Op zaterdag 5 november had er een ernstig verkeersongeval plaats op de steenweg van Hombeek naar Leest. De motocyclist Louis Van Cauwenbergh uit Leest, met op de duozitting Beeck uit Hombeek, botste op de kar van C. Van Steenwinkel uit Hombeek. Beiden werden met groot geweld ten gronde gesmakt. De bijgeroepen geneesheer Stuyck bracht de eerste zorgen toe en verwees beide gekwetsten naar de kliniek te Mechelen. (DB)
1955 – Zondag 6 november : Jong B.J.B. – vergadering.
“Zondag 6 november was het onze 2de vergadering van Jong-B.J.B. van dit nieuwe werkjaar. Blij en fris waren onze meisjes naar het lokaal gekomen, om weer eens gezellig met elkaar te kunnen praten maar ook om iets mee te nemen voor de verdere dagen in betrekking met hun geestelijk leven. Neen, onze meisjes van 14-17 jaar zijn geen kinderen meer, ze eisen al wat meer. Onze vergadering begon met een flinke formatie, daarna stapten we op en…na enkele ogenblikken konden we beginnen met een godsdienstige studiekring. Deze droeg de titel van “Langs de naakte rots”. Ja, onze meisjes hebben ingezien dat de gehoorzaamheid niet genoeg beoefend wordt. Het is zoals een jonge bergbeklimmer, die moeizaam een naakte rots beklimt. Hij staat er bangerig voor, en hij stelt zich vele vragen. Zo is het ook bij onze groot wordende meisjes : ze stellen zich vele vragen, vooraleer ze willen gehoorzamen aan vader en moeder of ’t is gelijk aan wie…Ze willen meer hun eigen wil doen. Na zo een ernstige studiekring mocht er wat verteld worden… en nu onze jeugdboek ? Hoe staat het er mee ? Wel, met veel ijzer zijn ze begonnen in hun splinternieuw boek. Mogen we hopen dat onze meisjes het mogen volhouden. Onze Z.E.H. Proost bracht op gepaste tijd de platen binnen van onze ritmische oefeningen, en naar de zaal liepen we om te repeteren. Na deze ontspanning eindigde onze vergadering rond 17u30 zodat onze meisjes op gepaste tijd thuis waren.” (“DB”, nr.11)
1955 – Zondag 6 november : Broeder Romain terug naar Canada.
“Die dag nam Broeder Romain afscheid genomen van onze parochie waar hij gedurende zes weken inwoonde bij Fons Verbruggen. Dit kort verlof heeft hem zeker veel deugd gedaan, en de dagen van zijn verblijf op onze parochie zijn veel te vlug voorbijgegaan. Op dit ogenblik vertoeft hij reeds op een boot die hem naar Canada zal terugbrengen. Hij heeft ons gevraagd langs deze weg zijn beste groeten over te brengen aan al de Leestenaren, en heeft ons beloofd van op de boot een lange brief te schrijven.” (“DB”, november ) (Foto onderaan)
1955 – Donderdag 8 november : Maatschappij Oudsoldaten “Voor Vorst en Vaderland” tot Koninklijke Maatschappij benoemd.
“Op vrijdag 9 dezer overhandigde de provinciegouverneur tijdens een korte plechtigheid op het provinciebestuur aan de afgevaardigden van de Oud-soldatenbond het brevet waarbij op 8 november ll. door de Koning aan hun vereniging de toelating werd verleend de titel van “Koninklijke Maatschappij” te voeren. De afvaardiging bestond uit Victor Diddens (Warande), Corneel Solie (Kouter) en Lode Wuyts. Deze maatschappij telt onder haar leden nog enkele Oud-Leopoldisten : de oudsten zijn wel Philip Van Beersel, 83 jaar (Warande) en erevoorzitter Louis De Wit, 79 jaar (Larestraat). Ten jare 1905 werd door te toenmalige veldwachter Constant Van Hoof (foto onderaan) en Constant Spiessens de bond “Voor Vorst en Vaderland” gesticht. Weldra telde de maatschappij 100 leden. Het eerste bestuur was samengesteld als volgt : Frans Cnops, Jan Beullens, Frans De Hondt, Constant Spiessens, Jan Verbergt, Frans Lauwers en Jacobs. De leden werden in uniform gezet en droegen in feestkledij een mooie kepi en een kleine staf die gekleurd was met de nationale driekleur. Hun vaandel werd tijdens een groot festival op het dorpsplein door de kolonel van de Artillerie te Mechelen aan de voorzitter overhandigd die het dan overgaf aan Jozef Solie, vaandeldrager. Dit vaandel berustte samen met dat van de toenmalige Gildebroeders, bij burgemeester Bernaerts. Tijdens de oorlog 1914-1918 werd het aldaar door de Duitsers gestolen. Voor 1914 vormde de maatschappij, in uniform, de erehaag rond het H. Sacrament tijdens de processies. Thans wordt er opnieuw geijverd om een nieuwe vlag te kunnen aankopen. Het huidig bestuur ziet er uit als volgt : Erevoorzitter : Louis De Wit (Larestraat), Voorzitter : Victor Diddens (Warande). Schrijver-schatbewaarder : Jozef Van Beersel, boetmeester Rik Spoelders uit de Kouter, en leden Corneel Solie (Kouter), en Albert Van den Brande (Grote Heide).” (“DB”) (Foto onderaan)
1955 – Dinsdag 8 november : Bonte avond van de Kon. Fanfare St. Cecilia.
Deze “Bonte Avond” werd de week nadien door Radio Antwerpen uitgezonden. (“De Band”, oktober 1955)
1955 – Woensdag 9 november : Studiekring KWB.
Mon Heylen leidde de eerste studiekring van de KWB die gewijd was aan het onderwerp : “Hoe vullen we zelf onze lastenbrief in ?” (“DB”, nr.11)
1955 – Vrijdag 11 november : Teerfeest Oud-Strijders.
“Op vrijdag 11 november, nationale feestdag, hielden de Oud-Strijders hun jaarlijks teerfeest. Te 9 uur was er een plechtige H. Mis opgedragen voor al de gesneuvelden van de beide oorlogen. Daarna begon het teerfeest. Daar het vrijdag was, heeft het Bisdom dispensatie gegeven voor het vleesderven daar er die dag door vele oud-strijdersvereningen geteerd wordt. Er werd die dag ook speciale hulde gebracht aan de voorzitter Frans Lauwers en zijn echtgenote, wegens hun 50-jarig huwelijksjubilé. Vanwege de Oud-Strijders werd dan ook een geschenk, namelijk een prachtige klok, geschonken aan de jubilarissen.” (“DB, oktober 1955)
1955 – Zaterdag 12 november : Felle mist en ongeval.
“In de namiddag kwam er plots een felle dichte mist, die alles bijna in duisternis hulde. Ten gevolge hiervan werd het verkeer ten zeerste gestoord en waren er ook vele ongelukken te betreuren. Op de Kleine Heide had er een botsing plaats tussen twee fietsers : Achiel Van Winghe en Frans Geerts. Deze laatste liep een neusbeekbreuk op.” (“DB”, oktober 1955)
1955 – Zaterdag 12 november : Leestse fanfare voor het N.I.R.
Die dag vonden er opnames plaats van het N.I.R. die later werden uitgezonden. (“DB”, nr.11)
1955 – Zondagen 13 en 20 november : Grote B.J.B.Toneelavond.
Die dagen vergastte de jongensafdeling van de B.J.B. Leest op een toneelavond. De toeschouwers kregen het drama in drie bedrijven “Tranen over Terlinden” en de klucht “De Filosoof van ’t Hoekske” voorgeschoteld. Plaats van gebeuren : “Ons Parochiehuis”. Begin : 17u30. Prijzen : 20 en 15 fr. (DB)
1955 – Dinsdag 15 november : Ongeval tijdens het spel.
“Tijdens het spel brak Jos Vloebergh die dag zijn linkerbeen. We wensen hem een spoedig herstel !” (“DB”, oktober 1955)
1955 – Dinsdag 15 november : Filmavond voor Vrijheid en Democratie.
“Als voorbereiding op de grote Arrondissementele betoging te Mechelen, ging er die dag een filmavond door in “Ons Parochiehuis”. Een 100-tal aanwezigen leefden echt mee met de verschillende betogingen te Antwerpen en te Brussel. Onze voorzitter Jan De Prins gaf dan de nodige richtlijnen, terwijl notaris Vande Kerckhove ons wees op de noodlottige gevolgen van de wet Collard voor al onze Katholieke scholen. Met een dreunende Vlaamse Leeuw werd deze vergadering besloten.” (“DB”, oktober 1955)
1955 – 18 november : Henriette SCHELTIENS geldbeugel kwijt.
“Op 18 november geraakte Henriette Scheltiens in de groentenhalle te Mechelen haar geldbeugel, inhoudende 800 fr. kwijt. De benadeelde weet niet of ze het verloor of ze bestolen werd.” (“DB”, oktober 1955)
1955 – 20 november : Grote betoging te Mechelen.
“Op zondag 20 november had er te Mechelen een grote betoging plaats van “Vrijheid en Demokratie”. Een geweldige massa katholieken uit heel het arrondissement Mechelen stroomde samen tegen 10u. In de overdekte groentehalle werd het woord gevoerd door oud-Minister Verbist en Theo Lefevre, (Foto’s onderaan) nationaal voorzitter van de C.V.P. Temidden een onbeschrijfelijke geestdrift volgde daarna de betoging door de voornaamste straten van Mechelen. In de voorste gelederen bemerkten we onze B.J.B.-ruiters van Leest, waaronder onze voorzitter van het plaatselijk Comiteit Jan De Prins. Ook bij de vlaggedragers van het arrondissementeel comiteit bemerkten we Richard Van Praet met de Verbondsvlag van de K.W.B. Gemeente na gemeente trekt voorbij, met oorverdovend gefluit en geschetter van de fanfares. Op kop van het kanton Mechelen stapte de Kon. Fanfare “Arbeid Adelt”. Proficiat mannen ! Eindelijk zagen we dan het plakkaat waarop in grote letters : LEEST. Het was echt een machtige groep, die zeker opviel door aantal en geestdrift, want alle dagbladen hebben Leest vernoemd.” (De Band, nr.3 1955)
In De Band nr. 5 van 1955 vonden we het verslag terug van de grote betoging in de hoofdstad : “De betoging ingericht te Brussel, kende een buitengewoon succes. Een 300.000 manifestanten waren er te Brussel aanwezig. Nooit gezien, zo iets. En welk een geestdrift en enthousiasme ! Van Leest waren er een 160 betogers te Brussel aanwezig. Allen kwamen roodgeblakerd terug van zon en geestdrift en met schorre kelen. De avond voordien waren te Leest de straatschilders bezig geweest. Heel de Dorpstraat stond werkelijk volgekalkt met alle soorten leuzen...”
1955 – 20 november : Soldaat Jean DE SMEDT.
-Doornik, 20 november 1956 : “Morgen en 8 dagen ben ik uit Doornik weg, maar weet nog niet waarheen. Met mij is alles goed en hoop in Leest hetzelfde. Beste groeten aan het Komitee en al de goede vrienden + Louis Polfliet.”
-Longerich, 2 december 1956 : “Hier ben ik dan weer om u te bedanken voor dat groot pak lectuur en dat mooie boek ‘O sergeant!’ Dat was nu eens juist iets voor mij, zo naar de plezierige kant. Woensdag zijn we uit Doornik vertrokken om half zeven ’s avonds en zijn aangekomen in Longerich om 5 uur ’s morgens. Dezelfde dag heb ik dan mijn ‘ …(onleesbaar )zaar’ behaald en ben tewerkgesteld in de REME als chauffeur van de depannage-wagen ‘Wartje’ : 10 wielen… Het eten is hier in vergelijking met Doornik schitterend. De kantine is een …(onleesbaar) eis, ook de informatiezaal, in vergelijking met Doornik. In de kantine vinden we 2 voetbalkastjes, 3 biljarts, een radio en een SLECHTE pint bier. Als ik mij niet met ‘Wartje’ moet bezighouden, werk ik in de garage aan alle andere voertuigen van de jeep tot de grote halftracks. Het sneeuwde hier reeds een dag of vier. Er is hier een kerk in miniatuur, zo echt iets modern. De Missen zijn om 8, 9 en 10 uur. Onder de Mis van 8 uur is het Vlaams sermoon, net als onder die van 10 uur ; Frans sermoon tijdens die van 9 u. De groeten aan alle soldaten, lezers, vrienden en sympathisanten.”
-Longerich (Duitsland), 6 december 1956 : “Dinsdag hebben we hier het feest van St Barbara gevierd. ’s Morgens was het gewoon artillerie-spek. Sportfeest, loopkoers, autokoers, appel-bijten, enz. Groot eetmaal in gezelschap van korpsoverste en alle officieren en na de middag ben ik met een vriend naar Keulen geweest. We hebben de Dom bezichtigd. Ik weet niet wat ze daar zo schoon aan vinden van binnen ; achter het altaar die praalgraven en hier en daar een vloertekening. Het plafond is wat hoger dan in Leest (nogal een beetje). Van buiten is het een kunst van een gebouw. Omstreeks half zeven zijn we teruggekeerd na ons te hebben laten nat regenen door ‘Keulense regen’ en zo heb ik het te ‘Keulen horen donderen’. Voor het slot van die onderneming zijn we dan 2 halten te ver op de bus gebleven en zijn dan maar te voet teruggekomen. Dezelfde namiddag hebben de mannen van het 35ste Artillerie de ASSU geklopt in voetbal, 6-3. De 14de verlaten we deze blokken voor de mannen van het 43ste Artillerie die ze op hun beurt in februari zullen verlaten voor de Duitsers. We zullen dan de 15de Delbruck gaan vervoegen en zo gaat de tijd maar voort. Hartelijke groeten”.
-Delbruck, 8 december 1956 : “Het is nu vandaag de 2de Duitse vrijdag die ik meemaak en we hebben onze stinkende vis juist naar binnen. Het is voor mij gisteren een zware dag geweest. Om half zeven ’s morgens waren we al aan het werk tot 10 uur ’s avonds. Sinds drie dagen is het hier aan ’t regenen, wat hier een triestige aanblik geeft. De groeten aan al mijn vrienden. Tot ziens.”
-Delbruck 12 december 1956 : “Zojuist heeft men hier de film ‘Witte Kerstmis’ gedraaid en daarmee denk ik er aan u, alle soldaten, de mannen van De Band en Milac een zalig Kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar te wensen. Vandaag ben ik voor de eerste maal in Delbruck geweest. Wij (de chef en ik) moesten mee met de kolonne voor mogelijke depanage. Natuurlijk hebben we onderweg ons werk gehad en zo was de kolonne al lang ter plaatse als wij nog onderweg waren. We kwamen de Militaire Politie tegen en moesten stoppen. In orde en de chef zet zich achter ’t stuur, legt de boordpapieren in het kastje en…boom : ’t was voorgevallen…Een Ford 6 met aanhangwagen van het eerste Geniebataljon had onze ‘Ward’ gekust van voor en opzij. Resultaat : de bedieningshefbomen van onze kranen een weinig verwrongen, een band verlost van een stuk caoutchouc, wagen (15 ton) een halve meter verplaatst. De Ford 6 van voor gans opgestuikt en de aanhangwagen zo goed als gans vernield. Hoe het aankwam ? We staan rechts van de baan geparkeerd tegen het fietspad en er komt een wagen uit tegenovergestelde richting op onze hoogte en de mannen van de Genie willen er tussen en slippen.. Op ’t eerste gezicht ziet het er te Delbruck nogal goed uit. We eten al drie dagen uit onze gamellen omdat de keuken al weg is. Als ik het ginder wat ken, schrijf ik u nog wel eens. Tot ziens.”
-Delbrück, 11 juni 1957 : “Hier komt dan eindelijk wat nieuws van ene die niet rap vergeet wat gij voor ons in het algemeen en voor mij alleen gedaan hebt. ’t Is hier dagen aan een stuk hetzelfde. Verleden maand hebben we één dag oefening gehad in Stommelk (?) en nog 11 in Elzenborn van 26/4 tot 11/5. Deze maand zal het wat anders zijn : 2 dagen rust op Sinxen, 2 met de bataljonsfeesten + 2 nachtoefeningen. Ik schrijf u dit alles zeer langzaam omdat ik weet dat ge niet rap kunt lezen. Mag ik u ook nog twee vragen stellen ? Hier gaan ze : 1.Waarom staat een ooievaar, als hij in ’t water staat, gewoonlijk op één poot ? 2.Waarom huppelt een mus altijd met haar 2 poten tegelijk en een merel altijd met iedere poot afzonderlijk (als ze zich verplaatsen) ? De beste groeten aan onze Jan en zijn soldaten + lezers en LEZERESSEN (met de voorkeur, echter niet TE veel wel te verstaan !).”
-Delbrück, 6 oktober 1957 : “Ik ben 8 dagen in de infirmerie geweest. Laat me je bedanken voor dat bezoek : GE KUNT NIET ZEGGEN WAT EEN GEVOEL DAT GEEFT, IK KAN MIJN DANK NIET ONDER WOORDEN BRENGEN. Na dat bezoek zijn we op maneuvers vertrokken te Den Helder in Holland. We reden over Venlo, Eindhoven, Utrecht, Amsterdam. De reis is goed verlopen. Verleden week zijn we 4 dagen in Vogelsang geweest. Daarna nog een grote oefening : we moesten Oeckendorf innemen. Ik wil u nog eens bedanken voor alles wat MILAC voor mij gedaan heeft, bijzonder voor dat bezoek, ook dank voor die foto. LEVE DE MILAC ! De jongens van de kamer krijgen hier ook zo’n boekje, maar er is geen één die aan DE BAND kan rieken. Dit is niet om te stoefen, maar eerlijk waar. Vele hartelijke groeten.”
Foto’s :
- Karel De Laet (Broeder Romain) met burgemeester Lauwers.
-Medestichter van de maatschappij voor oud-soldaten “Voor Vorst en Vaderland” garde Isidoor Constant Van Hoof.
-Oud Wapenbroeders leden van “Voor Vorst en Vaderland” voor het Brughuis te Leest half jaren ‘70 V.l.n.r. : Remi Spoelders, Frans Apers, Victor Diddens, Jan Van Praet, Henri Spoelders met standaard, Karel Van den Brande, Hendrik Van Cauwenbergh, Frans Muysoms, Gerard Somers, Louis Coosemans, Alfons Huysmans en Frans De Laet. (Foto eigendom Eddy Apers)
“Op ’t einde van november ga ik van de klas. Tijdens m’n militaire dienst heb ik slechts tweemaal aan Milac-Leest geschreven en dan nog op uw uitdrukkelijke vraag. Verontschuldig mij. Ons dagelijks werk bestaat er hier in de meteors te inspecteren : zien of de batteries goed zijn, of de pompen draaien om de brandstof aan te voeren, het kompas, zien of de stuurhut op tijd open en toe gaat ; in geval van defect moet de piloot uit het toestel springen met zijn uitwerpbare stoel die met vier kogels uit het toestel wordt geschoten om daarna met een parachute naar beneden te komen ‘als ze den tijd nog hebben’. Enfin ons werk bestaat er in na te zien of alles gesmeerd loopt opdat het vliegtuig goed in orde zou kunnen opstijgen. We beginnen het werk te half negen. Om 10 uur kunnen we een frisse coca drinken tijdens een kwartiertje rust, en dan verder werken tot 12 uur. Dan van half twee tot kwart voor vijf uur. Beste groeten !”
1955 – Woensdag 26 oktober : Teerfeest K.W.B.
“Met een 60-tal aanwezigen hebben onze K.W.B.-families op een genoeglijke wijze deze avond doorgebracht. Alles was stemmig en verliep in de beste stemming, zodanig dat onze voorzitter rond 12 uur nog bijna geen gelegenheid kreeg het eindsignaal te geven. Daar alles die woensdag niet opgeraakt was, kreeg ons teerfeest nog een staartje op donderdag, waar een twintigtal mannen hun best deden om de overschot verorberd te krijgen. Beste dank aan de B.J.B.-meisjes, die zeer edelmoedig ingestaan hebben voor de dienst onder het Feest, en voor Stinne Solie en Melanie Van Praet die voor en na het feest hun best gedaan hebben.” (“DB”, nr.11)
1955 – Zondag 30 oktober : Christus-Koningviering.
“Zondag 30 oktober werd de feestdag van Christus-Koning gevierd. ’s Morgens in de H. Mis gingen de gelovigen zeer talrijk ter H. Tafel. ’s Namiddags was het de Christus-Koningoptocht, met medewerking van onze beide fanfares en al de groeperingen van onze parochie. Voor het Lof was dan ook de kerk stampvol. Hierna volgde dan het Christus-Koningfeest door de Chiro aangeboden aan de ouders van de Chirojongens.” (“DB”, nr.11)
Verslag van Hoofd-Chiroleider Emiel Polfliet. (foto onderaan)
“Deze feestdag werd goed gevierd te Leest. ’s Morgens in de H. Mis waren er zeer velen die ter H. Tafel naderden. In de namiddag te 14 uur kwamen de groeperingen en de beide muziekmaatschappijen zich opstellen aan de kapel Juniorslaan, en even na twee uur vertrok de optocht. De kerk stroomde helemaal vol, en het Lof werd door allen meegezongen. Bijzonder in de Chiro was het een echte Hoogdag. Reeds enkele dagen voor 31 oktober kon men zien dat er iets speciaals gaands was in onze Chiromiddens. Van de kleinsten tot de grootsten waren zij aan het herhalen voor hun oudersfeest en Kristus-Koningviering. Na hun Groepsmis-Communiemis ’s morgens kwamen in de voormiddag leiders en kerels naar de feestzaal : langs alle kanten werd er voorraad aangevoerd : per auto, per fiets, en te voet bracht men reusachtige rozijnenbroden, stopen melk, pakken smeersel enz…, en met een fantastische snelheid, aan de lopende band, werden de broden gesneden en gesmeerd. Na de Kristus-Koningoptocht en het Lof konden we onze viering beginnen. In het ernstig gedeelte hebben wij al onze jongens en ouders toegewijd aan Kristus-Koning. We zijn er van overtuigd dat al onze ouders intiem hebben meegeleefd met hun jongens in deze plechtige ogenblikken. Als apotheose werd dan de Chiro-psalm gezongen. De scène werd hevig verlicht door vuurwerk. Het was schoon…, behalve dat er nog al veel rook teweeggebracht werd. Beste vrienden soldaten, ik meen vroeger reeds geschreven te hebben dat men in Leest veel kan eten. We mochten dat nogmaals ondervinden. Onze ouders moesten nochtans aan een voorwaarde voldoen alvorens eten te krijgen, namelijk : zij moesten eerst een liedje zingen, hun aangeleerd door leider Eddy, en ik moet zeggen na een paar pogingen waren zij er toch mee weg, en konden zij een stormaanval wagen op de stapels krentenbrood, en geloven of niet, er waren er zelfs verschillende eters die 7 aanvallen moesten doen, alvorens te sneuvelen. Na deze smulpartij kregen we een toespraak door onze groepsleider, die de noodzakelijkheid van de jeugdbeweging belichtte, door te wijzen op al de wantoestanden die er heersen op de verplaatsingsmiddelen tegenwoordig. Hierna dreunden de trommels en schetterden de klaroenen van onze muziekkapel, die verschillende marchen liet horen, waarna onze burchtknapen met hun nummertje “Amerikaanse barbier” onze ouders een voorspaakje gaven van wat er nog volgen ging. De knapen gaven iets over “Boer Wortel” en dan ging het over : “De bezoekdag te Warnant”. Er kwam warempel een auto met luid geronk de zaal ingereden, en onze ouders zagen een paar flitsen over ons heerlijk bivak te Warnant : stijloefeningen, afwas, ijscreem-draaien, slapen, ziekenverzorging, enz… Zo eindigde deze Kristus-Koningviering. Er was veel volk, en alles was van de bovenste plank.”
1955 – 31 oktober : Toneelopvoering van Rust Roest.
Op het programma stond een drama “De Grauwe Meeuw”, waarin vooral de prestaties van Jef en Marcel Leemans en van Frans Van Neck opvielen en een legendespel “De Schamele Straatzanger van O.L. Vrouw” waarin W. Hellemans, meester Huysmans en Cyriel Selleslagh de show stalen. Deze opvoering werd herhaald op zondag 6 november. (DB-1955)
1955 – November : Werking van de K.W.B.
"De maand november is voor de Katholieke Werkliedenbond een veroveringsmaand. De wijkmeesters zullen er zich speciaal op toeleggen om nieuwe leden te werven, zodanig dat samen met het 100ste lid een nieuwe vlag zal verkregen worden. Wie nog geen lid is van de KWB late zich onmiddellijk inschrijven in deze bloeiende afdeling van Leest, die bewijzen levert voortdurend in de bres te staan voor de werkman. Denken we aan de gemeentepremie, het wachthuisje, de nakende herstelling van het fietspad Leestse steenweg, vorming door studiekringen, godsdienstig als familiaal. De KWB verwacht veel inschrijvingen en, bij voorbaat, WELKOM !” (“DB”, nr.11)
1955 – Novembernummer “De Band” : OP TIJD VOOR DE MIS.
“In al onze organisaties wordt er deze maanden de nadruk op gelegd om op tijd te komen voor de H. Mis. Mogen we vragen dat dit ordewoord zou opgevolgd worden door alle Leestenaren ? Verder is het een treurig beeld te zien hoe onze kerk elke zondag volledig in wanorde wordt gebracht door het versleuren van stoelen. Staan ze niet goed ? Laat ze staan op hun plaats.”
1955 – Novembernummer “De Band” : Onze B.J.B.-afgevaardigden naar Lourdes.
Edward Fierens : “Voor de tweede maal in mijn leven, een eerste maal als kajotter, nu als B.J.B.-er had ik het groot geluk samen met Jef Vloeberghen naar Lourdes te gaan. In de “Roze Trein”met 6 man in een compartiment, voelden we ons spoedig als broeders met al de andere B.J.B.-ers en leden van de Boerengilde. Na het reisgebed, het rozenhoedje, een babbeltje, enz…kwamen we spoedig aan de Franse grens, waar we onze paspoorten moesten laten zien. Eten, kaartspelen, een rozenhoedje, het bekijken van de druivenstreek tot Bordeaux, waar we waren rond 01u30 ’s morgens. Hier ontmoetten we ook Vlamingen, Limburgers, die weerkeerden uit Lourdes. Intussen hadden we al geprobeerd wat te slapen : de ene op een bank, de andere in de net zodat we na lang draaien en keren een beetje wegsoezelden. Zo gauw we rond 7 u. Lourdes zagen liggen, werd het Magnificat aangeheven. Eerst naar het hotel, en dan naar de Grot toe. Voor velen was het de eerste maal dat ze het grote plein voor de drie kerken betraden. Bezijden gingen we tot bij de grot, en wanneer ge daar komt, schiet uw gemoed vol, wanneer men al die sukkelaars van mensen ziet, vervoerd in een ziekenwagentje. De Missiebisschop Mgr. Van Uytven, die onze bedevaart vergezelde, heette ons welkom, en legde er de nadruk op dat we als afgevaardigden van heel onze B.J.B. daar waren. We hebben dan ook vurig gebeden voor onze B.J.B. van Leest, en de genade gevraagd dat het een vruchtbaar jaar zou mogen worden voor onze B.J.B.-ers zelf. Dan ook gebeden voor onze parochie, en toen dacht ik bijzonder aan de Mariamissie die ging beginnen. Natuurlijk gingen de gedachten naar thuis en familie, bijzonder naar mijn broer, die reeds weken op een ziekbed gekluisterd ligt, en ondertussen reeds is overleden. In de namiddag gingen we dan in de Sacramentsprocessie : heerlijk schouwspel, al die kleurrijke vlaggen, onze jeugd in uniform, verpleegsters, boeren, priesters, bisschoppen, tot dan eindelijk de blanke Hostie zelf Christus zichtbaar wordt, halt houdend bij elke zieke voor de zegening : dan die ontroerende aanroepingen, de stemmige Benedictus, afgewisseld met tientjes voor bijzondere intenties. Dan ’s avonds de Kaarskensprocessie waar ge U een zeer klein gedacht kont van geven in de Mariamissie. Zo waren de dagen goed gevuld : ’s woensdags Kan. Claes, met het nieuwe wachtwoord voor de B.J.B. Donderdags de Pontificale Hoogmis, dan die beruchte Vrijdag : de vorige dagen een heerlijk weer, en dan de hele dag gegoten. In die plassende regen hebben we de kruisweg gedaan. Dan ook de Middernachtmis, waar ik het grote geluk had zelf het orgel te bespelen. In deze mis waren ook onze Vlaamse boeren van Frankrijk, en dan nog bedevaarders uit Doornik en Namen. Zaterdags de uitstap naar Gavarnie : langs gevaarlijke banen, diepe ravijnen en de reusachtige bergen van de Pyreneën, tot tegen de rotsen van Spanje. ’s Zondags de slotplechtigheid, met overhandiging van de wimpels, een laatste groet aan de Grot, een grote kaars die geofferd werd, en zo eindigde dan deze mooie bedevaart. Met naar Lourdes te gaan worden we meer godsdienstige mensen, het is een echte hemel op aarde ! Alle menselijk opzicht verdwijnt, er wordt overal gebeden. Ook is men zeer streng op de klederdracht der vrouwen. Ik bedank ten slotte heel onze B.J.B. die telkenjare zoveel vertegenwoordigers zendt naar die gezegende plaats.”
Jef Vloeberghen : “Hoe gelukkig voelde ik mij als ik mij bij de andere Lourdes-bedevaarders aansloot. Op ieders gezicht las ik een vreugdevolle verwachting, voor wat de komende dagen ons gingen brengen. Met het weder kon het niet beter : O.L. Vrouwke had gezorgd voor een heerlijk zonneke van bij ons vertrek. De reis zelf was niet vervelend, want er was afwisseling : zingen, bidden, kaartspelen, babbelen, naar het vuile Frankrijk kijken, enz…In de namiddag zagen we van verre de Eifeltoren en de koepel van de Montmartre in Parijs. Te Lourdes zelf wisselden de dagen zich af in vlug tempo, men had er zelfs geen tijd om zich te vervelen. Ik ga hier geen beschrijving geven, maar wel een paar speciale plechtigheden aanstippen, zoals de H. Mis aan de grot, waar men al die zieken zo schijnbaar onbewogen hun gebeden ziet prevelen, terwijl een paternoster door hun handen glijdt. De Sacramentsprocessie ’s namiddags is een indrukwekkende groep bedevaarders, die een rondgang maakt van het reusachtige plein. Er waren daar heel veel mensen die ons vroegen vanwaar we kwamen, en of dat allemaal vlaggen van ons waren, en die ons zegden dat ze het toch zo schoon vonden als ze al die B.J.B.-ers, die stoere kerels zo ingetogen zagen opstappen in hun witte uniformen. ’s Avonds is het dan de Kaarskensprocessie of fakkeltocht, die iets enigs is, met een speciale Lourdesstemming, wat men eerst moet gezien hebben. Ook de uitstap naar Gavernie was een welgekomen ontspanning, en met welk heerlijk weertje ! Ieder stond te zien vol verbazing naar het onvergelijkbare schoon in de Pyreneeën, met de glinsterende sneeuw op de bergtoppen en klanken. Het neerbruisende water verspreidde een mistnevel rondom de plaats waar de Gave ontspringt, die vandaar naar Lourdes stroomt. Het vertrek uit Lourdes was zeer aandoenlijk, en onder het zingen van het Magnificat namen we afscheid van dit genadeoord, waar wij allen innerlijk gesterkt van weergekeerd zijn, met het vaste voornemen alles nog beter de doen met de hulp van Maria. B.J.B.-afdeling Leest, hartelijk dank voor de gelegenheid die ge geeft aan uw leden om zulk een Lourdesreis mee te maken.”
1955 – Novembernummer “De Band” : Koersuitslagen van de 17-jarige Louis Geets.
2 eerste prijzen, 2 tweede prijzen, 1 derde prijs, 2 vierde prijzen, 3 vijfde, 3 zesde, 6 zevende, 1 achtste, 1 negende, 3 tiende, 2 elfde, 2 twaalfde, 1 dertiende, 1 veertiende, 3 zestiende, 3 twintigste, 4 maal door defect moeten opgeven. Op 40 koersen 36 keer prijs gereden en 24 maal bij de eerste tien. (“DB”, nr.11)
1955 – November – “De Band” : E.P. Jozef Selleslagh schrijft.
De reis van de Koning
“Zoals ge hebt kunnen lezen in de dagbladen en revues, is de koning in Urundi geweest. (Er zullen er nog wel enkelen zijn die dat woord zullen herinneren denk ik). U zult de namen gelezen hebben van Usumbura aan het Tanganikameer, waar de koning tot één uur ’s morgens is opgebleven (waarschijnlijk wel een beetje wegens de grote warmte daar), om de dansen van de inlanders te zien. Vandaar is hij langs Muranvya (vorig verblijf van de Mwami Mwambutsa, waarvan de dagbladen veel geschreven hebben over zijn reis in België), en zo verder naar Kitega, de hoofdplaats van de Urundi. De volgende dag over Ngozi (de zetel van onze bisschop), de hoofdplaats van ons vikariaat naar de Ruanda. Wij waren allen uitgenodigd naar Ngozi te gaan. Ik ben zo ver niet geraakt, en ben onderwege blijven hangen op de weg van Kitega naar Ngozi. De koning had wel een dik uur retard op de voorziene tijd, en zat in een open wagen naast de chauffeur. Er stond heel wat volk langs de baan, bijna allemaal mensen van de nabije missie Mukanga. Vlak bij de paters bleef de auto staan, en gaf een schooljongen van de Missie hem een kleine bloemenruiker, die hij dadelijk aannam. De zwarten die daar stonden waren zo uit hun lood geslagen, en keken met zoveel bewondering en nieuwsgierigheid toe, dat ze vergaten toe te juichen. En zo reed de koning dan verder naar Ngozi, waar hem al de paters die er waren werden voorgesteld. Hij drukte hen allen de hand. Natuurlijk in de grote centra waren er machtige volkstoelopen, en werden er dansen (krijgsdansen) gedanst, maar in het binnenland waar de zwarten wat minder geëvolueerd zijn, keken ze nieuwsgierig toe. Ik ben er expres voor uit Karusi gekomen, 50 km ver met mijn moto, en ben maar aanstonds na de doortocht teruggekeerd, blij onze koning eens gezien te hebben van dichtbij. Het was de derde Pinksterdag.” (Foto van pater Selleslagh onderaan)
1955 – Novembernummer “De Band” : Comiteit voor Vrijheid en Democratie.
“De schoolstrijd is niet ten einde ! Na een verlofperiode en een verpozing wordt de schoolstrijd in alle hevigheid hernomen. De wet Collard voor het Middelbaar en Technisch Onderwijs is nog maar pas in voege, en reeds ondervinden onze Katholieke scholen de grootste financiële moeilijkheden. In ons Arrondissement alleen zijn er 30 leraars van het technisch onderwijs gebroodroofd. De schoolinstelling zelf ontvangt niet de minste steun en subsidie. Weet ge dat in de stad Kortrijk de Technische School van 1200 leerlingen moest verkocht worden, omdat ze niet meer leefbaar was ? De stad Kortrijk, die Katholiek is, heeft deze school aangekocht. Weet ge dat onze voorouders in de schoolstrijd van 1879 op één jaar tijd 2.400.000.000 fr. hebben bijeengekregen voor de katholieke scholen ? Weet ge dat onze katholieke scholen op dit ogenblik 900.000 leerlingen tellen, hetzij 200.000 leerlingen meer dan het officieel onderwijs, waarbij ook vele katholieke gemeentescholen worden gerekend. Is dat serieus, dat het onderwijs, dat door het grootste gedeelte van onze bevolking verkozen wordt, helemaal ten ondergang is gedoemd door de huidige regering. Het is daarom dat al de bisschoppen van België verleden zondag een echte noodkreet hebben doen weerklinken over gans het land, en dat wij katholieken met man en macht onze scholen en de opvoeding van onze kinderen moeten verdedigen. Omwille van dat alles zal er op zondag 20 november een grote betoging doorgaan voor heel het arrondissement Mechelen. Te 10 uur zal al het volk bijeenkomen in de overdekte groentehalle, Zandpoortvest. Daar zullen korte spreekbeurten gehouden worden door Oud-Minister Verbist, en door Theo Lefèvre, nationaal voorzitter van de C.V.P. Daarna optocht door de stad. Tegen 12 uur is alles afgelopen. In de optocht worden alle katholieke muziekmaatschappijen verwacht. Ze zullen een premie ontvangen van 1.000 frank voor 30 muzikanten, en boven de dertig een premie van 1250 fr. We verhopen dat alle Leestenaars boven de 17 jaar mee zullen opstappen in deze betoging, en dat ook onze beide fanfares hieraan zullen deelnemen. Als voorbereiding op deze betoging gaat er in “Ons Parochiehuis” een grote vergadering door op dinsdag 15 november. Op het programma : de drie filmen over de betogingen, verder een spreekbeurt en al de inlichtingen in verband met de betoging. Leestenaren, we rekenen er op dat u allen zult aanwezig zijn die dinsdag tegen 07u30 en dat u er bij zult zijn te Mechelen. We zijn katholiek en dan moeten we ook onze katholieke rechten verdedigen.”
1955 – Novembernummer “De Band” : Richard Van Praet blikt terug op KWB-werking.
“Meteen zijn we weer de winter ingetreden. De rust keert weer op de akkers, de vogels zoeken warmer oorden. De boer begint zijn binnenhuiswerk. Voor onze K.W.B.-ers krijgt nu de werking meer kleur. Daarom ging op woensdag 19 oktober onze jaarvergadering door. Vijfendertig aanwezigen luisterden aandachtig naar het overzicht van de werking in het afgelopen jaar, en naar de plannen voor het pas begonnen jaar. Uit het algemeen jaarverslag moeten we bijzonder onthouden dat we de studiekringen beter moeten bijwonen. Onze voorzitter Louis Solie (Foto onderaan) had er trouwens voor gezorgd de onderwerpen voor de komende studiekringen aan te kondigen. Ik geef ze u terloops : “Hoe vul ik mijn belastingsbrief in”, “Wat moet er gedaan worden bij geboorte, huwelijk of sterfgeval”, “Huren, kopen en verkopen”, “Het Misverzuim”. Ik geloof dat die onderwerpen de moeilijksten zullen bevredigen, en zeker ieder zullen interesseren. Als we dan nog nagaan wie we reeds kregen als sprekers ! Ik citeer er u enigen : volksvertegenwoordiger De Saeger, oud-minister Verbist, Gust Cantrijn, nationaal voorzitter van de KWB en Marcel Van de Wiele, gewezen nationaal voorzitter van de K.A.J. Ik geloof dat dit wel referenties zijn. Nu hopen we maar dat u de komende studiekringen zult naar waarde schatten. Voorts gaf onze kassier Edward Coeckelbergh een verslag over de financiële toestand, en ik mag wel verklappen : ons kas is goed gezond, en in goede handen ! Verder wonnen we tijdens het verlopen werkjaar 6 nieuwe leden bij. Woensdag 26 oktober gaven we een gezellig feestje in aanwezigheid van 60 man. Ge moet niet vragen of er animo was ! Eerst goed van de schep gegeten, met daarbij een goei pint bier plus een sigaar voor de mannen en een patéke voor de vrouwen. Goe mannen, om duimen en vingers van af te likken ! En gezongen dat er gedaan werd ! En gelachen ! Echt goed ! We zijn tot het besluit gekomen dat we echte kunstenaars krijgen in onze KWB : Miel Silverans en Miel Polfliet als humoristen, en Jef Meuris, Felix Polfliet, Juul Geens, Frans Coeckelbergh als operazangers, Richard Van Praet als “Quismaster”, enz… Zo moet het gaan mannen, in eer en deugd. En nu vooruit met de KWB.”
1955 – 2 november 1955 : Dag verlof voor Theo Fierens.
Die dag schreef de burgemeester van Leest naar de legerkommandant van milicien Theo Fierens om deze laatste een dag verlof toe te kennen n.a.v. een optreden van de K. Fanfare Sint Cecilia Leest : “Mijnheer de Commandant, met deze heb ik de eer U beleefd te vragen om een dag verlof ten voordele van soldaat militiaan Fierens Theophiel. De genaamde Fierens is muzikant bij de Koninklijke Fanfare Sint Cecilia te Leest. Op 12 November 1955 dient deze vereniging op te treden voor de auditie van het N.I.R. Dienst der Vlaamse Uitzendingen. Voor het welgelukken van de muziekuitvoeringen is de hulp van deze uitstekende muzikant onmisbaar. Hopende, mijnheer de Commandant, dat U aan dit verzoek een gunstig gevolg zult laten geworden, groet ik U met mijn dank bij voorbaat zeer hoogachtend. De Burgemeester.”
Foto’s :
-Hoofd-Chiroleider Miel Polfliet met zijn broer Fé, toen ze nog woonachtig waren in Lembeek.
-Een stuk van “Rust Roest” uit die periode waarvan ik de naam niet heb kunnen achterhalen. Midden Fons Hellemans jr., rechts Marcel Leemans.