladzijde ziet, kunt u al gauw berekenen wat voor investering er op deze manier door de fanfare wordt gedaan en nog moet gedaan worden.
Het lerarenkorps is als volgt samengesteld : Algemene leiding & Leraar notenleer : Johan De Win. Leraar notenleer & instrument : Rudy Croon. Leraars instrument : Gerhard Gieselink, Gunter Peeters, Roland Vanwelden (ook verantwoordelijk bestuurslid i.v.m. de jeugdwerking).
Volgende leerlingen volgen de lessen aan de muziekschool van de fanfare of aan de Gemeentelijke Muziekacademie te Willebroek :
Eerste graad, 1ste leerjaar Kevin Absillis, Tania Absillis, Sanne De Laet, Kristof De Maeyer,Marjolein Duran, Bram Geens,Wesley Hendrickx, Annick Huyghe, Jannes Jacobs, Bert Van Praet, Nelleke Van Praet, Charlotte Verschueren, Wouter Verschueren.
Tweede graad, 2de leerjaar Sofie De Decker, Leendert Dierckx, Hilde Metdenancxt, Joke Scheers, Sarah Selleslagh, Ann Slachmuylders, An Van der Hasselt, Raf Van der Hasselt, Nele van Nobelen, Marc Leemans, Roger Verlinden, Marc Tavernier.
Derde jaar, lagere 3. Katrien De laet, Tom Hendrickx, Nathalie Huyghe, Jet Peters. Vijfde jaar A.M.C. & instrument Tineke De Decker, Thomas Delaet, Hans Van Houcke, Elke Verschueren.
Vijfde jaar en/of vrije leerlingen Gunter Peeters, Dries Rodet, Annelies Rodet, Kathleen Lamberts, Katrien Verschueren, Paula Van Hool, Veerle Lamberts.
Studenten muziekacademie Willebroek Gerhard Gieselink, Edmond Muyldermans, Roland Vanwelden.
Naast de cursussen voor de jeugd zijn er ook mogelijkheden voor volwassenen indien zij bereid zijn een instrument te bespelen. Voor een aantal instrumentengroepen zijn er aparte leraars. Vraag informatie bij Jef Lauwers, Kouter 68 Leest.”
1994 – 2 november – Parochieblad : Ontruiming graven “Voor gewone graven van mensen die overleden zijn in 1979, worden de graven ontruimd vanaf 15 december. Belanghebbenden kunnen schriftelijk toelating vragen aan de Dienst begraafplaatsen om zelf hun zerken te mogen afhalen. : dit vanaf 15 november.”
In hetzelfde weekblad : Bedevaarten – LG KVLV “Wie graag op bedevaart wil naar het Heilig Land Israël in het jaar 1995, met de LG-KVLV, deze zijn gepland van 7 tot 14 november, en van 14 tot 23 november. Liefhebbers kunnen navraag doen op het secretariaat in Leuven.”
1994 – Zondag 30 oktober : Provinciaal Tornooi – Ter Dilft Bornem . Verslag uit “T&T”, van juli 1994.
Het concertoptreden in Puurs op 8 oktober en het openluchtoptreden te Mechelen op 16 oktober stonden in het teken van deze wedstrijd, vooral om de jonge muzikanten te laten gewennen aan steeds nieuwe omstandigheden. In Bornem werd het menens. Het werd sinds de ‘vernieuwde start’ de eerste confrontatie met een jury van deskundigen. Het provinciebestuur van Antwerpen was vooraf op de hoogte gebracht van de samenstelling van de Leestse fanfare, zodat er nadien geen bijkomende afdeling diende te worden opgericht of naar andere kunstgrepen te worden gezocht. Muzikanten, bestuursleden en heel wat ereleden keken met hoge verwachtingen naar deze wedstrijd uit. Hoe zou Sint-Cecilia het er van afbrengen ? Hoe gingen de jonge muzikanten deze vuurdoop doorstaan ?
Het provinciaal concerttornooi werd georganiseerd door het Antwerps Provinciebestuur en had plaats op 7 zondagen van 16 okober tot 27 november. Op 30 oktober traden er in totaal 8 korpsen op waaronder de fanfare uit Leest. De muzikanten traden op in uniform en dienden hun identiteitskaart voor te leggen want de identiteit van alle deelnemers werd gecontroleerd.
In het fanfareblad van december 1994 verscheen volgend verslag :
“Op zondag 30 oktober nam onze vereniging deel aan het Provinciaal Concerttornooi van Antwerpen. In totaal schreven hiervoor een 55 ensembles in, het merendeel harmonieën, fanfares en brass bands. Daarnaast waren er nog big bands en slagwerkensembles. Deze korpsen konden niet allemaal op dezelfde dag optreden en het tornooi werd gespreid over de zondagen van oktober en november. Na een vrij drukke voorbereiding met heel wat repetities en bijkomende repetities hoopte iedereen dat onze fanfare een goede klassering zou behalen. Sommigen waren al tevreden met een 1ste afdeling, anderen tipten op de afdeling uitmuntendheid, nog grotere optimisten zagen er zelfs een ere-afdeling inzitten. Echter, de meesten gingen min of meer met een bang hart naar Bornem. Van dit optreden hing heel wat af voor de toekomst van de fanfare. In voetbal- of wielertermen spreekt men in dergelijke gevallen over de invloed op ‘het moreel’. Tijdens de week die aan de wedstrijd voorafging werd er niet alleen op muzikaal gebied geoefend. Er werd zelfs gerepeteerd hoe en in welke volgorde de muzikanten op het podium zouden verschijnen en wanneer ze mochten gaan zitten. Op een teken moesten ze zelfs tegelijkertijd gaan zitten. Er stonden punten op de presentatie en dat was de reden ! Sommige muzikanten vonden er niets aan om zo gedrild te moeten optreden, maar toen ze vlak voor de wedstrijd achter het podium stonden te wachten, waren ze waarschijnlijk toch tevreden dat er geen paniek was en dat ze zich konden concentreren op wat ging gebeuren. Bij de lottrekking kwam het nummer ‘1’ te voorschijn voor de Leestse fanfare. Gelukkig had de dirigent dit voorzien en was de algemene repetitie van zaterdagavond naar zondagmiddag geplaatst…Hij had waarschijnlijk een voorgevoelen dat…
En nu was het zo ver ! Vanuit de zaal was het een prachtig gezicht hoe zo goed als alles perfect verliep bij de opstelling. De presentatie was werkelijk af ! De basspelers zorgden ervoor dat het nog beter werd. Zij hadden waarschijnlijk met elkaar afgesproken dat hun grote, zware instrumenten tegelijkertijd de hoogte ingingen, of was dat een toevalstreffer ??? De Leestse fanfare –de enige op heel het concerttornooi- durfde het zelfs aan om zonder inspeelwerk te beginnen. Vanaf het moment dat de eerste noten weerklonken, werd het nog beter ! Het komt er immers in de eerste plaats op aan goede muziek te maken ! En het klonk hemels ! De toehoorders zaten aan hun stoelen gekluisterd en werden vanaf de eerste noten geboeid ! Ook de juryleden waren geboeid en dat konden we merken. Op de vorige wedstrijddagen hadden die er druk op los geschreven en deze keer leek het wel of ze kregen zo goed als niets uit hun pen. Waren ze van de hand Gods geslagen ? Later bleek dat niet het geval te zijn. Ze waren over de Leestse prestatie opgetogen ! Ze vonden zelfs dat het té goed en té proper afgewerkt was ! Ze oordeelden zelfs dat onze vereniging te makkelijke stukken had gekozen ! Het hele muzikale optreden was naar menselijke maatstaven zo goed als perfect ! De solisten deden hun werk uitstekend en de jeugdige muzikanten, die voor ’t eerst aan een zo belangrijk optreden deelnamen, hadden merkbaar geen last van de zenuwen. Op muzikaal gebied verliep alles opperbest en het aftreden ws tot in de puntjes verzorgd en vooral ordelijk !
Toen we na afloop ook naar het café van het cultureel centrum gingen om de dirigent en de muzikanten te feliciteren, werden we langs alle kanten bestormd met de vragen als : ‘Hoe is het geweest ? Klonk het goed ? Hebben we ons best gedaan ? in welke afdeling zou jij ons klasseren ?’ Muzikanten die voordien schijnbaar weinig hadden gegeven om de presentatie informeerden nu ook naar de wijze waarop dit overkwam in de zaal. We hebben hen gerust gesteld en verklaard dat we alles voortreffelijk vonden. Ondertussen stond het in de buurt van de tapkast vol met muzikanten met een grijze broek of rok en een bordeaux truitje.Velen zijn daar blijven staan, tot de fanfare van Wiekevorst aan de beurt was. Anderen zijn ook gaan luisteren naar de overige deelnemers. Toen de resultaten werden bekend gemaakt, was het café waarschijnlijk zo goed als leeg en was de concertzaal goed gevuld. De juryvoorzitter gaf de resultaten. ‘De Leestse fanfare wordt gerangschikt in ere-afdeling !’ Het doel dat we ons hadden gesteld, was ruimschoots gehaald. Tevreden trok een groot gedeelte van de muzikanten daarna naar café ‘St.-Cecilia’ in Leest waar er verder werd gevierd…
Op dinsdag 6 december ll. had de nabespreking van dit concerttornooi plaas in het Provinciehuis te Antwerpen. De voorzitter van de jury, Vic Van Eetvelt, gaf in het inleidend gedeelte een overzicht van de inspanningen van het provinciebestuur om de amateurmuziek in de provincie nieuw leven in te blazen. De heer Eddy Avonds gaf namens de muziekjury een overzicht van de voornaamste vaststellingen op muzikaal gebied. De Leestse fanfaresecretaris (Noot : Stan Gobien) werd verzocht namens de deelnemende korpsen het woord te voeren. Hij dankte het provinciebestuur omdat de subsidies meer dan verdubbeld werden en vroeg de juryvoorzitter hiervoor namens de deelnemers de dank over te brengen aan het provinciebestuur. Hij dankte de juryleden voor hun objectiviteit en deelde mee dat sommige korpsen er moeite mee hadden dat de jury zo streng was geweest. Dankwoorden waren er eveneens voor de secretaressen van de jury en voor de controleurs. Tevens deed hij een oproep om de subsidie op een goede manier te besteden. Daarna gaf de secretaresse van de provinciale cultuurdienst nog wat uitleg over de subsidiëring en dat interesseerde ons in hoge mate : onze vereniging krijgt de drie volgende jaren de toelage voor de ere-afdeling ! Hiermee werd het algemeen gedeelte afgesloten. Ten slotte was er een groepsbespreking met jurylid, Dirk De Caluwé. De verslagen van de korpsen die in onze groep waren ingedeeld, werden voorgelezen en besproken. Samengevat, zoals de heer De Caluwé het zei, kwam het neer op : ‘De Leestse fanfare heeft haar optreden in alle aspecten tot op de millimeter nauwkeurig afgewerkt !’ Nog een detail : de dirigent van de Wiekevorstse fanfare, de heer Denis Van den Putte, zei in het openbaar dat onze vereniging het uitstekend had gedaan en dat we terecht in de ere-afdeling waren geklasseerd.
En nu hopen we dat onze fanfare het in 1997 ten minste even goed zal doen en met de inzet en de werkkracht van de dirigent en de muzikanten wordt het dan misschien zelfs de superieure afdeling, een afdeling waarin geen enkel korps werd gerangschikt. Het provinciaal concerttornooi is geen wedstrijd ! Het is een tornooi waarbij de korpsen worden aangespoord zelf wat te doen aan hun muzikaal peil om dat van jaar tot jaar, van deelname tot deelname te verbeteren. Uit dit globaal overzicht blijkt dat de jury nogal vrij streng heeft beoordeeld. De verdeling over de verschillende afdelingen ziet er als volgt uit : -superieure afdeling : 0 korpsen; -ere-afdeling : 4 korpsen; (Noot : waaronder K.F. St.Cecilia Leest) -uitmuntendheid : 5 korpsen; -1ste afdeling : 17 korpsen; -2de afdeling : 14 korpsen; -3de afdeling : 12 korpsen
Bij de nabespreking bleek dat de meeste muzikanten –uitgezonderd die van Leest- na de wedstrijd enigszins misnoegd naar huis trokken omdat ze zo weinig punten hadden gekregen. Haast niemand begreep wat van het puntensysteem. Het was voor velen moeilijk te begrijpen dat bv. 51% in de afdeling uitmuntendheid een beter resultaat is dan 79% in de 1ste afdeling. De Leestse muzikanten wisten daarentegen wel hoe de punten moesten geïnterpreteerd worden…
Hiermee was het voor onze muzikanten voornaamste optreden van 1994 achter de rug. Het was uitstekend geweest ! Proficiat aan de dirigent en de muzikanten ! Hiermee werd de richting aangegeven voor de toekomst van de Leestse fanfare !”